This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32010R0961R(04)
Rectificatie van Verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2007 ( PB L 281 van 27.10.2010 )
Rectificatie van Verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2007 ( PB L 281 van 27.10.2010 )
OJ L 49, 24.2.2011, p. 54–60
(NL)
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/961/corrigendum/2011-02-24/2/oj
24.2.2011 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 49/54 |
Rectificatie van Verordening (EU) nr. 961/2010 van de Raad van 25 oktober 2010 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 423/2007
( Publicatieblad van de Europese Unie L 281 van 27 oktober 2010 )
Bladzijde 3, artikel 1, onder b) i):
in plaats van:
„i) |
het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de aankoop, verkoop of levering van goederen en technologie van een derde land aan een ander derde land, of”, |
te lezen:
„i) |
het onderhandelen over of regelen van transacties met het oog op de verwerving, verkoop of levering van goederen en technologie van een derde land aan een ander derde land, of”. |
Bladzijde 4, artikel 1, onder m) iv):
in plaats van:
„iv) |
een rechtspersoon, entiteit of lichaam, in of buiten Iran, die of dat direct of indirect onder zeggenschap staat van een of meer van de bovengenoemde personen of lichamen;”, |
te lezen:
„iv) |
een rechtspersoon, entiteit of lichaam, in of buiten Iran, die of dat direct of indirect in bezit is van of onder zeggenschap staat van een of meer van de bovengenoemde personen of lichamen;”. |
Bladzijde 4, artikel 1, onder p):
in plaats van:
„p) „technische bijstand”: alle technische bijstand in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, beproeving, onderhoud of enige andere technische dienstverlening; technische bijstand kan worden verleend in de vorm van instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten; met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;”,
te lezen:
„p) „technische bijstand”: alle technische bijstand in verband met reparaties, ontwikkeling, vervaardiging, assemblage, testen, onderhoud of enige andere technische dienstverlening; technische bijstand kan worden verleend in de vorm van instructies, advies, opleiding, overdracht van praktische kennis of vaardigheden of adviesdiensten; met inbegrip van mondelinge vormen van bijstand;”.
Bladzijde 4, artikel 1, onder r), eerste zin:
in plaats van:
„r) „geldovermaking”: transactie die door een betalingsdienstaanbieder langs elektronische weg wordt uitgevoerd voor rekening van een betaler met de bedoeling bij een betalingsdienstaanbieder gelden beschikbaar te stellen voor een begunstigde, ongeacht of de betaler en de begunstigde een en dezelfde persoon zijn.”,
te lezen:
„r) „geldovermaking”: transactie die door een betalingsdienstaanbieder langs elektronische weg wordt uitgevoerd namens een betaler met de bedoeling bij een betalingsdienstaanbieder gelden beschikbaar te stellen voor een begunstigde, ongeacht of de betaler en de begunstigde een en dezelfde persoon zijn.”.
Bladzijde 4, artikel 1, onder s):
in plaats van:
„s) „eis”: elke vóór of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende eis, ook wanneer deze de vorm van een rechtsvordering heeft, die voortvloeit uit of verband houdt met de uitvoering van een contract of transactie, en met name:
i)elke eis tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;ii)elke eis tot verlenging of uitbetaling van financiële garanties of contragaranties, ongeacht de vorm;iii)elke eis tot schadeloosstelling in verband met een contract of een transactie;iv)elke reconventionele eis;v)elke eis, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;,te lezen:
„s) „vordering”: elke vóór of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, al of niet bevestigd in een gerechtelijke procedure, die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie, en met name:
i)een vordering tot nakoming van een verplichting die voortvloeit uit of verband houdt met een contract of transactie;ii)een vordering tot verlenging of uitbetaling van een schuldbekentenis, financiële garanties of schadeloosstelling, ongeacht de vorm;iii)een vordering tot vergoeding in verband met een contract of een transactie;iv)een reconventionele vordering;v)een vordering, ook via een exequatur, waarmee wordt beoogd erkenning of uitvoering van een rechterlijke of arbitrale uitspraak of van een gelijkwaardige beslissing te verkrijgen, ongeacht de plaats van uitspraak;.Bladzijde 4, artikel 2, lid 1, onder a):
in plaats van:
„a) |
de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar Iraanse personen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Iran van de in de bijlagen I en II genoemde goederen en technologieën, ongeacht of die goederen van oorsprong zijn uit de Unie, of”, |
te lezen:
„a) |
de directe of indirecte verkoop, levering, overdracht aan of uitvoer naar Iraanse personen, entiteiten of lichamen in of voor gebruik in Iran van de in de bijlagen I en II genoemde goederen en technologieën, ongeacht of die goederen en technologieën van oorsprong zijn uit de Unie, of”. |
Bladzijde 5, artikel 3, lid 5, aanhef:
in plaats van:
„5. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage V vermelde internetsites worden genoemd, verlenen geen toestemming voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de goederen en technologie bedoeld in bijlage IV, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat de betrokken verkoop, levering, overdracht of uitvoer een bijdrage zal leveren tot een van de volgende activiteiten:”,
te lezen:
„5. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage V vermelde internetsites worden genoemd, verlenen geen vergunning voor de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van de goederen en technologie bedoeld in bijlage IV, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat de betrokken verkoop, levering, overdracht of uitvoer een bijdrage zal leveren tot een van de volgende activiteiten:”.
