EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62001CJ0147
Judgment of the Court (Fifth Chamber) of 2 October 2003. # Weber's Wine World Handels-GmbH and Others v Abgabenberufungskommission Wien. # Reference for a preliminary ruling: Verwaltungsgerichtshof - Austria. # Indirect taxation - Duty on sales of alcoholic beverages - Incompatibility with Community law - Recovery of duty. # Case C-147/01.
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 2 oktober 2003.
Weber's Wine World Handels-GmbH en anderen tegen Abgabenberufungskommission Wien.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Verwaltungsgerichtshof - Oostenrijk.
Indirecte belastingen - Belasting op verkoop van alcoholhoudende dranken - Onverenigbaarheid met gemeenschapsrecht - Terugvordering van belasting.
Zaak C-147/01.
Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 2 oktober 2003.
Weber's Wine World Handels-GmbH en anderen tegen Abgabenberufungskommission Wien.
Verzoek om een prejudiciële beslissing: Verwaltungsgerichtshof - Oostenrijk.
Indirecte belastingen - Belasting op verkoop van alcoholhoudende dranken - Onverenigbaarheid met gemeenschapsrecht - Terugvordering van belasting.
Zaak C-147/01.
Jurisprudentie 2003 I-11365
ECLI identifier: ECLI:EU:C:2003:533
«Indirecte belastingen – Heffing op verkoop van alcoholhoudende dranken – Onverenigbaarheid met gemeenschapsrecht – Terugvordering van belasting»
|
I - 0000 | |||
|
I - 0000 | |||
[EG-Verdrag, art. 5 (thans art. 10 EG)]
ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer)
2 oktober 2003 (1)
„Indirecte belastingen – Belasting op verkoop van alcoholhoudende dranken – Onverenigbaarheid met gemeenschapsrecht – Terugvordering van belasting”
In zaak C-147/01, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk), in het aldaar aanhangige geding tussen Weber's Wine World Handels-GmbH, Ernestine Rathgeber, Karl Schlosser, Beta-Leasing GmbHen
Abgabenberufungskommission Wien , om een prejudiciële beslissing over de uitlegging van artikel 5 EG-Verdrag (thans artikel 10 EG) en van punt 3 van het dictum van het arrest van het Hof van 9 maart 2000, EKW en Wein & Co (C-437/97, Jurispr. blz. I-1157),wijstHET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),,
gelet op de schriftelijke opmerkingen ingediend door:
gezien het rapport ter terechtzitting,
gehoord de mondelinge opmerkingen van E. Rathgeber, vertegenwoordigd door W. Ilgenfritz; K. Schlosser, vertegenwoordigd door T. Jordis en G. Stefan, Rechtsanwalt; Beta-Leasing GmbH, vertegenwoordigd door W. Arnold; Abgabenberufungskommission Wien, vertegenwoordigd door L. Pramer, Rechtsanwalt; de Oostenrijkse regering, vertegenwoordigd door H. Dossi, en de Commissie, vertegenwoordigd door E. Traversa en V. Kreuschitz, ter terechtzitting van 12 december 2002,
gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 20 maart 2003,
het navolgende
HET HOF VAN JUSTITIE (Vijfde kamer),
uitspraak doende op de door het Verwaltungsgerichtshof bij beschikking van 23 maart 2001 gestelde vraag, verklaart voor recht:
Wathelet |
Timmermans |
La Pergola |
Jann |
von Bahr |
|
De griffier |
De president van de Vijfde kamer |
R. Grass |
M. Wathelet |