This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32012D0134
2012/134/EU: Commission Implementing Decision of 28 February 2012 establishing the best available techniques (BAT) conclusions under Directive 2010/75/EU of the European Parliament and of the Council on industrial emissions for the manufacture of glass (notified under document C(2012) 865) Text with EEA relevance
2012/134/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 28 februari 2012 tot vaststelling van de BBT-conclusies (beste beschikbare technieken) op grond van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake industriële emissies voor de productie van glas (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 865) Voor de EER relevante tekst
2012/134/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 28 februari 2012 tot vaststelling van de BBT-conclusies (beste beschikbare technieken) op grond van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake industriële emissies voor de productie van glas (Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 865) Voor de EER relevante tekst
PB L 70 van 8.3.2012, p. 1–62
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
In force
8.3.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 70/1 |
UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE
van 28 februari 2012
tot vaststelling van de BBT-conclusies (beste beschikbare technieken) op grond van Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake industriële emissies voor de productie van glas
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2012) 865)
(Voor de EER relevante tekst)
(2012/134/EU)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (1), met name artikel 13, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Artikel 13, lid 1, van Richtlijn 2010/75/EU schrijft voor dat de Commissie een uitwisseling van informatie over industriële emissies organiseert tussen zichzelf, de lidstaten, de betrokken bedrijfstakken en niet-gouvernementele organisaties die zich inzetten voor milieubescherming, teneinde het opstellen van BBT-referentiedocumenten als bepaald in artikel 3, lid 11, van die richtlijn te vergemakkelijken. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Richtlijn 2010/75/EU heeft de uitwisseling van informatie betrekking op de prestaties van installaties en technieken wat betreft emissies uitgedrukt als gemiddelden over de korte en de lange termijn, naargelang van het geval, en de daarmee samenhangende referentieomstandigheden, verbruik en aard van de grondstoffen, waterverbruik, energieverbruik en afvalproductie, op de gebruikte technieken, de daarmee samenhangende monitoring, de effecten op alle milieucompartimenten, de economische en technische levensvatbaarheid en de ontwikkelingen daarin, alsook op de beste beschikbare technieken en de technieken in opkomst die worden vastgesteld na bestudering van de onder a) en b) van artikel 13, lid 2, van die richtlijn vermelde punten. |
(3) |
„BBT-conclusies” als gedefinieerd in artikel 3, lid 12, van Richtlijn 2010/75/EU zijn het belangrijkste deel van BBT-referentiedocumenten en bestaan uit de conclusies over de beste beschikbare technieken, de beschrijving ervan, gegevens ter beoordeling van de toepasselijkheid ervan, de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus, de daarmee verbonden monitoring, de daarmee verbonden verbruiksniveaus en, in voorkomend geval, toepasselijke terreinsaneringsmaatregelen. |
(4) |
Overeenkomstig artikel 14, lid 3, van Richtlijn 2010/75/EU moeten de BBT-conclusies het ijkpunt vormen voor de vaststelling van de vergunningsvoorwaarden voor installaties als bedoeld in hoofdstuk 2 van die richtlijn. |
(5) |
Artikel 15, lid 3, van Richtlijn 2010/75/EU schrijft voor dat de bevoegde autoriteit emissiegrenswaarden vaststelt die waarborgen dat de emissies onder normale bedrijfsomstandigheden niet hoger zijn dan de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus zoals vastgesteld in de in artikel 13, lid 5, van Richtlijn 2010/75/EU bedoelde besluiten over BBT-conclusies. |
(6) |
Artikel 15, lid 4, van Richtlijn 2010/75/EU voorziet in afwijkingen op het vereiste van artikel 15, lid 3, indien de kosten voor het halen van emissieniveaus buitensporig hoog zijn in verhouding tot de milieuvoordelen als gevolg van de geografische ligging, de plaatselijke milieusituatie of de technische kenmerken van de betrokken installatie. |
(7) |
Op grond van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2010/75/EU moeten de in artikel 14, lid 1, onder c), van de richtlijn bedoelde eisen inzake monitoring worden gebaseerd op de in de BBT-conclusies beschreven conclusies inzake monitoring. |
(8) |
Overeenkomstig artikel 21, lid 3, van Richtlijn 2010/75/EU moet de bevoegde autoriteit, binnen vier jaar na de bekendmaking van de besluiten over BBT-conclusies, alle vergunningsvoorwaarden toetsen en indien nodig actualiseren en erop toezien dat de installatie aan die vergunningsvoorwaarden voldoet. |
(9) |
Bij het besluit van de Commissie van 16 mei 2011 tot oprichting van een forum voor de uitwisseling van informatie overeenkomstig artikel 13 van Richtlijn 2010/75/EU inzake industriële emissies (2) is een forum opgericht dat bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten, de betrokken bedrijfstakken en niet-gouvernementele organisaties die zich inzetten voor milieubescherming. |
(10) |
Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van Richtlijn 2010/75/EU heeft de Commissie op 13 september 2011 het advies (3) van dat forum ingewonnen over de voorgestelde inhoud van het BBT-referentiedocument voor de productie van glas en heeft zij dat voor het publiek toegankelijk gemaakt. |
(11) |
De in dit besluit vastgestelde maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 75, lid 1, van Richtlijn 2010/75/EU ingestelde comité, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De BBT-conclusies voor de productie van glas zijn in de bijlage bij dit besluit opgenomen.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 28 februari 2012.
Voor de Commissie
Janez POTOČNIK
Lid van de Commissie
(1) PB L 334 van 17.12.2010, blz. 17.
(2) PB C 146 van 17.5.2011, blz. 3.
(3) http://circa.europa.eu/Public/irc/env/ied/library?l=/ied_art_13_forum/opinions_article
BIJLAGE
BBT-CONCLUSIES VOOR DE FABRICAGE VAN GLAS
TOEPASSINGSGEBIED
DEFINITIES
ALGEMEEN
Middelingstijden en referentieomstandigheden voor atmosferische emissies
Conversie naar referentiezuurstofgehalte
Conversie van concentraties naar specifieke massa-emissies
Definities van bepaalde luchtverontreinigende stoffen
Middelingstijden voor lozing van afvalwater
1.1. |
Algemene BBT-conclusies voor de productie van glas |
1.1.1. |
Milieubeheersystemen |
1.1.2. |
Energie-efficiëntie |
1.1.3. |
Opslag en behandeling van materialen |
1.1.4. |
Algemene primaire technieken |
1.1.5. |
Emissies naar het water door glasfabricageprocessen |
1.1.6. |
Afval van de glasfabricageprocessen |
1.1.7. |
Geluidshinder afkomstig van de glasfabricageprocessen |
1.2. |
BBT-conclusies voor de fabricage van verpakkingsglas |
1.2.1. |
Stofemissies afkomstig van smeltovens |
1.2.2. |
Stikstofoxiden (NOX) afkomstig van smeltovens |
1.2.3. |
Zwaveloxiden (SOX) afkomstig van smeltovens |
1.2.4. |
Chloorwaterstof (HCl) en fluorwaterstof (HF) afkomstig van smeltovens |
1.2.5. |
Metaalemissies van smeltovens |
1.2.6. |
Emissies afkomstig van nabewerkingsprocessen |
1.3. |
BBT-conclusies voor de fabricage van vlakglas |
1.3.1. |
Stofemissies afkomstig van smeltovens |
1.3.2. |
Stikstofoxiden (NOX) afkomstig van smeltovens |
1.3.3. |
Zwaveloxiden (SOX) afkomstig van smeltovens |
1.3.4. |
Chloorwaterstof (HCl) en fluorwaterstof (HF) afkomstig van smeltovens |
1.3.5. |
Metaalemissies van smeltovens |
1.3.6. |
Emissies afkomstig van nabewerkingsprocessen |
1.4. |
BBT-conclusies voor de fabricage van continuglasvezel |
1.4.1. |
Stofemissies afkomstig van smeltovens |
1.4.2. |
Stikstofoxiden (NOX) afkomstig van smeltovens |
1.4.3. |
Zwaveloxiden (SOX) afkomstig van smeltovens |
1.4.4. |
Chloorwaterstof (HCl) en fluorwaterstof (HF) afkomstig van smeltovens |
1.4.5. |
Metaalemissies van smeltovens |
1.4.6. |
Emissies afkomstig van nabewerkingsprocessen |
1.5. |
BBT-conclusies voor de fabricage van tafelglas |
1.5.1. |
Stofemissies afkomstig van smeltovens |
1.5.2. |
Stikstofoxiden (NOX) afkomstig van smeltovens |
1.5.3. |
Zwaveloxiden (SOX) afkomstig van smeltovens |
1.5.4. |
Chloorwaterstof (HCl) en fluorwaterstof (HF) afkomstig van smeltovens |
1.5.5. |
Metaalemissies van smeltovens |
1.5.6. |
Emissies afkomstig van nabewerkingsprocessen |
1.6. |
BBT-conclusies betreffende de fabricage van speciaalglas |
1.6.1. |
Stofemissies afkomstig van smeltovens |
1.6.2. |
Stikstofoxiden (NOX) afkomstig van smeltovens |
1.6.3. |
Zwaveloxiden (SOX) afkomstig van smeltovens |
1.6.4. |
Chloorwaterstof (HCl) en fluorwaterstof (HF) afkomstig van smeltovens |
1.6.5. |
Metaalemissies van smeltovens |
1.6.6. |
Emissies afkomstig van nabewerkingsprocessen |
1.7. |
BBT-conclusies betreffende de fabricage van minerale wol |
1.7.1. |
Stofemissies afkomstig van smeltovens |
1.7.2. |
Stikstofoxiden (NOX) afkomstig van smeltovens |
1.7.3. |
Zwaveloxiden (SOX) afkomstig van smeltovens |
1.7.4. |
Chloorwaterstof (HCl) en fluorwaterstof (HF) afkomstig van smeltovens |
1.7.5. |
Waterstofsulfide (H2S) afkomstig van smeltovens voor steenwol |
1.7.6. |
Metaalemissies van smeltovens |
1.7.7. |
Emissies afkomstig van nabewerkingsprocessen |
1.8. |
BBT-conclusies voor de fabricage van hittebestendige isolatiewol (HTIW) |
1.8.1. |
Stofemissies als gevolg van smelt- en nabewerkingsprocessen |
1.8.2. |
Stikstofoxiden (NOX) afkomstig van smelt- en nabewerkingsprocessen |
1.8.3. |
Zwaveloxiden (SOX) afkomstig van smelt- en nabewerkingsprocessen |
1.8.4. |
Chloorwaterstof (HCl) en fluorwaterstof (HF) afkomstig van smeltovens |
1.8.5. |
Metaalemissies afkomstig van smeltovens en nabewerkingsprocessen |
1.8.6. |
Emissies van vluchtige organische stoffen afkomstig van nabewerkingsprocessen |
1.9. |
BBT-conclusies betreffende de fabricage van fritte |
1.9.1. |
Stofemissies afkomstig van smeltovens |
1.9.2. |
Stikstofoxiden (NOX) afkomstig van smeltovens |
1.9.3. |
Zwaveloxiden (SOX) afkomstig van smeltovens |
1.9.4. |
Chloorwaterstof (HCl) en fluorwaterstof (HF) afkomstig van smeltovens |
1.9.5. |
Metaalemissies van smeltovens |
1.9.6. |
Emissies afkomstig van nabewerkingsprocessen |
Verklarende woordenlijst
1.10. |
Beschrijving van de technieken |
1.10.1. |
Stofemissies |
1.10.2. |
NOX-emissies |
1.10.3. |
SOX-emissies |
1.10.4. |
HCl- en HF-emissies |
1.10.5. |
Metaalemissies |
1.10.6. |
Alle gasemissies (bv. SOX, HCl, HF en boorverbindingen) |
1.10.7. |
Totale emissies (vaste + gasvorm) |
1.10.8. |
Emissies afkomstig van snijden, slijpen en polijsten |
1.10.9. |
H2S- en VOS-emissies |
TOEPASSINGSGEBIED
Deze BBT-conclusies hebben betrekking op de industriële activiteiten beschreven in bijlage I van Richtlijn 2010/75/EU, namelijk:
— |
|
— |
|
Deze BBT-conclusies hebben geen betrekking op de volgende activiteiten:
— |
De productie van waterglas, die behandeld wordt in het referentiedocument anorganische bulkchemicaliën - vaste stoffen en overige industrie (LVIC-S) |
— |
De productie van polykristallijne wol |
— |
De productie van spiegels, behandeld in het referentiedocument oppervlaktebehandeling met organische oplosmiddelen (STS) |
De volgende referentiedocumenten zijn tevens van belang voor de activiteiten die onder deze BBT-conclusies vallen:
Referentiedocumenten |
Activiteit |
Emissies uit opslag (EFS) |
Opslag en behandeling van grondstoffen |
Energie-efficiëntie (ENE) |
Algemene energie-efficiëntie |
Economische aspecten en cross-media-effecten (ECM) |
Economische aspecten en cross-media-effecten van technieken |
Algemene monitoringbeginselen (MON) |
Emissies en verbruikscontrole |
De technieken die in deze BBT-conclusies worden opgesomd en beschreven, zijn niet prescriptief noch limitatief. Er mogen andere technieken worden gebruikt, mits de toepassing daarvan een ten minste een gelijkwaardig niveau van milieubescherming garandeert.
DEFINITIES
In deze BBT-conclusies zijn de volgende definities van toepassing:
Gebruikte term |
Definitie |
Nieuwe installatie |
Een installatie die op het terrein van de inrichting gebouwd wordt na publicatie van deze BBT-conclusies of een installatie die volledig herbouwd wordt op de bestaande fundamenten na publicatie van deze BBT-conclusies |
Bestaande installatie |
Een andere dan een nieuwe installatie |
Nieuwe oven |
Een oven die op het terrein van de installatie wordt geplaatst na publicatie van deze BBT-conclusies of een oven die volledig omgebouwd wordt na publicatie van deze BBT-conclusies |
Normale ombouw van ovens |
Een ombouw tussen ovencampagnes zonder substantiële wijzigingen aan het ontwerp of de technologie van de oven en waarbij het ovenframe niet substantieel wordt aangepast en de omvang van de oven nagenoeg ongewijzigd blijft. Het vuurvaste materiaal van de oven en, waar van toepassing, de regeneratoren, worden hersteld middels de gehele of gedeeltelijke vervanging van het materiaal. |
Volledige ombouw van ovens |
Een ombouw waarbij het ontwerp en de technologie van de oven ingrijpend gewijzigd worden en de oven en de eraan gekoppelde uitrustingen ingrijpend aangepast of vervangen worden. |
ALGEMEEN
Middelingstijden en referentieomstandigheden voor atmosferische emissies
Tenzij anders vermeld, zijn de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN's) voor atmosferische emissies in deze BBT-conclusies van toepassing in de referentieomstandigheden van tabel 1. Alle concentratiewaarden in afgassen hebben betrekking op standaardomstandigheden: droog gas, temperatuur 273,15 K, druk 101,3 kPa.
