EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31967L0532

Richtlijn 67/532/EEG van de Raad van 25 juli 1967 inzake de vrijheid van landbouwers die onderdaan zijn van een Lid-Staat en zijn gevestigd in een andere Lid- Staat, om toe te treden tot landbouwcoöperaties

PB 190 van 10.8.1967, p. 5–7 (DE, FR, IT, NL)
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1967 blz. 232 - 233

Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/07/1999; afgeschaft en vervangen door 31999L0042

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1967/532/oj

31967L0532

Richtlijn 67/532/EEG van de Raad van 25 juli 1967 inzake de vrijheid van landbouwers die onderdaan zijn van een Lid-Staat en zijn gevestigd in een andere Lid- Staat, om toe te treden tot landbouwcoöperaties

Publicatieblad Nr. 190 van 10/08/1967 blz. 0005 - 0007
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 6 Deel 1 blz. 0055
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1967 blz. 0209
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 6 Deel 1 blz. 0055
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1967 blz. 0232
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0073
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0077
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 06 Deel 1 blz. 0077


++++

( 1 ) PB no . 2 van 15 . 1 . 1962 , blz . 36/62 .

( 2 ) PB no . 201 van 5 . 11 . 1966 , blz . 3473/66 .

( 3 ) PB no . 17 van 28 . 1 . 1967 , blz . 280/67 .

( 4 ) PB no . 62 van 20 . 4 . 1963 , blz . 1323/63 .

( 5 ) PB no . 62 van 20 . 4 . 1963 , blz . 1326/63 .

( 6 ) Bureau voor de Statistiek van de Verenigde Naties , Etudes Statistiques , Serie M , no . 4 , rev . 1 ( New-York 1958 ) .

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 25 juli 1967

inzake de vrijheid van landbouwers die onderdaan zijn van een Lid-Staat en zijn gevestigd in een andere Lid-Staat , om toe te treden tot landbouwcooperaties

( 67/532/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 54 , leden 2 en 3 ,

Gelet op het Algemeen Programma voor de opheffing van de beperkingen van de vrijheid van vestiging ( 1 ) , inzonderheid op titel IV , letter F , onder 4 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

Overwegende dat het Algemeen Programma voor de opheffing van de beperkingen van de vrijheid van vestiging voor de verwezenlijking van deze vrijheid in de landbouw een speciaal tijdschema inhoudt , waarbij rekening wordt gehouden met het bijzondere karakter van het landbouwbedrijf ; dat de vierde reeks maatregelen , vervat in dit tijdschema , inhoudt dat aan het begin van de derde etappe door elke Lid-Staat aan de landbouwers die onderdaan van een der overige Lid-Staten zijn zal worden toegestaan op dezelfde wijze als de eigen onderdanen toe te treden tot de landbouwcooperaties ;

Overwegende dat de onderhavige richtlijn slechts instellingen betreft welke het juridisch karakter van cooperaties hebben , en niet andere verenigingen of groeperingen die gemeenschappelijke belangen behartigen ; dat de omschrijving van het begrip " cooperatie " onder de bevoegdheid van de Lid-Staten valt ;

Overwegende dat de begunstigden van de richtlijn van de Raad van 2 april 1963 tot vaststelling van de wijze waarop de vrijheid van vestiging in de landbouw op het grondgebied van een Lid-Staat wordt verwezenlijkt voor onderdanen van de andere landen van de Gemeenschap , die gedurende twee jaar zonder onderbreking als werknemers in de landbouw in deze Lid-Staat werkzaam zijn geweest ( 63/261/EEG ) ( 4 ) en van de richtlijn van de Raad van 2 april 1963 tot vaststelling van de wijze waarop de vrijheid van vestiging op landbouwbedrijven die sedert meer dan twee jaar verlaten of onbebouwd zijn , wordt verwezenlijkt ( 63/262/EEG ) ( 5 ) met betrekking tot de toetreding tot cooperaties reeds met de eigen onderdanen zijn gelijkgesteld ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

Overeenkomstig de onderstaande bepalingen heffen de Lid-Staten ten gunste van de onderdanen en vennootschappen van de andere Lid-Staten die op hun grondgebied een agrarische werkzaamheid anders dan in loondienst uitoefenen of zich daartoe vestigen , hierna " begunstigden " genoemd , de beperkingen op betreffende de toegang tot de landbouwcooperaties .

