EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62015CN0269
Case C-269/15: Request for a preliminary ruling from the Hof van Cassatie (Belgium) lodged on 8 June 2015 — Rijksdienst voor Pensioenen v Willem Hoogstad; other party: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
Case C-269/15: Request for a preliminary ruling from the Hof van Cassatie (Belgium) lodged on 8 June 2015 — Rijksdienst voor Pensioenen v Willem Hoogstad; other party: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
Case C-269/15: Request for a preliminary ruling from the Hof van Cassatie (Belgium) lodged on 8 June 2015 — Rijksdienst voor Pensioenen v Willem Hoogstad; other party: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
OJ C 294, 7.9.2015, p. 26–27
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
7.9.2015 |
EN |
Official Journal of the European Union |
C 294/26 |
Request for a preliminary ruling from the Hof van Cassatie (Belgium) lodged on 8 June 2015 — Rijksdienst voor Pensioenen v Willem Hoogstad; other party: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
(Case C-269/15)
(2015/C 294/32)
Language of the case: Dutch
Referring court
Hof van Cassatie
Parties to the main proceedings
Appellant: Rijksdienst voor Pensioenen
Respondent: Willem Hoogstad
Other party: Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
Question referred
Must Article 13(1) of Council Regulation (EEC) No 1408/71 (1) of 14 June 1971 on the application of social security schemes to employed persons, to self-employed persons and to members of their families moving within the Community be interpreted as precluding the levying of a contribution — such as the deduction made pursuant to Article 191(1)(7) of the Wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (Coordinated Law of 14 July 1994 on compulsory insurance for medical care and benefits) and the solidarity contribution payable pursuant to Article 68 of the Wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen (Law of 30 March 1994 concerning welfare provisions) — on benefits derived from Belgian supplementary pension schemes which are not legislation within the meaning of the first subparagraph of Article 1(j) of that regulation, in cases where those benefits are owed to an entitled recipient who does not reside in Belgium and who, in accordance with Article 13(2)(f) of that regulation, is subject to the social security legislation of the Member State in which he resides?
(1) OJ, English Special Edition 1971(II), p. 416.