Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31972R0443

    Verordening (EEG) nr. 443/72 van de Raad van 29 februari 1972 betreffende de heffingen op olijfolie welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest, alsmede op sommige produkten welke olijfolie bevatten

    PB L 54 van 3.3.1972, p. 3–5 (DE, FR, IT, NL)
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1972(I) blz. 107 - 109

    Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/07/1995; opgeheven door 31994R3290

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1972/443/oj

    31972R0443

    Verordening (EEG) nr. 443/72 van de Raad van 29 februari 1972 betreffende de heffingen op olijfolie welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest, alsmede op sommige produkten welke olijfolie bevatten

    Publicatieblad Nr. L 054 van 03/03/1972 blz. 0003 - 0005
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 4 blz. 0090
    Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1972(I) blz. 0102
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 4 blz. 0090
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1972(I) blz. 0107
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 7 blz. 0155
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 5 blz. 0167
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 5 blz. 0167


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 443/72 VAN DE RAAD

    van 29 februari 1972

    betreffende de heffingen op olijfolie welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest , alsmede op sommige produkten welke olijfolie bevatten

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

    Gelet op Verordening nr . 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2727/71 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 14 , lid 2 , en artikel 15 , lid 3 ,

    Gelet op Verordening nr . 162/66/EEG van de Raad van 27 oktober 1966 betreffende het handelsverkeer in oliën en vetten tussen de Gemeenschap en Griekenland ( 3 ) , inzonderheid op artikel 4 , lid 2 , artikel 5 , lid 3 , en artikel 9 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Overwegende dat in artikel 14 , lid 2 , en artikel 15 , lid 3 , van Verordening nr . 136/66/EEG is bepaald dat de Raad de nodige bepalingen vaststelt voor de toepassing van het stelsel van heffingen op olijfolie welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest , op olijven van tariefonderverdelingen 07.01 N en 07.03 A , met uitzondering van die welke voor andere doeleinden dan de produktie van olie zijn bestemd , alsmede op de in artikel 1 , lid 2 , sub e ) , van die verordening bedoelde produkten ;

    Overwegende dat voor olijfolie welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest het variabele element van de heffing moet overeenkomen met de heffing op de hoeveelheid niet geraffineerde olijfolie die nodig is voor de produktie van het betrokken produkt , welke hoeveelheid forfaitair kan worden vastgesteld ;

    Overwegende dat deze hoeveelheid op verschillende wijze moet worden vastgesteld voor geraffineerde olijfolie en zuivere olijfolie enerzijds en voor geraffineerde olie uit afvallen van olijven en geraffineerde olie uit olijven en afvallen van olijven anderzijds ;

    Overwegende dat het vaste element van deze heffing bestemd is om de raffinage-industrie enigszins te beschermen ; dat de bedrijven waar olie uit afvallen van olijven wordt geraffineerd zich in een ongunstige positie bevinden wegens de bijzondere situatie van dezelfde bedrijven in sommige derde landen ; dat derhalve het vaste element van de heffingen voor de twee categorieën van oliën op verschillende grondslagen moet worden berekend ;

    Overwegende dat voor de hierboven bedoelde olijven de heffing moet worde berekend op basis van het oliegehalte van het ingevoerde produkt , waarbij wordt uitgegaan van de voor olijfolie geldende heffing ; dat deze heffing moet worden verminderd met het bedrag dat voortvloeit uit de toepassing van het recht van het gemeenschappelijk douanetarief op de waarde van het ingevoerde produkt ; dat dit bedrag forfaitair moet worden vastgesteld , uitgaande van de prijs van de bedoelde olijven op de wereldmarkt ;

    Overwegende dat de heffingen voor sommige produkten welke olijfolie bevatten moeten worden berekend op basis van het normale oliegehalte van deze produkten , hetwelk forfaitair dient te worden vastgesteld , en rekening houdende met de noodzaak maatregelen te nemen tegen praktijken waardoor de olijfoliemarkt kan worden verstoord ;

    Overwegende dat ten aanzien van de invoer van geheel en al in Griekenland voortgebrachte produkten die rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap worden vervoerd , in artikel 4 , lid 2 , en in artikel 5 , lid 3 , van Verordening nr . 162/66/EEG is bepaald dat de Raad de nodige bepalingen vaststelt voor de toepassing van het stelsel van heffingen op olijfolie welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest , op olijven van tariefonderverdelingen 07.01 N en 07.03 A , met uitzondering van die welke voor andere doeleinden dan de produktie van olie zijn bestemd , alsmede op de in artikel 1 , lid 2 , sub e ) , van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde produkten ; dat het dienstig is voor deze importen een stelsel van heffingen vast te stellen dat analoog is aan het hierboven overwogen algemene stelsel ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Voor olijfoliën van onderverdeling 15.07 A I van het gemeenschappelijk douanetarief welke aan een raffinageproces onderworpen zijn geweest , wordt het bedrag van de heffingen bij invoer uit derde landen en bij invoer van de produkten die niet geheel en al in Griekenland zijn voortgebracht of die niet rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap worden vervoerd , overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 2 en 3 vastgesteld .

    Artikel 2

    1 . Voor olijfoliën van onderverdeling 15.07 A I a ) van het gemeenschappelijk douanetarief is het variabele element van de heffing op 100 kilogram van deze produkten gelijk aan de heffing op 111 kilogram van de in artikel 13 van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde olijfolie .

    2 . Het vaste element is gelijk aan 3,20 rekeneenheden per 100 kilogram ingevoerd produkt .

    Artikel 3

    1 . Voor olijfoliën van onderverdeling 15.07 A I b ) van het gemeenschappelijk douanetarief is het variabele element van de heffing op 100 kilogram van deze produkten gelijk aan de heffing op 149 kilogram van de in artikel 13 van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde olijfolie .

