EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0521

Voorstel voor een besluit van de Raad tot ondertekening en voorlopige toepassing van de overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de partnerstaten van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds

/* COM/2008/0521 def. */

52008PC0521

Voorstel voor een besluit van de Raad tot ondertekening en voorlopige toepassing van de overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de partnerstaten van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds /* COM/2008/0521 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 30.9.2008

COM(2008) 521 definitief

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot ondertekening en voorlopige toepassing van de overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de partnerstaten van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Bijgaand voorstel is het rechtsinstrument voor de ondertekening en voorlopige toepassing van een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst (KEPO-overeenkomst) tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de partnerstaten van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap ("de OAG-partnerstaten"), anderzijds:

i) voorstel voor een besluit van de Raad tot ondertekening en voorlopige toepassing van de overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst (KEPO-overeenkomst)

Zoals in de mededeling aan de Raad en het Europees Parlement van 23 oktober 2007 was aangekondigd, is over deze KEPO-overeenkomst onderhandeld om te voorkomen dat de handel met de Europese Gemeenschap zou worden verstoord nadat de handelsregeling van bijlage V bij de Overeenkomst van Cotonou en de desbetreffende door de Wereldhandelsorganisatie (WTO) verleende ontheffing op 31 december 2007 zouden vervallen. De onderhandelingen werden afgesloten met de parafering van de KEPO-overeenkomst op 27 november 2007, voordat de handelsregeling van bijlage V bij de Overeenkomst van Cotonou en de WTO-ontheffing voor die regeling op 31 december 2007 vervielen.

Bijgevolg werden alle vijf OAG-partnerstaten (Burundi, Kenia, Rwanda, Tanzania en Uganda) opgenomen in de lijst in bijlage 1 bij de verordening over markttoegang in geval van EPO's, die op 20 december 2007 door de Raad werd vastgesteld[1]; deze lijst bevat de landen waaraan de Gemeenschap per 1 januari 2008 in het kader van een EPO markttoegang heeft aangeboden. Hun opname in de lijst wordt definitief nadat alle partijen de KEPO-overeenkomst hebben geratificeerd. Hierdoor zal voor alle OAG-partnerstaten, inclusief de vier landen die door de Verenigde Naties als minst ontwikkeld land zijn erkend, een geharmoniseerde handelsregeling met de EU gelden, die hun een betere toegang tot de markt biedt.

De KEPO-overeenkomst is een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een EPO; zij zal worden uitgebreid met de resultaten van de onderhandelingen over een volledige EPO die in juli 2009 zijn bereikt. Zij omvat alle maatregelen die nodig zijn om een met artikel XXIV van de GATT 1994[2] compatibele vrijhandelszone tot stand te brengen. Daarnaast zijn bepalingen over oorsprongsregels, niet-tarifaire maatregelen, handelsbeschermingsinstrumenten, het vermijden en beslechten van geschillen en visserij alsmede administratieve en institutionele bepalingen opgenomen.

De onderhandelingen over een volledige EPO gaan intussen door, op basis van de onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad op 12 juni 2002 voor EPO's met ACS-staten heeft vastgesteld.

De institutionele bepalingen betreffen onder meer een EPO-raad bestaande uit vertegenwoordigers van de partijen, die voor de tenuitvoerlegging van de overeenkomst verantwoordelijk is.

De KEPO-overeenkomst voorziet in haar voorlopige toepassing totdat zij in werking treedt.

De Commissie acht de resultaten van de onderhandelingen bevredigend en in overeenstemming met de onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad en verzoekt hem derhalve:

- machtiging te verlenen voor de ondertekening van de KEPO-overeenkomst namens de Europese Gemeenschap;

- in afwachting van de inwerkingtreding van de KEPO-overeenkomst de voorlopige toepassing ervan goed te keuren.

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

tot ondertekening en voorlopige toepassing van de overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de partnerstaten van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op de artikelen 133 en 181 juncto artikel 300, lid 2, eerste alinea,

Gezien het voorstel van de Commissie[3],

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Op 12 juni 2002 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen over economische partnerschapsovereenkomsten met de ACS-landen te openen.

(2) De onderhandelingen over een overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst, hierna "KEPO-overeenkomst" genoemd, tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de OAG-partnerstaten (Burundi, Kenia, Rwanda, Tanzania en Uganda), anderzijds, zijn op 27 november 2007 afgesloten.

(3) In artikel 45, lid 4, van de KEPO-overeenkomst is bepaald dat zij in afwachting van haar inwerkingtreding voorlopig wordt toegepast.

(4) De KEPO-overeenkomst moet namens de Gemeenschap worden ondertekend en behoudens haar sluiting op een latere datum voorlopig worden toegepast,

BESLUIT:

Artikel 1

De ondertekening van de overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst tussen de OAG-partnerstaten en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten wordt hierbij namens de Gemeenschap en behoudens het besluit van de Raad tot sluiting van die overeenkomst goedgekeurd.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de overeenkomst namens de Europese Gemeenschap en behoudens de sluiting ervan te ondertekenen.

Artikel 3

Ingevolge artikel 45, lid 4, van de overeenkomst wordt deze voorlopig toegepast in afwachting van de voltooiing van de sluitingsprocedure. De Commissie publiceert een bericht met informatie over de datum van voorlopige toepassing.

Gedaan te Brussel, […].

Voor de Raad

De voorzitter

[…]

FINANCIEEL MEMORANDUM VOOR VOORSTELLEN DIE UITSLUITEND GEVOLGEN HEBBEN VOOR DE ONTVANGSTENZIJDE VAN DE BEGROTING

1. BENAMING VAN HET VOORSTEL:

BESLUIT VAN DE RAAD tot ondertekening en voorlopige toepassing van de overeenkomst tot vaststelling van een kader voor een economische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de partnerstaten van de Oost-Afrikaanse Gemeenschap, anderzijds

2. BEGROTINGSONDERDELEN:

Hoofdstuk en artikel: 12/120

Begroot bedrag voor het betrokken jaar: 16 431 900 000 (begroting 2008)

3. FINANCIËLE GEVOLGEN

( Het voorstel heeft geen financiële gevolgen

( Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de uitgaven maar wel voor de ontvangsten, namelijk:

4. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN

Ter bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen tegen fraude en andere onregelmatigheden kan de Commissie overeenkomstig artikel 22 van de overeenkomst tussen de OAG-partnerstaten en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en artikel 7 van het aan die overeenkomst gehechte protocol 2 ter plaatse controles en inspecties uitvoeren. Zo nodig verricht het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) onderzoek op grond van Verordening (EG) nr. 1073/1999 van het Europees Parlement en de Raad. De Commissie zal regelmatig controles op basis van documenten en inspecties ter plaatse uitvoeren.

5. ANDERE OPMERKINGEN

Alle resterende douanerechten op producten van oorsprong uit de ACS-regio's en -staten die onderhandelingen hebben afgesloten over een economische partnerschapsovereenkomst of over een overeenkomst die met de WTO-voorschriften compatibele handelsregelingen bevat, zijn al door de vaststelling van Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad afgeschaft. Derhalve zijn er geen bijkomende financiële gevolgen in verband met dit voorstel.

[1] Verordening (EG) nr. 1528/2007 van de Raad.

[2] Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel 1994.

[3] PB C […] van […], blz. […].

Top