Use quotation marks to search for an "exact phrase". Append an asterisk (*) to a search term to find variations of it (transp*, 32019R*). Use a question mark (?) instead of a single character in your search term to find variations of it (ca?e finds case, cane, care).
Richtlijn (EU) 2024/1260 bevat minimumvoorschriften inzake opsporing, identificatie, bevriezing, confiscatie en beheer van goederen in strafprocedures.
KERNPUNTEN
Toepassingsgebied
De richtlijn is van toepassing op een reeks strafbare feiten die zijn vervat in de wetgeving van de Europese Unie (EU), van terrorisme en drugs en mensenhandel tot het witwassen van geld en georganiseerde misdaad.
systematisch beginnen met de opsporing van vermogensbestanddelen parallel aan strafrechtelijke onderzoeken naar strafbare feiten met hoge inkomsten uit georganiseerde criminaliteit;
zorgen voor snelle opsporing en identificatie van hulpmiddelen1, opbrengsten2 of goederen3 die, zelfs na een definitieve strafrechtelijke veroordeling, het voorwerp zijn of mogelijk worden van een bevriezing4s- of confiscatie-5bevel;
bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen oprichten die bevoegd zijn om:
samen te werken met andere nationale autoriteiten, het Europees Openbaar Ministerie (EOM) en tegenhangers in niet-EU-landen en deze te ondersteunen;
te handelen met betrekking tot een bevriezings- of confiscatiebevel dat in een andere lidstaat is gegeven;
zo nodig samenwerking te vragen van relevante autoriteiten;
goederen op te sporen en identificeren die toebehoren aan personen of instanties waarop of op wie beperkende maatregelen van de EU van toepassing zijn;
binnen een bepaalde termijn te antwoorden op een verzoek van een andere lidstaat.
Bevriezing en confiscatie
De lidstaten moeten maatregelen nemen om het volgende mogelijk te maken:
de bevriezing van goederen;
bureaus voor de ontneming van vermogensbestanddelen kunnen goederen in grensoverschrijdende gevallen met spoed te bevriezen, waarbij geen enkele andere bevoegde autoriteit kan optreden en wanneer er een onmiddellijk gevaar bestaat dat de goederen worden weggemaakt;
de volledige of gedeeltelijke confiscatie van hulpmiddelen, opbrengsten of goederen:
van een strafbaar feit, onder voorbehoud van een definitieve veroordeling,
van dezelfde waarde als de overdracht van een verdachte of beklaagde aan een derde,
van een derde die wist of had moeten weten dat de overdracht was verricht om confiscatie te voorkomen,
wanneer het strafbare feit zou kunnen leiden tot direct of indirect economisch voordeel en de goederen verkregen zijn uit strafbaar gedrag ("ruimere confiscatie"),
wanneer de strafprocedure niet kon worden afgesloten om redenen als de ziekte, verdwijning of overlijden van de beschuldigde ("confiscatie zonder veroordeling"), maar had kunnen leiden tot een veroordeling indien er geen sprake was geweest van een van de genoemde omstandigheden,
wanneer een nationale rechterlijke instantie ervan overtuigd is dat er onverklaarde rijkdom voortvloeit uit strafbaar gedrag.
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de vorderingen van slachtoffers van een strafbaar feit in aanmerking worden genomen bij de opsporing, bevriezing en confiscatie van vermogensbestanddelen. De lidstaten kunnen in voorkomend geval ook geconfisqueerde goederen gebruiken om redenen van openbaar belang of voor maatschappelijke doeleinden.
Bestuur
De lidstaten moeten zorgen voor:
de oprichting van bureaus voor vermogensbeheer die bevroren en geconfisqueerde goederen beheren of andere bevoegde autoriteiten ondersteunen bij het beheer van goederen;
een efficiënt beheer van bevroren en geconfisqueerde goederen tot deze worden verwijderd;
de planning van het vermogensbeheer vóór of kort na de bevriezing van goederen;
bevroren goederen mogen worden overgedragen of verkocht voordat er sprake is van confiscatie (tussentijdse verkoop) wanneer de goederen onderhevig zijn aan bederf of een snelle waardevermindering kennen, onevenredige kosten met zich meebrengen of een specifieke deskundigheid vergen.
Vrijwaringsbepalingen
De lidstaten moeten ervoor zorgen dat personen die getroffen worden door bevriezing, confiscatie en tussentijdse verkoopbevelen de noodzakelijke waarborgen krijgen, met inbegrip van het recht op een eerlijk proces en op een doeltreffende voorziening in rechte.
Verdere regels
De lidstaten moeten:
uiterlijk op een nationale strategie voor de ontneming van vermogensbestanddelen vaststellen en deze minstens om de vijf jaar actualiseren;
ervoor zorgen dat de bureaus voor de ontneming en het beheer van activa over voldoende gekwalificeerd personeel en de nodige financiële, technische en technologische middelen beschikken;
uitgebreide statistieken over hun confiscatiesystemen verzamelen en bijhouden, en deze uiterlijk aan het einde van het volgende jaar bij de Europese Commissie indienen;
de Commissie, die de gegevens in een onlineregister registreert, uiterlijk op in kennis stellen van hun bevoegde autoriteiten en contactpunten;
uiterlijk op hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in overeenstemming brengen met de richtlijn.
