EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CJ0370

Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 20 mei 2010.
Data I/O GmbH tegen Hauptzollamt Hannover.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Bundesfinanzhof - Duitsland.
Gemeenschappelijk douanetarief - Tariefindeling - Gecombineerde nomenclatuur - Hoofdstuk 84, aantekening 5 B - Adapter met memory-chip die bestemd is om verbinding tussen automatische gegevensverwerkende machine en te programmeren afzonderlijke elektronische eenheden tot stand te brengen - Posten 8471, 8473 en 8536.
Zaak C-370/08.

Jurisprudentie 2010 I-04401

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2010:284

Zaak C‑370/08

Data I/O GmbH

tegen

Hauptzollamt Hannover, voorheen Bundesfinanzdirektion Südost

(verzoek van het Bundesfinanzhof om een prejudiciële beslissing)

„Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefindeling – Gecombineerde nomenclatuur – Hoofdstuk 84, aantekening 5 B – Adapter met memory-chip die bestemd is om verbinding tussen automatische gegevensverwerkende machine en te programmeren afzonderlijke elektronische eenheden tot stand te brengen – Posten 8471, 8473 en 8536”

Samenvatting van het arrest

Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefpost – Adapter met memory-chip die bestemd is om verbinding tussen automatische gegevensverwerkende machine en te programmeren afzonderlijke elektronische eenheden tot stand te brengen

(Verordening nr. 2658/87 van de Raad, bijlage I; verordening nr. 1810/2004 van de Commissie)

Een adapter waarmee de elektrische verbinding tussen de gegevensverwerkende machine en de te programmeren eenheden tot stand wordt gebracht en het programmeringsproces, dat later kan worden opgeroepen, wordt opgeslagen, voldoet aan de voorwaarde van aantekening 5 B, sub c, bij hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur, die is opgenomen in bijlage I bij verordening nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening nr. 1810/2004, en moet als „eenheid” van een automatische gegevensverwerkende machine onder post 8471 van de gecombineerde nomenclatuur worden ingedeeld, voor zover de hoofdfunctie van deze adapter gegevensverwerking is. Bij gebreke van die functie moet een dergelijke adapter onder post 8473 van de gecombineerde nomenclatuur worden ingedeeld als „deel” of als „toebehoren” van een machine indien hij, respectievelijk, onmisbaar is voor de werking daarvan dan wel kan worden aangemerkt als een uitrusting waardoor deze machine voor speciale werkzaamheden kan worden aangepast of als een mechanisme dat deze machine geschikt maakt voor bijzondere werkzaamheden die verband houden met de hoofdfunctie ervan, hetgeen de nationale rechter dient na te gaan. Voor zover deze adapter onder geen van beide genoemde posten kan worden ingedeeld, moet hij worden aangemerkt als „apparatuur voor het aansluiten van elektrische stroom” en valt hij bijgevolg onder post 8536 van de gecombineerde nomenclatuur.

(cf. punten 43‑45 en dictum)







ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer)

20 mei 2010 (*)

„Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefindeling – Gecombineerde nomenclatuur – Hoofdstuk 84, aantekening 5 B – Adapter met memory-chip die bestemd is om verbinding tussen automatische gegevensverwerkende machine en te programmeren afzonderlijke elektronische eenheden tot stand te brengen – Posten 8471, 8473 en 8536”

In zaak C‑370/08,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door het Bundesfinanzhof (Duitsland) bij beslissing van 10 juni 2008, ingekomen bij het Hof op 13 augustus 2008, in de procedure

Data I/O GmbH

tegen

Hauptzollamt Hannover, voorheen Bundesfinanzdirektion Südost,

wijst

HET HOF (Tweede kamer),

samengesteld als volgt: J. N. Cunha Rodrigues, kamerpresident, P. Lindh, A. Rosas, U. Lõhmus (rapporteur) en A. Arabadjiev, rechters,

advocaat-generaal: J. Mazák,

griffier: B. Fülöp, administrateur,

gezien de stukken en na de terechtzitting op 15 oktober 2009,

gelet op de opmerkingen van:

–        Data I/O GmbH, vertegenwoordigd door A. Linscheid, Rechtsanwältin,

–        het Hauptzollamt Hannover, voorheen de Bundesfinanzdirektion Südost, vertegenwoordigd door J. Winterfeld als gemachtigde,

–        de Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door L. Bouyon en B.‑R. Killmann als gemachtigden,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1        Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van aantekening 5 B op hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur (hierna: „GN”), die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1), zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1810/2004 van de Commissie van 7 september 2004 (PB L 327, blz. 1).

