Europese blauwe kaart — Toegang en verblijf van kennismigranten (vanaf 2023)

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn (EU) 2021/1883 — Voorwaarden voor toegang en verblijf van niet-EU-burgers met het oog op een hooggekwalificeerde baan

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?

De richtlijn bevat de voorwaarden voor en rechten op toegang en verblijf van hooggekwalificeerde onderdanen van een derde land* en hun gezinnen die:

• meer dan drie maanden in een lidstaat van de Europese Unie (EU) verblijven;
• in een andere lidstaat werken dan de lidstaat die hen oorspronkelijk een Europese blauwe kaart uitreikte.

KERNPUNTEN

De werkingssfeer van de richtlijn is als volgt.

• De richtlijn is van toepassing op onderdanen van derde landen die een hooggekwalificeerde baan in een lidstaat aanvragen of hebben aangevraagd.
• De richtlijn is niet van toepassing op onderdanen uit derde landen:
  • die internationale bescherming hebben aangevraagd;
  • die een onderzoeksproject uitvoeren;
  • aan wie de status van langdurig ingezetene in een lidstaat is verleend;
  • die vallen onder een internationale overeenkomst die voorziet in een tijdelijk verblijf of recht op vrij verkeer of van wie de uitzetting is opgeschort.
• De richtlijn heeft geen gevolgen voor:
  • gunstiger bepalingen in de EU-wetgeving, inclusief bilaterale en multilaterale overeenkomsten;
  • het recht van lidstaten om te beslissen hoeveel onderdanen uit derde landen er op hun grondgebied mogen zijn.

Een aanvrager van een Europese blauwe kaart moet het volgende overleggen:

• een geldig arbeidscontract of een bindend aanbod voor een hooggekwalificeerde baan voor ten minste zes maanden;
• documenten die hun beroepskwalificaties bevestigen;
• geldige reisdocumenten en waar nodig een visum;
• bewijs dat een ziektekostenverzekering is aangevraagd als dat niet bij contract is geregeld.

Lidstaten:

• stellen de eis dat aan de voorwaarden ingevolge de relevante nationale wetgeving, collectieve overeenkomsten of vaste praktijken is voldaan;
• zorgen ervoor dat de salarisdrempel die zij stellen ten minste gelijk is aan, maar niet hoger is dan 1,6 maal het gemiddelde bruto jaarsalaris in de lidstaat, waarbij een lagere drempel van 80 % geldt voor beroepen waarin tekorten voorkomen en voor recentelijk uit derde landen afkomstige afgestudeerden (niet meer dan drie jaar);
• beslissen of aanvragen moeten worden ingediend door de onderdaan uit een derde land, door de werkgever of dat beiden dat mogen doen;
• mogen een vergoeding in rekening brengen voor de behandeling van de aanvraag, als deze maar niet onevenredig of buitensporig is;
• zorgen ervoor dat de informatie over de vereiste bewijsstukken en bijbehorende voorwaarden voor de aanvragers gemakkelijk toegankelijk is;
• wijzen contactpunten aan die informatie kunnen ontvangen en doorgeven.

In de regels voor afwijzing is het volgende bepaald.

• Lidstaten moeten aanvragen afwijzen als:
  • niet wordt voldaan aan de toelatingsvoorwaarden;
  • de overlegde documenten vervalst zijn;
  • de aanvrager wordt gezien als een bedreiging voor de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid;
  • het belangrijkste doel van het bedrijf van de werkgever is om onderdanen uit derde landen binnen te halen.
• Lidstaten kunnen aanvragen afwijzen als:
  • de vacature kan worden vervuld door een onderdaan, een EU-burger of een onderdaan uit een derde land die legaal in de EU verblijft;
  • de werkgever niet heeft voldaan aan fiscale en andere wettelijke verplichtingen, bankroet is, niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen of onderdanen uit derde landen illegaal in dienst heeft genomen;
  • het thuisland van de aanvrager een tekort heeft aan hooggekwalificeerde werknemers in het betrokken beroep.

In de regels voor intrekking of niet-verlenging is het volgende bepaald.

• Lidstaten moeten een blauwe kaart intrekken of weigeren te verlengen indien:
  • de kaart of de documenten zijn vervalst;
  • een onderdaan uit een derde land niet langer een geldig arbeidscontract of de vereiste kwalificaties heeft, of niet langer voldoet aan de salarisdrempel.
• Lidstaten kunnen een blauwe kaart intrekken of weigeren te verlengen indien:
  • de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid worden bedreigd;
  • de werkgever niet aan zijn wettelijke verplichtingen heeft voldaan;
  • de houder van de blauwe kaart niet voldoet aan de voorwaarden die in de richtlijn worden gesteld aan de persoonlijke financiën, het verblijf en andere zaken.

