Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CJ0683

Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 13 januari 2022.
Europese Commissie tegen Slowaakse Republiek.
Niet-nakoming – Milieu – Richtlijn 2002/49/EG – Evaluatie en beheersing van omgevingslawaai – Belangrijke wegen en spoorwegen – Artikel 8, lid 2 – Actieplannen – Artikel 10, lid 2 – Bijlage VI – Samenvattingen van de actieplannen – Geen mededeling aan de Commissie binnen de gestelde termijn.
Zaak C-683/20.

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2022:22

 ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer)

13 januari 2022 ( *1 )

„Niet-nakoming – Milieu – Richtlijn 2002/49/EG – Evaluatie en beheersing van omgevingslawaai – Belangrijke wegen en spoorwegen – Artikel 8, lid 2 – Actieplannen – Artikel 10, lid 2 – Bijlage VI – Samenvattingen van de actieplannen – Geen mededeling aan de Commissie binnen de gestelde termijn”

In zaak C‑683/20,

betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 258 VWEU, ingesteld op 17 december 2020,

Europese Commissie, vertegenwoordigd door R. Lindenthal en M. Noll-Ehlers als gemachtigden,

verzoekster,

tegen

Slowaakse Republiek, vertegenwoordigd door B. Ricziová als gemachtigde,

verweerster,

wijst

HET HOF (Achtste kamer),

samengesteld als volgt: J. Passer (rapporteur), president van de Zevende kamer, waarnemend voor de president van de Achtste kamer, F. Biltgen en N. Wahl, rechters,

advocaat-generaal: P. Pikamäe,

griffier: A. Calot Escobar,

gezien de stukken,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1

De Europese Commissie verzoekt het Hof vast te stellen dat de Slowaakse Republiek niet heeft voldaan aan haar verplichtingen krachtens artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PB 2002, L 189, blz. 12), gelezen in samenhang met bijlage VI bij deze richtlijn, door geen actieplannen uit te werken voor de belangrijke wegen en spoorwegen als bedoeld in de bijlage bij dit arrest, en door de samenvattingen van die actieplannen niet aan de Commissie mee te delen.

Toepasselijke bepalingen

2

Artikel 3 („Definities”) van richtlijn 2002/49 bepaalt:

„In deze richtlijn wordt verstaan onder:

[…]

n)

belangrijke weg: regionale, nationale of internationale weg, als aangeduid door de lidstaat, waarop jaarlijks meer dan 3 miljoen voertuigen passeren;

o)

belangrijke spoorweg: spoorweg, als aangeduid door de lidstaat, waarop jaarlijks meer dan 30000 treinen passeren;

[…]

t)

actieplannen: plannen bedoeld voor de beheersing van lawaai-uitstoot en lawaai-effecten, waar nodig met inbegrip van lawaaivermindering;

[…]”

3

Artikel 8 („Actieplannen”) van die richtlijn bepaalt:

„[…]

2.   De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde autoriteiten uiterlijk 18 juli 2013 actieplannen hebben opgesteld, in het bijzonder gericht op prioritaire problemen die kunnen worden bepaald op grond van overschrijding van een relevante grenswaarde of andere door de lidstaten gekozen criteria voor de op hun grondgebied gelegen agglomeraties, belangrijke wegen en belangrijke spoorwegen.

[…]

5.   De actieplannen worden in geval van een belangrijke ontwikkeling die van invloed is op de geluidshindersituatie en daarnaast ten minste om de vijf jaar na de datum van goedkeuring opnieuw bezien, en zo nodig aangepast.

[…]

7.   De lidstaten dragen er zorg voor dat het publiek wordt geraadpleegd over voorstellen voor actieplannen, dat het vroegtijdig reële mogelijkheden krijgt voor inspraak in de opstelling en toetsing van de actieplannen, dat de resultaten van die inspraak in aanmerking worden genomen en dat het publiek over de genomen besluiten wordt geïnformeerd. Er worden redelijke termijnen gegeven waarbinnen voor elke inspraakronde voldoende tijd is.

Indien de verplichting om een inspraakprocedure te volgen zowel uit deze richtlijn als uit andere [Uniewetgeving] voortvloeit, kunnen de lidstaten in gecombineerde procedures voorzien om dubbel werk te voorkomen.”