Voor discontinue metingen |
BBT-GEN's hebben betrekking op de gemiddelde waarde van drie steekproefmonsters van elk minstens 30 minuten; voor regeneratieve ovens moet de meetperiode minstens twee branderwisselingen van de regeneratieve kamers omvatten |
Voor continue metingen |
BBT-GEN's hebben betrekking op daggemiddelde concentraties |
Tabel 1
Referentieomstandigheden voor BBT-GEN's met betrekking tot atmosferische emissies
Activiteiten |
Eenheid |
Referentieomstandigheden |
|
Smeltactiviteiten |
Conventionele smeltoven in continue smelters |
mg/Nm3 |
Zuurstofgehalte van 8 volumeprocent |
Conventionele smeltoven in discontinue smelters |
mg/Nm3 |
Zuurstofgehalte van 13 volumeprocent |
|
Oxyfuel-ovens |
kg/ton gesmolten glas |
De uitdrukking van emissieniveaus gemeten als mg/Nm3 ten opzichte van een referentiezuurstofgehalte is niet van toepassing |
|
Elektrische ovens |
mg/Nm3 of kg/ton gesmolten glas |
De uitdrukking van emissieniveaus gemeten als mg/Nm3 ten opzichte van een referentiezuurstofgehalte is niet van toepassing |
|
Frittesmeltovens |
mg/Nm3 of kg/ton gesmolten glasfritte |
De concentraties zijn gebaseerd op 15 volumeprocent zuurstof. Voor lucht-gasverbranding zijn BBT-GEN's uitgedrukt als emissieconcentratie (mg/Nm3) van toepassing. Wanneer uitsluitend oxyfuelverbranding wordt toegepast, zijn BBT-GEN's uitgedrukt als specifieke massa-emissies (kg/ton gesmolten fritte) van toepassing. In geval van verbranding van met zuurstof verrijkte lucht en brandstof zijn BBT-GEN's uitgedrukt als emissieconcentratie (mg/Nm3) of als specifieke massa-emissies (kg/ton gesmolten fritte) van toepassing. |
|
Alle soorten ovens |
kg/ton gesmolten glas |
De specifieke massa-emissies hebben betrekking op een ton gesmolten glas |
|
Andere activiteiten dan smelten, inclusief nabewerkingsprocessen |
Alle processen |
mg/Nm3 |
Geen correctie voor zuurstof |
Alle processen |
kg/ton glas |
De specifieke massa-emissies hebben betrekking op een ton geproduceerd glas |
Conversie naar referentiezuurstofgehalte
De formule om de emissieconcentratie te berekenen op basis van een referentiezuurstofgehalte (zie tabel 1) wordt hieronder weergegeven.
waarbij:
ER (mg/Nm3) |
: |
emissieconcentratie gecorrigeerd op basis van het referentiezuurstofgehalte OR |
OR (vol %) |
: |
referentiezuurstofgehalte |
EM (mg/Nm3) |
: |
emissieconcentratie getoetst aan het gemeten zuurstofniveau OM |
OM (vol %) |
: |
gemeten zuurstofniveau. |
Conversie van concentraties naar specifieke massa-emissies
De BBT-GEN's die in de paragrafen 1.2 tot 1.9 zijn uitgedrukt als specifieke massa-emissies (kg/ton gesmolten glas) zijn gebaseerd op de hieronder beschreven berekening, behalve voor oxyfuel-ovens en, in een beperkt aantal gevallen, voor elektrische smelting, waarvoor de BBT-GEN's in kg/ton gesmolten glas werden afgeleid uit specifieke verstrekte gegevens.
De berekeningsprocedure die wordt gebruikt voor de omzetting van concentraties in specifieke massa-emissies wordt hieronder beschreven.
Specifieke massa-emissies (kg/ton gesmolten glas) = conversiefactor × emissieconcentratie (mg/Nm3)
waarbij: conversiefactor = (Q/P) × 10–6
met |
|
Het afgasvolume (Q) wordt bepaald door het specifieke energieverbruik, het soort brandstof en het oxidatiemiddel (lucht, lucht verrijkt met zuurstof en zuurstof met een zuiverheidsgraad die afhankelijk is van het productieproces). Het energieverbruik is een complexe functie van (voornamelijk) het soort oven, het soort glas en het percentage scherven.
Er bestaan echter verschillende factoren die het verband tussen de concentratie en de specifieke massastroom kunnen beïnvloeden:
— |
het type oven (voorverwarmingstemperatuur van de lucht, smelttechniek) |
— |
het soort glas dat geproduceerd wordt (energie die nodig is voor het smelten) |
— |
energiemix (fossiele brandstof/elektrische bijverwarming) |
— |
het soort fossiele brandstof (aardolie, aardgas) |
— |
het soort oxideermiddel (zuurstof, lucht, met zuurstof verrijkte lucht) |
— |
het percentage scherven |
— |
de samenstelling van het gemeng |
— |
de leeftijd van de oven |
— |
de grootte van de oven. |
De conversiefactoren uit tabel 2 zijn gebruikt om BBT-GEN's om te zetten van concentraties naar specifieke massa-emissies.
De conversiefactoren zijn bepaald op basis van energie-efficiënte ovens en hebben uitsluitend betrekking op lucht-brandstofgestookte ovens.
Tabel 2
Indicatieve factoren gebruikt om mg/Nm3 om te zetten in kg/ton gesmolten glas op basis van energie-efficiënte lucht-brandstofgestookte ovens
Sectoren |
Factoren voor omzetting mg/Nm3 naar kg/ton gesmolten glas |
|
Vlakglas |
2,5 × 10–3 |
|
Verpakkingsglas |
Algemeen geval |
1,5 × 10–3 |
Specifieke gevallen (1) |
Studie geval per geval (vaak 3,0 × 10–3) |
|
Continuglasvezel |
4,5 × 10–3 |
|
Tafelglas |
Natronkalk |
2,5 × 10–3 |
Specifieke gevallen (2) |
Studie geval per geval (tussen 2,5 en > 10 × 10–3; vaak 3,0 × 10–3) |
|
Minerale wol |
Glaswol |
2 × 10–3 |
Steenwol (koepeloven) |
2,5 × 10–3 |
|
Speciaalglas |
tv-glas (schermen) |
3 × 10–3 |
tv-glas (trechter) |
2,5 × 10–3 |
|
Borosilicaatglas (buisglas) |
4 × 10–3 |
|
Glaskeramiek |
6,5 × 10–3 |
|
Verlichtingsglas (natronkalkglas) |
2,5 × 10–3 |
|
Fritte |
Studie geval per geval (tussen 5 – 7,5 × 10–3) |
DEFINITIES VAN BEPAALDE LUCHTVERONTREINIGENDE STOFFEN
In deze BBT-conclusies en in de BBT-GEN's in de paragrafen 1.2 tot 1.9 zijn de volgende definities van toepassing:
NOX uitgedrukt als NO2 |
De som van stikstofoxide (NO) en stikstofdioxide (NO2) uitgedrukt als NO2 |
SOX uitgedrukt als SO2 |
De som van zwaveldioxide (SO2) en zwaveltrioxide (SO3) uitgedrukt als SO2 |
Waterstofchloride uitgedrukt als HCl |
Alle gasvormige chloriden, uitgedrukt als HCl |
Waterstoffluoride uitgedrukt als HF |
Alle gasvormige fluoriden, uitgedrukt als HF |
MIDDELINGSTIJDEN VOOR LOZING VAN AFVALWATER
Tenzij anders vermeld, hebben de met de beste beschikbare technieken geassocieerde emissieniveaus (BBT-GEN's) voor afvalwateremissies in deze BBT-conclusies betrekking op de gemiddelde waarde van een samengesteld monster genomen over een periode van twee uur of 24 uur.
1.1. Algemene BBT-conclusies voor de productie van glas
Tenzij anders vermeld, kunnen de in deze paragraaf beschreven BBT-conclusies op alle installaties worden toegepast.
De processpecifieke BBT in de paragrafen 1.2 tot 1.9 zijn van toepassing naast de algemene BBT die in deze paragraaf beschreven worden.
1.1.1.
1. De BBT is een milieubeheersysteem ten uitvoer leggen en naleven dat alle volgende elementen omvat:
i. |
inzet van het management, inclusief het senior management; |
ii. |
uitwerken van een milieubeleid voor de continue verbetering van de installatie door het management; |
iii. |
plannen en vaststellen van noodzakelijke procedures, doelstellingen en streefcijfers, samen met een financiële planning en investeringen; |
iv. |
uitvoeren van de procedures, waarbij vooral aandacht geschonken wordt aan:
|
v. |
controleren van de prestaties en nemen van corrigerende maatregelen, waarbij vooral aandacht geschonken wordt aan:
|
vi. |
evalueren van het milieubeheersysteem door het senior management met als doel te waarborgen dat dit geschikt, adequaat en doeltreffend blijft; |
vii. |
volgen van de ontwikkelingen van schonere technologieën; |
viii. |
bij het ontwerp van een nieuwe installatie rekening houden met de milieueffecten tijdens de volledige levensduur en van de latere ontmanteling ervan; |
ix. |
op gezette tijden uitvoeren van een benchmarkonderzoek in de sector. |
Toepasbaarheid
Het toepassingsgebied (bv. mate van gedetailleerdheid) en de aard (bv. gestandaardiseerd of niet-gestandaardiseerd) van het milieubeheersysteem hebben over het algemeen te maken met de aard, omvang en complexiteit van de installatie en de milieueffecten ervan.
1.1.2.
2. De BBT is het specifieke energieverbruik beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek |
Toepasbaarheid |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
|||
|
Toepasbaar op nieuwe installaties. Voor bestaande installaties dient de oven voor deze techniek volledig te worden verbouwd |
||
|
Toepasbaar in lucht-brandstofgestookte ovens en oxyfuel-ovens |
||
|
Niet toepasbaar voor de sectoren continuglasvezel, hittebestendige isolatiewol en fritte |
||
|
Toepasbaar in lucht-brandstofgestookte ovens en oxyfuel-ovens. De toepasbaarheid en economische haalbaarheid van de techniek worden bepaald door de algemene efficiëntie die bereikt kan worden, met inbegrip van het effectieve gebruik van de opgewekte stoom |
||
|
Toepasbaar in lucht-brandstofgestookte ovens en oxyfuel-ovens. De toepasbaarheid is normaal gezien beperkt tot gemengsamenstellingen met meer dan 50 % scherven |
1.1.3.
3. De BBT is diffuse stofemissies afkomstig van de opslag en hantering van vaste materialen voorkomen, of indien dat niet haalbaar is, beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
I. |
Opslag van grondstoffen
|
II. |
Hantering van grondstoffen
|
4. De BBT is diffuse gasemissies afkomstig van de opslag en hantering van vluchtige grondstoffen voorkomen, of indien dat niet haalbaar is, beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
i. |
Containers voor de bulkopslag van grondstoffen die onderhevig zijn aan temperatuurveranderingen ten gevolge van verhitting door de zon behandelen met een verf met lage zonlichtabsorptie. |
ii. |
Temperatuurbeheersing voor de opslag van vluchtige grondstoffen. |
iii. |
Tankisolatie voor de opslag van vluchtige grondstoffen. |
iv. |
Voorraadbeheer |
v. |
Gebruik van tanks met een drijvend dek voor de opslag van grote hoeveelheden vluchtige aardolieproducten. |
vi. |
Gebruik van systemen met dampretourleidingen voor het overbrengen van vluchtige vloeistoffen (bv. van tankwagens naar opslagtank). |
vii. |
Gebruik van tanks met een bolvormige bovenkant voor de opslag van vloeibare grondstoffen. |
viii. |
Gebruik van druk/vacuümkleppen in tanks die ontworpen zijn om drukschommelingen te weerstaan. |
ix. |
Bij de opslag van gevaarlijke materialen: toepassing van technieken (bv. adsorptie, absorptie, condensatie) om het vrijkomen ervan tegen te gaan. |
x. |
Bij de opslag van schuimende vloeistoffen: ondergronds vullen. |
1.1.4.
5. De BBT is energieverbruik en atmosferische emissies beperken door een constante monitoring van de bedrijfsparameters en een geprogrammeerd onderhoud van de smeltoven.
Techniek |
Toepasbaarheid |
De techniek behelst een reeks monitoring- en onderhoudswerkzaamheden die individueel of in combinatie kunnen worden toegepast en die geschikt moeten zijn voor het type oven, om zo de verouderingseffecten op de oven tot een minimum te beperken, zoals het afdichten van de oven en de branderblokken, het handhaven van de maximale isolatie, het beheersen van de vlamstabilisatie, het beheersen van de brandstof-luchtverhouding, enz. |
Toepasbaar in regeneratieve en recuperatieve ovens en oxyfuel-ovens. Er is een installatiespecifieke beoordeling nodig om na te gaan of de BBT toepasbaar zijn voor andere types ovens. |
6. De BBT is een zorgvuldige selectie en controle uitoefenen op alle stoffen en grondstoffen die in de smeltoven worden ingevoerd om atmosferische emissies te voorkomen of te beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek |
Toepasbaarheid |
||
|
Toepasbaar met inachtneming van de beperkingen van het soort glas dat in de installatie geproduceerd wordt en de beschikbaarheid van grondstoffen en brandstoffen |
||
|
|||
|
7. De BBT is op reguliere basis de emissies en/of andere relevante procesparameters monitoren, met inbegrip van de volgende technieken:
Techniek |
Toepasbaarheid |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
|||
|
|||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
|||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
8. De BBT is onder normale bedrijfsomstandigheden een optimale capaciteit en beschikbaarheid van de systemen voor afgasbehandeling garanderen om emissies te voorkomen of te beperken
Toepasbaarheid
Er kunnen bijzondere procedures worden uitgewerkt voor specifieke bedrijfsomstandigheden, met name:
i. |
tijdens het opstarten en afsluiten |
ii. |
tijdens andere specifieke processen die de normale werking van de systemen zouden kunnen beïnvloeden (bv. normale en uitzonderlijke onderhouds- en schoonmaakwerkzaamheden aan de oven en/of het systeem voor afgasbehandeling, of ingrijpende wijzigingen in de productie) |
iii. |
in het geval van een onvoldoende afgasstroom of -temperatuur die verhindert dat de volledige capaciteit van het systeem benut wordt. |
9. De BBT is de koolmonoxide-emissies (CO-emissies) van de smeltoven beperken wanneer primaire technieken of technieken voor chemische reductie met brandstof worden toegepast ter vermindering van de NOX-emissies
Techniek |
Toepasbaarheid |
Primaire technieken voor het beperken van NOX-emissies zijn gebaseerd op wijzigingen aan de verbranding (bv. verlagen van de lucht-brandstofverhouding, low-NOX-branders voor getrapte verbranding, enz.). Chemische reductie via brandstof wordt toegepast door koolwaterstofbrandstof toe te voegen aan de afgasstroom om de hoeveelheid NOX die in de oven gevormd wordt, te beperken. De toename van de CO-emissies als gevolg van de toepassing van deze technieken kan beperkt worden door de bedrijfsparameters nauwkeurig te beheersen |
Toepasbaar in conventionele lucht-brandstofgestookte ovens. |
Tabel 3
BBT-GEN's voor koolmonoxide-emissies afkomstig van smeltovens
Parameter |
BBT-GEN |
Koolmonoxide, uitgedrukt als CO |
< 100 mg/Nm3 |
10. De BBT is ammoniakemissies (NH3) beperken wanneer technieken voor selectieve katalytische reductie (SCR) of selectieve niet-katalytische reductie (SNCR) worden toegepast voor een hoogefficiënte NOX-emissiereductie
Techniek |
Toepasbaarheid |
De techniek bestaat in het toepassen en handhaven van passende bedrijfsomstandigheden voor de SCR- of SNCR-systemen voor afgasbehandeling, om de emissies van niet omgezet ammoniak te beperken |
Toepasbaar in smeltovens die zijn uitgerust met SCR of SNCR |
Tabel 4
BBT-GEN's voor ammoniakemissies, wanneer SCR- of SNCR-technieken worden toegepast
Parameter |
BBT-GEN's (3) |
Ammoniak, uitgedrukt als NH3 |
< 5 – 30 mg/Nm3 |
11. De BBT is booremissies afkomstig van de smeltoven, wanneer boorverbindingen in het gemeng worden gebruikt, beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (4) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is mogelijk beperkt toepasbaar voor bestaande installaties vanwege technische beperkingen die verband houden met de plaatsing en de kenmerken van het bestaande filtersysteem |
||
|
De toepasbaarheid kan beperkt zijn vanwege een verminderde doeltreffendheid bij het verwijderen van andere gasvormige verontreinigende stoffen (SOX, HCl, HF), veroorzaakt door de afzetting van boorverbindingen op het oppervlak van het droge alkalinereagens. |
||
|
De toepasbaarheid voor bestaande installaties is mogelijk beperkt, omdat een specifieke afvalwaterbehandeling noodzakelijk kan zijn |
Monitoring
De monitoring van booremissies dient uitgevoerd te worden volgens een specifieke methode waarmee zowel de vaste als gasvormige vormen kunnen worden gemeten en ter bepaling in welke mate deze soorten uit de rookgassen verwijderd zijn.
1.1.5.