Blauwe kaarten:

• zijn ten minste 24 maanden geldig of, bij een arbeidscontract met een kortere geldigheidsduur, tot drie maanden nadat het contract is beëindigd;
• geven houders het recht om de lidstaat binnen te gaan, opnieuw binnen te gaan, er te verblijven, en alle in de richtlijn vastgestelde rechten.

Werkgevers:

• kunnen van een vereenvoudigde blauwekaartprocedure gebruik maken als de lidstaat ze de erkende status geeft;
• krijgen doeltreffende, evenredige en afschrikkende nationale sancties opgelegd als ze niet aan de wetgeving voldoen.

Houders van de Europese blauwe kaart:

• kan de plicht worden opgelegd om een verandering van werkgever of veranderde omstandigheden gedurende de eerste twaalf maanden van hun legale tewerkstelling aan de nationale autoriteiten te melden;
• worden op dezelfde manier behandeld als EU-burgers op gebieden als arbeidsvoorwaarden, vrijheid van vereniging, onderwijs en beroepsopleiding, wederzijdse erkenning van diploma’s, sociale zekerheid en toegang tot goederen en diensten;
• kunnen worden vergezeld door hun gezinsleden, die eveneens recht op arbeid hebben;
• kunnen onder bepaalde voorwaarden de status van langdurig EU-ingezetene krijgen;
• mogen, nadat zij legaal twaalf maanden hebben gewoond in de lidstaat die de blauwe kaart heeft afgegeven, met hun gezin naar een andere lidstaat verhuizen en daar wonen en werken.

De richtlijn bevat de volgende voorwaarden.

• Lidstaten moeten vanaf 18 november 2025 en daarna jaarlijks gedetailleerde statistische gegevens verstrekken over afgegeven, geweigerde en ingetrokken blauwe kaarten, uitgesplitst naar reden.
• De Europese Commissie moet voor 18 november 2026 verslag uitbrengen aan het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie over de beoordeling van de Commissie van:
  • de lijst van hooggekwalificeerde opleidingen in bijlage I, en dit daarna elke twee jaar herhalen in het licht van veranderende behoeften op de arbeidsmarkt;
  • de toepassing van de richtlijn, daarbij voorstellen tot wijzigingen doen, en dit elke vier jaar herhalen.

Met de richtlijn wordt:

• Richtlijn (EU) 2016/801 over de voorwaarden voor toegang en verblijf van derdelanders met het oog op onderzoek, studie, stages, vrijwilligerswerk, scholierenuitwisseling, educatieve projecten of au-pairactiviteiten gewijzigd (zie de samenvatting);
• de oorspronkelijke blauwekaartrichtlijn, Richtlijn 2009/50/EG (zie de samenvatting) met ingang van 19 november 2023 ingetrokken.

VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?

De richtlijn is sinds 17 november 2021 van toepassing en moet vóór 18 november 2023 in de lidstaten in nationale wetgeving worden omgezet.

ACHTERGROND

• Met de richtlijn worden eerdere regels voor de blauwe kaart geactualiseerd. De EU krijgt door de richtlijn de beschikking over een gericht plan voor legale migratie dat op tekorten aan vaardigheden kan inspelen en dat het hoogopgeleide beroepsbeoefenaren makkelijker maakt om tot de beroepsbevolking toe te treden.
• De richtlijn voorziet in een Europees kader voor het aantrekken van talent, terwijl individuele lidstaten beslissen hoeveel mensen zij tot hun arbeidsmarkt willen toelaten.
• Zie voor meer informatie:
  • Blauwe kaart — EU-immigratieportal (Europese Commissie)
  • Europese blauwe kaart: Commissie verheugd over het politieke akkoord over nieuwe regels voor hooggekwalificeerde kenniswerkers — Persbericht (Europese Commissie).

KERNBEGRIPPEN

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Richtlijn (EU) 2021/1883 van het Europees Parlement en de Raad van 20 oktober 2021 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van Richtlijn 2009/50/EG van de Raad (PB L 382 van 28.10.2021, blz. 1-38).

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s over een nieuw migratie- en asielpact (COM(2020) 609 final van 23.9.2020).

Richtlijn (EU) 2016/801 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van burgers van derde landen met het oog op onderzoek, studie, scholing of vrijwilligerswerk, uitwisselingsprogramma’s voor scholieren of onderwijsprojecten en rekrutering van au pairs (PB L 132 van 21.5.2016, blz. 21-57).

Achtereenvolgende wijzigingen aan Richtlijn (EU) 2016/801 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van burgers van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan (PB L 155 van 18.6.2009, blz. 17-29).

Laatste bijwerking 16.12.2021