EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Document 62004CJ0136

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 24 november 2005.
Deutsches Milch-Kontor GmbH tegen Hauptzollamt Hamburg-Jonas.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Bundesfinanzhof - Duitsland.
Uitvoerrestituties - Verordeningen (EEG) nrs. 804/68, 1706/89 en 3445/89 - Kaas bestemd voor verwerking in derde land.
Zaak C-136/04.

Jurisprudentie 2005 I-10095

ECLI-code: ECLI:EU:C:2005:716

Zaak C‑136/04

Deutsches Milch-Kontor GmbH

tegen

Hauptzollamt Hamburg-Jonas

(verzoek van het Bundesfinanzhof om een prejudiciële beslissing)

„Restituties bij uitvoer – Verordeningen (EEG) nrs. 804/68, 1706/89 en 3445/89 – Kaas bestemd voor verwerking in derde land”

Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 24 november 2005 

Samenvatting van het arrest

Landbouw – Gemeenschappelijke ordening van markten – Melk en zuivelproducten – Restituties bij uitvoer – Producten waarvoor deze worden toegekend – Kaas die naar aard ervan voor verwerking in derde land is bestemd – Daaronder begrepen – Voorwaarde – Indeling onder code van nomenclatuur van landbouwproducten

(Verordeningen van de Raad nr. 1706/89, bijlage, en nr. 3445/89, bijlage)

In 1990 uitgevoerde kaas die naar de aard ervan voor verwerking in een derde land is bestemd, komt voor een uitvoerrestitutie op grond van artikel 17, lid 1, van verordening nr. 804/68 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten, zoals gewijzigd bij verordening nr. 3904/87, in aanmerking op voorwaarde dat hij, gelet op de soort en de aard ervan, wordt ingedeeld onder een van de in de bijlage bij verordening nr. 1706/89 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten opgenomen productcodes, zoals deze zijn gedefinieerd in de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties die als bijlage bij verordening nr. 3445/89 tot vaststelling van de volledige versie van de met ingang van 1 januari 1990 geldende landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties is gevoegd.

(cf. punt 33 en dictum)




ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer)

24 november 2005 (*)

„Uitvoerrestituties – Verordeningen (EEG) nrs. 804/68, 1706/89 en 3445/89 – Kaas bestemd voor verwerking in derde land”

In zaak C‑136/04,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) bij beslissing van 3 februari 2004, ingekomen bij het Hof op 15 maart 2004, in de procedure

Deutsches Milch-Kontor GmbH

tegen

Hauptzollamt Hamburg-Jonas,

wijst

HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),

samengesteld als volgt: J. Makarczyk, kamerpresident, R. Schintgen en R. Silva de Lapuerta (rapporteur), rechters,

advocaat-generaal: L. M. Poiares Maduro,

griffier: B. Fülöp, administrateur,

gezien de stukken en na de terechtzitting op 28 september 2005,

gelet op de opmerkingen van:

–       Deutsches Milch-Kontor GmbH, vertegenwoordigd door U. Schrömbges en O. Wenzlaff, Rechtsanwälte,

–       de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door G. Braun als gemachtigde,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1       Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van verordening (EEG) nr. 1706/89 van de Commissie van 15 juni 1989 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten (PB L 166, blz. 36) en verordening (EEG) nr. 3445/89 van de Commissie van 15 november 1989 tot vaststelling van de volledige versie van de met ingang van 1 januari 1990 geldende landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties (PB L 336, blz. 1).

2       Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen de vennootschap Deutsches Milch-Kontor GmbH (hierna: „Milch-Kontor”) en het Hauptzollamt Hamburg-Jonas (hoofddouanekantoor Hamburg-Jonas; hierna: „Hauptzollamt”) met betrekking tot het recht op een uitvoerrestitutie voor kaas die voor verwerking in een derde land is bestemd.

 Het rechtskader

3       Volgens artikel 17, lid 1, van verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten (PB L 148, blz. 13), zoals gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 3904/87 van de Raad van 22 december 1987 tot wijziging van verordening (EEG) nr. 804/68, mag het verschil tussen de prijzen in de internationale handel van sommige in artikel 1 van deze verordening bedoelde producten en de prijzen van deze producten in de Europese Gemeenschap worden overbrugd door een uitvoerrestitutie.