4

Artikel 10 („Verzameling en bekendmaking van gegevens door de lidstaten en de Commissie”) van deze richtlijn bepaalt in lid 2:

„De lidstaten dragen er zorg voor dat de in de strategische geluidsbelastingkaarten vervatte gegevens en de samenvattingen van de actieplannen, als nader omschreven in bijlage VI, binnen zes maanden na de in artikel 7 respectievelijk artikel 8 genoemde data aan de Commissie worden toegezonden.”

5

Bijlage V bij deze richtlijn bevat minimumeisen voor actieplannen.

6

Bijlage VI bij deze richtlijn bepaalt welke gegevens aan de Commissie moeten worden toegezonden, met inbegrip van met name voor de belangrijke wegen en spoorwegen en de belangrijke luchthavens „[e]en samenvatting van het actieplan (niet meer dan tien bladzijden), waarin de in bijlage V genoemde relevante aspecten worden beschreven”.

Precontentieuze procedure

7

Op 25 juni 2010 hebben de Slowaakse autoriteiten via het elektronische portaal Reportnet van het Europees milieuobservatie- en -informatienetwerk (Eionet) aan de Commissie een lijst verstrekt van agglomeraties, belangrijke wegen, belangrijke spoorwegen en belangrijke luchthavens die onder het toepassingsgebied van richtlijn 2002/49 vallen. Op 16 januari 2014 hebben zij deze lijst geactualiseerd wat de belangrijke spoorwegen betreft.

8

Op 27 maart 2015 hebben de diensten van de Commissie, na een eerste briefwisseling, in het kader van de EU Pilot-procedure 7453/15/ENVI een verzoek gericht tot de Slowaakse autoriteiten inzake de uitvoering van richtlijn 2002/49.

9

Op 26 mei 2015 hebben de Slowaakse autoriteiten op dit verzoek geantwoord en op 24 juli 2015 hebben zij de gegevens over de agglomeraties en de belangrijke wegen geactualiseerd.

10

Op 29 april 2016 heeft de Commissie de Slowaakse Republiek een aanmaningsbrief gestuurd waarin zij wees op verschillende punten waarop de krachtens richtlijn 2002/49 op deze lidstaat rustende verplichtingen niet werden nagekomen. Het ging met name om de verplichting van artikel 8, lid 2, om actieplannen op te stellen, alsook om de verplichting van artikel 10, lid 2, gelezen in samenhang met de bijlagen V en VI bij die richtlijn, om haar samenvattingen van deze actieplannen toe te zenden.

11

Bij brief van 17 juni 2016 heeft de Slowaakse Republiek op deze aanmaningsbrief geantwoord.

12

Op 15 juni 2017 heeft de Commissie, na onderzoek van dit antwoord en van informatie die later is verstrekt, de Slowaakse Republiek een met redenen omkleed advies toegezonden. In dat advies heeft zij met name vastgesteld dat deze lidstaat, in strijd met artikel 8, leden 2 en 4, van richtlijn 2002/49, gelezen in samenhang met bijlage V bij deze richtlijn, geen actieplannen had opgesteld voor 462 belangrijke wegen en 16 belangrijke spoorwegen, en voor die belangrijke wegen en spoorwegen ook geen samenvattingen van de actieplannen had toegezonden, hetgeen in strijd was met artikel 10, lid 2, van deze richtlijn, gelezen in samenhang met de bijlagen V en VI. De Commissie heeft de Slowaakse Republiek een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van dit advies gegeven om de nodige maatregelen vast te stellen om een einde te maken aan de geconstateerde punten van niet-nakoming.

13

Bij brief van 24 juli 2017 heeft de Slowaakse Republiek erop gewezen dat zij niet in staat was geweest volledig en tijdig aan de uit richtlijn 2002/49 voortvloeiende verplichtingen te voldoen doordat de beheerders van de wegeninfrastructuur en de spoorwegexploitanten hun wettelijke verplichtingen niet binnen de gestelde termijn waren nagekomen. Deze lidstaat heeft de Commissie er bovendien op gewezen dat 17 actieplannen voor belangrijke wegen werden opgesteld.

14

Op 21 augustus en 10 september 2020 hebben de Slowaakse autoriteiten nieuwe informatie over respectievelijk de belangrijke wegen en de belangrijke spoorwegen aan het Eionet-netwerk toegezonden.

15

Aangezien de Commissie van mening is dat de Slowaakse Republiek niet heeft voldaan aan de verplichtingen die op haar rusten krachtens artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van richtlijn 2002/49, gelezen in samenhang met bijlage VI bij deze richtlijn, heeft zij besloten het onderhavige beroep in te stellen.