Bladzijde 6, artikel 5, lid 3, aanhef:
in plaats van:
„3. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage V vermelde internetsites worden genoemd, verlenen geen toestemming voor de in lid 2 bedoelde transacties, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat deze transactie een bijdrage kan leveren tot een van de volgende activiteiten:”,
te lezen:
„3. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage V vermelde internetsites worden genoemd, verlenen geen vergunning voor de in lid 2 bedoelde transacties, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat deze transactie een bijdrage kan leveren tot een van de volgende activiteiten:”.
Bladzijde 6, artikel 6, onder c):
in plaats van:
„c) |
goederen die zijn overgebracht naar, of bestemd zijn voor gebruik in, Iran door staten die partij zijn bij het Verdrag van Parijs van 13 januari 1993 tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens.”, |
te lezen:
„c) |
goederen die zijn overgebracht naar, of bestemd zijn voor gebruik in, Iran vanwege verplichtingen van staten omdat zij partij zijn bij het Verdrag van Parijs van 13 januari 1993 tot verbod van de ontwikkeling, de productie, de aanleg van voorraden en het gebruik van chemische wapens en inzake de vernietiging van deze wapens.”. |
Bladzijde 8, artikel 12, lid 2, aanhef:
in plaats van:
„2. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage V vermelde internetsites worden genoemd, verlenen geen toestemming voor de in lid 1 bedoelde transacties, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat deze transactie een bijdrage kan leveren tot een van de volgende activiteiten:”,
te lezen:
„2. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage V vermelde internetsites worden genoemd, verlenen geen vergunning voor de in lid 1 bedoelde transacties, indien zij redelijke gronden hebben om aan te nemen dat deze transactie een bijdrage kan leveren tot een van de volgende activiteiten:”.
Bladzijde 8, artikel 13, aanhef:
in plaats van:
„In afwijking van artikel 11, lid 2, onder a), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage V vermelde internetsites worden genoemd, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor investeringen door middel van transacties in de zin van artikel 11, lid 1, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:”,
te lezen:
„In afwijking van artikel 11, lid 2, onder a), kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage V vermelde internetsites worden genoemd, op door hen passend geachte voorwaarden vergunning geven voor investeringen door middel van transacties in de zin van artikel 11, lid 1, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:”.
Bladzijde 10, artikel 18, aanhef, in fine:
in plaats van:
„… op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:”,
te lezen:
„… op door hen passend geachte voorwaarden vergunning verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:”.