2        Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Data I/O GmbH (hierna: „Data I/O”) en het Hauptzollamt Hannover (douaneautoriteit te Hannover), voorheen de Bundesfinanzdirektion Südost, betreffende de tariefindeling van een adapter met een memory-chip die bestemd is om de verbinding tussen een automatische gegevensverwerkende machine en te programmeren afzonderlijke elektronische eenheden tot stand te brengen.

 Toepasselijke bepalingen

 GN

3        Het op 14 juni 1983 te Brussel gesloten Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem (hierna: „GS”) inzake de omschrijving en de codering van goederen (hierna: „GS-Verdrag”) en het daarbij behorende protocol van wijziging van 24 juni 1986 zijn namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB L 198, blz. 1).

4        De bij verordening nr. 2658/87 ingestelde GN is gebaseerd op het GS, waarmee het overeenstemt wat de posten en de uit zes cijfers bestaande postonderverdelingen betreft. Bijlage I bij die verordening wordt door de Commissie van de Europese Gemeenschappen jaarlijks bijgewerkt. Bij verordening nr. 1810/2004 keurde de Commissie een volledige versie van de GN goed, die op 1 januari 2005 in werking is getreden.

5        Het eerste deel van de GN bevat een aantal inleidende bepalingen. In dit deel, in titel I, „Algemene regels”, bepaalt afdeling A, „Algemene regels voor de interpretatie van de [GN]”:

„Voor de indeling van goederen in de [GN] gelden de volgende bepalingen.

„1.      De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en – voor zover dit niet in strijd is met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen – de navolgende regels.

[…]

3.      Indien goederen met toepassing van het bepaalde onder 2 b) of om enige andere reden vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt:

a)      de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel of een goed is samengesteld of op een gedeelte van de artikelen, in het geval van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels en goederen, aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de andere posten daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft;

b)      mengsels, werken die zijn samengesteld uit of met verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen, zomede goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder 3 a), worden ingedeeld naar de stof of naar het goed waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assortimenten hun wezenlijk karakter ontlenen, indien dit kan worden bepaald;

c)      in de gevallen waarin de indeling aan de hand van het bepaalde onder 3 a) en 3 b) niet mogelijk is, wordt van de verschillende in aanmerking komende posten, de post toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.

[...]”

6        Het tweede deel van de GN bevat een afdeling XVI, die wordt voorafgegaan door de volgende aantekeningen:

„[...]

2.      Behoudens het bepaalde in aantekening 1 op deze afdeling en in de aantekeningen 1 op de hoofdstukken 84 en 85, worden delen van machines (andere dan delen van artikelen bedoeld bij post 8484, 8544, 8545, 8546 of 8547) ingedeeld met inachtneming van de volgende regels:

a)      delen die als zodanig onder een van de posten van hoofdstuk 84 of 85 (andere dan de posten 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8485, 8503, 8522, 8529, 8538 en 8548) kunnen worden ingedeeld, blijven onder die posten ingedeeld, ongeacht de machine waarvoor zij bestemd zijn;

[...]

3.      Voor zover niet anders is bepaald, worden combinaties van machines van verschillende soorten, die bestemd zijn om gezamenlijk te functioneren en die een geheel vormen, alsmede machines met twee of meer verschillende (afwisselende of aanvullende) functies, ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex.

4.      Indien een machine of een combinatie van machines uit individuele elementen bestaat (ook indien afzonderlijk opgesteld of onderling verbonden door elektrische of andere leidingen, overbrengingsmechanismen of andere voorzieningen), bestemd om gezamenlijk een welbepaalde functie te verrichten, zoals bedoeld bij een der posten van hoofdstuk 84 of 85, wordt het geheel ingedeeld onder de post die in verband met die functie van toepassing is.

5.      Voor de toepassing van vorenstaande aantekeningen heeft het woord ‚machines’ zowel betrekking op machines als op de verschillende toestellen, apparaten, uitrustingen en werktuigen, bedoeld bij hoofdstuk 84 of 85.”

7        Die afdeling XVI omvat hoofdstuk 84, dat met name betrekking heeft op kernreactoren, stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, alsmede op delen daarvan.