12. De BBT is het waterverbruik beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek |
Toepasbaarheid |
||||||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||||||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. Het opnieuw laten circuleren van waswater is toepasbaar voor de meeste wassystemen; het kan echter nodig zijn om het wasmiddel van tijd tot tijd te verwijderen en te vervangen |
||||||
|
De toepasbaarheid van deze techniek wordt mogelijk beperkt door restricties op het vlak van veiligheidsbeheer van het productieproces. Met name:
|
13. De BBT is de hoeveelheid verontreinigende stoffen in het afgevoerde afvalwater beperken door toepassing van een of meer van de volgende afvalwaterzuiveringssystemen:
Techniek |
Toepasbaarheid |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
De toepasbaarheid is beperkt tot sectoren die organische stoffen gebruiken in het productieproces (bv. de sectoren continuglasvezel en minerale wol) |
||
|
Toepasbaar voor installaties waar een verdere afname van de verontreinigende stoffen noodzakelijk is |
||
|
De toepasbaarheid is over het algemeen beperkt tot de sector fritte (mogelijk hergebruik in de keramiekindustrie) |
Tabel 5
BBT-GEN's voor de lozing van afvalwater van de glasproductie in oppervlaktewater
Parameter (5) |
Eenheid |
BBT-GEN (6) (samengesteld monster) |
pH |
— |
6,5 – 9 |
Totaal gesuspendeerde stoffen |
mg/l |
< 30 |
Chemisch zuurstofverbruik (CZV) |
mg/l |
< 5 – 130 (7) |
Sulfaten, uitgedrukt als SO4 2– |
mg/l |
< 1 000 |
Fluoriden, uitgedrukt als F– |
mg/l |
< 6 (8) |
Totaal koolwaterstoffen |
mg/l |
< 15 (9) |
Lood, uitgedrukt als Pb |
mg/l |
< 0,05 – 0,3 (10) |
Antimoon, uitgedrukt als Sb |
mg/l |
< 0,5 |
Arseen, uitgedrukt als As |
mg/l |
< 0,3 |
Barium, uitgedrukt als Ba |
mg/l |
< 3,0 |
Zink, uitgedrukt als Zn |
mg/l |
< 0,5 |
Koper, uitgedrukt als Cu |
mg/l |
< 0,3 |
Chroom, uitgedrukt als Cr |
mg/l |
< 0,3 |
Cadmium, uitgedrukt als Cd |
mg/l |
< 0,05 |
Tin, uitgedrukt als Sn |
mg/l |
< 0,5 |
Nikkel, uitgedrukt als Ni |
mg/l |
< 0,5 |
Ammoniak, uitgedrukt als NH4 |
mg/l |
< 10 |
Boor, uitgedrukt als B |
mg/l |
< 1 – 3 |
Fenol |
mg/l |
< 1 |
1.1.6.
14. De BBT is de productie van vast afval dat verwijderd moet worden, beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek |
Toepasbaarheid |
||||||||||
|
De toepasbaarheid kan beperkt zijn om redenen die verband houden met de kwaliteit van het afgewerkte glasproduct |
||||||||||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||||||||||
|
In het algemeen niet toepasbaar voor de sectoren continuglasvezel, hittebestendige isolatiewol en fritte. |
||||||||||
|
De toepasbaarheid kan beperkt worden door verschillende factoren:
|
||||||||||
|
Algemeen toepasbaar voor de sector tafelglas (voor slib van het polijsten/bewerken van loodkristal) en de sector verpakkingsglas (fijne glasdeeltjes gemengd met olie). Beperkt toepasbaar voor andere sectoren van de glasfabricage vanwege onvoorspelbare samenstelling/verontreiniging, kleine volumes en economische haalbaarheid |
||||||||||
|
De toepasbaarheid is beperkt vanwege eisen die worden opgelegd door de fabrikanten en mogelijke eindgebruikers van vuurvaste materialen |
||||||||||
|
De toepasbaarheid van brikettering van afval met cement als bindmiddel is beperkt tot de sector steenwol. Er moet een afweging worden gemaakt tussen atmosferische emissies en het genereren van een vastafvalstroom |
1.1.7.
15. De BBT is geluidsemissies beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
i. |
Een beoordeling maken van het omgevingsgeluid en een geluidsbeheerplan opstellen dat geschikt is voor de plaatselijke omgeving |
ii. |
Lawaaierige apparatuur/activiteiten in een afgesloten afzonderlijke eenheid/gebouw onderbrengen |
iii. |
Geluidkerende wallen gebruiken om de geluidsbron af te schermen |
iv. |
Lawaaierige buitenactiviteiten overdag uitvoeren |
v. |
Geluidswallen of natuurlijke barrières (bomen, struiken) plaatsen tussen de installatie en het te beschermen gebied, op basis van de plaatselijke omstandigheden. |
1.2. BBT-conclusies voor de fabricage van verpakkingsglas
Tenzij anders vermeld, kunnen de in deze paragraaf beschreven BBT-conclusies op alle installaties voor de fabricage van verpakkingsglas worden toegepast.
1.2.1.
16. De BBT is stofemissies afkomstig van afgassen van smeltovens beperken door een rookgaszuiveringssysteem, zoals een elektrostatische stofvanger of een doekfilter, toe te passen.
Techniek (11) |
Toepasbaarheid |
De rookgaszuiveringssystemen bestaan uit end-of-pipetechnieken die gebaseerd zijn op het filteren van alle vaste materialen op het punt waar de meting plaatsvindt |
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 6
BBT-GEN's voor stofemissies afkomstig uit de smeltoven in de sector verpakkingsglas
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (12) |
|
Stof |
< 10 – 20 |
< 0,015 – 0,06 |
1.2.2.
17. De BBT is de NOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
I. |
Primaire technieken, zoals:
|
II. |
Secundaire technieken, zoals:
|
Tabel 7
BBT-GEN's voor NOX-emissies afkomstig van de smeltoven in de sector verpakkingsglas
Parameter |
BBT |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (15) |
||
NOX uitgedrukt als NO2 |
Wijzigingen in de verbranding, speciale ovenontwerpen (16) (17) |
500 – 800 |
0,75 – 1,2 |
Elektrisch smelten |
< 100 |
< 0,3 |
|
Oxyfuel-smelting (18) |
Niet van toepassing |
< 0,5 – 0,8 |
|
Secundaire technieken |
< 500 |
< 0,75 |
18. Als nitraten in het gemeng worden gebruikt en/of er specifieke oxiderende verbrandingsomstandigheden in de smeltoven zijn vereist om de kwaliteit van het eindproduct te garanderen, is de BBT de NOX-emissies beperken door het gebruik van dergelijke grondstoffen tot een minimum te beperken, in combinatie met primaire of secundaire technieken.
De BBT-GEN's worden beschreven in tabel 7.
Als nitraten in het gemeng worden gebruikt voor korte ovencampagnes of voor smeltovens met een capaciteit van < 100 t/dag, is het BBT-GEN in tabel 8 van toepassing.
Techniek (19) |
Toepasbaarheid |
||
Primaire technieken:
|
Hoge kosten en/of een groter milieueffect van alternatieve materialen kunnen het vervangen van nitraten in het gemeng belemmeren. |
Tabel 8
BBT-GEN voor NOX-emissies afkomstig uit smeltovens in de sector verpakkingsglas, wanneer nitraten in het gemeng worden gebruikt en/of speciale oxiderende verbrandingsomstandigheden toegepast worden in het geval van korte ovencampagnes of bij smeltovens met een capaciteit van < 100 t/dag
Parameter |
BBT |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (20) |
||
NOX uitgedrukt als NO2 |
Primaire technieken |
< 1 000 |
< 3 |
1.2.3.
19. De BBT is de SOX-emissies van smeltovens beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (21) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||
|
Het zwavelgehalte van het gemeng kan doorgaans tot een minimum worden beperkt, binnen de randvoorwaarden van de aan het eindproduct gestelde kwaliteitseisen. Voor de optimalisering van de zwavelbalans moet een afweging gemaakt worden tussen het verwijderen van de SOX-emissies en het beheer van het vaste afval (filterstof). Of de SOX-emissies al dan niet doeltreffend worden verminderd, hangt af van de retentie van zwavelverbindingen in het glas, die sterk kan variëren naargelang het soort glas |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van de beschikbaarheid van zwavelarme brandstof, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat. |
Tabel 9
BBT-GEN's voor SOX-emissies afkomstig van smeltovens in de sector verpakkingsglas
Parameter |
Brandstof |
||
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (24) |
||
SOX uitgedrukt als SO2 |
Aardgas |
< 200 – 500 |
< 0,3 – 0,75 |
Stookolie (25) |
< 500 – 1 200 |
< 0,75 – 1,8 |
1.2.4.
20. De BBT is HCl- en HF-emissies afkomstig van de smeltoven (mogelijk in combinatie met rookgassen afkomstig van hot-end coatingactiviteiten) beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (26) |
Toepasbaarheid |
||
|
De toepasbaarheid van deze techniek hangt af van het geproduceerde glastype en de beschikbaarheid van grondstoffen |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 10
BBT-GEN's voor HCl- en HF-emissies afkomstig van smeltovens in de sector verpakkingsglas
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (27) |
|
Waterstofchloride, uitgedrukt als HCl (28) |
< 10 – 20 |
< 0,02 – 0,03 |
Waterstoffluoride, uitgedrukt als HF |
< 1 – 5 |
< 0,001 – 0,008 |
1.2.5.
21. De BBT is de metaalemissies van smeltovens beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (29) |
Toepasbaarheid |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van het soort glas dat in de installatie wordt geproduceerd en van de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
|||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
Tabel 11
BBT-GEN's voor metaalemissies afkomstig van de smeltoven in de sector verpakkingsglas
Parameter |
||
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (33) |
|
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI) |
< 0,2 – 1 (34) |
< 0,3 – 1,5 × 10–3 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI, Sb, Pb, CrIII, Cu, Mn, V, Sn) |
< 1 – 5 |
< 1,5 – 7,5 × 10–3 |
1.2.6.
22. Als tin-, organotin- of titaniumverbindingen voor hot-end coatingprocedés worden gebruikt, is de BBT de emissies beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek |
Toepasbaarheid |
||||||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||||||
|
De combinatie met rookgassen afkomstig van de smeltoven is algemeen toepasbaar. De combinatie met verbrandingslucht kan onderhevig zijn aan technische beperkingen vanwege een aantal mogelijke gevolgen voor de chemische samenstelling van het glas en voor de regeneratormaterialen |
||||||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
Tabel 12
BBT-GEN's voor atmosferische emissies afkomstig van hot-end coatingprocedés in de sector verpakkingsglas als de rookgassen van nabewerkingsprocedés afzonderlijk worden behandeld
Parameter |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
|
Stof |
< 10 |
Titaniumverbindingen uitgedrukt als Ti |
< 5 |
Tinverbindingen, met inbegrip van organotinverbindingen, uitgedrukt als Sn |
< 5 |
Waterstofchloride, uitgedrukt als HCl |
< 30 |
23. Wanneer SO3 voor oppervlaktebehandeling wordt gebruik, is de BBT de SOX-emissies beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (36) |
Toepasbaarheid |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
Tabel 13
BBT-GEN's voor SOX-emissies afkomstig van nabewerkingsactiviteiten wanneer SO3 gebruikt wordt voor oppervlaktebehandelingsprocessen in de sector verpakkingsglas, indien afzonderlijk behandeld
Parameter |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
|
SOx, uitgedrukt als SO2 |
< 100 – 200 |
1.3. BBT-conclusies voor de fabricage van vlakglas
Tenzij anders vermeld, kunnen de in deze paragraaf beschreven BBT-conclusies op alle installaties voor de fabricage van vlakglas worden toegepast.
1.3.1.
24. De BBT is de stofemissies van de afgassen van smeltovens met een elektrostatische stofvanger of een doekfilter verminderen.
De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.1.
Tabel 14
BBT-GEN's voor stofemissies afkomstig van de smeltoven in de sector vlakglas
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (37) |
|
Stof |
< 10 – 20 |
< 0,025 – 0,05 |
1.3.2.
25. De BBT is NOX-emissies afkomstig van de smeltoven beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
I. |
Primaire technieken, zoals:
|
II. |
Secundaire technieken, zoals:
|
Tabel 15
BBT-GEN's voor NOX-emissies afkomstig van de smeltoven in de sector vlakglas
Parameter |
BBT |
BBT-GEN (40) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (41) |
||
NOX uitgedrukt als NO2 |
Aanpassing van het verbrandingsproces, Fenix-proces (42) |
700 – 800 |
1,75 – 2,0 |
Oxyfuel-smelting (43) |
Niet van toepassing |
< 1,25 – 2,0 |
|
Secundaire technieken (44) |
400 – 700 |
1,0 – 1,75 |
26. Als nitraten in het gemeng worden gebruikt, is de BBT de NOX-emissies beperken door het gebruik van die grondstoffen tot een minimum te beperken, in combinatie met primaire of secundaire technieken. Als secundaire technieken worden toegepast, zijn de BBT-GEN's in tabel 15 van toepassing.
Als nitraten in het gemeng voor de productie van speciaalglas tijdens een beperkt aantal korte ovencampagnes worden gebruikt, zijn de BBT-GEN's in tabel 16 van toepassing.
Techniek (45) |
Toepasbaarheid |
||||||
Primaire technieken:
|
Hoge kosten en/of een groter milieueffect van alternatieve materialen kunnen het vervangen van nitraten in het gemeng belemmeren. |
Tabel 16
BBT-GEN voor NOX-emissies afkomstig van de smeltoven in de sector vlakglas, wanneer nitraten in het gemeng voor de productie van speciaalglas tijdens een beperkt aantal korte ovencampagnes worden gebruikt
Parameter |
BBT |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (46) |
||
NOX uitgedrukt als NO2 |
Primaire technieken |
< 1 200 |
< 3 |
1.3.3.
27. De BBT is SOX-emissies afkomstig van de smeltoven beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (47) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||
|
Het zwavelgehalte van het gemeng kan doorgaans tot een minimum worden beperkt, binnen de randvoorwaarden van de aan het eindproduct gestelde kwaliteitseisen. Voor de optimalisering van de zwavelbalans moet een afweging gemaakt worden tussen het verwijderen van de SOX-emissies en het beheer van het vaste afval (filterstof) |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van de beschikbaarheid van zwavelarme brandstof, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat. |
Tabel 17
BBT-GEN's voor SOX-emissies afkomstig van de smeltoven in de sector vlakglas
Parameter |
Brandstof |
BBT-GEN (48) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (49) |
||
SOx uitgedrukt als SO2 |
Aardgas |
< 300 – 500 |
< 0,75 – 1,25 |
500 – 1 300 |
1,25 – 3,25 |
1.3.4.
28. De BBT is de HCl- en HF-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (52) |
Toepasbaarheid |
||
|
De toepasbaarheid van deze techniek hangt af van het soort glas dat in de installatie wordt geproduceerd en van de beschikbaarheid van grondstoffen |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 18
BBT-GEN's voor HCl- en HF-emissies afkomstig van de smeltoven in de sector vlakglas
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (53) |
|
Waterstofchloride, uitgedrukt als HCl (54) |
< 10 – 25 |
< 0,025 – 0,0625 |
Waterstoffluoride, uitgedrukt als HF |
< 1 – 4 |
< 0,0025 – 0,010 |
1.3.5.
29. De BBT is de metaalemissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (55) |
Toepasbaarheid |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van het soort glas dat in de installatie wordt geproduceerd en van de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||
|
Tabel 19
BBT-GEN's voor metaalemissies afkomstig van de smeltoven in de sector vlakglas, met uitzondering van met seleen gekleurd glas
Parameter |
BBT-GEN (56) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (57) |
|
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI) |
< 0,2 – 1 |
< 0,5 – 2,5 × 10–3 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI, Sb, Pb, CrIII, Cu, Mn, V, Sn) |
< 1 – 5 |
< 2.5 – 12,5 × 10–3 |
30. Wanneer seleenverbindingen gebruikt worden om het glas te kleuren, is de BBT de seleenemissies afkomstig van de smeltoven beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (58) |
Toepasbaarheid |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van het soort glas dat in de installatie wordt geproduceerd en van de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||
|
Tabel 20
BBT-GEN's voor seleenemissies afkomstig van de smeltoven in de sector vlakglas voor de fabricage van gekleurd glas
Parameter |
||
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (61) |
|
Seleenverbindingen, uitgedrukt als Se |
1–3 |
2,5 – 7,5 × 10–3 |
1.3.6.
