EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Europese norm voor groene obligaties

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2023/2631 betreffende Europese groene obligaties en optionele openbaarmakingen voor obligaties die als ecologisch duurzame obligaties op de markt worden gebracht en voor aan duurzaamheid gekoppelde obligaties

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

De verordening:

  • stelt eenvormige vereisten voor uitgevende instellingen vast die de benaming “Europese groene obligatie” of “EuGB” willen gebruiken;
  • zet een systeem op voor registratie van en toezicht op externe toetsingsinstanties van EuGB’s;
  • voorziet in openbaarmakingstemplates, met name voor openbaarmaking vóór uitgifte en toewijzingsverslagen met betrekking tot EuGB’s.

KERNPUNTEN

In aanmerking komen

Om de benaming Europese groene obligatie of EuGB te kunnen gebruiken, geldt voor uitgevende instellingen dat ze:

  • de opbrengsten van deze obligaties volledig moeten investeren, vóór de vervaldag van de obligatie, in duurzame economische activiteiten die vallen onder de taxonomie*-wetgeving van de Europese Unie (Verordening (EU) 2020/852 — zie de samenvatting). Deze omvatten vaste activa, kapitaaluitgaven en operationele uitgaven, en activa en uitgaven van huishoudens (dit staat bekend als de geleidelijke benadering);
  • de opbrengsten van deze obligaties, in lijn met de taxonomievereisten, ook moeten kunnen toewijzen aan een portefeuille van vaste activa of financiële activa (portefeuillebenadering);
  • volgens flexibiliteitsregels tot 15% mogen investeren in economische activiteiten die voldoen aan de eisen van de taxonomie, maar die officieel niet onder de taxonomie vallen.

Transparantie

Uitgevende instellingen van groene obligaties moeten:

  • de factsheet voor Europese groene obligaties invullen (bijlage I) en ervoor zorgen dat een externe toetsingsinstantie het vóór uitgifte heeft goedgekeurd (pre-issuance review);
  • tot de opbrengsten volledig zijn geïnvesteerd, om de twaalf maanden een toewijzingsverslag (bijlage II) verstrekken over waar de fondsen naartoe worden geleid;
  • een toetsing na uitgifte ontvangen van een externe toetsingsinstantie;
  • een impactverslag over de milieu-impact (Bijlage III) opstellen en openbaar maken over het gebruik van de fondsen, ten minste eenmaal tijdens de looptijd van de obligatie;
  • een prospectus publiceren overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1129 (zie de samenvatting), waarin steeds de term Europese groene obligatie of EuGB wordt gebruikt (voor overheidsentiteiten gelden uitzonderingen);
  • de factsheet, het prospectus, diverse toetsingen en andere informatie gedurende ten minste één jaar na de vervaldatum van de obligatie vrij beschikbaar stellen op hun website.

Securitisaties*

De volgende regels zijn van toepassing:

  • obligaties uitgegeven voor synthetische securitisatie* Mogen geen Europese groene obligatie of EuGB worden genoemd;
  • gesecuritiseerde blootstellingen mogen:
    • niet worden gebruikt voor de financiering van exploratie, ontginning, winning, productie, verwerking, opslag, raffinage, distributie of vervoer van fossiele brandstoffen,
    • worden gebruikt voor de financiering van elektriciteit uit fossiele brandstoffen of warmte-/koudekrachtkoppeling uit fossiele brandstoffen of de productie van warmte/koude of energie uit fossiele brandstoffen, mits dit voldoet aan de criteria voor “geen ernstige afbreuk”;
  • initiators van securitisaties aangeduid als Europese groene obligatie of EuGB:
    • moeten de aard van de obligaties in hun prospectus vermelden;
    • bevestigen dat zij verantwoordelijk zijn voor de wijze waarop de opbrengsten worden gebruikt,
    • verstrekken aanvullende informatie over de economische activiteiten die worden gesteund.

Optionele-openbaarmakingstemplates

De Europese Commissie publiceert uiterlijk op 21 december 2024 templates voor de vrijwillige informatieverschaffing vóór en na uitgifte van obligaties die op de markt worden gebracht als ecologisch duurzaam* of als aan duurzaamheid gekoppeld*.