Beroep

Argumenten van partijen

16

Hoewel de Commissie erkent dat de Slowaakse Republiek sinds de inleiding van de procedure enige vooruitgang heeft geboekt bij de uitvoering van richtlijn 2002/49, betoogt zij dat deze lidstaat niet heeft voldaan aan haar verplichting om overeenkomstig artikel 10, lid 2, van richtlijn 2002/49, gelezen in samenhang met bijlage VI bij die richtlijn, samenvattingen van de actieplannen voor 445 belangrijke wegen buiten agglomeraties en voor 16 belangrijke spoorwegen buiten agglomeraties over te leggen. Bij gebreke van enige andersluidende aanduiding concludeert de Commissie dat de Slowaakse Republiek voor deze wegen en spoorwegen geen actieplannen heeft opgesteld en dus de krachtens artikel 8, lid 2, van deze richtlijn op haar rustende verplichting niet is nagekomen.

17

De Slowaakse Republiek erkent dat zij de krachtens artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van richtlijn 2002/49 op haar rustende verplichtingen niet tijdig is nagekomen. Zij is echter van mening dat het onderhavige beroep zonder voorwerp is geraakt.

18

Nadat zij de Commissie op 10 september 2020 een document met als titel „Actieplan ter bescherming tegen geluidshinder afkomstig van bepaalde belangrijke spoorlijnen die worden beheerd door het Slowaakse nationale spoorwegbedrijf (ŽSR) en in 2011 in bedrijf waren – Samenvatting”, daterend van juli 2013, en op 31 december 2020 een document met de titel„Actieplan ter bescherming tegen geluidshinder afkomstig van bepaalde belangrijke wegen die door de Slowaakse wegenadministratie (SSC) worden beheerd (situatie in 2011) – Samenvatting”, daterend van november 2020, heeft overgelegd, is er volgens haar immers geen sprake meer van enige vermeende niet-nakoming.

19

In repliek betwist de Commissie de relevantie van deze documenten. Deze documenten maken namelijk melding van openbare raadplegingen in de loop van 2020. Aangezien openbare raadplegingen overeenkomstig artikel 8, lid 7, van richtlijn 2002/49 aan de aanneming van actieplannen moeten voorafgaan, kunnen deze documenten dus geen betrekking hebben op actieplannen voor de periode tussen 2013 en 2018. Het gaat waarschijnlijk om recente documenten die betrekking hebben op een situatie in het verleden. Uit de systematische uitlegging van de bepalingen van richtlijn 2002/49 volgt evenwel dat een actieplan tijdig moet worden vastgesteld om een toekomstige periode te bestrijken, aldus de Commissie. In het bijzonder vloeit uit het bij deze richtlijn ingevoerde stelsel van verplichtingen, met name uit artikel 8, lid 5, van deze richtlijn, voort dat de actieplannen uiterlijk na vijf jaar opnieuw worden getoetst en zo nodig herzien. Daarom kan de aanneming in 2020 van het actieplan dat in 2013 had moeten worden opgesteld, niet leiden tot naleving van richtlijn 2002/49. Indien het mogelijk zou zijn om actieplannen vast te stellen na het verstrijken van de periode waarop zij betrekking hebben, zou richtlijn 2002/49 geen nuttig effect hebben.

20

De Commissie voegt hieraan toe dat de vraag of de Slowaakse Republiek heeft voldaan aan de krachtens artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van richtlijn 2002/49 op haar rustende verplichtingen hoe dan ook moet worden beoordeeld op basis van de situatie zoals deze zich voordeed aan het einde van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn, in casu 15 augustus 2017. Het staat vast dat de Slowaakse Republiek op die datum nog steeds geen actieplannen voor 445 belangrijke wegen en 16 belangrijke spoorwegen had opgesteld.