31. De BBT is atmosferische emissies afkomstig van de nabewerkingsprocessen beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (62) |
Toepasbaarheid |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
|||
|
|||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. De keuze voor de techniek en de prestaties ervan zullen afhankelijk zijn van de samenstelling van het afgas |
Tabel 21
BBT-GEN's voor atmosferische emissies van nabewerkingsprocessen in de sector vlakglas, wanneer die afzonderlijk behandeld worden
Parameter |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
|
Stof |
< 15 – 20 |
Waterstofchloride, uitgedrukt als HCl |
< 10 |
Waterstoffluoride, uitgedrukt als HF |
< 1 – 5 |
SOX, uitgedrukt als SO2 |
< 200 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI) |
< 1 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI, Sb, Pb, CrIII, Cu, Mn, V, Sn) |
< 5 |
1.4. BBT-conclusies voor de fabricage van continuglasvezel
Tenzij anders vermeld, kunnen de in deze paragraaf beschreven BBT-conclusies op alle installaties voor de fabricage van continuglasvezel toegepast worden.
1.4.1.
De BBT-GEN's in deze paragraaf voor stof hebben betrekking op alle materialen die zich in vaste toestand bevinden op het moment dat de meting wordt uitgevoerd, met inbegrip van vaste boorverbindingen. Gasvormige boorverbindingen op het moment dat de meting wordt uitgevoerd, worden niet opgenomen.
32. De BBT is de stofemissies van afgassen afkomstig van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (63) |
Toepasbaarheid |
||
|
De toepassing van de techniek is beperkt door intellectuele-eigendomsaspecten, aangezien de boorvrije gemengsamenstellingen en de gemengsamenstellingen met een laag boorgehalte beschermd zijn door een octrooi |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. De milieuvoordelen zijn maximaal wanneer de techniek wordt toegepast in nieuwe installaties waar zonder beperkingen kan worden gekozen waar de filter wordt geplaatst en welke eigenschappen deze zal bezitten |
||
|
De toepassing in bestaande installaties is mogelijk beperkt om technische redenen; d.w.z. behoefte aan een specifieke afvalwaterzuiveringsinstallatie |
Tabel 22
BBT-GEN's voor stofemissies afkomstig uit de smeltoven in de sector continuglasvezel
Parameter |
BBT-GEN (64) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (65) |
|
Stof |
< 10 – 20 |
< 0,045 – 0,09 |
1.4.2.
33. De BBT is de NOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (66) |
Toepasbaarheid |
||||||
i. Aanpassing van het verbrandingsproces |
|||||||
|
Toepasbaar in conventionele lucht-brandstofgestookte ovens. De voordelen zijn maximaal bij een normale of volledige ombouw van de oven waarbij het ontwerp en de vorm van de oven worden geoptimaliseerd. |
||||||
|
Toepasbaar in conventionele lucht-brandstofgestookte ovens met inachtneming van de beperkingen met betrekking tot de energie-efficiëntie van de oven en het hogere brandstofverbruik. De meeste ovens zijn al recuperatieve ovens. |
||||||
|
Getrapte brandstoftoevoer is toepasbaar voor de meeste lucht-brandstofgestookte en oxyfuel-ovens. Getrapte luchttoevoer kan slechts zeer zelden worden toegepast door de technische complexiteit ervan. |
||||||
|
De toepassing van deze techniek is beperkt tot speciale branders met automatische recirculatie van het rookgas. |
||||||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. De voordelen zijn maximaal bij een normale of volledige ombouw van de oven waarbij het ontwerp en de vorm van de oven worden geoptimaliseerd. |
||||||
|
De brandstofkeuze hangt af van de beschikbaarheid van de verschillende brandstoftypen, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat. |
||||||
|
De milieuvoordelen zijn maximaal wanneer de techniek wordt toegepast in het kader van een volledige ombouw van de oven. |
Tabel 23
BBT-GEN's voor NOX-emissies afkomstig van de smeltoven in de sector continuglasvezel
Parameter |
BBT |
BBT-GEN |
|
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas |
|
NOX uitgedrukt als NO2 |
Aanpassing van het verbrandingsproces |
< 600 – 1 000 |
< 2,7 – 4,5 (67) |
Oxyfuel-smelting (68) |
Niet van toepassing |
< 0,5 – 1,5 |
1.4.3.
34. De BBT is de SOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (69) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, binnen de randvoorwaarden van de aan het eindproduct gestelde kwaliteitseisen. Voor de optimalisering van de zwavelbalans moet een afweging gemaakt worden tussen het verwijderen van de SOX-emissies en het beheer van het vaste afval (filterstof), dat verwijderd moet worden |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van de beschikbaarheid van zwavelarme brandstof, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. De aanwezigheid van hoge concentraties boorverbindingen in de rookgassen kan de emissieverlagingsefficiëntie van het in de systemen voor droge of halfdroge wassing gebruikte reagens beperken |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, met technische beperkingen (d.w.z. behoefte aan een specifieke afvalwaterzuiveringsinstallatie). |
Tabel 24
BBT-GEN's voor SOX-emissies afkomstig van de smeltoven in de sector continuglasvezel
Parameter |
Brandstof |
BBT-GEN (70) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (71) |
||
SOx uitgedrukt als SO2 |
Aardgas (72) |
< 200 – 800 |
< 0,9 – 3,6 |
< 500 – 1 000 |
< 2,25 – 4,5 |
1.4.4.
35. De BBT is HCl- en HF-emissies afkomstig van de smeltoven te beperken door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (75) |
Toepasbaarheid |
||||||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, rekening houdend met de beperkingen die voortvloeien uit de samenstelling van het gemeng en de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||||||
|
Het vervangen van fluorverbindingen door alternatieve materialen is beperkt mogelijk vanwege de kwaliteitseisen voor het product |
||||||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||||||
|
De techniek is algemeen toepasbaar binnen technische randvoorwaarden, d.w.z. de behoefte aan een specifieke afvalwaterzuiveringsinstallatie. |
Tabel 25
BBT-GEN's voor HCl- en HF-emissies afkomstig van de smeltoven in de sector continuglasvezel
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (76) |
|
Waterstofchloride, uitgedrukt als HCl |
< 10 |
< 0,05 |
Waterstoffluoride, uitgedrukt als HF (77) |
< 5 – 15 |
< 0,02 – 0,07 |
1.4.5.
36. De BBT is de metaalemissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (78) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, met als beperking de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar binnen technische randvoorwaarden, d.w.z. de behoefte aan een specifieke afvalwaterzuiveringsinstallatie. |
Tabel 26
BBT-GEN's voor metaalemissies afkomstig van de smeltoven in de sector continuglasvezel
Parameter |
BBT-GEN (79) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (80) |
|
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI) |
< 0,2 – 1 |
< 0,9 – 4,5 × 10–3 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI, Sb, Pb, CrIII, Cu, Mn, V, Sn) |
< 1 – 3 |
< 4,5 – 13,5 × 10–3 |
1.4.6.
37. De BBT is de emissies van de nabewerkingsprocessen verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (81) |
Toepasbaarheid |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar voor de behandeling van afgassen afkomstig van de vormingsprocessen (aanbrengen van de coating op de vezels) of de secundaire processen waarbij een bindmiddel gebruikt wordt dat moet uitharden of drogen |
||
|
|||
|
De techniek is algemeen toepasbaar op de behandeling van afgassen afkomstig van de snij- en maalprocessen die de producten ondergaan |
Tabel 27
BBT-GEN's voor atmosferische emissies van nabewerkingsprocessen in de sector continuglasvezel, wanneer die afzonderlijk behandeld worden
Parameter |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
|
Emissies afkomstig van vorming en coating |
|
Stof |
< 5 – 20 |
Formaldehyde |
< 10 |
Ammoniak |
< 30 |
Totaal vluchtige organische stoffen, uitgedrukt als C |
< 20 |
Emissies afkomstig van snijden en malen |
|
Stof |
< 5 – 20 |
1.5. BBT-conclusies voor de fabricage van tafelglas
Tenzij anders vermeld, kunnen de in deze paragraaf beschreven BBT-conclusies worden toegepast op alle installaties voor de fabricage van tafelglas.
1.5.1.
38. De BBT is de stofemissies van rookgassen afkomstig van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (82) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek kan algemeen worden toegepast, rekening houdend met de beperkingen die voortvloeien uit het geproduceerde soort glas en de beschikbaarheid van vervangende grondstoffen. |
||
|
Niet van toepassing voor de productie van grote glasvolumes (> 300 t per dag). Niet van toepassing wanneer het productievolume aanzienlijk varieert. De oven dient voor deze techniek volledig te worden verbouwd. |
||
|
De milieuvoordelen zijn maximaal wanneer de techniek wordt toegepast in het kader van een volledige ombouw van de oven. |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
De techniek kan slechts in specifieke gevallen worden gebruikt, met name in elektrische smeltovens, waarvan de rookgas- en stofemissies doorgaans beperkt zijn en vooral bij de overdracht van het gemeng vrijkomen. |
Tabel 28
BBT-GEN's voor stofemissies van smeltovens in de sector tafelglas
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (83) |
|
Stof |
< 10 – 20 (84) |
< 0,03 – 0,06 |
< 1 – 10 (85) |
< 0,003 – 0,03 |
1.5.2.
39. De BBT is de NOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (86) |
Toepasbaarheid |
||||||
i. Aanpassing van het verbrandingsproces |
|||||||
|
Toepasbaar in conventionele lucht-brandstofgestookte ovens. De voordelen zijn maximaal bij een normale of volledige ombouw van de oven waarbij het ontwerp en de vorm van de oven worden geoptimaliseerd |
||||||
|
De techniek kan enkel worden toegepast in installatiespecifieke omstandigheden, omdat de efficiëntie van de oven erdoor daalt en het brandstofverbruik stijgt (d.w.z. geschikt voor recuperatieve ovens, maar niet voor regeneratieve ovens). |
||||||
|
Getrapte brandstoftoevoer kan in de meeste conventionele lucht-brandstofovens worden toegepast. Getrapte luchttoevoer kan slechts zeer zelden worden toegepast door de technische complexiteit ervan. |
||||||
|
De toepassing van deze techniek is beperkt tot speciale branders met automatische recirculatie van het rookgas. |
||||||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. De milieuvoordelen van deze techniek zijn doorgaans kleiner in dwarsgestookte gasovens als gevolg van technische beperkingen en de geringere flexibiliteit van de oven. De voordelen zijn maximaal bij een normale of volledige ombouw van de oven waarbij het ontwerp en de vorm van de oven worden geoptimaliseerd. |
||||||
|
De brandstofkeuze hangt af van de beschikbaarheid van de verschillende brandstoftypen, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat. |
||||||
|
De techniek kan slechts worden gebruikt voor gemengsamenstellingen met een hoog gehalte aan externe glasscherven (> 70 %). Om de techniek te kunnen toepassen, moet de smeltoven volledig worden omgebouwd. De vorm van de oven (lang en smal) kan ruimtelijke beperkingen inhouden. |
||||||
|
Niet van toepassing voor de productie van grote glasvolumes (> 300 t per dag). Niet toepasbaar wanneer het productievolume aanzienlijk varieert. De oven dient voor deze techniek volledig te worden verbouwd. |
||||||
|
De milieuvoordelen zijn maximaal wanneer de techniek wordt toegepast in het kader van een volledige ombouw van de oven. |
Tabel 29
BBT-GEN's voor NOX-emissies van smeltovens in de sector tafelglas
Parameter |
BBT |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (87) |
||
NOx uitgedrukt als NO2 |
Aanpassing van het verbrandingsproces, speciale ovenontwerpen |
< 500 – 1 000 |
< 1,25 – 2,5 |
Elektrisch smelten |
< 100 |
< 0,3 |
|
Oxyfuel-smelting (88) |
Niet van toepassing |
< 0,5 – 1,5 |
40. Wanneer nitraten in het gemeng gebruikt worden, is de BBT de NOX-emissies verminderen door het gebruik van deze grondstoffen te beperken in combinatie met primaire of secundaire technieken.
DE BBT-GEN's zijn vastgesteld in tabel 29.
Indien voor de productie van speciale soorten natronkalkglas (doorzichtig, ultradoorzichtig of gekleurd glas waarvoor seleen wordt gebruikt) en andere soorten speciaalglas (bv. borosilicaatglas, glaskeramiek, opaalglas, kristal en loodkristal) nitraten in het gemeng gebruikt worden voor een beperkt aantal productiecycli of in smeltovens met een capaciteit van < 100 t/dag, zijn de in tabel 30 opgenomen BBT-GEN's van toepassing.
Techniek (89) |
Toepasbaarheid |
||
Primaire technieken: |
|||
|
Hoge kosten en/of een groter milieueffect van alternatieve materialen kunnen het vervangen van nitraten in het gemeng belemmeren. |
Tabel 30
BBT-GEN's voor NOX-emissies van smeltovens in de sector tafelglas, wanneer het gemeng nitraten bevat voor een beperkt aantal productiecycli of voor smeltovens met een capaciteit van < 100 t/dag voor de productie van bijzondere soorten natronkalkglas (doorzichtig, ultradoorzichtig of gekleurd glas waarvoor seleen wordt gebruikt) en andere soorten speciaalglas (met name borosilicaatglas, glaskeramiek, opaalglas, kristal en loodkristal)
Parameter |
Oventype |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas |
||
NOX uitgedrukt als NO2 |
Conventionele lucht-brandstofgestookte ovens |
< 500 – 1 500 |
< 1,25 – 3,75 (90) |
Elektrisch smelten |
< 300 – 500 |
< 8 – 10 |
1.5.3.
41. De BBT is de SOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (91) |
Toepasbaarheid |
||
|
Het zwavelgehalte van het gemeng kan doorgaans tot een minimum worden beperkt, binnen de randvoorwaarden van de aan het eindproduct gestelde kwaliteitseisen. Voor de optimalisering van de zwavelbalans moet een afweging gemaakt worden tussen het verwijderen van de SOX-emissies en het beheer van het vaste afval (filterstof) |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van de beschikbaarheid van zwavelarme brandstof, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 31
BBT-GEN's voor SOX-emissies van smeltovens in de sector tafelglas
Parameter |
Brandstof/smelttechniek |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (92) |
||
SOx uitgedrukt als SO2 |
Aardgas |
< 200 – 300 |
< 0,5 – 0,75 |
Stookolie (93) |
< 1 000 |
< 2,5 |
|
Elektrisch smelten |
< 100 |
< 0,25 |
1.5.4.
42. De BBT is de HCl- en HF-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (94) |
Toepasbaarheid |
||
|
De toepasbaarheid van deze techniek hangt af van de samenstelling van het gemeng voor het geproduceerde glastype en de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, binnen de randvoorwaarden van de aan het eindproduct gestelde kwaliteitseisen. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, met technische beperkingen (met name de behoefte aan een specifieke waterzuiveringsinstallatie). Hoge kosten en aspecten in verband met waterzuivering, inclusief beperkingen op de recycling van slib of vaste residuen van de waterzuivering, kunnen de toepasbaarheid van deze techniek beperken. |
Tabel 32
BBT-GEN's voor HCl- en HF-emissies van smeltovens in de sector tafelglas
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (95) |
|
< 10 – 20 |
< 0,03 – 0,06 |
|
Waterstoffluoride, uitgedrukt als HF (98) |
< 1 – 5 |
< 0,003 – 0,015 |
1.5.5.