Toezicht

Externe toetsingsinstanties dienen:

  • geregistreerd te zijn bij de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA):
  • te voldoen aan praktische en professionele vereisten;
  • passende systemen, middelen en procedures in te zetten voor de uitvoering van hun werk;
  • ervoor te zorgen dat hun analisten, werknemers en ander personeel over de nodige kennis, ervaring en opleiding beschikken;
  • een permanent, onafhankelijk en effectief compliancesysteem in stand te houden;
  • interne gedragsregels en due-diligenceprocedures toe te passen die belangenconflicten voorkomen;
  • ervoor te zorgen dat hun toetsingen gebaseerd zijn op een grondige analyse van alle beschikbare en relevante informatie;
  • methodologische fouten te corrigeren en deze onmiddellijk bekend te maken aan de ESMA en de betrokken uitgevende instellingen van de Europese groene obligaties;
  • ervoor te zorgen dat externe dienstverleners, waaraan zij mogelijk bepaalde, maar niet alle, activiteiten uitbesteden, betrouwbare en professionele beoordelingen kunnen uitvoeren waarvoor de externe toetsingsinstanties verantwoordelijk blijven;
  • een adequate administratie bij te houden;
  • daadwerkelijke of potentiële belangenconflicten te identificeren, weg te werken, te beheren en openbaar te maken;

Toetsingen

  • Externe toetsingsinstanties dienen:
    • niet te suggereren dat de ESMA of een bevoegde autoriteit hun toetsing bekrachtigt;
    • hun toetsing vóór en na uitgifte en hun toetsing van het impactverslag gedurende de hele looptijd van de obligatie vrij beschikbaar te stellen op hun website.
  • Externe toetsingsinstanties uit niet-EU-landen mogen hun diensten overeenkomstig de verordening verlenen, mits de Commissie een gelijkwaardigheidsbesluit heeft genomen en ze zijn geregistreerd bij de ESMA, die, met gegronde redenen daarvoor, deze goedkeuring kan intrekken.

Toezicht

Nationale bevoegde autoriteiten:

  • houden toezicht op uitgevende instellingen van Europese groene obligaties en hun gebruik van gemeenschappelijke templates;
  • beschikken over ruime toezicht- en onderzoeksbevoegdheden;
  • werken met elkaar samen op het gebied van onderzoek, toezicht, handhaving en uitwisseling van informatie;
  • delen regelmatig relevante informatie met de ESMA.

ESMA:

  • kan alle informatie opvragen die zij nodig heeft van externe toetsingsinstanties;
  • heeft de bevoegdheid om inspecties ter plaatse uit te voeren, dossiers, gegevens, procedures en ander materiaal te onderzoeken en om personen te horen tijdens onderzoeken;
  • kan de rechten van de externe toetsingsinstantie tijdelijk of permanent intrekken en kan boetes opleggen van 20 000 EUR tot 200 000 EUR, samen met incidentele sancties;
  • brengt externe toetsingsinstanties een vergoeding in rekening voor hun registratie, erkenning en toezicht, en voor andere kosten die eventueel worden gemaakt;
  • houdt op haar website een openbaar toegankelijk register van externe toetsingsinstanties bij;
  • zal diverse technische reguleringsnormen opstellen die nodig zijn voor de uitvoering van de verordening.

De Commissie:

  • kan gedelegeerde handelingen vaststellen;
  • publiceert uiterlijk op 21 december 2026 een verslag over de noodzaak om aan duurzaamheid gekoppelde obligaties te reguleren;
  • brengt uiterlijk op 21 december 2028, en vervolgens om de drie jaar, aan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie verslag uit over de uitvoering van de verordening.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds 21 december 2024 van toepassing.

ACHTERGROND

Groene obligaties zijn een van de belangrijkste middelen om investeringen in groene technologie, energie- en hulpbronnenefficiëntie en duurzame transport- en onderzoeksinfrastructuur te financieren. Ze helpen bij de uitvoering van de transitie van de EU naar een klimaatneutrale, hulpbronnenefficiënte economie.

De verordening bevordert de samenhang en vergelijkbaarheid op de markt voor groene obligaties en vermindert het risico van greenwashing, in het belang van zowel uitgevende instellingen als beleggers.

Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Taxonomie. Een classificatiesysteem voor investeringen dat een lijst bevat van ecologisch duurzame economische activiteiten.
Securitisatie. Het bundelen van verschillende soorten schulden en die als obligaties verkopen aan beleggers.
Synthetische securitisatie. De overdracht van risico door gebruik te maken van kredietderivaten of garanties waarbij er nog blootstelling resteert bij de initiator.
Ecologisch duurzaam. Een obligatie met een toezegging dat de opbrengsten bestemd zijn voor ecologische activiteiten.
Aan duurzaamheid gekoppeld. Een obligatie met bepaalde doelstellingen op het gebied van ecologische duurzaamheid.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2023/2631 van het Europees Parlement en de Raad van 22 november 2023 betreffende Europese groene obligaties en optionele openbaarmakingen voor obligaties die als ecologisch duurzame obligaties op de markt worden gebracht en voor aan duurzaamheid gekoppelde obligaties (PB L 2023/2631, 30.11.2023).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2023/2631 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2020/852 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2020 betreffende de totstandbrenging van een kader ter bevordering van duurzame beleggingen en tot wijziging van Verordening (EU) 2019/2088 (PB L 198 van 22.6.2020, blz. 13-43).

Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12-82).

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 04.03.2024

Top