    2 . Het vaste element is gelijk aan 6 rekeneenheden per 100 kilogram ingevoerd produkt .

    Artikel 4

    Voor de geheel en al in Griekenland voortgebrachte en rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap vervoerde oliën die aan een raffinageproces onderworpen zijn geweest , wordt de hoeveelheid olie bedoeld in artikel 4 , lid 1 , tweede alinea , van Verordening nr . 162/66/EEG bepaald op 111 kilogram voor de oliën van onderverdeling 15.07 A I a ) van het gemeenschappelijk douanetarief en op 149 kilogram voor de oliën van onderverdeling 15.07 A I b ) van het gemeenschappelijk douanetarief .

    Artikel 5

    1 . De heffing op 100 kilogram olijven van de onderverdelingen 07.01 N II en 07.03 A II van het gemeenschappelijk douanetarief bij invoer uit derde landen en bij invoer van de produkten die niet geheel en al in Griekenland zijn voortgebracht of die niet rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap worden vervoerd , is gelijk aan de heffing op 22 kilogram van de in artikel 13 van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde olijfolie , verminderd met het in artikel 15 , lid 1 , tweede zin , van die verordening bedoelde bedrag . Laatstgenoemd bedrag wordt overeenkomstig de in artikel 38 van de genoemde verordening neergelegde procedure forfaitair vastgesteld op basis van de waarde van deze produkten op de wereldmarkt of , bij gebreke van noteringen , op basis van de waarde van de olijfolie op de wereldmarkt , waarbij in het laatste geval rekening wordt gehouden met de kosten voor de verwerking van olijven tot olie .

    2 . Bij de invoer van de in lid 1 bedoelde produkten die geheel en al in Griekenland zijn voortgebracht en die rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap worden vervoerd is de heffing op 100 kilogram produkten gelijk aan de heffing die van toepassing is op 22 kilogram van de in artikel 3 van Verordening nr . 162/66/EEG bedoelde olijfolie .

    Artikel 6

    1 . De heffing die van toepassing is bij invoer van de in artikel 1 , lid 2 , sub e ) , van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde produkten die niet geheel en al in Griekenland zijn voortgebracht of die niet rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap worden vervoerd , wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van lid 2 .

    2 . Onverminderd het bepaalde in artikel 15 , lid 2 , tweede alinea , van Verordening nr . 136/66/EEG , is het bedrag van de heffing op 100 kilogram :

    - van de produkten van onderverdeling 15.17 A I van het gemeenschappelijk douanetarief gelijk aan de heffing op 50 kilogram van de in artikel 13 van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde olijfolie ;

    - van de produkten van onderverdeling 15.17 A II van het gemeenschappelijk douanetarief gelijk aan de heffing op 80 kilogram van de in artikel 13 van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde olijfolie ;

    - van de produkten van onderverdeling 23.04 A van het gemeenschappelijk douanetarief , gelijk aan de heffing op 8 kilogram van de in artikel 13 van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde olijfolie .

    Artikel 7

    1 . De heffing die van toepassing is bij invoer van de in artikel 1 , lid 2 , sub e ) , van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde produkten die geheel en al in Griekenland zijn voortgebracht en rechtstreeks van dit land naar de Gemeenschap worden vervoerd , wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van lid 2 .

    2 . Onverminderd het bepaalde in artikel 5 , lid 2 , tweede alinea , van Verordening nr . 162/66/EEG is het bedrag van de heffing op 100 kilogram :

    - van de produkten van onderverdeling 15.17 A I van het gemeenschappelijk douanetarief gelijk aan de heffing op 50 kilogram van de in artikel 3 van Verordening nr . 162/66/EEG bedoelde olijfolie ;

    - van de produkten van onderverdeling 15.17 A II van het gemeenschappelijk douanetarief , gelijk aan de heffing op 80 kilogram van de in artikel 3 van Verordening nr . 162/66/EEG bedoelde olijfolie ;

    - van de produkten van onderverdeling 23.04 A van het gemeenschappelijk douanetarief , gelijk aan de heffing op 8 kilogram van de in artikel 3 van Verordening nr . 162/66/EEG bedoelde olijfolie .

    Artikel 8

    De vaststelling van de kenmerken van de olijfoliën welke aan een raffinageproces onderworpen zijn geweest en van de residuen van tariefonderverdeling 15.17 A , alsmede van het onderscheid tussen de in artikel 2 en de in artikel 3 bedoelde oliën geschiedt volgens de in artikel 38 van Verordening nr . 136/66/EEG neergelegde procedure .

    Artikel 9

    De in de artikelen 1 , 4 , 5 , 6 en 7 bedoelde heffingen worden door de Commissie vastgesteld op dezelfde data en gelden voor dezelfde periode als de heffing op de in artikel 13 van Verordening nr . 136/66/EEG bedoelde olijfolie .

    Artikel 10

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    Zij is van toepassing met ingang van 1 april 1972 . Verordening nr . 166/66/EEG van de Raad van 27 oktober 1966 betreffende de heffingen op olijfolie welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest , alsmede op sommige produkten welke olijfolie bevatten ( 4 ) wordt op dezelfde datum ingetrokken .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 29 februari 1972 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    J . P . BUCHLER

    ( 1 ) PB nr . 172 van 30 . 9 . 1966 , blz . 3025/66 .

    ( 2 ) PB nr . L 282 van 23 . 12 . 1971 , blz . 8 .

    ( 3 ) PB nr . 197 van 29 . 10 . 1966 , blz . 3393/66 .

    ( 4 ) PB nr . 197 van 29 . 10 . 1966 , blz . 3400/66 .

    Top