43. De BBT is de metaalemissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (99) |
Toepasbaarheid |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van het soort glas dat in de installatie wordt geproduceerd en van de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
In de productie van kristal en loodkristal is de mogelijkheid om de metaalverbindingen in het gemeng tot een minimum terug te brengen beperkt door de grenzen die zijn vastgesteld in Richtlijn 69/493/EEG, die de chemische samenstelling van de eindproducten indeelt. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 33
BBT-GEN's voor metaalemissies van smeltovens in de sector tafelglas, met uitzondering van met seleen ontkleurd glas
Parameter |
BBT-GEN (100) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (101) |
|
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI) |
< 0,2 – 1 |
< 0,6 – 3 × 10–3 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI, Sb, Pb, CrIII, Cu, Mn, V, Sn) |
< 1 – 5 |
< 3 – 15 × 10–3 |
44. Wanneer glas ontkleurd wordt met seleenverbindingen, is de BBT de seleenemissies van de smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken
Techniek (102) |
Toepasbaarheid |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van het soort glas dat in de installatie wordt geproduceerd en van de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 34
BBT-GEN's voor seleenemissies van smeltovens in de sector tafelglas wanneer seleenverbindingen gebruikt worden om het glas te ontkleuren
Parameter |
BBT-GEN (103) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (104) |
|
Seleenverbindingen, uitgedrukt als Se |
< 1 |
< 3 × 10–3 |
45. Wanneer loodverbindingen gebruikt worden voor de vervaardiging van loodkristal, is de BBT de loodemissies van de smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (105) |
Toepasbaarheid |
||
|
Niet van toepassing voor de productie van grote glasvolumes (> 300 t per dag). Niet toepasbaar wanneer het productievolume aanzienlijk varieert. De oven dient voor deze techniek volledig te worden verbouwd. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||
|
|||
|
Tabel 35
BBT-GEN's voor loodemissies van smeltovens in de sector tafelglas wanneer loodverbindingen gebruikt worden om loodkristal te vervaardigen
Parameter |
BBT-GEN (106) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (107) |
|
Loodverbindingen, uitgedrukt als Pb |
< 0,5 – 1 |
< 1 – 3 × 10–3 |
1.5.6.
46. Voor veel stof veroorzakende nabewerkingsprocessen is de BBT de stof- en metaalemissies verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (108) |
Toepasbaarheid |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
Tabel 36
BBT-GEN's voor afzonderlijk behandelde atmosferische emissies van veel stof veroorzakende nabewerkingsprocessen in de sector tafelglas
Parameter |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
|
Stof |
< 1 – 10 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI) (109) |
< 1 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI, Sb, Pb, CrIII, Cu, Mn, V, Sn) (109) |
< 1 – 5 |
Loodverbindingen, uitgedrukt als Pb (110) |
< 1 – 1,5 |
47. Voor zuurpolijsten is de BBT de HF-emissies verminderen door toepassing van een of meer van de onderstaande technieken:
Techniek (111) |
Toepasbaarheid |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
Tabel 37
BBT-GEN's voor afzonderlijk behandelde HF-emissies afkomstig van zuurpolijsten in de sector tafelglas
Parameter |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
|
Waterstoffluoride, uitgedrukt als HF |
< 5 |
1.6. BBT-conclusies betreffende de fabricage van speciaalglas
Tenzij anders vermeld, kunnen de in deze paragraaf beschreven BBT-conclusies op alle installaties voor de fabricage van speciaalglas worden toegepast.
1.6.1.
48. De BBT is de stofemissies van afgassen afkomstig van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (112) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, binnen de randvoorwaarden van de aan het geproduceerde glas gestelde kwaliteitseisen. |
||
|
Niet toepasbaar voor de productie van grote hoeveelheden glas (> 300 t per dag). Niet van toepassing wanneer het productievolume aanzienlijk varieert. De oven dient voor deze techniek volledig te worden verbouwd. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 38
BBT-GEN's voor stofemissies van smeltovens in de sector speciaalglas
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (113) |
|
Stof |
< 10 – 20 |
< 0,03 – 0,13 |
< 1 – 10 (114) |
< 0,003 – 0,065 |
1.6.2.
49. De BBT is de NOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
I. |
Primaire technieken, zoals:
|
II. |
Secundaire technieken, zoals:
|
Tabel 39
BBT-GEN's voor NOX-emissies van smeltovens in de bedrijfstak speciaalglas
Parameter |
BBT |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (117) |
||
NOX uitgedrukt als NO2 |
Aanpassing van het verbrandingsproces |
600 – 800 |
1,5 – 3,2 |
Elektrisch smelten |
< 100 |
< 0,25 – 0,4 |
|
Niet van toepassing |
< 1 – 3 |
||
Secundaire technieken |
< 500 |
< 1 – 3 |
50. Wanneer het gemeng nitraten bevat, is de BBT de NOX-emissies verminderen door het gebruik van deze grondstoffen tot een minimum te beperken en primaire of secundaire technieken toe te passen
Techniek (120) |
Toepasbaarheid |
||
Primaire technieken |
|||
|
Hoge kosten en/of een groter milieueffect van alternatieve materialen kunnen het vervangen van nitraten in het gemeng belemmeren. |
Tabel 40
BBT-GEN's voor NOX-emissies van smeltovens in de sector speciaalglas wanneer het gemeng nitraten bevat
Parameter |
BBT |
BBT-GEN (121) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (122) |
||
NOX uitgedrukt als NO2 |
Het gebruik van nitraten in het gemeng tot een minimum beperken in combinatie met primaire of secundaire technieken |
< 500 – 1 000 |
< 1 – 6 |
1.6.3.
51. De BBT is de SOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (123) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, binnen de randvoorwaarden van de aan het eindproduct gestelde kwaliteitseisen. |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van de beschikbaarheid van zwavelarme brandstof, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 41
BBT-GEN's voor SOX-emissies van smeltovens in de sector speciaalglas
Parameter |
Brandstof/smelt-techniek |
BBT-GEN (124) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (125) |
||
SOX uitgedrukt als SO2 |
Aardgas, elektrisch smelten (126) |
< 30 – 200 |
< 0,08 – 0,5 |
Stookolie (127) |
500 – 800 |
1,25 – 2 |
1.6.4.
52. De BBT is de HCl- en HF-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (128) |
Toepasbaarheid |
||
|
De toepasbaarheid van deze techniek hangt af van de samenstelling van het gemeng voor het geproduceerde glastype en de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, binnen de randvoorwaarden van de aan het eindproduct gestelde kwaliteitseisen. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 42
BBT-GEN's voor HCl- en HF-emissies van smeltovens in de sector speciaalglas
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (129) |
|
Waterstofchloride, uitgedrukt als HCl (130) |
< 10 – 20 |
< 0,03 – 0,05 |
Waterstoffluoride, uitgedrukt als HF |
< 1 – 5 |
< 0,003 – 0,04 (131) |
1.6.5.
53. De BBT is de metaalemissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (132) |
Toepasbaarheid |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van het soort glas dat in de installatie wordt geproduceerd en van de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
Tabel 43
BBT-GEN's voor metaalemissies van smeltovens in de sector speciaalglas
Parameter |
||
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (135) |
|
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI) |
< 0,1 – 1 |
< 0,3 – 3 × 10–3 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI, Sb, Pb, CrIII, Cu, Mn, V, Sn) |
< 1 – 5 |
< 3 – 15 × 10–3 |
1.6.6.
54. Voor veel stof veroorzakende nabewerkingsprocessen is de BBT de stof- en metaalemissies verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (136) |
Toepasbaarheid |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
Tabel 44
BBT-GEN's voor afzonderlijk behandelde stof- en metaalemissies van nabewerkingsprocessen in de sector speciaalglas
Parameter |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
|
Stof |
1–10 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI) (137) |
< 1 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI, Sb, Pb, CrIII, Cu, Mn, V, Sn) (137) |
< 1 – 5 |
55. Voor zuurpolijsten is de BBT de HF-emissies verminderen door toepassing van een of meer van de onderstaande technieken:
Techniek (138) |
Beschrijving |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
Tabel 45
BBT-GEN's voor afzonderlijk behandelde HF-emissies afkomstig van zuurpolijsten in de sector speciaalglas
Parameter |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
|
Waterstoffluoride, uitgedrukt als HF |
< 5 |
1.7. BBT-conclusies betreffende de fabricage van minerale wol
Tenzij anders vermeld, kunnen de in deze paragraaf beschreven BBT-conclusies op alle installaties voor de fabricage van minerale wol worden toegepast.
1.7.1.
56. De BBT is de stofemissies van de rookgassen van smeltovens met een elektrostatische stofvanger of een doekfilter verminderen.
Techniek (139) |
Toepasbaarheid |
Filtersysteem: elektrostatische stofvanger of doekfilter |
De techniek is algemeen toepasbaar. Elektrostatische filters kunnen niet worden gebruikt in koepelovens voor steenwolproductie, omdat de in de oven geproduceerde koolmonoxide kan ontbranden en een explosie veroorzaken. |
Tabel 46
BBT-GEN's voor stofemissies van smeltovens in de sector minerale wol
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (140) |
|
Stof |
< 10 – 20 |
< 0,02 – 0,050 |
1.7.2.
57. De BBT is de NOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (141) |
Toepasbaarheid |
||||||
i. Aanpassing van het verbrandingsproces |
|||||||
|
Toepasbaar in conventionele lucht-brandstofgestookte ovens. De voordelen zijn maximaal bij een normale of volledige ombouw van de oven waarbij het ontwerp en de vorm van de oven worden geoptimaliseerd |
||||||
|
De techniek kan enkel worden toegepast in installatiespecifieke omstandigheden, omdat de efficiëntie van de oven erdoor daalt en het brandstofverbruik stijgt (d.w.z. geschikt voor recuperatieve ovens, maar niet voor regeneratieve ovens). |
||||||
|
Getrapte brandstoftoevoer kan in de meeste conventionele lucht-brandstofgestookte ovens worden toegepast. Getrapte luchttoevoer is technisch gezien zeer complex en kan daardoor maar zelden worden toegepast. |
||||||
|
De toepassing van deze techniek is beperkt tot speciale branders met automatische recirculatie van het rookgas. |
||||||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. De milieuvoordelen van deze techniek zijn doorgaans kleiner in dwarsgestookte gasovens als gevolg van technische beperkingen en de geringere flexibiliteit van de oven. De voordelen zijn maximaal bij een normale of volledige ombouw van de oven waarbij het ontwerp en de vorm van de oven worden geoptimaliseerd |
||||||
|
De brandstofkeuze hangt af van de beschikbaarheid van de verschillende brandstoftypen, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat. |
||||||
|
Niet van toepassing voor de productie van grote glasvolumes (> 300 t per dag). Niet toepasbaar wanneer het productievolume aanzienlijk varieert. De oven dient voor deze techniek volledig te worden verbouwd. |
||||||
|
De milieuvoordelen zijn maximaal wanneer de techniek wordt toegepast in het kader van een volledige ombouw van de oven. |
Tabel 47
BBT-GEN's voor NOX-emissies van smeltovens in de sector minerale wol
Parameter |
Product |
Smelttechniek |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (142) |
|||
NOX uitgedrukt als NO2 |
Glaswol |
Lucht-brandstofgestookte ovens en elektrische ovens |
< 200 – 500 |
< 0,4 – 1,0 |
Oxyfuel-smelting (143) |
Niet van toepassing |
< 0,5 |
||
Steenwol |
Alle oventypen |
< 400 – 500 |
< 1,0 – 1,25 |
58. Wanneer het gemeng voor de productie van glaswol nitraten bevat, is de BBT de NOX-emissies verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (144) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, binnen de randvoorwaarden van de aan het eindproduct gestelde kwaliteitseisen. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. De smeltoven moet voor elektrisch smelten volledig worden verbouwd. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. De milieuvoordelen zijn maximaal wanneer de techniek wordt toegepast in het kader van een volledige ombouw van de oven. |
Tabel 48
BBT-GEN's voor NOX-emissies van voor glaswolproductie gebruikte smeltovens wanneer het gemeng nitraten bevat
Parameter |
BBT |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (145) |
||
NOX uitgedrukt als NO2 |
Het gebruik van nitraten in het gemeng tot een minimum beperken in combinatie met primaire technieken |
< 500 – 700 |
< 1,0 – 1,4 (146) |
1.7.3.
59. De BBT is de SOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (147) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar voor de productie van glaswol, in zoverre zwavelarme grondstoffen, met name externe glasscherven, beschikbaar zijn. Een hoog gehalte aan externe glasscherven in het gemeng maakt optimalisering van de zwavelbalans zeer moeilijk door het variabele zwavelgehalte. Bij de productie van steenwol moet voor een optimale zwavelbalans eventueel een afweging gemaakt worden tussen de verwijdering van de SOX-emissies uit de rookgassen en het beheer van het vaste afval dat geproduceerd wordt bij de behandeling van de rookgassen (filterstof) en/of in het vervezelingsproces en dat gerecycled kan worden in het gemeng (cementbriketten) of eventueel moet worden verwijderd. |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van de beschikbaarheid van zwavelarme brandstof, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat. |
||
|
Elektrostatische stofvangers kunnen niet worden gebruikt in koepelovens voor steenwolproductie (zie BBT 56). |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, met technische beperkingen (d.w.z. behoefte aan een specifieke afvalwaterzuiveringsinstallatie). |
Tabel 49
BBT-GEN's voor SOX-emissies van smeltovens in de sector minerale wol
Parameter |
Product/omstandigheden |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (148) |
||
SOX uitgedrukt als SO2 |
Glaswol |
||
Gasgestookte en elektrische ovens (149) |
< 50 – 150 |
< 0,1 – 0,3 |
|
Steenwol |
|||
Gasgestookte en elektrische ovens |
< 350 |
< 0,9 |
|
Koepelovens, geen briketten of recycling van slakken (150) |
< 400 |
< 1,0 |
|
Koepelovens, met cementbriketten of recycling van slakken (151) |
< 1 400 |
< 3,5 |
1.7.4.
60. De BBT is de HCl- en HF-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (152) |
Beschrijving |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, rekening houdend met de beperkingen die voortvloeien uit de samenstelling van het gemeng en de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
Elektrostatische stofvangers kunnen niet worden gebruikt in koepelovens voor steenwolproductie (zie BBT 56). |
Tabel 50
BBT-GEN's voor HCl- en HF-emissies van smeltovens in de sector minerale wol
Parameter |
Product |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (153) |
||
Waterstofchloride, uitgedrukt als HCl |
Glaswol |
< 5 – 10 |
< 0,01 – 0,02 |
Steenwol |
< 10 – 30 |
< 0,025 – 0,075 |
|
Waterstoffluoride, uitgedrukt als HF |
Alle producten |
< 1 – 5 |
< 0,002 – 0,013 (154) |
1.7.5.
61. De BBT is de H2S-emissies van smeltovens verminderen met behulp van een afgasnaverbrandingssysteem, teneinde waterstofsulfide te oxideren tot SO2
Techniek (155) |
Toepasbaarheid |
Afgasnaverbrandingssysteem |
De techniek is algemeen toepasbaar in steenwolkoepelovens. |
Tabel 51
BBT-GEN's voor H2S-emissies van smeltovens voor de fabricage van steenwol
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (156) |
|
Waterstofsulfide, uitgedrukt als H2S |
< 2 |
< 0,005 |
1.7.6.
62. De BBT is de metaalemissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (157) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, met als beperking de beschikbaarheid van grondstoffen. Het gebruik van mangaan als oxidatiemiddel in het gemeng voor de productie van glaswol is afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van de in het gemeng gebruikte externe glasscherven en kan dienovereenkomstig tot een minimum worden beperkt. |
||
|
Elektrostatische stofvangers kunnen niet worden gebruikt in koepelovens voor steenwolproductie (zie BBT 56). |
Tabel 52
BBT-GEN's voor metaalemissies van smeltovens in de sector minerale wol
Parameter |
BBT-GEN (158) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (159) |
|
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI) |
< 0,2 – 1 (160) |
< 0,4 – 2,5 × 10–3 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI, Sb, Pb, CrIII, Cu, Mn, V, Sn) |
< 1 – 2 (160) |
< 2 – 5 × 10–3 |
1.7.7.