4       Verordening nr. 1706/89 stelt voor zuivelproducten de bedragen van de in dit artikel 17 bedoelde uitvoerrestituties vast.

5       De negende overweging van de considerans van deze verordening luidt als volgt:

„Overwegende dat de hoogte van de restitutie voor kazen wordt berekend voor producten die zijn bestemd voor onmiddellijke consumptie; dat de korsten en het afval van de kaas geen producten zijn die aan deze bestemming beantwoorden; dat het, om iedere onduidelijkheid in de opvatting te vermijden, nodig is te preciseren dat voor kaas met een waarde franco grens van minder dan 140 ECU/100 kg geen restitutie wordt verleend.”

6       Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EEG) nr. 2886/89 van de Commissie van 2 augustus 1989 tot wijziging van bijlage I van verordening (EEG) nr. 2658/87 (PB L 282, blz. 1), voert de versie van de gecombineerde goederennomenclatuur (hierna: „gecombineerde nomenclatuur”) in die van toepassing is op de feiten in het hoofdgeding.

7       Post 0406 90 van de gecombineerde nomenclatuur heeft als opschrift „andere kazen”. Hij bevat een onderverdeling 0406 90 11 met het opschrift „andere voor verwerking bestemde kazen”.

8       Verordening (EEG) nr. 3846/87 van de Commissie van 17 december 1987 tot vaststelling van de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties (PB L 366, blz. 1) voert op de grondslag van de gecombineerde nomenclatuur een nomenclatuur van landbouwproducten voor de uitvoerrestituties (hierna: „restitutienomenclatuur”) in.

9       Volgens artikel 1, derde alinea, van deze verordening omvat de restitutienomenclatuur naast de onderverdelingen van de gecombineerde nomenclatuur de nodige aanvullende onderverdelingen voor de omschrijving van goederen waarop het stelsel van uitvoerrestituties van toepassing is.

10     De versie van de restitutienomenclatuur die op het tijdstip van de feiten in het hoofdgeding van toepassing was, is die van verordening nr. 3445/89.

 Het hoofdgeding en de prejudiciële vraag

11     Milch-Kontor heeft in januari 1990 kaas uitgevoerd naar Joegoslavië en op aanvraag hiervoor een uitvoerrestitutie verkregen. De uitgevoerde waren zijn aangegeven als gouda.

12     Bij een beschikking van 14 augustus 1995 heeft het Hauptzollamt de aanvankelijk toegekende uitvoerrestitutie teruggevorderd, op grond dat de uitgevoerde waren geen in de handel gebruikelijke gouda, maar een voor verwerking bestemde grondstof was.

13     Het Finanzgericht heeft het door Milch-Kontor tegen deze beschikking ingestelde beroep verworpen op grond dat de uitvoerrestitutie onrechtmatig was verkregen omdat de restitutienomenclatuur, anders dan de gecombineerde nomenclatuur, geen onderverdeling bevat voor kaas die voor verwerking is bestemd.

14     Milch-Kontor heeft tegen de beslissing van het Finanzgericht „Revision” ingesteld bij het Bundesfinanzhof.

15     In zijn verwijzingsbeschikking vraagt dit laatste zich af of de restitutienomenclatuur een autonoom, naast de gecombineerde nomenclatuur bestaand tariefschema is, dan wel een uittreksel uit de gecombineerde nomenclatuur dat slechts de onderverdelingen bevat voor de producten die voor een uitvoerrestitutie in aanmerking komen.

16     Dienaangaande merkt de verwijzende rechter in de eerste plaats op dat de bepalingen van verordening nr. 3846/87 suggereren dat de restitutienomenclatuur slechts de relevante posten en postonderverdelingen uit de gecombineerde nomenclatuur overneemt.

17     In de tweede plaats wijst hij erop dat volgens de eerste volzin van de negende overweging van de considerans van verordening nr. 1706/89 de restitutie voor kazen wordt berekend voor producten die voor onmiddellijke consumptie zijn bestemd. Dit kan betekenen dat voor verwerking bestemde kaas niet voor een restitutie in aanmerking komt.