Bladzijde 10, artikel 18, onder b) en c):
in plaats van:
„b) |
indien artikel 16, lid 1, van toepassing is: de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van deze vaststelling en van zijn voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité heeft niet binnen tien werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit, en |
c) |
indien artikel 16, lid 2, van toepassing is: de betrokken lidstaat heeft de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór de toestemming in kennis gesteld van deze vaststelling van zijn bevoegde autoriteit en van zijn voornemen toestemming te verlenen.”, |
te lezen:
„b) |
indien artikel 16, lid 1, van toepassing is: de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van deze vaststelling en van zijn voornemen vergunning te verlenen, en het Sanctiecomité heeft niet binnen tien werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit, en |
c) |
indien artikel 16, lid 2, van toepassing is: de betrokken lidstaat heeft de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór de vergunning in kennis gesteld van deze vaststelling van zijn bevoegde autoriteit en van zijn voornemen vergunning te verlenen.”. |
Bladzijde 10, artikel 19:
in plaats van:
„1. In afwijking van het bepaalde in artikel 16 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage V vermelde internetsites worden genoemd, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen:
|
b) |
indien de toestemming een persoon, entiteit of lichaam betreft genoemd in bijlage VII: de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van deze vaststelling en van zijn voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité heeft niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit. |
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 16 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage V vermelde internetsites worden genoemd, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen nodig zijn voor de betaling van buitengewone kosten of voor de betaling of overdracht van goederen als bedoeld in artikel 6, lid b en lid c, bestemd voor een lichtwaterreactor in Iran waarvan de bouw is aangevat vóór december 2006, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
indien de toestemming een in bijlage VII genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: deze vaststelling is door de betrokken lidstaat aangemeld bij het Sanctiecomité en de vaststelling is door het Sanctiecomité goedgekeurd, en |
b) |
indien de toestemming een in bijlage VIII genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de bevoegde autoriteit heeft ten minste twee weken voor zij de toestemming verleent aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie gemeld op welke gronden zij meent dat de specifieke toestemming moet worden verleend. |
3. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van de leden 1 of 2 verleende toestemming.”,
te lezen:
„1. In afwijking van het bepaalde in artikel 16 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage V vermelde internetsites worden genoemd, op door hen passend geachte voorwaarden vergunning verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat de tegoeden of economische middelen:
|
b) |
indien de vergunning een persoon, entiteit of lichaam betreft genoemd in bijlage VII: de betrokken lidstaat heeft het Sanctiecomité in kennis gesteld van deze vaststelling en van zijn voornemen toestemming te verlenen, en het Sanctiecomité heeft niet binnen vijf werkdagen na die kennisgeving bezwaar geuit. |
2. In afwijking van het bepaalde in artikel 16 kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, die op de in bijlage V vermelde internetsites worden genoemd, vergunning verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, of voor de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen nodig zijn voor de betaling van buitengewone kosten of voor de betaling of overdracht van goederen als bedoeld in artikel 6, lid b en lid c, of bestemd voor een lichtwaterreactor in Iran waarvan de bouw is aangevat vóór december 2006, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
indien de vergunning een in bijlage VII genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: deze vaststelling is door de betrokken lidstaat aangemeld bij het Sanctiecomité en de vaststelling is door het Sanctiecomité goedgekeurd, en |
b) |
indien de vergunning een in bijlage VIII genoemde persoon, entiteit of lichaam betreft: de bevoegde autoriteit heeft ten minste twee weken voor zij de vergunning verleent aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie gemeld op welke gronden zij meent dat de specifieke vergunning moet worden verleend. |
3. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van de leden 1 of 2 verleende vergunning.”.
Bladzijde 11, hoofdstuk V, titel:
in plaats van:
te lezen:
Bladzijde 11, artikel 21:
in plaats van:
„1. Overdrachten van middelen naar en van een Iraanse persoon, entiteit of lichaam worden verwerkt als volgt:
a) |
overdrachten van middelen die verschuldigd zijn uit hoofde van transacties met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of humanitaire doeleinden worden verricht zonder voorafgaande toestemming; de overdracht wordt schriftelijk gemeld bij een van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, vermeld op de in bijlage V genoemde internetsites, indien het een overdracht van meer dan 10 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag in een andere munteenheid betreft; |
b) |
alle overige overdrachten ten bedrage van minder dan 40 000 EUR worden zonder voorafgaande toestemming verricht; de overdracht wordt schriftelijk gemeld bij een van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, vermeld op de in bijlage V genoemde internetsites, indien het een overdracht van meer dan 10 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag in een andere munteenheid betreft; |
c) |
voor alle overige overdrachten ten bedrage van meer dan 40 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag in een andere munteenheid is de voorafgaande toestemming vereist van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, vermeld op de in bijlage V genoemde internetsites. |
2. Deze bepalingen zijn van kracht ongeacht of de overdracht van kapitaal in één enkele operatie wordt gedaan of in verschillende operaties die aan elkaar gekoppeld blijken te zijn.