63. De BBT is de emissies van nabewerkingsprocessen verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (161) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar in de sector minerale wol, met name op glaswolprocessen voor de behandeling van emissies van de vormgeefzone (aanbrengen van de coating op de vezels). Beperkt toepasbaar op steenwolprocessen, omdat de toegepaste emissiebeperkende technieken negatief kunnen worden beïnvloed. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar voor de behandeling van de afgassen die vrijkomen bij de vorming (aanbrengen van de coating op de vezels) of van alle geproduceerde afgassen samen (vorming en uitharding). |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar voor de behandeling van afgassen afkomstig van het vormgevingsproces (aanbrengen van de coating op de vezels) of van uithardingsovens dan wel voor de behandeling van alle afgassen samen (vorming en uitharding). |
||
|
Zij kunnen doorgaans alleen worden toegepast op steenwolprocessen voor afgassen die vrijkomen in de vormingszone en/of uithardingsovens. |
||
|
De techniek kan doorgaans worden toegepast voor de behandeling van de afgassen van uithardingsovens, met name in steenwolprocessen. Het gebruik ervan voor de behandeling van alle geproduceerde afgassen samen (vorming en uitharding) is economisch gezien niet haalbaar door het grote volume, de lage concentratie en de lage temperatuur van de rookgassen. |
Tabel 53
BBT-GEN's voor afzonderlijk behandelde atmosferische emissies afkomstig van nabewerkingsprocessen in de sector minerale wol
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton eindproduct |
|
Vormingszone - totale emissies van vorming en uitharding - totale emissies van vorming, uitharding en afkoeling |
||
Totaal vaste deeltjes |
< 20 – 50 |
— |
Fenol |
< 5 – 10 |
— |
Formaldehyde |
< 2 – 5 |
— |
Ammoniak |
30 – 60 |
— |
Amines |
< 3 |
— |
Totaal vluchtige organische stoffen, uitgedrukt als C |
10 – 30 |
— |
Totaal vaste deeltjes |
< 5 – 30 |
< 0,2 |
Fenol |
< 2 – 5 |
< 0,03 |
Formaldehyde |
< 2 – 5 |
< 0,03 |
Ammoniak |
< 20 – 60 |
< 0,4 |
Amines |
< 2 |
< 0,01 |
Totaal vluchtige organische stoffen, uitgedrukt als C |
< 10 |
< 0,065 |
NOX, uitgedrukt als NO2 |
< 100 – 200 |
< 1 |
1.8. BBT-conclusies voor de fabricage van hittebestendige isolatiewol (HTIW)
Tenzij anders vermeld, kunnen de in deze paragraaf beschreven BBT-conclusies op alle installaties voor de fabricage van HTIW worden toegepast.
1.8.1.
64. De BBT is de stofemissies van de afgassen van smeltovens met een filtersysteem verminderen.
Techniek (164) |
Toepasbaarheid |
Gewoonlijk wordt een doekfiltersysteem gebruikt. |
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 54
BBT-GEN's voor stofemissies van smeltovens in de HTIW-sector
Parameter |
BBT |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
||
Stof |
Rookgasreiniging met filtersystemen |
< 5 – 20 (165) |
65. In nabewerkingsprocessen die veel stof veroorzaken, is de BBT de emissies verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (166) |
Toepasbaarheid |
||||||||||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||||||||||
|
|||||||||||
|
Tabel 55
BBT-GEN's voor afzonderlijk behandelde emissies afkomstig van stoffige nabewerkingsprocessen in de sector HTIW
Parameter |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
|
Stof (167) |
1–5 |
1.8.2.
66. De BBT is de NOX-emissies van smeermiddelverbrandingsovens verminderen door beheersing van de verbranding en/of aanpassing van het verbrandingsproces
Techniek |
Toepasbaarheid |
||||||
Beheersing en/of aanpassing van het verbrandingsproces De vorming van thermische NOX-emissies kan onder meer worden voorkomen door de belangrijkste verbrandingsparameters te beheersen:
Een goede beheersing van de verbranding behelst het scheppen van de minst gunstige voorwaarden voor de vorming van NOX |
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 56
BBT-GEN's voor NOX-emissies van smeermiddelverbrandingsovens in de sector HTIW
Parameter |
BBT |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
||
NOX uitgedrukt als NO2 |
Beheersing en/of aanpassing van het verbrandingsproces |
100 – 200 |
1.8.3.
67. De BBT is de SOX-emissies van smeltovens en nabewerkingsprocessen verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (168) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, met als beperking de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van de beschikbaarheid van zwavelarme brandstof, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat. |
Tabel 57
BBT-GEN's voor SOX-emissies van smeltovens en nabewerkingsprocessen in de sector HTIW
Parameter |
BBT |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
||
SOx uitgedrukt als SO2 |
Primaire technieken |
< 50 |
1.8.4.
68. De BBT is de HCl- en HF-emissies van smeltovens verminderen door in het gemeng grondstoffen met een laag chloor- en fluorgehalte te gebruiken.
Techniek (169) |
Toepasbaarheid |
Gebruik van chloor- en fluorarme grondstoffen in het gemeng |
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 58
BBT-GEN's voor HCl- en HF-emissies van smeltovens in de sector HTIW
Parameter |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
|
Waterstofchloride, uitgedrukt als HCl |
< 10 |
Waterstoffluoride, uitgedrukt als HF |
< 5 |
1.8.5.
69. De BBT is de metaalemissies van smeltovens en/of nabewerkingsprocessen verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (170) |
Toepasbaarheid |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
Tabel 59
BBT-GEN's voor metaalemissies van smeltovens en/of nabewerkingsprocessen in de sector HTIW
Parameter |
BBT-GEN (171) |
mg/Nm3 |
|
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI) |
< 1 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI, Sb, Pb, CrIII, Cu, Mn, V, Sn) |
< 5 |
1.8.6.
70. De BBT is de emissie van vluchtige organische stoffen (VOS) afkomstig van smeermiddelverbrandingsovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (172) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||
|
Deze technieken kunnen uit economisch oogpunt slechts beperkt toepasbaar zijn als gevolg van de lage rookgasvolumes en VOS-concentraties. |
||
|
Tabel 60
BBT-GEN's voor afzonderlijk behandelde VOS-emissies afkomstig van smeermiddelverbrandingsovens in de sector HTIW
Parameter |
BBT |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
||
Vluchtige organische stoffen, uitgedrukt als C |
Primaire en/of secundaire technieken |
10 – 20 |
1.9. BBT-conclusies betreffende de fabricage van fritte
Tenzij anders vermeld, zijn de in deze paragraaf beschreven BBT-conclusies van toepassing op alle installaties voor de fabricage van fritteglas.
1.9.1.
71. De BBT is de stofemissies in de afgassen van smeltovens met een elektrostatische stofvanger of een doekfiltersysteem verminderen.
Techniek (173) |
Toepasbaarheid |
Filtersysteem: elektrostatische stofvanger of doekfilter |
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 61
BBT-GEN's voor stofemissies afkomstig van smeltovens in de sector fritte
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (174) |
|
Stof |
< 10 – 20 |
< 0,05 – 0,15 |
1.9.2.
72. De BBT is de NOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (175) |
Toepasbaarheid |
||||||
|
De hoge kostprijs en/of het grotere milieueffect van alternatieve materialen en/of de aan het eindproduct gestelde kwaliteitseisen kunnen een belemmering vormen voor het gebruik van alternatieven voor nitraten in de gemengsamenstelling. |
||||||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||||||
iii. Aanpassing van het verbrandingsproces |
|||||||
|
Toepasbaar in conventionele lucht-brandstofgestookte ovens. De voordelen zijn maximaal bij een normale of volledige ombouw van de oven waarbij het ontwerp en de vorm van de oven worden geoptimaliseerd. |
||||||
|
Kan uitsluitend worden toegepast in installatiespecifieke omstandigheden wegens de lagere efficiëntie en het hogere brandstofverbruik van de oven. |
||||||
|
Getrapte brandstoftoevoer kan in de meeste conventionele lucht-brandstofgestookte ovens worden toegepast. Getrapte luchttoevoer kan slechts zeer zelden worden toegepast door de technische complexiteit ervan. |
||||||
|
De toepassing van deze techniek is beperkt tot speciale branders met automatische recirculatie van het afgas. |
||||||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. De voordelen zijn maximaal bij een normale of volledige ombouw van de oven waarbij het ontwerp en de vorm van de oven worden geoptimaliseerd |
||||||
|
De brandstofkeuze hangt af van de beschikbaarheid van de verschillende brandstoftypen, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat. |
||||||
|
De milieuvoordelen zijn maximaal wanneer de techniek wordt toegepast in het kader van een volledige ombouw van de oven. |
Tabel 62
BBT-GEN's voor NOX-emissies van smeltovens in de sector fritteglas
Parameter |
BBT |
Bedrijfsomstandigheden |
BBT-GEN (176) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (177) |
|||
NOX uitgedrukt als NO2 |
Primaire technieken |
Zuurstof-brandstofverbranding, zonder nitraten (178) |
Niet van toepassing |
< 2,5 – 5 |
Zuurstof-brandstofverbranding, met nitraten |
Niet van toepassing |
5–10 |
||
Verbranding van brandstof en lucht of van brandstof en met zuurstof verrijkte lucht, zonder nitraten |
500 – 1 000 |
2,5 – 7,5 |
||
Verbranding van brandstof en lucht of van brandstof en met zuurstof verrijkte lucht, met nitraten |
< 1 600 |
< 12 |
1.9.3.
73. De BBT is de SOX-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (179) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, met als beperking de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
||
|
De toepasbaarheid hangt af van de beschikbaarheid van zwavelarme brandstof, die kan worden beïnvloed door het energiebeleid van de lidstaat. |
Tabel 63
BBT-GEN's voor SOX-emissies afkomstig van smeltovens in de sector fritte
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (180) |
|
SOX, uitgedrukt als SO2 |
< 50 – 200 |
< 0,25 – 1,5 |
1.9.4.
74. De BBT is de HCl- en HF-emissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (181) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, rekening houdend met de beperkingen die voortvloeien uit de samenstelling van het gemeng en de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
De aan het product gestelde kwaliteitseisen beperken de mogelijkheid om de fluorverbindingen tot een minimum te beperken of alternatieve materialen te vervangen. |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar. |
Tabel 64
BBT-GEN's voor HCl- en HF-emissies van smeltovens in de sector fritte
Parameter |
BBT-GEN |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (182) |
|
Waterstofchloride, uitgedrukt als HCl |
< 10 |
< 0,05 |
Waterstoffluoride, uitgedrukt als HF |
< 5 |
< 0,03 |
1.9.5.
75. De BBT is de metaalemissies van smeltovens verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (183) |
Toepasbaarheid |
||
|
De techniek is algemeen toepasbaar, met als beperkingen de aard van het in de installatie geproduceerde fritte en de beschikbaarheid van grondstoffen. |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
Tabel 65
BBT-GEN's voor metaalemissies van smeltovens in de sector fritte
Parameter |
BBT-GEN (184) |
|
mg/Nm3 |
kg/ton gesmolten glas (185) |
|
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI) |
< 1 |
< 7,5 × 10–3 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI, Sb, Pb, CrIII, Cu, Mn, V, Sn) |
< 5 |
< 37 × 10–3 |
1.9.6.
76. Voor veel stof veroorzakende nabewerkingsprocessen is de BBT de stofemissies verminderen door toepassing van een of meer van de volgende technieken:
Techniek (186) |
Toepasbaarheid |
||
|
De technieken zijn algemeen toepasbaar. |
||
|
|||
|
Tabel 66
BBT-GEN's voor afzonderlijk behandelde atmosferische emissies afkomstig van nabewerkingsprocessen in de sector fritte
Parameter |
BBT-GEN |
mg/Nm3 |
|
Stof |
5–10 |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI) |
< 1 (187) |
Σ (As, Co, Ni, Cd, Se, CrVI, Sb, Pb, CrIII, Cu, Mn, V, Sn) |
< 5 (187) |
Verklarende woordenlijst
1.10. Beschrijving van de technieken
1.10.1.
Techniek |
Beschrijving |
Elektrostatische stofvanger |
Elektrostatische stofvangers laden de deeltjes op en scheiden ze door middel van een elektrisch veld. Elektrostatische stofvangers kunnen in een breed spectrum van condities worden toegepast. |
Doekfilter |
Doekfilters bestaan uit poreus of vervilt doek dat gassen doorlaat en deeltjes tegenhoudt. Wanneer een doekfilter wordt gebruikt, moet een geschikte stof worden geselecteerd die is afgestemd op de kenmerken van de afgassen en de maximale bedrijfstemperatuur. |
Vermindering van de vluchtige bestanddelen door het gebruik van andere grondstoffen |
De gemengsamenstelling kan zeer vluchtige bestanddelen bevatten (bv. boorverbindingen). Door deze tot een minimum te beperken of door andere grondstoffen te vervangen, kunnen hoofdzakelijk door vervluchtiging veroorzaakte stofemissies worden verminderd. |
Elektrisch smelten |
De techniek bestaat uit het verwarmen van een smeltoven met door weerstandsverhitting opgewekte energie. In ovens met een koud gewelf (waarin de elektroden zich gewoonlijk op de bodem van de oven bevinden) bedekt de gemengdeken het gemengoppervlak, waardoor de vervluchtiging van gemengbestanddelen (met name loodverbindingen) systematisch en aanzienlijk wordt verminderd. |
1.10.2.
Techniek |
Beschrijving |
||||||||
Aanpassing van het verbrandingsproces |
|||||||||
|
De techniek wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door:
|
||||||||
|
De verbrandingslucht wordt in recuperatieve ovens minder sterk voorverhit dan in regeneratieve ovens, waardoor ook de vlamtemperatuur lager is. Het gevolg is evenwel een lagere ovenefficiëntie (lagere specifieke ovenbelasting), een lagere brandstofefficiëntie en een hoger brandstofverbruik, wat kan leiden tot hogere emissies (kg/ton glas). |
||||||||
|
— Getrapte luchttoevoer: substoichiometrische verbranding en toevoeging van de restlucht of -zuurstof voor een volledige verbranding. — Getrapte brandstoftoevoer: aan de branderpoort wordt een zwakke primaire vlam gegenereerd (10 % van de totale energie). Onderaan de primaire vlam bevindt zich een secundaire vlam, waardoor de kerntemperatuur van de primaire vlam daalt. |
||||||||
|
Recirculatie van de afgassen van de oven in de vlam om het zuurstofgehalte en bijgevolg ook de vlamtemperatuur te verminderen. De werking van speciale branders stoelt op interne recirculatie van de verbrandingsgassen, die de temperatuur in de kern van de vlammen doet dalen en het zuurstofgehalte in het heetste deel van de vlammen vermindert. |
||||||||
|
De techniek bestaat erin de hoogste vlamtemperaturen te verlagen, de verbranding te vertragen doch volledig te laten doorgaan en de warmteoverdracht te vergroten (hogere vlamemissie). Deze kan gepaard gaan met een aangepast ontwerp van de verbrandingskamer van de oven. |
||||||||
|
In het algemeen stoten oliegestookte ovens door de hogere warmte-uitstraling en de lagere vlamtemperaturen minder NOX uit dan gasgestookte ovens. |
||||||||
Speciaal ovenontwerp |
Speciale recuperatieve oven met verschillende voorzieningen die zorgen voor lagere vlamtemperaturen. De voornaamste voorzieningen zijn:
|
||||||||
Elektrisch smelten |
De techniek bestaat uit het verwarmen van een smeltoven met door elektrische weerstandsverhitting in de smelt opgewekte energie. De voornaamste voorzieningen zijn:
|
||||||||
Oxyfuel-smelting |
De techniek bestaat erin de verbrandingslucht te vervangen door zuurstof (zuiverheidsgraad van > 90 %), waarbij de vorming van thermische NOX uit stikstof die de oven binnenkomt systematisch wordt voorkomen of beperkt. Het reststikstofgehalte in de oven hangt af van de zuiverheid van de aangevoerde zuurstof, van de brandstofkwaliteit (% N2 in aardgas) en van de mogelijke luchtinfiltratie. |
||||||||
Chemische reductie met brandstof |
De techniek bestaat erin een fossiele brandstof in het afgas te injecteren, zodat NOX door een reeks reacties chemisch wordt gereduceerd tot N2. In het zogenaamde 3R-proces wordt de brandstof (aardgas of stookolie) bij de inlaat van de regenerator in het hete gas geïnjecteerd. De technologie is bestemd voor regeneratieve ovens. |
||||||||
Selectieve katalytische reductie (SCR) |
De techniek stoelt op de reductie van NOX tot stikstof in een katalysatorsysteem door de opwekking van een reactie met ammoniak (doorgaans een waterige oplossing) bij een optimale bedrijfstemperatuur van 300 tot 450 °C. Er kunnen een of twee katalysatorlagen worden gebruikt. Bij gebruik van twee lagen wordt meer NOX gereduceerd. |
||||||||
Selectieve niet-katalytische reductie (SNCR) |
De techniek bestaat erin NOX tot stikstof te reduceren door bij een hoge temperatuur een reactie op te wekken met ammoniak of ureum. De bedrijfstemperatuur moet tussen 900 en 1 050 °C worden gehandhaafd. |
||||||||
Minimalisering van het gebruik van nitraten in het gemeng |
Het nitraatgehalte van het gemeng wordt tot een minimum beperkt om de NOX-emissies als gevolg van de decompositie van deze grondstoffen te verminderen wanneer de nitraten worden gebruikt als oxidatiemiddel voor producten van zeer hoge kwaliteit die uitermate kleurloos (doorzichtig) moeten zijn of om andere glassoorten de vereiste kenmerken te verlenen. De volgende opties kunnen worden toegepast:
|
1.10.3.
