EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017TN0190

Zaak T-190/17: Beroep ingesteld op 22 maart 2017 — EKETA/Commissie

PB C 151 van 15.5.2017, p. 44–44 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 151/44


Beroep ingesteld op 22 maart 2017 — EKETA/Commissie

(Zaak T-190/17)

(2017/C 151/56)

Procestaal: Grieks

Partijen

Verzoekende partij: Ethniko Kentro Erevnas kai Technologikis Anaptyxis (EKETA) (Thessaloniki, Griekenland) (vertegenwoordigers: V. Christianos en S. Paliou, advocaten)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

vaststellen dat de door de Europese Commissie bij debetnota nr. 3241615289/29.11.2016 gestelde eis dat EKETA van de voor het CATER-project ontvangen bijstand een bedrag van 172 992,15 EUR terugbetaalt, ongegrond is ten belope van 112 737,15 EUR;

vaststellen dat het bedrag van 112 737,15 EUR subsidiabele uitgaven vertegenwoordigt en dat EKETA niet verplicht is dit bedrag aan de Europese Commissie terug te betalen, en

de Europese Commissie verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

1.

Ethniko Kentro Erevnas kai Technologikis Anaptyxis (hierna: „EKETA”) betwist bij onderhavig beroep de eis die de Commissie in het kader van de uitvoering van het CATER-project bij debetnota nr. 3241615289/29.11.2016 heeft gesteld. Bij die debetnota heeft de Commissie gevorderd dat EKETA de voor het CATER-project ontvangen bijstand gedeeltelijk terugbetaalt, namelijk voor een bedrag van 172 992,15 EUR. Die vordering kwam er nadat de Europese Commissie een controle ter plaatse had verricht in de kantoren van verzoeker.

2.

Verzoeker vraagt het Gerecht in die context, overeenkomstig artikel 272 VWEU vast te stellen dat van het hierboven en in de debetnota vermelde bedrag, het bedrag van 112 737,15 EUR subsidiabele uitgaven vertegenwoordigt en dat ΕΚΕΤΑ niet verplicht is dat bedrag aan de Commissie terug te betalen.

3.

ΕΚΕΤΑ stelt dat het voornoemde bedrag van 112 737,15 EUR uit subsidiabele personeelskosten, uitgaven voor onderaanneming en indirecte uitgaven bestaat, die de Commissie ten onrechte als niet-subsidiabele uitgaven heeft geweigerd te aanvaarden. Dat de uitgaven van verzoeker subsidiabel zijn, wordt bevestigd door de gegevens die hij de Europese Commissie heeft verstrekt bij de controle ter plaatse en in de daaropvolgende briefwisseling, en die hij thans aan het Gerecht voorlegt.


Top