Artikel 2

1 . a ) Onder toegang tot cooperaties in de zin van deze richtlijn wordt verstaan het recht van de begunstigden om daarvan lid te zijn of daarin een leidinggevende functie te vervullen zulks overeenkomstig de wetgeving van de Lid-Staten waar zij zijn gevestigd , het initiatief te nemen tot de oprichting daarvan , en lid te zijn van de raad van beheer , de raad van toezicht , het bestuur of elk ander overeenkomstig orgaan van een cooperatie ;

b ) Onder cooperaties in de zin van deze richtlijn worden verstaan instellingen die in elke Lid-Staat als zodanig worden aangeduid of die , zonder dat zij als zodanig worden aangeduid , beantwoorden aan de cooperatieve beginselen . Momenteel worden de volgende benamingen aangehouden :

In België :

" Samenwerkende vennootschap " _ " Société coopérative " ( titel IX , sectie VII , van het Wetboek van Koophandel ) ;

In Duitsland :

" Eingetragene Genossenschaft mit beschraenkter Haftpflicht " en " eingetragene Genossenschaft mit unbeschraenkter Haftpflicht " ( wet van 1 mei 1889 in de redactie van 20 mei 1898 ) ;

In Frankrijk :

" Société coopérative " ( boek III , titel IX , van het Burgerlijk Wetboek ; de gewijzigde wet van 10 september 1947 , houdende het statuut van de cooperatie ; het gewijzigde Decreet no . 59-286 van 4 februari 1959 ; titel III van de gewijzigde wet van 24 juli 1867 inzake de vennootschappen ; titel II van boek IV van de " code rural " ) ;

In Italië :

" Società cooperativa " ( titel VI , boek V , van het Burgerlijk Wetboek ; gewijzigde Wet inzake het cooperatiewezen van 14 december 1947 , no . 1577 ) ;

In Luxemburg :

" Association agricole " ( groothertogelijk besluit van 17 september 1945 ) ;

" Société coopérative " ( afdeling VI van de wet van 10 augustus 1915 ) ;

In Nederland :

" Cooperatieve Vereniging " ( wet van 28 mei 1925 ) .

2 . Onder werkzaamheden op het gebied van de landbouw in de zin van deze richtlijn worden verstaan :

_ de werkzaamheden die worden genoemd in bijlage V van het Algemeen Programma voor de opheffing van de beperkingen van de vrijheid van vestiging ( klasse ex 01 , Landbouw , van de " Classification internationale type par industrie de toutes les branches d'activité économique " ) ( 6 ) ,

a ) de algemene landbouw , de wijnbouw inbegrepen , teelt van fruit en fruitbomen , zaadteelt , groenten - , bloemen - en sierplantenteelt , ook in kassen ;

b ) de veeteelt , de pluimveeteelt , de konijnenteelt , de pelsdierenteelt en de teelt van diverse andere dieren ; de bijenteelt ; de produktie van vlees , melk , wol , huiden en bont , eieren en honing .

_ houtkap , bosexploitatie , bebossing en herbebossing , welke worden uitgeoefend als nevenwerkzaamheden , wanneer zulks verenigbaar is met de nationale voorschriften en met name met het plan voor grondgebruik .

Artikel 3

1 . De Lid-Staten heffen de beperkingen op welke :

_ in het kader van wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen de begunstigden verhinderen toe te treden tot cooperaties of deze toetreding afhankelijk stellen van het voldoen aan bijzondere voorwaarden ;

_ voortvloeien uit een administratieve handelwijze die ten gevolge heeft dat op de begunstigden een discriminerende behandeling wordt toegepast in verband met de toetreding tot cooperaties , in vergelijking met die welke ten aanzien van de eigen onderdanen wordt toegepast .

2 . Onder de op te heffen beperkingen komen in het bijzonder voor die , welke zijn vervat in bepalingen waardoor ten aanzien van de begunstigden de toegang tot cooperaties op dezelfde voorwaarden als die welke voor de eigen onderdanen gelden op de volgende wijze ontzegd of beperkt wordt :

In Frankrijk :

Door de verplichting dat men de Franse nationaliteit bezit :

_ om te kunnen optreden als bestuurder van een landbouwcooperatie ( artikel 550 van de " Code rural " en artikel 20 van Decreet no . 59-286 van 4 februari 1959 betreffende de rechtspositie van de landbouwcooperatie , zoals gewijzigd bij Decreet no . 61-867 van 5 augustus 1961 ) ;

_ om te kunnen optreden als gevolmachtigde van een landbouwcooperatie in de Raad van Beheer van een vereniging van landbouwcooperaties ( artikel 550 van de " Code rural " ) ;

_ om te kunnen optreden als Financieel Commissaris van een landbouwcooperatie of van een vereniging van landbouwcooperaties ( artikelen 550 en 552 van de " Code rural " en artikel 28 van het voornoemde Decreet no . 59-286 van 4 februari 1959 ) .

Artikel 4

Binnen een termijn van zes maanden volgende op de kennisgeving van deze richtlijn treffen de Lid-Staten de nodige maatregelen voor het volgen van deze richtlijn ; zij stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van deze maatregelen .

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 25 juli 1967 .

Voor de Raad

De Voorzitter

Fr . NEEF

Top