8        Aantekening 5 op hoofdstuk 84 van de GN bepaalt:

„[…]

B.      Automatische gegevensverwerkende machines kunnen voorkomen in de vorm van systemen bestaande uit een variabel aantal afzonderlijke eenheden. Met inachtneming van het bepaalde in letter E hierna, wordt een eenheid als een deel van een compleet systeem aangemerkt, indien zij aan alle hierna omschreven voorwaarden voldoet, te weten:

a)      zij moet van de soort zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem;

b)      zij moet, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenschakeling van een of meer andere eenheden, op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten, en

c)      zij moet in staat zijn gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm – codes of signalen – die bruikbaar is voor het systeem.

C.      Afzonderlijk aangeboden eenheden van een automatische gegevensverwerkende machine worden onder post 8471 ingedeeld.

[...]

E.      Machines die een eigen functie, andere dan automatische gegevensverwerking, vervullen en die een automatische gegevensverwerkende machine bevatten of daarmede in samenhang worden gebruikt, worden ingedeeld onder de post die overeenkomstig hun functie in aanmerking komt of, bij ontbreken daarvan, onder een sluitpost.”

9        De posten en onderverdelingen van hoofdstuk 84 van de GN die relevant zijn voor het hoofdgeding, zijn:

„8471 Automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor; magnetische en optische lezers, machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens en machines voor het verwerken van die gegevens, elders genoemd noch elders onder begrepen:

[...]

8473      Delen en toebehoren (andere dan koffers, hoezen en dergelijke) waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor machines en toestellen bedoeld bij de posten 8469 tot en met 8472:

[...]

8473 30      – delen en toebehoren van de machines bedoeld bij post 8471:

8473 30 10 – – elektronische assemblages

[...]

8473 30 90      – – andere”

10      Afdeling XVI van het tweede deel van de GN bevat ook hoofdstuk 85, „Elektrische machines, apparaten, uitrustingsstukken, alsmede delen daarvan; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen”. In dit hoofdstuk worden onder meer de volgende posten en onderverdelingen vermeld:

„8536 Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom (bijvoorbeeld schakelaars, relais, zekeringen, golfafvlakkers, contactdozen en contactstoppen (stekkers), lamp‑en buishouders, aansluitdozen en ‑kasten), voor een spanning van niet meer dan 1 000 V:

[...]

8536 90 – andere toestellen:

[...]

8536 90 85 – – andere”

11      Ten tijde van de feiten van het hoofdgeding gold voor goederen van postonderverdeling 8536 90 85 een douanerecht bij invoer van 2,3 %, terwijl onder de posten 8471 en 8473 vallende apparaten waren vrijgesteld van rechten.

 GS-toelichtingen

12      De Internationale Douaneraad, thans de Werelddouaneorganisatie, keurt onder de in artikel 8 van het GS-Verdrag vastgelegde voorwaarden de toelichtingen en de indelingsadviezen goed die door het Comité voor het GS worden vastgesteld.

13      De GS-toelichting op post 8471 luidt als volgt:

„I. –      Automatische gegevensverwerkende machines en eenheden daarvoor

Gegevensverwerking houdt de bewerking in van alle soorten informatie in tevoren – met het oog op een bepaald doel of bepaalde doeleinden – vastgestelde logische volgorde.

[...]

D. –      Afzonderlijk aangeboden eenheden

Deze post omvat eveneens afzonderlijk aangeboden eenheden die een wezenlijk bestanddeel van een gegevensverwerkend systeem vormen. Zij kunnen voorkomen in de vorm van eenheden met een afzonderlijke behuizing of in de vorm van eenheden die geen afzonderlijke behuizing hebben en ontworpen zijn om in een machine te worden geplaatst (bijvoorbeeld plaatsing op de hoofdschakeling van de centrale verwerkingseenheid). […]

[...]

Een apparaat kan slechts als eenheid van een automatische gegevensverwerkende machine onder deze post worden ingedeeld, indien het:

1º)      een gegevensverwerkende functie vervult;

2º)      voldoet aan de voorwaarden bepaald in aantekening 5 B op dit hoofdstuk, met inbegrip van de inleidende alinea van deze aantekening, en

3º)      niet is uitgezonderd op grond van aantekening 5 E op dit hoofdstuk.

[...]

