Kies de experimentele functies die u wilt uitproberen

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 62008CN0304

    Zaak C-304/08: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 9 juli 2008 — Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs eV/Plus Warenhandelsgesellschaft mbH

    SL C 247, 27.9.2008, blz. 6–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    27.9.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 247/6


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesgerichtshof (Duitsland) op 9 juli 2008 — Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs eV/Plus Warenhandelsgesellschaft mbH

    (Zaak C-304/08)

    (2008/C 247/10)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Bundesgerichtshof

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Zentrale zur Bekämpfung unlauteren Wettbewerbs eV

    Verwerende partij: Plus Warenhandelsgesellschaft mbH

    Prejudiciële vraag

    Moet artikel 5, lid 2, van richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1) aldus worden uitgelegd, dat dit voorschrift in de weg staat aan nationale regelgeving volgens welke een handelspraktijk waarbij aan de deelneming van de consument aan een prijsvraag of spel de voorwaarde is gekoppeld dat de consument een product koopt of gebruik maakt van een dienst, in beginsel toelaatbaar is, zonder dat relevant is of de reclamepraktijk in het individuele geval nadelig is voor het belang van de consument?


    (1)  PB L 149, blz. 22.


    Naar boven