Techniek |
Beschrijving |
Droge of halfdroge wassing in combinatie met een filtersysteem |
Droog poeder of een suspensie of oplossing van een basisch reagens wordt aan de rookgasstroom toegevoegd en daarin gedispergeerd. Het materiaal reageert met de gasvormige zwavelverbinding en vormt een vaste stof, die door filtering moet worden verwijderd (doekfilter of elektrostatische stofvanger). De efficiëntie van het wassysteem wordt algemeen verbeterd met het gebruik van een reactietoren. |
Beperking tot een minimum van het zwavelgehalte van het gemeng en optimalisering van de zwavelbalans |
Het zwavelgehalte van het gemeng wordt tot een minimum beperkt om de SOX-emissies als gevolg van de ontleding van de als loutermiddelen gebruikte zwavelhoudende grondstoffen (in het algemeen sulfaten) te verminderen. Of de SOX-emissies al dan niet doeltreffend worden verminderd, hangt af van de retentie van zwavelverbindingen in het glas, die sterk kan variëren naargelang het soort glas, alsook van de optimalisering van de zwavelbalans. |
Gebruik van zwavelarme brandstof |
De SOX-emissies afkomstig van de oxidatie van de in de brandstof aanwezige zwavel tijdens de verbranding worden beperkt met aardgas of zwavelarme stookolie. |
1.10.4.
Techniek |
Beschrijving |
Gebruik van grondstoffen voor het gemeng met een laag chloor- en fluorgehalte |
De techniek bestaat erin grondstoffen die chloor- of fluorverbindingen als onzuiverheden kunnen bevatten (bv. synthetische soda, dolomiet, externe glasscherven en gerecycleerd filterstof) zorgvuldig te selecteren om de emissies van HCl en HF als gevolg van de ontbinding van deze componenten tijdens het smeltproces aan de bron te beperken. |
Beperking tot een minimum van fluor- en/of chloorverbindingen in het gemeng en optimalisering van de fluor- en/of chloormassabalans |
De emissie van fluor en/of chloor als gevolg van het smeltproces kan tot een minimum worden beperkt door de hoeveelheid chloor en fluor in het gemeng zo laag mogelijk te houden voor zover als de kwaliteit van het eindproduct dit toestaat. Fluorverbindingen (bv. calciumfluoride, kryoliet en siliciumfluorideverbindingen) worden gebruikt om speciaalglas (bv. opaalglas en optisch glas) bepaalde kenmerken te verlenen. Chloorverbindingen kunnen als louteringsmiddel worden gebruikt. |
Droge of halfdroge wassing in combinatie met een filtersysteem |
Droog poeder of een suspensie of oplossing van een basisch reagens wordt aan de rookgasstroom toegevoegd en daarin gedispergeerd. Het materiaal reageert met de gasvormige chloor- en fluorverbindingen en vormt een vaste stof, die door filtering moet worden verwijderd (elektrostatische stofvanger of doekfilter) |
1.10.5.
Techniek |
Beschrijving |
||||
Gebruik van grondstoffen voor het gemeng met een laag metaalgehalte |
De techniek bestaat erin grondstoffen die metalen als onzuiverheden kunnen bevatten (bv. externe glasscherven) zorgvuldig te selecteren, teneinde de metaalemissies afkomstig van de ontleding van deze materialen in het smeltproces aan de bron te verminderen. |
||||
Wanneer het glas moet worden gekleurd of ontkleurd, hangt de mate waarin het gebruik van metaalverbindingen in de gemengsamenstelling kan worden verminderd, af van de aan het glas gestelde kwaliteitseisen. |
De metaalemissies afkomstig van het smeltproces kunnen als volgt tot een minimum worden beperkt:
|
||||
Minimalisering van seleenverbindingen in het gemeng door een passende grondstoffenkeuze |
Seleenemissies als gevolg van het smeltproces kunnen als volgt tot een minimum worden beperkt:
|
||||
Filteren |
Stofemissiebeperkende systemen (doekfilter en elektrostatische stofvanger) kunnen zowel stof- als metaalemissies verminderen, aangezien metalen afkomstig van glassmeltprocessen gewoonlijk als deeltjes in de lucht terechtkomen. Voor bepaalde metalen met extreem vluchtige bestanddelen (bv. seleen) heeft de temperatuur een grote invloed op de doeltreffendheid van de filtering. |
||||
Droge of halfdroge wassing in combinatie met een filtersysteem |
Emissies van gasvormige metalen kunnen fors worden verminderd door droge of halfdroge wassing met een basisch reagens. Het basisch reagens reageert met het gasvormige metaal en vormt een vaste stof, die door filtering moet worden verwijderd (doekfilter of elektrostatische stofvanger). |
1.10.6.
Natte wassing |
Bij natte wassing worden gasverbindingen opgelost in een daarvoor geschikte vloeistof (water of een basische oplossing). Na de natte wassing zijn de rookgassen verzadigd met water en moeten de druppels worden gescheiden van de rookgassen, die vervolgens worden geloosd. De opgevangen vloeistof moet een afvalwaterbehandeling ondergaan en de onoplosbare materialen moeten worden opgevangen door sedimentatie of filtering. |
1.10.7.
Techniek |
Beschrijving |
||||
Natte wassing |
Bij natte wassing (met een geschikte vloeistof, namelijk water of een basische oplossing) kunnen vaste en gasvormige bestanddelen tegelijkertijd worden verwijderd. De ontwerpcriteria voor de verwijdering van deeltjes en van gassen zijn verschillend. Daarom wordt in het ontwerp vaak een compromis tussen beide gezocht. De opgevangen vloeistof moet een afvalwaterbehandeling ondergaan en de onoplosbare materialen (emissies van vaste stoffen en door chemische reacties gevormde stoffen) moeten door sedimentatie of filtering worden verwijderd. In de sectoren minerale wol en continuglasvezel zijn de meest gebruikelijke systemen:
|
||||
Natte elektrostatische stofvanger |
De techniek bestaat erin het in een elektrostatische stofvanger opgevangen materiaal van de collectorplaten te verwijderen door deze met een geschikte vloeistof, gewoonlijk water, te spoelen. Doorgaans is een mechanisme voorzien dat waterdruppels uit het rookgas haalt voordat het wordt verwijderd (nevelverwijderaar of een laatste droog veld). |
1.10.8.
Techniek |
Beschrijving |
Bewerkingen die veel stof veroorzaken (bv. snijden, slijpen en polijsten) in een vloeistofbad verrichten |
Gewoonlijk wordt bij het snijden, slijpen en polijsten water gebruikt als koelmiddel en om stofemissies te voorkomen. Een afzuigsysteem met een nevelverwijderaar kan noodzakelijk zijn. |
Gebruik van een doekfiltersysteem |
Doekfilters kunnen zowel stof- als metaalemissies verminderen, aangezien metalen afkomstig van nabewerkingsprocessen gewoonlijk als deeltjes in de lucht terechtkomen. |
Het verlies van polijstmiddel tot een minimum beperken door een goed afgedicht polijstsysteem |
Zuurpolijsten gebeurt door glazen artikelen onder te dompelen in een polijstbad met fluorwaterstofzuur en zwavelzuur. Dampen kunnen tot een minimum worden beperkt door een passend ontwerp en een goed onderhoud van het systeem, om verliezen tot een minimum te beperken. |
Toepassing van een secundaire techniek, bv. natte wassing. |
Afgassen worden met water gewassen wegens de zure aard van de emissies en de hoge oplosbaarheid van de te verwijderen gasvormige verontreinigende stoffen. |
1.10.9.
Afgasnaverbranding |
De techniek bestaat erin het waterstofsulfide (gevormd als gevolg van sterk reducerende omstandigheden in de smeltoven) te oxideren tot zwaveldioxide en koolmonoxide tot kooldioxide met behulp van een naverbrandingssysteem. Vluchtige organische stoffen worden thermisch verbrand, waardoor zij oxideren tot kooldioxide, water en andere verbrandingsproducten (bv. NOX en SOX). |
(1) De specifieke gevallen stemmen overeen met de minst gunstige gevallen (d.w.z. kleine speciale ovens met een productie die gewoonlijk lager ligt dan 100 t/dag en een schervenpercentage van minder dan 30 %). Deze categorie vertegenwoordigt slechts 1 of 2 procent van de verpakkingsglasproductie.
(2) De specifieke gevallen stemmen overeen met de minst gunstige gevallen en/of niet-natronkalkglas: borosilicaatglas, glaskeramiek, kristalglas en, minder frequent, loodkristalglas.
(3) De hogere niveaus zijn het gevolg van hogere NOX-concentraties in de inlaat, hogere reductiepercentages en de veroudering van de katalysator.
(4) De technieken worden beschreven in de paragrafen 1.10.1, 1.10.4 en 1.10.6.
(5) De relevantie van de verontreinigende stoffen die in de tabel zijn opgesomd, is afhankelijk van de sector van de glasindustrie en de verschillende activiteiten die in de installatie worden uitgevoerd.
(6) De niveaus hebben betrekking op een samengesteld monster dat genomen werd over een periode van twee uur of 24 uur.
(7) Voor de sector continuglasvezel bedraagt het BBT-GEN < 200 mg/l.
(8) De niveaus hebben betrekking op behandeld water dat afkomstig is van activiteiten waar zuurpolijsten wordt toegepast.
(9) In het algemeen is het totaal koolwaterstoffen samengesteld uit minerale oliën.
(10) Het hogere niveau van de bandbreedte heeft betrekking op nabewerkingsprocessen voor de fabricage van loodkristalglas.
(11) De filtersystemen (bv. elektrostatische stofvanger, doekfilter) worden beschreven in paragraaf 1.10.1
(12) De conversiefactoren 1,5 × 10–3 en 3 × 10–3 zijn gebruikt om respectievelijk het lagere en het hogere niveau van de bandbreedte te bepalen.
(13) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.2.
(14) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.2.
(15) De conversiefactor voor algemene gevallen uit tabel 2 (1,5 × 10–3) is toegepast, behalve voor elektrisch smelten (specifieke gevallen: 3 × 10–3).
(16) Het lagere niveau heeft betrekking op het gebruik van speciale ovenontwerpen, waar van toepassing.
(17) Deze waarden moeten herzien worden bij een normale of volledige ombouw van de smeltoven.
(18) De haalbare niveaus zijn afhankelijk van de kwaliteit van het beschikbare aardgas en zuurstof (stikstofgehalte).
(19) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.2.
(20) De conversiefactor voor specifieke gevallen uit tabel 2 (3 × 10–3) is toegepast.
(21) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.3.
(22) Voor speciale soorten gekleurd glas (bv. gereduceerd groen glas), moet de zwavelbalans mogelijk onderzocht worden als twijfels bestaan over de haalbare emissieniveaus. De waarden in de tabel zijn mogelijk moeilijk haalbaar in combinatie met recycling van filterstof en het recyclingpercentage van externe scherven.
(23) De lagere niveaus hebben betrekking op omstandigheden waarin het terugdringen van SOX voorrang krijgt op een beperktere productie van vast afval bestaande uit het zwavelrijke filterstof.
(24) De conversiefactor voor algemene gevallen uit tabel 2 (1,5 × 10–3) is toegepast.
(25) De geassocieerde emissieniveaus hebben betrekking op het gebruik van stookolie met 1 % zwavel in combinatie met secundaire emissiebeperkende technieken.
(26) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.4.
(27) De conversiefactor voor algemene gevallen uit tabel 2 (1,5 × 10–3) is toegepast.
(28) De hogere niveaus hebben betrekking op de gelijktijdige behandeling van rookgassen afkomstig van hot-end coatingprocedés.
(29) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.5.
(30) De niveaus verwijzen naar de totale hoeveelheid metalen (zowel in vaste vorm als in gasvorm) in de rookgassen.
(31) De lagere niveaus zijn BBT-GEN's wanneer de metaalverbindingen niet opzettelijk aan het gemeng zijn toegevoegd.
(32) De hogere niveaus hebben betrekking op het gebruik van metalen voor het kleuren of ontkleuren van het glas, of voor gevallen waarin de rookgassen afkomstig van hot-end coatingprocedés samen met de emissies van de smeltoven behandeld worden.
(33) De conversiefactor voor algemene gevallen uit tabel 2 (1,5 × 10–3) is toegepast.
(34) In specifieke gevallen waarin flintglas van hoge kwaliteit geproduceerd wordt waarvoor grotere hoeveelheden seleen nodig zijn voor de ontkleuring (afhankelijk van de grondstoffen), worden hogere waarden vastgesteld, tot 3 mg/Nm3.
(35) De technieken worden beschreven in de paragrafen 1.10.4 en 1.10.7.
(36) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.6.
(37) De conversiefactor uit tabel 2 (2,5 × 10–3) is toegepast.
(38) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.2.
(39) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.2.
(40) Er kunnen hogere emissieniveaus worden verwacht wanneer van tijd tot tijd nitraten worden gebruikt voor de fabricage van speciaalglas.
(41) De conversiefactor uit tabel 2 (2,5 × 10–3) is toegepast.
(42) De lagere niveaus van de bandbreedte hebben betrekking op de toepassing van het Fenix-proces.
(43) De niveaus die kunnen worden gehaald, hangen af van de kwaliteit van het aardgas en van de beschikbare zuurstof (stikstofgehalte).
(44) Het hogere bereik van de bandbreedte heeft betrekking op bestaande installaties tot een normale of volledige ombouw van de smeltoven. Het lagere bereik heeft betrekking op nieuwere/aangepaste installaties.
(45) De techniek wordt beschreven in paragraaf 1.10.2.
(46) De conversiefactor voor algemene gevallen uit tabel 2 (2,5 × 10–3) is toegepast
(47) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.3.
(48) De lagere niveaus hebben betrekking op omstandigheden waarin het terugdringen van SOX voorrang krijgt op een beperktere productie van vast afval bestaande uit het zwavelrijke filterstof.
(49) De conversiefactor uit tabel 2 (2,5 × 10–3) is toegepast.
(50) De geassocieerde emissieniveaus hebben betrekking op het gebruik van stookolie met 1 % zwavel in combinatie met secundaire emissieverlagingstechnieken.
(51) Voor grote vlakglasovens moet de zwavelbalans mogelijk onderzocht worden als twijfels bestaan over de haalbare emissieniveaus. De waarden in de tabel zijn mogelijk moeilijk haalbaar in combinatie met recycling van filterstof.
(52) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.4.
(53) De conversiefactor uit tabel 2 (2,5 × 10–3) is toegepast.
(54) De hogere niveaus van de bandbreedte hebben betrekking op de recycling van filterstof in het gemeng.
(55) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.5.
(56) De bandbreedten verwijzen naar de totale hoeveelheid metalen (zowel in vaste vorm als in gasvorm) in de rookgassen.
(57) De conversiefactor uit tabel 2 (2,5 × 10–3) is toegepast
(58) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.5.
(59) De waarden verwijzen naar de totale hoeveelheid seleen (zowel in vaste vorm als in gasvorm) in de rookgassen.