21

De Slowaakse Republiek verwerpt dit betoog van de Commissie, dat zij onlogisch en verwarrend acht. Uit richtlijn 2002/49 volgt dat de actieplannen die deze lidstaat vóór 18 juli 2013 moest opstellen voor 16 belangrijke spoorwegen en 445 belangrijke wegen, moesten zijn gebaseerd op gegevens uit 2011 en maatregelen moesten bevatten voor de jaren 2013 tot en met 2018. De Slowaakse Republiek heeft achteraf aan deze verplichting voldaan. De door de Commissie in het stadium van de repliek geformuleerde eisen komen er in de praktijk op neer dat de Slowaakse Republiek moet afzien van pogingen, ook al was het maar achteraf, om te voldoen aan de in artikel 8, lid 2, van richtlijn 2002/49 neergelegde verplichting waarop het onderhavige beroep betrekking heeft, terwijl haar tegelijkertijd de nakoming van een andere verplichting wordt opgelegd, namelijk die waarin artikel 8, lid 5, van richtlijn 2002/49 voorziet, en er wat die verplichting betreft geen beroep wegens niet-nakoming tegen haar is ingesteld. Met andere woorden, de argumenten van de Commissie betekenen dat indien een lidstaat zijn verplichtingen niet binnen de in deze richtlijn gestelde termijn is nagekomen, hij dat nooit zal kunnen doen.

22

Voor het geval dat de Commissie de Slowaakse Republiek in repliek verwijt dat zij niet heeft voldaan aan de in artikel 8, lid 7, van richtlijn 2002/49 neergelegde verplichting om tijdig een openbare raadpleging over de actieplannen uit te voeren, en evenmin aan de in artikel 8, lid 5, van richtlijn 2002/49 neergelegde verplichting om de actieplannen uiterlijk vijf jaar na de datum van hun goedkeuring te toetsen of te herzien, is de Slowaakse Republiek van mening dat deze grieven niet-ontvankelijk zijn.

23

Voorts merkt de Slowaakse Republiek om te beginnen op dat de actieplannen waarop het beroep betrekking heeft, weliswaar pas in 2020 zijn afgerond, maar dat dit niet betekent dat er na 2013 geen maatregelen ter bestrijding van omgevingslawaai zijn vastgesteld ten aanzien van de betrokken belangrijke wegen en spoorwegen. In dit verband noemt zij verschillende maatregelen die beogen de spoorwegen te moderniseren of rechtstreeks zijn gericht op de beperking van de geluidsbronnen.

24

Verder is de Slowaakse Republiek volledig op de hoogte van de verplichtingen die op haar rusten krachtens artikel 8, lid 5, van richtlijn 2002/49. Zij stelt dat zij overeenkomstig deze bepaling verschillende samenvattingen van actieplannen waarin rekening wordt gehouden met de situatie voor het jaar 2016 heeft opgesteld en verstrekt aan de Commissie.

25

Ten slotte benadrukt de Slowaakse Republiek dat zij verre van de enige lidstaat was die vertraging had opgelopen bij de nakoming van de verplichtingen uit hoofde van artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van richtlijn 2002/49.

Beoordeling door het Hof

26

Volgens vaste rechtspraak van het Hof moet het bestaan van een niet-nakoming worden beoordeeld naar de situatie van de lidstaat zoals die bestond aan het einde van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn en kan het Hof met daarna opgetreden wijzigingen geen rekening houden [zie arrest van 27 januari 2021, Commissie/Oostenrijk (Btw – Reisbureaus), C‑787/19, niet gepubliceerd, EU:C:2021:72, punt 34 en aldaar aangehaalde rechtspraak].

27

In casu betwist de Slowaakse Republiek niet dat zij bij het verstrijken van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn, te weten 15 augustus 2017, geen actieplannen had opgesteld voor de belangrijke wegen en de belangrijke spoorwegen als bedoeld in de bijlage bij het onderhavige arrest, en ook geen samenvatting van deze actieplannen had verstrekt aan de Commissie.

28

Wat betreft de documenten met als opschrift „Actieplan ter bescherming tegen geluidshinder afkomstig van bepaalde belangrijke spoorlijnen die worden beheerd door het Slowaakse nationale spoorwegbedrijf (ŽSR) en in 2011 in bedrijf waren – Samenvatting” en „Actieplan ter bescherming tegen geluidshinder afkomstig van bepaalde belangrijke wegen die door de Slowaakse wegenadministratie (SSC) worden beheerd (situatie in 2011) – Samenvatting” betwist de Slowaakse Republiek niet dat zij deze op 10 september en 31 december 2020 aan de Commissie heeft verstrekt, dus na het verstrijken van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn. Wat het eerste van deze twee documenten betreft, preciseert zij overigens dat de vermelding van 2013 (zie punt 18 van het onderhavige arrest) op dat document is bewaard gebleven omdat het aanvankelijk in 2013 moest worden opgesteld. Zij bevestigt evenwel dat ook dit document pas in 2020, na de openbare raadpleging, is afgerond.