18     Ten slotte is de verwijzende rechter van mening dat, voorzover de indeling onder postonderverdeling 0406 90 11 van de gecombineerde nomenclatuur alleen betrekking heeft op de tariefindeling van de waren voor de heffing van invoerrechten, niet kan worden uitgesloten dat voor waren die bij de heffing van invoerrechten weliswaar onder genoemde onderverdeling zijn ingedeeld, toch uitvoerrestituties kunnen worden toegekend.

19     In die context heeft het Bundesfinanzhof de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vraag voorgelegd:

„Dienen verordening (EEG) nr. 3445/89 en verordening (EEG) nr. 1706/89 aldus te worden uitgelegd dat voor kaas van postonderverdeling 0406 90 van de gecombineerde nomenclatuur, die naar zijn aard voor verwerking in een derde land bestemd is en derhalve voor het douanetarief onder postonderverdeling 0406 90 11 van de gecombineerde nomenclatuur in de versie van verordening (EEG) nr. 2886/89 zou moeten worden ingedeeld, geen uitvoerrestitutie kan worden toegekend?”

 Beantwoording van de prejudiciële vraag

20     Met zijn vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of de uitvoer naar een derde land van waren die zijn omschreven als kaas die voor verwerking in dit land is bestemd en onder postonderverdeling 0406 90 11 van de gecombineerde nomenclatuur moet worden ingedeeld, voor een uitvoerrestitutie op grond van de verordeningen nrs. 3445/89 en 1706/89 in aanmerking komt.

21     Milch-Kontor en de Commissie van de Europese Gemeenschappen voeren aan dat postonderverdeling 0406 90 11 van de gecombineerde nomenclatuur niet in de restitutienomenclatuur is opgenomen, omdat zij alleen van toepassing is bij de heffing van invoerrechten.

22     Zij zijn evenwel van mening dat hieruit niet mag worden geconcludeerd dat de uitgevoerde waren van het recht op een uitvoerrestitutie zijn uitgesloten.

23     Volgens Milch-Kontor is de restitutienomenclatuur een autonoom, naast de gecombineerde nomenclatuur bestaand tariefschema. Aldus kunnen waren die voor het douanetarief zijn ingedeeld onder een postonderverdeling die niet in de restitutienomenclatuur is opgenomen, naar gelang van de aard ervan, automatisch worden ingedeeld onder de relevante productcode van deze nomenclatuur. Voor verwerking bestemde kaas, die onder postonderverdeling 0406 90 11 van de gecombineerde nomenclatuur valt, zou dus naar zijn aard moeten worden ingedeeld onder de relevante code van de restitutienomenclatuur, te weten productcode 0406 90 89 979. Deze code is in elk geval preciezer dan postonderverdeling 0406 90 11, en dient daarom de voorkeur te krijgen.

24     Volgens de Commissie moet voor verwerking in een derde land bestemde kaas naar gelang van de soort en de aard ervan onder een andere onderverdeling van tariefpost 0406 90 van de gecombineerde nomenclatuur worden ingedeeld, aangezien postonderverdeling 0406 90 11 van deze nomenclatuur uitsluitend bij invoer wordt toegepast.

25     De Commissie is dan ook van mening dat de uitgevoerde waren, indien zij niet onder een in de bijlage bij verordening nr. 1706/89 genoemde productcode kunnen worden ingedeeld en niet aan de communautaire voorwaarden inzake met name kwaliteit en prijs voldoen, van de toekenning van een uitvoerrestitutie moeten worden uitgesloten.