3. De meldingen en verzoeken om toestemming voor overdrachten van kapitaal naar een Iraanse persoon, entiteit of lichaam worden door of namens de betalingsdienstaanbieder van de betaler als bedoeld in artikel 1, onder r), gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de oorspronkelijke opdracht tot het verrichten van de overdracht is gegeven.
De meldingen en verzoeken om toestemming voor overdrachten van kapitaal naar een Iraanse persoon, entiteit of lichaam worden door of namens de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde als bedoeld in artikel 1, onder r), gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de begunstigde of de betalingsdienstaanbieder is gevestigd.
Indien de betalingsdienstaanbieder van de betaler of de begunstigde niet onder artikel 39 valt, worden meldingen en verzoeken om toestemming door de betaler of de begunstigde gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de begunstigde of de betalingsdienstaanbieder is gevestigd.
4. Voor de toepassing van lid 1, onder c, zullen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, genoemd op de in bijlage V vermelde internetsites, op door hen passend geachte voorwaarden toestemming geven voor de overdracht van kapitaal voor een waarde van 40 000 EUR of meer, tenzij zij redelijke gronden hebben om vast te stellen dat de overdracht van kapitaal waarvoor deze vergunning wordt aangevraagd, zou bijdragen aan een van de volgende activiteiten:
a) |
activiteiten van Iran met betrekking tot de verrijking of opwerking van uranium of met betrekking tot zwaar water; |
b) |
de ontwikkeling door Iran van overbrengingssystemen voor nucleaire wapens; |
c) |
de uitoefening door Iran van activiteiten in verband met andere punten waarover de IAEA haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat, of |
d) |
Verboden activiteiten met betrekking tot de exploratie van aardolie en aardgas, de productie van aardolie en aardgas, de raffinage, of de vloeibaarmaking van aardgas door een Iraanse persoon, entiteit of lichaam, zoals bedoeld in de artikelen 8, 9 en 11. Een bevoegde autoriteit kan de kosten voor de behandeling van een verzoek om toestemming in rekening brengen. De toestemming wordt geacht te zijn verleend indien de bevoegde autoriteit schriftelijk om deze toestemming is verzocht, en zij binnen vier weken geen schriftelijk bezwaar heeft gemaakt tegen de overdracht van kapitaal. Indien het bezwaar wordt gemaakt omdat het onderzoek nog loopt, vermeldt de bevoegde autoriteit deze omstandigheid en deelt zij haar besluit zo spoedig mogelijk mee. De bevoegde autoriteit wordt op tijdelijke basis rechtstreeks of onrechtstreeks toegang verleend tot de informatie die voor het onderzoek nodig is op financieel en administratief gebied en inzake rechtshandhaving. De betrokken lidstaat moet de andere lidstaten en de Commissie op de hoogte brengen wanneer hij een verzoek tot toestemming afwijst. |
5. Dit artikel is niet van toepassing indien de toestemming tot overdracht is verleend overeenkomstig de artikelen 13, 17, 18, 19 of 20.”,
te lezen:
„1. Geldovermakingen naar en van een Iraanse persoon, entiteit of lichaam worden verwerkt als volgt:
a) |
geldovermakingen die verschuldigd zijn uit hoofde van transacties met betrekking tot voedsel, gezondheidszorg, medische uitrusting of humanitaire doeleinden worden verricht zonder voorafgaande vergunning; de overmaking wordt vooraf schriftelijk gemeld bij een van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, vermeld op de in bijlage V genoemde internetsites, indien het een overmaking van meer dan 10 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag in een andere munteenheid betreft; |
b) |
alle overige overmakingen ten bedrage van minder dan 40 000 EUR worden zonder voorafgaande vergunning verricht; de overmaking wordt vooraf schriftelijk gemeld bij een van de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, vermeld op de in bijlage V genoemde internetsites, indien het een overmaking van meer dan 10 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag in een andere munteenheid betreft; |
c) |
voor alle overige overmakingen ten bedrage van meer dan 40 000 EUR of een gelijkwaardig bedrag in een andere munteenheid is de voorafgaande vergunning vereist van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat, vermeld op de in bijlage V genoemde internetsites. |
2. Deze bepalingen zijn van kracht ongeacht of de geldovermaking in één enkele operatie wordt gedaan of in verschillende operaties die aan elkaar gekoppeld blijken te zijn.