De richtlijn is niet van toepassing op Denemarken of Ierland.
VANAF WANNEER TREDEN DE REGELS IN WERKING?
De richtlijn moet uiterlijk op in nationaal recht zijn omgezet. De regels in de richtlijn moeten vanaf dezelfde datum van toepassing zijn.
ACHTERGROND
Georganiseerde misdaad genereert volgens de gegevens van Europol ten minste 139 miljard EUR aan illegale winsten per jaar. Het is ook een van de grootste bedreigingen voor de veiligheid van de EU, waarbij 70 % van de criminele groepen in meer dan drie lidstaten actief is.
Hulpmiddelen. Alle goederen die op enigerlei wijze, geheel of gedeeltelijk, zijn gebruikt of zijn bestemd om te worden gebruikt om een strafbaar feit te plegen.
Opbrengsten. Elk economisch voordeel dat uit een strafbaar feit is verkregen – goederen van enigerlei aard, met inbegrip van wederbelegging of omzetting van opbrengsten en waardeerbare voordelen.
Goederen. Alle goederen, lichamelijk of onlichamelijk, roerend of onroerend, cryptoactiva, juridische documenten en eigendomstitels.
Bevriezing. Het tijdelijk verbieden van de overdracht, vernietiging, verwerking, vervreemding of verplaatsing van goederen of het tijdelijk aanvaarden van het beheer van of zeggenschap over goederen;
Confiscatie. Definitieve ontneming van goederen, bevolen door een rechter in verband met een strafbaar feit.
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Richtlijn (EU) 2024/1260 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende ontneming en confiscatie van vermogensbestanddelen (PB L 2024/1260 van ).
GERELATEERDE DOCUMENTEN
Richtlijn (EU) 2024/1226 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende de definitie van strafrechtelijke delicten en van sancties voor de schending van beperkende maatregelen van de Unie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/1673 (PB L 2024/1226 van ).
Richtlijn (EU) 2019/713 van het Europees Parlement en de Raad van betreffende de bestrijding van fraude met en vervalsing van niet-contante betaalmiddelen en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/413/JBZ van de Raad (PB L 123 van , blz. 18-29).
Richtlijn (EU) 2019/1153 van het Europees Parlement en de Raad van tot vaststelling van regels ter vergemakkelijking van het gebruik van financiële en andere informatie voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken of vervolgen van bepaalde strafbare feiten, en tot intrekking van Besluit 2000/642/JBZ van de Raad (PB L 186 van 11.7.2019, blz. 122-137).
Achtereenvolgende wijzigingen in Richtlijn (EU) 2019/1153 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Richtlijn (EU) 2018/1673 van het Europees Parlement en de Raad van inzake de strafrechtelijke bestrijding van het witwassen van geld (PB L 284 van , blz. 22-30).
Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad (PB L 88 van , blz. 6-21).
Richtlijn (EU) 2017/1371 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (PB L 198 van , blz. 29-41).
Richtlijn 2014/57/EU van het Europees Parlement en de Raad van betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik (richtlijn marktmisbruik) (PB L 173 van , blz. 179–189).
Richtlijn 2014/62/EU van het Europees Parlement en de Raad van betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad (PB L 151 van , blz. 1-8).
Richtlijn 2013/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van over aanvallen op informatiesystemen en ter vervanging van Kaderbesluit 2005/222/JBZ van de Raad (PB L 218 van , blz. 8-14).
Richtlijn 2011/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/629/JBZ van de Raad (PB L 101 van , blz. 1-11).
Richtlijn 2011/93/EU van het Europees Parlement en de Raad van ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en ter vervanging van Kaderbesluit 2004/68/JBZ van de Raad (PB L 335 van , blz. 1-14).
Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (PB L 328 van , blz. 28-37).
Kaderbesluit 2008/841/JBZ van ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit (PB L 300 van , blz. 42-45).
Richtlijn 2005/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van inzake verontreiniging vanaf schepen en invoering van sancties voor inbreuken (PB L 255 van , blz. 11-21).
Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel (PB L 335 van , blz. 8-11).
Kaderbesluit 2003/568/JBZ van de Raad van inzake de bestrijding van corruptie in de privé-sector (PB L 192 van , blz. 54-56).
Kaderbesluit 2002/946/JBZ van de Raad van tot versterking van het strafrechtelijk kader voor de bestrijding van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf (PB L 328 van , blz. 1-3).
Richtlijn 2002/90/EG van de Raad van tot omschrijving van hulpverlening bij illegale binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf (PB L 328 van , blz. 17-18).
Overeenkomst opgesteld op basis van artikel K.3, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de Europese Unie ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn (PB C 195 van , blz. 2-11).