29

Hieruit volgt dat deze documenten overeenkomstig de in punt 26 van het onderhavige arrest aangehaalde rechtspraak irrelevant zijn voor de beoordeling of er op die datum sprake was van de gestelde punten van niet-nakoming.

30

Bovendien moet worden vastgesteld dat de stelling van de Slowaakse Republiek dat bepaalde argumenten van de Commissie niet-ontvankelijk zijn, berust op een onjuiste lezing van de memories van deze instelling.

31

Zoals de Slowaakse Republiek zelf opmerkt, verzoekt de Commissie het Hof immers niet vast te stellen dat andere verplichtingen dan die van artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van richtlijn 2002/49 niet zijn nagekomen.

32

In werkelijkheid heeft de Commissie enkel in de context van de in punt 28 van het onderhavige arrest genoemde documenten verwezen naar de in artikel 8, leden 5 en 7, van deze richtlijn neergelegde verplichting om actieplannen te herzien en het publiek te raadplegen over voorstellen voor actieplannen, om met name aan te tonen dat deze documenten onlangs zijn opgesteld en in elk geval na het verstrijken van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn, hetgeen de Slowaakse Republiek in de onderhavige procedure niet betwist.

33

Voor zover de Slowaakse Republiek beklemtoont dat zij lang niet de enige lidstaat was die te laat was met de nakoming van de krachtens de artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van richtlijn 2002/49 op de lidstaten rustende verplichtingen, volstaat het eraan te herinneren dat het Hof herhaaldelijk heeft geoordeeld dat een lidstaat de niet-nakoming van de krachtens het VWEU op hem rustende verplichtingen niet kan rechtvaardigen met het feit dat andere lidstaten hun verplichtingen niet zijn nagekomen en dat ook nog steeds niet doen (arrest van 18 november 2010, Commissie/Spanje, C‑48/10, niet gepubliceerd, EU:C:2010:704, punt 33 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

34

Het beroep dient derhalve te worden toegewezen.

35

Gelet op een en ander moet worden vastgesteld dat de Slowaakse Republiek niet heeft voldaan aan de verplichtingen die op haar rusten krachtens artikel 8, lid 2, respectievelijk artikel 10, lid 2, van richtlijn 2002/49, gelezen in samenhang met bijlage VI bij die richtlijn, doordat zij ten eerste geen actieplannen heeft opgesteld voor de belangrijke wegen en de belangrijke spoorwegen die in de bijlage bij het onderhavige arrest zijn opgenomen, en ten tweede geen samenvattingen van die actieplannen aan de Commissie heeft verstrekt.

Kosten

36

Volgens artikel 138, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof wordt de in het ongelijk gestelde partij verwezen in de kosten, voor zover dit is gevorderd. Aangezien de Slowaakse Republiek in het ongelijk is gesteld, moet zij overeenkomstig de vordering van de Commissie worden verwezen in de kosten.

 

Het Hof (Achtste kamer) verklaart:

 

1)

De Slowaakse Republiek heeft niet voldaan aan de verplichtingen die op haar rusten krachtens artikel 8, lid 2, respectievelijk artikel 10, lid 2, van richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai, gelezen in samenhang met bijlage VI bij die richtlijn, doordat zij ten eerste geen actieplannen heeft opgesteld voor de belangrijke wegen en de belangrijke spoorwegen die in de bijlage bij het onderhavige arrest zijn opgenomen, en ten tweede geen samenvattingen van die actieplannen aan de Commissie heeft verstrekt.

 

2)

De Slowaakse Republiek wordt verwezen in de kosten.

 