3. De meldingen en verzoeken om vergunning voor geldovermakingen naar een Iraanse persoon, entiteit of lichaam worden door of namens de betalingsdienstaanbieder van de betaler als bedoeld in artikel 1, onder r), gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de oorspronkelijke opdracht tot het verrichten van de overmaking is gegeven.
De meldingen en verzoeken om vergunning voor geldovermakingen van een Iraanse persoon, entiteit of lichaam worden door of namens de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde als bedoeld in artikel 1, onder r), gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de begunstigde of de betalingsdienstaanbieder is gevestigd.
Indien de betalingsdienstaanbieder van de betaler of de begunstigde niet onder artikel 39 valt, worden meldingen en verzoeken om vergunning door de betaler of de begunstigde gericht aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar de begunstigde of de betalingsdienstaanbieder is gevestigd.
4. Voor de toepassing van lid 1, onder c, zullen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, genoemd op de in bijlage V vermelde internetsites, op door hen passend geachte voorwaarden een vergunning geven voor een geldovermaking voor een waarde van 40 000 EUR of meer, tenzij zij redelijke gronden hebben om vast te stellen dat de geldovermaking waarvoor deze vergunning wordt aangevraagd, zou bijdragen aan een van de volgende activiteiten:
a) |
activiteiten van Iran met betrekking tot de verrijking of opwerking van uranium of met betrekking tot zwaar water; |
b) |
de ontwikkeling door Iran van overbrengingssystemen voor nucleaire wapens; |
c) |
de uitoefening door Iran van activiteiten in verband met andere punten waarover de IAEA haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat, of |
d) |
verboden activiteiten met betrekking tot de exploratie van aardolie en aardgas, de productie van aardolie en aardgas, de raffinage, of de vloeibaarmaking van aardgas door een Iraanse persoon, entiteit of lichaam, zoals bedoeld in de artikelen 8, 9 en 11. Een bevoegde autoriteit kan de kosten voor de behandeling van een verzoek om vergunning in rekening brengen. Een vergunning wordt geacht te zijn verleend indien de bevoegde autoriteit schriftelijk om deze vergunning is verzocht, en zij binnen vier weken geen schriftelijk bezwaar heeft gemaakt tegen de geldovermaking. Indien het bezwaar wordt gemaakt omdat het onderzoek nog loopt, vermeldt de bevoegde autoriteit deze omstandigheid en deelt zij haar besluit zo spoedig mogelijk mee. De bevoegde autoriteit wordt op tijdelijke basis rechtstreeks of onrechtstreeks toegang verleend tot de informatie die voor het onderzoek nodig is op financieel en administratief gebied en inzake rechtshandhaving. De betrokken lidstaat moet de andere lidstaten en de Commissie op de hoogte brengen wanneer hij een verzoek tot vergunning afwijst. |
5. Dit artikel is niet van toepassing indien de vergunning tot overmaking is verleend overeenkomstig de artikelen 13, 17, 18, 19 of 20.”.
Bladzijde 15, artikel 29, lid 1, aanhef:
in plaats van:
„1. Rechtsvorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van Verordening (EG) nr. 423/2007 of onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke eisen, zoals een eis tot schuldvergelijking of een garantie-eis, met name een eis tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, zullen niet worden toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:”,
te lezen:
„1. Rechtsvorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van Verordening (EG) nr. 423/2007 of onderhavige verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schuldvergelijking of een garantievordering, met name een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, met name een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm hiervan, zullen niet worden toegewezen indien deze vorderingen worden ingesteld door:”.