(60) De lagere niveaus hebben betrekking op omstandigheden waarin het terugdringen van Se-emissies voorrang krijgt op een beperktere productie van vast afval afkomstig van filterstof. In dit geval wordt een hoge stoichiometrische verhouding (reagens/verontreinigende stof) toegepast en wordt een aanzienlijke vastafvalstroom gegenereerd.
(61) De conversiefactor uit tabel 2 (2,5 × 10–3) is toegepast.
(62) De secundaire behandelingssystemen worden beschreven in de paragrafen 1.10.3 en 1.10.6.
(63) De secundaire behandelingssystemen worden beschreven in de paragrafen 1.10.1 en 1.10.7.
(64) Er zijn waarden gerapporteerd van < 30 mg/Nm3 (< 0,14 kg/ton gesmolten glas) voor boorvrije samenstellingen, met toepassing van primaire technieken
(65) De conversiefactor uit tabel 2 (4,5 × 10–3) is toegepast.
(66) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.2.
(67) De conversiefactor uit tabel 2 (4,5 × 10–3) is toegepast.
(68) De niveaus die kunnen worden gehaald, hangen af van de kwaliteit van het beschikbare aardgas en de beschikbare zuurstof (stikstofgehalte).
(69) De technieken worden beschreven in de paragrafen 1.10.3 en 1.10.6.
(70) De hogere niveaus van de bandbreedte hebben betrekking op het gebruik van sulfaten in het gemeng voor het louteren van het glas.
(71) De conversiefactor uit tabel 2 (4,5 × 10–3) is toegepast.
(72) Voor oxyfuel-ovens waarbij natte wassing wordt toegepast, is een BBT-GEN vastgesteld van < 0,1 kg/ton gesmolten glas aan SOX, uitgedrukt als SO2.
(73) De geassocieerde emissieniveaus zijn gebaseerd op het gebruik van stookolie met een zwavelgehalte van 1 % in combinatie met secundaire emissiebeperkende technieken.
(74) De lagere niveaus hebben betrekking op omstandigheden waarin het terugdringen van SOX voorrang krijgt op een beperktere productie van vast afval bestaande uit het zwavelrijke filterstof. In dit geval hebben de lagere niveaus betrekking op het gebruik van een doekfilter.
(75) De technieken worden beschreven in de paragrafen 1.10.4 en 1.10.6.
(76) De conversiefactor uit tabel 2 (4,5 × 10–3) is toegepast.
(77) De hogere niveaus van de bandbreedte hebben betrekking op het gebruik van fluorverbindingen in het gemeng.
(78) De technieken worden beschreven in de paragrafen 1.10.5 en 1.10.6.
(79) De niveaus verwijzen naar de totale hoeveelheid metalen (zowel in vaste vorm als in gasvorm) in de rookgassen.
(80) De conversiefactor uit tabel 2 (4,5 × 10–3) is toegepast.
(81) De technieken worden beschreven in de paragrafen 1.10.7 en 1.10.8.
(82) De technieken worden beschreven in de paragrafen 1.10.5 en 1.10.7.
(83) Er werd een conversiefactor van 3 × 10–3 toegepast (zie tabel 2). Het is evenwel mogelijk dat voor de productie van specifieke glassoorten voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast.
(84) Er zijn bedenkingen gemaakt bij de economische haalbaarheid van de BBT-GEN's in ovens die gebruikt worden voor de productie van natronkalkglas en een capaciteit van < 80 t/dag hebben.
(85) Deze BBT-GEN is van toepassing op gemengsamenstellingen met aanzienlijke hoeveelheden bestanddelen die overeenkomstig de criteria van Verordening (EG) 1272/2008 als gevaarlijke stoffen worden beschouwd.
(86) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.2.
(87) Er werd een conversiefactor van 2,5 × 10–3 toegepast voor wijzigingen in de verbranding en speciale ovenontwerpen en van 3 × 10–3 voor elektrisch smelten (zie tabel 2). Voor de productie van specifiek glas is het evenwel mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast.
(88) De niveaus die kunnen worden gehaald, hangen af van de kwaliteit van het beschikbare aardgas en de beschikbare zuurstof (stikstofgehalte).
(89) De techniek wordt beschreven in paragraaf 1.10.2.
(90) De in tabel 2 vermelde conversiefactor voor natriumkristalglas (2,5 × 10–3) werd toegepast.
(91) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.3.
(92) Er werd een conversiefactor van 2,5 × 10–3 toegepast (zie tabel 2). Voor de productie van specifiek glas is het evenwel mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast.
(93) De niveaus hebben betrekking op het gebruik van stookolie met een zwavelgehalte van 1 % en de toepassing van secundaire emissiebeperkende technieken.
(94) De technieken worden beschreven in de paragrafen 1.10.4 en 1.10.6.
(95) Er werd een conversiefactor van 3 × 10–3 toegepast (zie tabel 2). Voor de productie van specifiek glas is het evenwel mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast.
(96) De lagere niveaus hebben betrekking op elektrisch smelten.
(97) Indien KCl of NaCl als louteringsmiddel wordt gebruikt, bedraagt het BBT-GEN < 30 mg/Nm3 of < 0,09 kg/ton gesmolten glas.
(98) De lagere niveaus hebben betrekking op elektrisch smelten. De hogere niveaus hebben betrekking op de productie van opaalglas, de recycling van filterstof en gevallen waarin het gemeng grote hoeveelheden externe glasscherven bevat.
(99) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.5.
(100) De niveaus verwijzen naar de totale hoeveelheid metalen (zowel in vaste vorm als in gasvorm) in de rookgassen.
(101) Er werd een conversiefactor van 3 × 10–3 toegepast (zie tabel 2). Voor de productie van specifiek glas is het evenwel mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast.
(102) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.5.
(103) De waarden verwijzen naar de totale hoeveelheid seleen (zowel in vaste vorm als in gasvorm) in de rookgassen.
(104) Er werd een conversiefactor van 3 × 10–3 toegepast (zie tabel 2). Voor de productie van specifiek glas is het evenwel mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast.
(105) De technieken worden beschreven in de paragrafen 1.10.1 en 1.10.5.
(106) De waarden verwijzen naar de totale hoeveelheid lood (zowel in vaste vorm als in gasvorm) in de rookgassen.
(107) Er werd een conversiefactor van 3 × 10–3 toegepast (zie tabel 2). Voor de productie van specifiek glas is het evenwel mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast.
(108) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.8.
(109) De niveaus hebben betrekking op de totale hoeveelheid metalen in het afgas.
(110) De niveaus verwijzen naar nabewerkingsprocessen van loodkristal.
(111) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.6.
(112) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.1.
(113) De boven- en de benedengrens van de bandbreedte van de BBT-GEN's zijn bepaald op basis van de conversiefactoren 2,5 × 10–3 en 6,5 × 10–3 (zie tabel 2), waarbij sommige waarden een benadering zijn. Afhankelijk van het geproduceerde glastype moet evenwel voor elk geval een andere conversiefactor worden toegepast (zie tabel 2).
(114) De BBT-GEN's zijn van toepassing op gemengsamenstellingen met aanzienlijke hoeveelheden bestanddelen die aan de in Richtlijn (EG) 1272/2008 vastgestelde criteria voldoen om als gevaarlijke stoffen te worden beschouwd.
(115) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.2.
(116) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.2.
(117) De boven- en de benedengrens van de bandbreedte van de BBT-GEN's zijn bepaald op basis van de conversiefactoren 2,5 × 10–3 en 4 × 10–3 (zie tabel 2), waarbij sommige waarden een benadering zijn. Afhankelijk van het productietype moet evenwel voor elk geval een andere conversiefactor worden toegepast (zie tabel 2).
(118) De hogere waarden hebben betrekking op de productie van speciaal borosilicaat-buisglas voor farmaceutisch gebruik.
(119) De niveaus die kunnen worden gehaald, hangen af van de kwaliteit van het beschikbare aardgas en de beschikbare zuurstof (stikstofgehalte).
(120) De techniek wordt beschreven in paragraaf 1.10.2.
(121) De lagere niveaus hebben betrekking op elektrisch smelten.
(122) De beneden- en bovengrens van de bandbreedte van de BBT-GEN's zijn bepaald op basis van de conversiefactoren 2,5 × 10–3 en 6,5 × 10–3, waarbij sommige waarden een benadering zijn. Afhankelijk van het productietype is het mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast (zie tabel 2).
(123) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.3.
(124) De bandbreedten houden rekening met de verschillende zwavelbalansen van de diverse soorten glas die worden geproduceerd.
(125) Er werd een conversiefactor van 2,5 × 10–3 (zie tabel 2) toegepast. Afhankelijk van het te produceren glastype is het evenwel mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast.
(126) De lagere niveaus hebben betrekking op elektrisch smelten en gemengsamenstellingen zonder sulfaten.
(127) De geassocieerde emissieniveaus zijn gebaseerd op het gebruik van stookolie met een zwavelgehalte van 1 % in combinatie met secundaire emissiebeperkende technieken.
(128) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.4.
(129) Er werd een conversiefactor van 2,5 × 10–3 (zie tabel 2) toegepast, waarbij sommige waarden een benadering zijn. Afhankelijk van het productietype is het mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast.
(130) De hogere niveaus hebben betrekking op het gebruik van chloorhoudende grondstoffen in het gemeng.
(131) De bovengrens van de bandbreedte is afgeleid van specifieke gerapporteerde gegevens.
(132) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.5.
(133) De niveaus verwijzen naar de totale hoeveelheid metalen (zowel in vaste vorm als in gasvorm) in de rookgassen.
(134) De lagere niveaus zijn BBT-GEN's wanneer de metaalverbindingen niet opzettelijk aan het gemeng zijn toegevoegd.
(135) Er werd een conversiefactor van 2,5 × 10–3 (zie tabel 2) toegepast. Een aantal in de tabel opgenomen waarden is een benadering. Afhankelijk van het productietype is het mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast.
(136) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.8.
(137) De niveaus hebben betrekking op de totale hoeveelheid metalen in het afgas.
(138) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.6.
(139) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.1.
(140) De boven- en de benedengrens van de BBT-GEN-bandbreedten zijn bepaald op basis van de conversiefactoren 2 × 10–3 en 2,5 × 10–3 (zie tabel 2), waardoor de bandbreedte betrekking heeft op productie van zowel glas- als steenwol.
(141) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.2.
(142) De volgende conversiefactoren zijn toegepast: 2 × 10–3 voor glaswol en 2,5 × 10–3 voor steenwol (zie tabel 2).
(143) De niveaus die kunnen worden gehaald, hangen af van de kwaliteit van het beschikbare aardgas en de beschikbare zuurstof (stikstofgehalte).
(144) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.2.
(145) Er werd een conversiefactor van 2 × 10–3 toegepast (zie tabel 2).
(146) De lagere niveaus van de bandbreedten hebben betrekking op oxyfuel-smelting.
(147) De technieken worden beschreven in de paragrafen 1.10.3 en 1.10.6.
(148) De volgende conversiefactoren zijn toegepast: 2 × 10–3 voor glaswol en 2,5 × 10–3 voor steenwol (zie tabel 2).
(149) De lagere niveaus van de bandbreedten hebben betrekking op elektrisch smelten. De hogere niveaus worden geassocieerd met een hoge mate van glasscherfrecycling.
(150) Het BBT-GEN heeft betrekking op omstandigheden waarin de vermindering van de SOX-emissies voorrang heeft op het beperken van de productie van vast afval.
(151) Wanneer het beperken van de productie van vast afval voorrang krijgt op de vermindering van de SOX-emissies, kunnen hogere emissiewaarden worden verwacht. De niveaus die kunnen worden gehaald, dienen gebaseerd te zijn op een zwavelbalans.
(152) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.4.
(153) De volgende conversiefactoren zijn toegepast: 2 × 10–3 voor glaswol en 2,5 × 10–3 voor steenwol (zie tabel 2).
(154) De beneden- en de bovengrenzen van de bandbreedten van de BBT-GEN's zijn bepaald op basis van de conversiefactoren 2 × 10–3 en 2,5 × 10–3 (zie tabel 2).
(155) De techniek wordt beschreven in paragraaf 1.10.9.
(156) De conversiefactor voor steenwol (2,5 × 10–3) werd toegepast (zie tabel 2).
(157) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.5.
(158) De bandbreedten verwijzen naar de totale hoeveelheid metalen (zowel in vaste vorm als in gasvorm) in de rookgassen.
(159) De beneden- en de bovengrenzen van de bandbreedten van de BBT-GEN's zijn bepaald op basis van de conversiefactoren 2 × 10–3 en 2,5 × 10–3 (zie tabel 2).
(160) De hogere waarden hebben betrekking op de fabricage van steenwol in koepelovens.
(161) De technieken worden beschreven in de paragrafen 1.10.7 en 1.10.9.
(162) De dikte van de geproduceerde minerale wollaag noch een extreme concentratie of verdunning van de rookgassen is van invloed op de in kg/ton eindproduct uitgedrukte emissieniveaus. Er werd een conversiefactor van 6,5 × 10–3 toegepast.
(163) In het productieproces van minerale wol met een hoge dichtheid of met een hoog gehalte aan bindmiddel kunnen de emissieniveaus die geassocieerd worden met de voor de sector als BBT beschouwde technieken aanzienlijk hoger zijn dan de hier vermelde BBT-GEN's. Indien een bepaalde installatie hoofdzakelijk voor de fabricage van dit soort producten gebruikt wordt, dienen andere technieken overwogen te worden.
(164) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.1.
(165) De waarden hebben betrekking op het gebruik van een doekfiltersysteem.
(166) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.1.
(167) Het onderste deel van de bandbreedte heeft betrekking op emissies van aluminiumsilicaatwol en vuurvaste keramische vezels (ASW/RCF).
(168) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.3.
(169) De techniek wordt beschreven in paragraaf 1.10.4.
(170) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.5.
(171) De niveaus verwijzen naar de totale hoeveelheid metalen (zowel in vaste vorm als in gasvorm) in de rookgassen.
(172) De technieken worden beschreven in de paragrafen 1.10.6 en 1.10.9.
(173) De techniek wordt beschreven in paragraaf 1.10.1.
(174) De beneden- en de bovengrens van de bandbreedte van de BBT-GEN's zijn bepaald op basis van de conversiefactoren 5 × 10–3 en 7,5 × 10–3 (zie tabel 2). Afhankelijk van het soort verbranding is het evenwel mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast.
(175) De techniek wordt beschreven in paragraaf 1.10.2.
(176) De bandbreedten houden rekening met alle rookgassen van ovens waarin verschillende smelttechnieken worden toegepast en uiteenlopende soorten fritte worden geproduceerd, al dan niet met nitraten in het gemeng, die kunnen worden samengebracht, waardoor onmogelijk een onderscheid kan worden gemaakt tussen elke smelttechniek en de verschillende producten.
(177) De beneden- en de bovengrens van de bandbreedten zijn bepaald op basis van de conversiefactoren 5 × 10–3 en 7,5 × 10–3. Afhankelijk van het soort verbranding is het evenwel mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast (zie tabel 2).
(178) De niveaus die kunnen worden gehaald, hangen af van de kwaliteit van het beschikbare aardgas en de beschikbare zuurstof (stikstofgehalte).
(179) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.3.
(180) De toegepaste conversiefactoren zijn 5 × 10–3 en 7,5 × 10–3. De in de tabel opgenomen waarden kunnen evenwel een benadering zijn. Afhankelijk van het soort verbranding is het mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast (zie tabel 2).
(181) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.4.
(182) Er werd een conversiefactor van 5 × 10–3 toegepast, waarbij sommige waarden een benadering zijn. Afhankelijk van het soort verbranding is het mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast (zie tabel 2).
(183) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.5.
(184) De niveaus verwijzen naar de totale hoeveelheid metalen (zowel in vaste vorm als in gasvorm) in de rookgassen.
(185) Er werd een conversiefactor van 7,5 × 10–3 toegepast. Afhankelijk van het soort verbranding is het mogelijk dat voor elk geval een andere conversiefactor moet worden toegepast (zie tabel 2).
(186) De technieken worden beschreven in paragraaf 1.10.1.
(187) De niveaus hebben betrekking op de totale hoeveelheid metalen in het afgas.