Naast de centrale verwerkingseenheden en invoer‑ en uitvoereenheden kunnen van dergelijke eenheden worden genoemd:

[...]

4)      besturings‑ en aanpassingseenheden, zoals die welke dienen om de verbinding van de centrale verwerkingseenheid enerzijds en andere digitale gegevensverwerkende machines of groepen invoer‑ of uitvoereenheden, waartoe ook visuele presentatie‑eenheden, verre‑eindstations, enz. kunnen behoren, anderzijds, tot stand te brengen.

[…]      Deze groep heeft eveneens betrekking op kanaalaanpassingseenheden die dienen om twee digitale systemen met elkaar te verbinden (bijvoorbeeld twee LAN’s).

[...]

II. – Magnetische en optische lezers, machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens en machines voor het verwerken van die gegevens, elders genoemd noch elders onder begrepen

[...]

B. –      Machines voor het in gecodeerde vorm op dragers overzetten van gegevens

[...]

4)      Machines (programmeerapparaten) voor het inbrengen van vaste programma’s in geïntegreerde schakelingen. Deze machines zijn ontworpen om de gegevens die zich in hun intern geheugen bevinden, in gecodeerde vorm over te brengen in geïntegreerde schakelingen. De programmeerapparaten ‚branden’ de informatie in één of meer geïntegreerde schakelingen met gebruikmaking van verscheidene technieken, afhankelijk van het type programmeerbare geïntegreerde schakeling dat wordt gebruikt.

Sommige programmeerapparaten hebben een aanvullende voorziening (emulator) die de gebruiker in staat stelt om het resultaat van de programmering te verifiëren door middel van simulatie voordat het programma feitelijk wordt overgebracht in de geïntegreerde schakelingen.

[...]

Delen en toebehoren

Met inachtneming van de regels betreffende de indeling van delen […], worden delen en toebehoren voor de onder post 8471 vallende machines, onder post 8473 ingedeeld.”

14      De toelichting op GS-post 8473, „Delen en toebehoren (andere dan koffers, hoezen en dergelijke) waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor machines en toestellen bedoeld bij de posten 8469 tot en met 8472”, luidt als volgt:

„[...]

Met inachtneming van de regels betreffende de indeling van delen (zie de algemene opmerkingen op afdeling XVI) omvat post 8473 delen en toebehoren die uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor machines, apparaten en toestellen bedoeld bij de posten 8469 tot en met 8472.

Het in deze post bedoelde toebehoren bestaat uit een verwisselbare uitrusting waardoor de machines voor speciale werkzaamheden kunnen worden aangepast of uit mechanismen die ze geschikt maken voor bijkomende werkzaamheden of voor bijzondere werkzaamheden die verband houden met de hoofdfunctie van de machine.

Tot post 8473 behoren onder meer:

[...]

9)      elektronische geheugeneenheden [bijvoorbeeld SIMM-modules (geheugeneenheden met één rij contactpunten) en DIMM-modules (geheugeneenheden met twee rijen contactpunten)] waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor automatische gegevensverwerkende machines die niet bestaan uit discrete elementen, als bedoeld in aantekening 5 B, [sub] c, op hoofdstuk 85, en die geen eigen functie hebben.

[…]”

15      De toelichting op hoofdstuk 85 van het GS, waarvan deel A, „Draagwijdte en structuur van het hoofdstuk”, onder de algemene opmerkingen staat vermeld, luidt als volgt:

„Dit hoofdstuk omvat alle elektrische machines, apparaten en toestellen, alsmede de delen daarvan, met uitzondering van:

a)      machines, apparaten en toestellen bedoeld bij hoofdstuk 84, waar zij ook ingedeeld blijven indien zij elektrisch werken […]”

16      De toelichting op GS-post 8536, „Toestellen voor het inschakelen, uitschakelen, omschakelen, aansluiten of verdelen van of voor het beveiligen tegen elektrische stroom (bijvoorbeeld schakelaars, relais, zekeringen, golfafvlakkers contactdozen en contactstoppen (stekkers), lamp- en buishouders, aansluitdozen en ‑kasten), voor een spanning van niet meer dan 1 000 V”, luidt als volgt:

„[...]

Deze post omvat elektrische toestellen voor een spanning van niet meer dan 1 000 V, die in de regel worden gebruikt in woningen en bedrijfsinstallaties. Tot post 8535 behoren daarentegen dergelijke toestellen voor een spanning van meer dan 1 000 V.