26     Wat de uitlegging van de eerste volzin van de negende overweging van de considerans van verordening nr. 1706/89 betreft, deze kan niet los van de analyse van deze considerans in haar geheel worden verricht. In deze considerans wordt voor de berekening van het restitutietarief voor kaas een onderscheid gemaakt tussen, enerzijds, producten die voor onmiddellijke consumptie zijn bestemd, en, anderzijds, korsten en afval van kaas. Om elke onduidelijkheid te voorkomen, wordt geen restitutie toegekend bij uitvoer van kaas met een waarde franco grens van minder dan 140 ECU per 100 kg. Indien deze waarde wordt overschreden, moet logischerwijs een restitutie worden toegekend, ook al is het product voor verwerking bestemd. Volgens de Commissie moet in casu voor de toekenning van een uitvoerrestitutie dus minstens de voorwaarde zijn vervuld dat de prijs franco grens van de uitgevoerde en voor verwerking in een derde land bestemde kaas, meer dan deze waarde bedroeg.

27     Zoals door de verwijzende rechter, Milch-Kontor en de Commissie is opgemerkt, is postonderverdeling 0406 90 11 van de gecombineerde nomenclatuur, betreffende voor verwerking bestemde kaas, alleen van toepassing voor de heffing van invoerrechten.

28     Derhalve is het logisch dat deze postonderverdeling niet is opgenomen onder de postonderverdelingen van de restitutienomenclatuur, waarin de goederen worden omschreven waarop het stelsel van uitvoerrestituties van toepassing is.

29     Hieruit volgt evenwel niet dat in 1990 uitgevoerde en voor verwerking in een derde land bestemde kaas, van dit stelsel is uitgesloten.

30     Wanneer deze waren, gelet op de soort en de aard ervan, kunnen worden ingedeeld onder een andere onderverdeling van tariefpost 0406 90 van de gecombineerde nomenclatuur, waarbij een van de in de bijlage bij verordening nr. 1706/89 opgenomen productcodes hoort, komen zij eventueel in aanmerking voor een uitvoerrestitutie op grond van artikel 17, lid 1, van verordening nr. 804/68.

31     In het hoofdgeding staat het aan de verwijzende rechter dit te onderzoeken.

32     Wat de negende overweging van de considerans van verordening nr. 1706/89 betreft, behoeft slechts eraan te worden herinnerd dat de considerans van een gemeenschapshandeling geen bindende rechtskracht heeft en niet kan worden aangevoerd om van de bepalingen zelf van die handeling af te wijken, en evenmin om deze bepalingen uit te leggen in een zin die kennelijk in strijd is met de bewoordingen ervan (arresten van 19 november 1998, Nilsson e.a., C‑162/97, Jurispr. blz. I‑7477, punt 54, en 25 november 1998, Manfredi, C‑308/97, Jurispr. blz. I‑7685, punt 30).

33     Gelet op wat voorafgaat, dient de voorgelegde vraag aldus te worden beantwoord dat in 1990 uitgevoerde kaas die naar zijn aard voor verwerking in een derde land is bestemd, voor een uitvoerrestitutie op grond van artikel 17, lid 1, van verordening nr. 804/68 in aanmerking komt, op voorwaarde dat hij, gelet op de soort en de aard ervan, wordt ingedeeld onder een van de in de bijlage bij verordening nr. 1706/89 opgenomen productcodes, zoals deze zijn gedefinieerd in de als bijlage bij verordening nr. 3445/89 gevoegde landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties.

 Kosten

34     Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Het Hof van Justitie (Vijfde kamer) verklaart voor recht:

In 1990 uitgevoerde kaas die naar zijn aard voor verwerking in een derde land is bestemd, komt voor een uitvoerrestitutie op grond van artikel 17, lid 1, van verordening (EEG) nr. 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten in aanmerking op voorwaarde dat hij, gelet op de soort en de aard ervan, wordt ingedeeld onder een van de in de bijlage bij verordening (EEG) nr. 1706/89 van de Commissie van 15 juni 1989 tot vaststelling van de restituties bij uitvoer in de sector melk en zuivelproducten opgenomen productcodes, zoals deze zijn gedefinieerd in de landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties die als bijlage bij verordening (EEG) nr. 3445/89 van de Commissie van 15 november 1989 tot vaststelling van de volledige versie van de met ingang van 1 januari 1990 geldende landbouwproductennomenclatuur voor de uitvoerrestituties is gevoegd.

ondertekeningen


* Procestaal: Duits.

Naar boven