Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31973D0422

    73/422/EEG: Besluit van de Commissie van 31 oktober 1973 betreffende het Raadgevend Comité voor suiker

    PB L 355 van 24.12.1973, p. 43–45 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/1987

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1973/422/oj

    31973D0422

    73/422/EEG: Besluit van de Commissie van 31 oktober 1973 betreffende het Raadgevend Comité voor suiker

    Publicatieblad Nr. L 355 van 24/12/1973 blz. 0043 - 0045
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 10 blz. 0077
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0119
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0119


    ++++

    BESLUIT VAN DE COMMISSIE

    van 31 oktober 1973

    betreffende het Raadgevend Comité voor suiker

    ( 73/422/EEG )

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

    Overwegende dat bij besluit van de Commissie van 29 april 1969 ( 1 ) een Raadgevend Comité in de sector suiker is ingesteld ;

    Overwegende dat het nodig is gebleken de bepalingen inzake het aantal leden en de verdeling van de zetels in dit Comité aan te passen naar aanleiding van de toetreding van nieuwe Lid-Staten tot de Gemeenschap ;

    Overwegende dat de tekst van het bovengenoemde besluit bovendien op enige punten van ondergeschikt belang moet worden aangepast ; dat het duidelijkheidshalve de voorkeur verdient de tekst volledig te herzien ,

    BESLUIT :

    Artikel 1

    De tekst van het besluit van 29 april 1969 betreffende de oprichting van een raadgevend comité voor suiker wordt door de volgende tekst vervangen :

    " Artikel 1

    1 . Bij de Commissie wordt een raadgevend comité voor suiker ingesteld , hierna het " Comité " te noemen .

    2 . In het Comité zijn de volgende economische groeperingen vertegenwoordigd : de landbouwproducenten , de landbouwcooperaties , de landbouw - en voedingsmiddelenindustrie , de handel in landbouwprodukten en voedingsmiddelen , de werknemers in de landbouw - en voedingsmiddelensector , alsmede de consumenten .

    Artikel 2

    1 . Het Comité kan door de Commissie worden geraadpleegd over alle aangelegenheden betreffende de toepassing van de verordeningen inzake de gemeenschappelijke ordening in de sector suiker , en met name over de maatregelen welke de Commissie in het kader van die verordeningen meent te moeten nemen .

    2 . De voorzitter van het Comité kan de aandacht van de Commissie vestigen op de wenselijkheid dat het Comité geraadpleegd wordt over een aangelegenheid ten aanzien waarvan het bevoegd is en waarover aan het Comité geen advies is gevraagd . Hij doet zulks met name op verzoek van één der vertegenwoordigde economische groeperingen .

    3 . Voor aangelegenheden betreffende

    a ) leveringscontracten voor suikerbieten ,

    b ) betaling van suikerbieten en suikerriet ,

    c ) de afzetgebieden voor de suikerproduktie ,

    d ) vergoeding van de opslagkosten voor suiker ,

    e ) de toewijzing van quota met name bij de fusie van ondernemingen ,

    kan de Commissie volgens de procedure van artikel 5 van dit besluit uitsluitend de vertegenwoordigers van de telers van suikerbieten en suikerriet en van de suikerfabrikanten raadplegen .

    Artikel 3

    1 . Het Comité bestaat uit tweeënveertig leden .

    2 . De zetels worden als volgt verdeeld :

    - vijftien voor de telers van suikerbieten en suikerriet ,

    - zes voor de suikerbiet - en suikerrietverwerkende cooperaties ,

    - negen voor de industrie die suiker produceert en verwerkt , namelijk :

    - zes voor de suikerfabrikanten ,

    - een voor de industrie welke ruwe suiker raffineert ,

    - twee voor de suikerverwerkende industrie ,

    - twee voor de suiker - en melassehandel ,

    - vijf voor de werknemers in de landbouw en in de voedingsmiddelensector ,

    - vijf voor de consumenten .

    Artikel 4

    1 . De leden van het Comité worden door de Commissie benoemd op voordracht van de op het vlak van de Gemeenschap bestaande beroepsorganisaties die het meest representatief zijn voor de in artikel 1 , lid 2 , bedoelde economische groeperingen en waarvan de activiteiten in het kader van de gemeenschappelijke marktordening in de sector suiker vallen ; de vertegenwoordigers van de consumenten worden echter benoemd op voorstel van het Raadgevend Comité van consumenten .

    Voor elk van de beschikbare zetels stellen deze organismen twee kandidaten van verschillende nationaliteit voor .

    2 . De leden van het Comité worden voor een periode van drie jaar benoemd . Zij zijn herbenoembaar . Voor de functies welke de leden van het Comité vervullen wordt geen bezoldiging toegekend .

    Na afloop van deze periode van drie jaar blijven de leden van het Comité in functie totdat in hun vervanging of in de verlenging van hun ambtstermijn wordt voorzien .

    Bij ontslag of overlijden eindigt de ambtstermijn van een lid voor het einde van de periode van drie jaar .

    Ook kan de ambtstermijn van een lid worden beëindigd op verzoek van het organisme dat hem heeft voorgedragen .

    Het lid wordt voor de overblijvende periode van zijn ambtstermijn vervangen volgens de procedure van lid 1 .

    3 . De lijst van de leden wordt ter informatie door de Commissie bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    Artikel 5

    1 . Er wordt in het kader van het Comité een paritaire groep ingesteld , bestaande uit negen vertegenwoordigers van de suikerbieten en suikerriettelers en negen vertegenwoordigers van de suikerfabrikanten , die door de Commissie op voorstel van de belanghebbende beroepsorganisaties worden benoemd op dezelfde wijze als bepaald in artikel 4 van dit besluit .