Tot post 8536 behoren onder meer:

[...]

III. – Artikelen voor het aansluiten of verdelen van elektrische stroom

Deze apparatuur dient voor de onderlinge verbinding van de verschillende gedeelten van een stroomketen. Hiervan kunnen worden genoemd:

A)      contactdozen en contactstoppen (stekkers). Zij dienen voor het aansluiten van een verplaatsbaar toestel of een verplaatsbaar deel van de leiding op een doorgaans vaste installatie. [...]”

 Hoofdgeding en prejudiciële vragen

17      In juli 2005 verzocht Data I/O bij de Bundesfinanzdirektion Südost om een bindende douanetariefinlichting voor een uit de Verenigde Staten in te voeren „adapter voor gegevensverwerkende apparaten PA T009”.

18      Blijkens de verwijzingsbeslissing worden door middel van de betrokken adapter geheugen‑ en logische eenheden geprogrammeerd. Daarbij wordt een verbinding tot stand gebracht tussen de gegevensverwerkende machine en de te programmeren elektronische eenheden, zodat gegevens kunnen worden overgedragen tussen de gegevensverwerkende machine en deze eenheden, die verschillende vormen en elektrische contacten hebben en niet rechtstreeks aan de gegevensverwerkende machine kunnen worden aangesloten. Deze adapter bestaat uit een gedrukte schakeling, in de vorm van een insteekkaart, die is uitgerust met discrete condensatoren en waarop vier sokkels met contactpinnen zijn gemonteerd. Hij bevat ook een op de aanpassingseenheid geplaatste memory-chip, waarop, via de registratie van de verwerkingsloop, het programmeringsproces wordt opgeslagen en waarvandaan dit proces kan worden opgeroepen.

19      Met de bindende douanetariefinlichting van 27 juli 2005 is het goed onder GN-postonderverdeling 8536 90 85 ingedeeld. Het door Data I/O, na afwijzing van haar bezwaar daartegen, ingestelde beroep strekkende tot indeling van dat goed onder GN-post 8471 of, subsidiair, onder GN-post 8473 is bij beslissing van het Finanzgericht München verworpen.

20      De verwijzende rechter, bij wie door Data I/O beroep tot „Revision” is ingesteld tegen die beslissing, vraagt zich af of de betrokken adapter ingevolge de geldende regeling niet veeleer onder GN-post 8471 moet worden ingedeeld.

21      Daarop heeft het Bundesfinanzhof de behandeling van de zaak geschorst en het Hof de volgende prejudiciële vragen gesteld:

„1)      Moet aantekening 5 B op hoofdstuk 84 van de [GN] aldus worden uitgelegd dat op grond daarvan een elektrische adapter die is bestemd om de elektrische verbinding tussen een automatische gegevensverwerkende machine en te programmeren afzonderlijke elektronische eenheden tot stand te brengen, onder post 8471 van de [GN] kan worden ingedeeld?

2)      Ingeval [de eerste] vraag ontkennend wordt beantwoord: moet de hierboven genoemde adapter dan onder post 8471 van de [GN] worden ingedeeld, wanneer hij een zogenoemde memory-chip bevat waarop het programmeringsproces wordt opgeslagen en waarvandaan dit kan worden opgeroepen?”

 Beantwoording van de prejudiciële vragen

 Inleidende opmerkingen

22      Om te beginnen moet worden vastgesteld dat in het verzoek om een prejudiciële beslissing niet is gepreciseerd of de elektrische verbinding tussen de gegevensverwerkende machine en de te programmeren eenheden de enige functie van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde adapter is, dan wel of de registratie van het programmeringsproces, dat later kan worden opgeroepen, als een aanvullende en afzonderlijke functie moet worden aangemerkt. Uit het aan het Hof overgelegde dossier blijkt evenmin of de memory-chip kan worden opgeroepen zonder dat de adapter aan de gegevensverwerkende machine wordt verbonden.

23      Zoals de verwijzende rechter zelf opmerkt, worden combinaties van machines van verschillende soorten, die bestemd zijn om gezamenlijk te functioneren en die een geheel vormen, alsmede machines met twee of meer verschillende functies, volgens aantekening 3 op afdeling XVI van de GN ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex. Voorts wordt, indien een machine of een combinatie van machines uit individuele elementen bestaat, waarmee een welbepaalde functie wordt verricht, het geheel volgens aantekening 4 op die afdeling ingedeeld onder de post die in verband met die functie van toepassing is.

24      Wanneer het Hof een prejudiciële vraag krijgt voorgelegd op het gebied van de tariefindeling, heeft het veeleer tot taak de nationale rechter de criteria aan te reiken aan de hand waarvan deze de betrokken producten correct in de GN kan indelen, dan zelf deze indeling te verrichten, te meer daar het Hof niet altijd over de daarvoor noodzakelijke gegevens beschikt. De nationale rechter lijkt hiertoe in ieder geval beter toegerust. Om de verwijzende rechter een nuttig antwoord te geven, kan het Hof hem evenwel, in een geest van samenwerking met de nationale rechters, alle aanwijzingen geven die het noodzakelijk acht (zie met name arrest van 16 juli 2009, Pärlitigu, C‑56/08, Jurispr. blz. I‑00000, punt 23 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

25      In de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak, staat het aan hem om te beoordelen of de adapter in het hoofdgeding een combinatie van machines dan wel een uit verscheidene elementen bestaande machine is waarmee een welbepaalde functie dan wel meerdere verschillende functies worden verricht, alsook om in voorkomend geval te bepalen wat de hoofdfunctie van deze adapter is, teneinde op basis daarvan de adapter met inachtneming van de door het Hof genoemde criteria in te delen.

 Ten gronde

26      Met zijn twee vragen, die tezamen moeten worden onderzocht, wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of een adapter als die in het hoofdgeding, waarmee de elektrische verbinding tussen de gegevensverwerkende machine en de te programmeren eenheden tot stand wordt gebracht en het programmeringsproces, dat later kan worden opgeroepen, wordt opgeslagen, een „eenheid” van een automatische gegevensverwerkende machine in de zin van aantekening 5 B op hoofdstuk 84 van de GN is en bijgevolg onder GN-post 8471 valt.

27      Volgens Data I/O is de adapter in het hoofdgeding bestemd om de elektrische verbinding tussen de automatische gegevensverwerkende machine en de te programmeren elektronische eenheid tot stand te brengen, zodat tussen die machine en die eenheid gegevens kunnen worden overgedragen. Daarnaast kunnen daarmee gegevens worden doorgegeven en opgeslagen, zodat de machine de gegevens kan verwerken. Bijgevolg moet dit goed onder GN-post 8471 worden ingedeeld.

28      De Commissie daarentegen stelt op basis van de GS-toelichtingen dat een goed slechts als een onder GN-post 8471 ingedeelde eenheid van een gegevensverwerkende machine kan worden aangemerkt, indien het tevens een gegevensverwerkende functie vervult. Is dat niet het geval, dan valt de adapter in het hoofdgeding niet onder die post. Aangezien deze adapter een memory-chip bevat waardoor het programmeringsproces later kan worden opgeroepen, staat het evenwel aan de verwijzende rechter om te beoordelen of het opslaan en het oproepen van gegevens al dan niet een gegevensverwerkende functie zijn.

29      Om te beginnen moet eraan worden herinnerd dat volgens vaste rechtspraak van het Hof in het belang van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen in de regel moet worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN-posten en in de aantekeningen op de afdeling of het hoofdstuk zijn omschreven (zie met name arresten van 18 juli 2007, Olicom, C‑142/06, Jurispr. blz. I‑6675, punt 16, en 19 februari 2009, Kamino International Logistics, C‑376/07, Jurispr. blz. I‑1167, punt 31).

30      De door de Commissie voor de GN en door de Werelddouaneorganisatie voor het GS uitgewerkte toelichtingen zijn, hoewel rechtens niet bindend, belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten (arresten van 26 oktober 2006, Turbon International, C‑250/05, Jurispr. blz. I‑10531, punt 16, en 18 juni 2009, Kloosterboer Services, C‑173/08, Jurispr. blz. I‑00000, punt 25).

31      Om als een eenheid van een automatische gegevensverwerkende machine onder GN-post 8471 te worden ingedeeld, moet de machine blijkens aantekening 5 B op hoofdstuk 84 van de GN, onder voorbehoud van aantekening 5 E op dat hoofdstuk, voldoen aan de drie in aantekening 5 B, sub a tot en met c, genoemde cumulatieve voorwaarden, namelijk ten eerste van de soort zijn die uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt in een automatisch gegevensverwerkend systeem; ten tweede rechtstreeks of indirect op de centrale verwerkingseenheid kunnen worden aangesloten, en ten derde in staat zijn gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm die bruikbaar is voor het systeem.