    De leden van de paritaire groep hoeven geen lid van het Comité te zijn .

    2 . Indien en uitsluitend voor zover een lid van de paritaire groep een vergadering niet kan bijwonen , kan een plaatsvervanger worden aangewezen . De beroepsorganisatie waartoe het verhinderd lid behoort , stelt eventueel een plaatsvervanger aan de voorzitter voor .

    3 . De voorzitter van de paritaire groep kan de aandacht van de Commissie vestigen op de wenselijkheid dat de paritaire groep wordt geraadpleegd over een aangelegenheid als bedoeld in lid 3 van artikel 2 en waarover de groep niet geraadpleegd is . Hij doet zulks met name op verzoek van één van de in de paritaire groep vertegenwoordigde economische groeperingen .

    Artikel 6

    1 . Het Comité kiest voor een periode van drie jaar een voorzitter en twee vice-voorzitters . De verkiezing geschiedt met een meerderheid van twee derde der aanwezige leden .

    Het Comité kan met dezelfde meerderheid andere leden aan het bureau toevoegen . In dat geval omvat het bureau , naast de voorzitter , ten hoogste één vertegenwoordiger van elk der in het Comité vertegenwoordigde economische groeperingen .

    Het bureau is belast met de voorbereiding en de organisatie van de werkzaamheden van het Comité .

    2 . De paritaire groep kiest onder zijn leden voor de duur van een jaar een voorzitter en een vice-voorzitter . De verkiezing geschiedt met een meerderheid van twee derde der aanwezige leden .

    De voorzitter en vice-voorzitter mogen niet tot dezelfde vertegenwoordigde economische groepering behoren . Zij worden afwisselend uit de twee vertegenwoordigde economische groeperingen gekozen .

    Artikel 7

    1 . Op verzoek van één der vertegenwoordigde economische groeperingen kan de voorzitter een afgevaardigde van deze groepering uitnodigen tot het bijwonen van de vergaderingen van het Comité . Hij kan onder dezelfde voorwaarden iedere persoon die speciaal bevoegd is met betrekking tot een bepaald agendapunt verzoeken als deskundige aan de werkzaamheden van het Comité deel te nemen .

    2 . De voorzitter van de paritaire groep kan iedere persoon die speciaal bevoegd is met betrekking tot een bepaald agendapunt , verzoeken als deskundige aan de werkzamheden van de paritaire groep deel te nemen .

    3 . De deelneming van deskundigen aan de besprekingen van het Comité of van de paritaire groep blijft beperkt tot de aangelegenheid waarvoor zij zijn uitgenodigd .

    Artikel 8

    Het Comité en de paritaire groep kunnen werkgroepen vormen om de werkzaamheden te vergemakkelijken .

    Artikel 9

    1 . Het Comité en de paritaire groep worden door de Commissie bijeengeroepen en vergaderen in de plaats waar de Commissie haar zetel heeft . Het bureau wordt in overleg met de Commissie door de voorzitter bijeengeroepen .

    2 . De vertegenwoordigers van de betrokken diensten van de Commissie wonen de vergaderingen van het Comité , van het bureau , van de paritaire groep en van de werkgroepen bij .

    3 . De diensten van de Commissie belasten zich met het secretariaat van het Comité , van het bureau , van de paritaire groep en van de werkgroepen .

    Artikel 10

    De besprekingen in het Comité hebben betrekking op de door de Commissie gevraagde adviezen . Er wordt niet over gestemd .

    De Commissie mag , wanneer zij het Comité om advies verzoekt , de termijn bepalen waarbinnen het advies moet worden uitgebracht .

    De standpunten van de in het Comité vertegenwoordigde economische groeperingen worden vermeld in een verslag dat aan de Commissie wordt toegezonden .

    Indien er met betrekking tot het gevraagde advies eenstemmigheid bestaat in het Comité , stelt het Comité gemeenschappelijke conclusies op , welke bij het verslag van de besprekingen worden gevoegd .

    De resultaten van de besprekingen in het Comité worden door de Commissie ter kennis gebracht van de Raad of de Comités van beheer , indien deze organen daarom verzoeken .

    Artikel 11

    De voorzitter van de paritaire groep stelt het Comité op de hoogte van de werkzaamheden van deze groep .

    Artikel 12

    Onverminderd het bepaalde in artikel 214 van het Verdrag , zijn de leden van het Comité en van de paritaire groep , alsmede de plaatsvervangers bedoeld in artikel 5 , lid 2 , gehouden de inlichtingen , welke in verband met de werkzaamheden van het Comité , van de paritaire groep of van de werkgroepen aan hen zijn verstrekt , niet openbaar te maken , indien de Commissie mededeelt dat het gevraagde advies of de gestelde vraag betrekking heeft op een aangelegenheid welke een vertrouwelijk karakter draagt .

    In dat geval nemen alleen de leden van het Comité en van de paritaire groep , de plaatsvervangers hierboven bedoeld en de vertegenwoordigers van de diensten van de Commissie aan de vergaderingen deel . "

    Artikel 2

    Het onderhavige besluit treedt in werking op 31 oktober 1973 .

    Gedaan te Brussel , 31 oktober 1973 .

    Voor de Commissie

    De Voorzitter

    François-Xavier ORTOLI

    ( 1 ) PB nr . L 122 van 22 . 5 . 1969 , blz . 2 tot 4 .

    Top