32      De verwijzende rechter acht op basis van de door het Finanzgericht München gedane vaststellingen bewezen dat de adapter in het hoofdgeding aan de eerste twee genoemde voorwaarden voldoet. Voorts is er geen sprake van een eigen functie in de zin van aantekening 5 E, die los van een automatische gegevensverwerkende machine kan worden vervuld. Deze rechter vraagt zich evenwel af of deze adapter, om als een eenheid van een automatische gegevensverwerkende machine te kunnen worden aangemerkt, voldoet aan de in aantekening 5 B, sub c, op hoofdstuk 84 genoemde voorwaarde, te weten „in staat zijn gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm – codes of signalen – die bruikbaar is voor het systeem”.

33      Vastgesteld moet worden dat de GN geen aanwijzingen bevat over wat moet worden verstaan onder „in staat zijn gegevens te ontvangen of te leveren in een vorm – codes of signalen – die bruikbaar is voor het systeem”.

34      Met name uit hoofdstuk I, deel D, van de GS-toelichting op GN-post 8471 blijkt echter dat een goed volgens punt 1 van de achtste alinea van dat deel slechts als een eenheid van een automatische gegevensverwerkende machine kan worden aangemerkt en onder die post kan worden ingedeeld, indien het tevens „een gegevensverwerkende functie” vervult.

35      „Gegevensverwerking” houdt volgens de eerste alinea van het hiervoor genoemde hoofdstuk I de bewerking in van alle soorten informatie in tevoren, met het oog op een bepaald doel of bepaalde doeleinden, vastgestelde logische volgorde. Verder lijkt dit begrip, gelet op de algemene opzet van de genoemde toelichting en de context daarvan, aldus te moeten worden begrepen dat er in beginsel sprake moet zijn van de exploitatie van gegevens, zoals de registratie, wijziging, opslag, conversie of bewerking daarvan.

36      Derhalve voldoet de adapter in het hoofdgeding, waarvan één van de functies erin bestaat om gegevens te registreren en op te slaan door middel van een memory-chip, aan de in aantekening 5 B, sub c, op hoofdstuk 84 van de GN genoemde voorwaarde, aangezien hij gegevens verwerkt.

37      Indien de verwijzende rechter bij de in punt 25 van dit arrest bedoelde beoordeling tot de conclusie zou komen dat registratie de hoofdfunctie is van een adapter als die in het bij hem aanhangige geding, dan moet er dus ook van worden uitgegaan dat deze als „eenheid” van automatische gegevensverwerkende machines onder GN-post 8471 moet worden ingedeeld.

38      Indien dat niet het geval is, staat het aan deze rechter om na te gaan of die adapter kan worden aangemerkt als een „deel” of een „toebehoren” van een automatische gegevensverwerkende machine en onder GN-post 8473 kan worden ingedeeld, zoals Data I/O subsidiair aanvoert, dan wel als „apparatuur voor het aansluiten van elektrische stroom” en onder GN-post 8536 kan worden ingedeeld, zoals het Hauptzollamt Hannover en de Commissie stellen.

39      Om de verwijzende rechter een nuttig antwoord te geven, moet worden gepreciseerd onder welke voorwaarden een goed onder die twee posten kan worden ingedeeld.

40      Volgens de rechtspraak van het Hof veronderstelt het begrip „deel” in de zin van GN-post 8473 de aanwezigheid van een geheel voor de werking waarvan dit deel noodzakelijk is (arrest Kloosterboer Services, reeds aangehaald, punt 27 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

41      Wat voorts het begrip „toebehoren” betreft, blijkt uit de GS-toelichting op post 8473 dat „[h]et in deze post bedoelde toebehoren bestaat uit een verwisselbare uitrusting waardoor de machines voor speciale werkzaamheden kunnen worden aangepast of uit mechanismen die ze geschikt maken voor bijkomende werkzaamheden of voor bijzondere werkzaamheden die verband houden met de hoofdfunctie van de machine”. Deze toelichting heeft met name betrekking op „elektronische geheugeneenheden […] waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor automatische gegevensverwerkende machines die niet bestaan uit discrete elementen”.

42      Het staat aan de verwijzende rechter om te bepalen of de adapter in het hoofdgeding onmisbaar is voor de werking van de gegevensverwerkende machine, dan wel kan worden aangemerkt als een uitrusting waardoor deze machine voor speciale werkzaamheden kan worden aangepast of als een mechanisme dat deze machine geschikt maakt voor bijzondere werkzaamheden die verband houden met de hoofdfunctie ervan.

43      Slechts indien die adapter noch onder GN-post 8471 noch onder GN-post 8473 kan worden ingedeeld, moet hij worden aangemerkt als „apparatuur voor het aansluiten van elektrische stroom” en zou hij bijgevolg vallen onder GN-post 8536, die met name betrekking heeft op „toestellen voor het aansluiten of verdelen van elektrische stroom”.

44      Blijkens deel A, eerste alinea, van de GS-toelichting op hoofdstuk 85 van de GN omvat dat hoofdstuk immers „alle elektrische machines, apparaten en toestellen, alsmede de delen daarvan, met uitzondering van […] machines, apparaten en toestellen bedoeld bij hoofdstuk 84, waar zij ook ingedeeld blijven indien zij elektrisch werken”. De adapter in het hoofdgeding kan dus slechts onder GN-post 8536 worden ingedeeld, indien hij niet onder GN-post 8471 of GN-post 8473 valt.

45      Gelet op een en ander dient op de vragen te worden geantwoord dat een adapter als die in het hoofdgeding, waarmee de elektrische verbinding tussen de gegevensverwerkende machine en de te programmeren eenheden tot stand wordt gebracht en het programmeringsproces, dat later kan worden opgeroepen, wordt opgeslagen, voldoet aan de in aantekening 5 B, sub c, op hoofdstuk 84 van de GN genoemde voorwaarde en als „eenheid” van een automatische gegevensverwerkende machine onder GN-post 8471 moet worden ingedeeld, voor zover de hoofdfunctie van deze adapter gegevensverwerking is. Bij gebreke van die functie moet een dergelijke adapter onder GN-post 8473 worden ingedeeld als „deel” of als „toebehoren” van een machine indien hij respectievelijk onmisbaar is voor de werking daarvan, dan wel kan worden aangemerkt als een uitrusting waardoor deze machine voor speciale werkzaamheden kan worden aangepast of als een mechanisme dat deze machine geschikt maakt voor bijzondere werkzaamheden die verband houden met de hoofdfunctie ervan, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan. Voor zover deze adapter onder geen van beide genoemde posten kan worden ingedeeld, moet hij worden aangemerkt als „apparatuur voor het aansluiten van elektrische stroom” en valt hij bijgevolg onder GN-post 8536.

 Kosten

46      Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de nationale rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Het Hof (Tweede kamer) verklaart voor recht:

Een adapter als die in het hoofdgeding, waarmee de elektrische verbinding tussen de gegevensverwerkende machine en de te programmeren eenheden tot stand wordt gebracht en het programmeringsproces, dat later kan worden opgeroepen, wordt opgeslagen, voldoet aan de voorwaarde van aantekening 5 B, sub c, op hoofdstuk 84 van de gecombineerde nomenclatuur, die is opgenomen in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief‑ en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1810/2004 van de Commissie van 7 september 2004, en moet als „eenheid” van een automatische gegevensverwerkende machine onder post 8471 van de gecombineerde nomenclatuur worden ingedeeld, voor zover de hoofdfunctie van deze adapter gegevensverwerking is. Bij gebreke van die functie moet een dergelijke adapter onder post 8473 van de gecombineerde nomenclatuur worden ingedeeld als „deel” of als „toebehoren” van een machine indien hij respectievelijk onmisbaar is voor de werking daarvan, dan wel kan worden aangemerkt als een uitrusting waardoor deze machine voor speciale werkzaamheden kan worden aangepast of als een mechanisme dat deze machine geschikt maakt voor bijzondere werkzaamheden die verband houden met de hoofdfunctie ervan, hetgeen de verwijzende rechter dient na te gaan. Voor zover deze adapter onder geen van beide genoemde posten kan worden ingedeeld, moet hij worden aangemerkt als „apparatuur voor het aansluiten van elektrische stroom” en valt hij bijgevolg onder post 8536 van de gecombineerde nomenclatuur.

ondertekeningen


* Procestaal: Duits.

Top