ondertekeningen

Bijlage

Belangrijke wegen

Nationaal identificatienummer Uniek identificatienummer

90269 SK_b_rd001

90260 SK_b_rd002

90290 SK_b_rd003

90290 SK_b_rd004

90308 SK_b_rd005

90308 SK_b_rd006

90309 SK_b_rd007

90309 SK_b_rd008

90309 SK_b_rd009

90100 SK_b_rd010

90100 SK_b_rd011

90100 SK_b_rd012

90118 SK_b_rd013

90118 SK_b_rd014

90118 SK_b_rd015

90118 SK_b_rd016

90119 SK_b_rd017

90120 SK_b_rd018

90120 SK_b_rd019

90120 SK_b_rd020

90120 SK_b_rd021

90120 SK_b_rd022

90120 SK_b_rd023

90130 SK_b_rd024

90130 SK_b_rd025

90140 SK_b_rd026

90149 SK_b_rd027

90149 SK_b_rd028

90149 SK_b_rd029

90149 SK_b_rd030

90149 SK_b_rd031

90158 SK_b_rd032

90158 SK_b_rd033

90158 SK_b_rd034

90158 SK_b_rd035

90158 SK_b_rd036

90158 SK_b_rd037

90169 SK_b_rd038

90170 SK_b_rd039

90180 SK_b_rd040

90180 SK_b_rd041

90187 SK_b_rd042

90187 SK_b_rd043

90187 SK_b_rd044

90210 SK_b_rd045

90210 SK_b_rd046

90220 SK_b_rd047

37 SK_b_rd048

30 SK_b_rd049

30 SK_b_rd050

47 SK_b_rd051

47 SK_b_rd052

40 SK_b_rd053

40 SK_b_rd054

69 SK_b_rd055

69 SK_b_rd056

60 SK_b_rd057

60 SK_b_rd058

60 SK_b_rd059

60 SK_b_rd060

60 SK_b_rd061

60 SK_b_rd062

66 SK_b_rd063

70 SK_b_rd064

70 SK_b_rd065

70 SK_b_rd066

80 SK_b_rd067

127 SK_b_rd068

127 SK_b_rd069

127 SK_b_rd070

130 SK_b_rd071

380 SK_b_rd072

390 SK_b_rd073

390 SK_b_rd074

390 SK_b_rd075

390 SK_b_rd076

390 SK_b_rd077

410 SK_b_rd078

410 SK_b_rd079

410 SK_b_rd080

410 SK_b_rd081

410 SK_b_rd082

420 SK_b_rd083

420 SK_b_rd084

430 SK_b_rd085

430 SK_b_rd086

430 SK_b_rd087

430 SK_b_rd088

440 SK_b_rd089

446 SK_b_rd090

470 SK_b_rd091

80027 SK_b_rd092

80027 SK_b_rd093

80027 SK_b_rd094

80027 SK_b_rd095

80027 SK_b_rd096

80027 SK_b_rd097

80027 SK_b_rd098

80026 SK_b_rd099

80630 SK_b_rd100

80630 SK_b_rd101

80640 SK_b_rd102

80658 SK_b_rd103

80658 SK_b_rd104

80659 SK_b_rd105

80659 SK_b_rd106

83660 SK_b_rd107

83668 SK_b_rd108

83668 SK_b_rd109

83668 SK_b_rd110

83668 SK_b_rd111

83668 SK_b_rd112

83668 SK_b_rd113

92099 SK_b_rd114

92099 SK_b_rd115

92099 SK_b_rd116

92099 SK_b_rd117

92099 SK_b_rd118

92100 SK_b_rd119

92107 SK_b_rd120

92107 SK_b_rd121

92107 SK_b_rd122

91450 SK_b_rd123

91450 SK_b_rd124

92107 SK_b_rd125

92107 SK_b_rd126

92107 SK_b_rd127

91456 SK_b_rd128

92117 SK_b_rd129

92117 SK_b_rd130

92110 SK_b_rd131

92110 SK_b_rd132

92110 SK_b_rd133

92110 SK_b_rd134

92120 SK_b_rd135

92120 SK_b_rd136

92150 SK_b_rd137

92160 SK_b_rd138

92160 SK_b_rd139

90460 SK_b_rd140

90470 SK_b_rd141

90470 SK_b_rd142

90480 SK_b_rd143

90480 SK_b_rd144

90480 SK_b_rd145

90480 SK_b_rd146

90490 SK_b_rd147

90490 SK_b_rd148

90490 SK_b_rd149

90500 SK_b_rd150

90509 SK_b_rd151

90510 SK_b_rd152

90510 SK_b_rd153

90510 SK_b_rd154

90510 SK_b_rd155

90510 SK_b_rd156

90520 SK_b_rd157

90520 SK_b_rd158

90527 SK_b_rd159

90527 SK_b_rd160

90527 SK_b_rd161

90527 SK_b_rd162

90527 SK_b_rd163

90527 SK_b_rd164

90527 SK_b_rd165

90527 SK_b_rd166

90527 SK_b_rd167

90530 SK_b_rd168

90536 SK_b_rd169

90540 SK_b_rd170

90550 SK_b_rd171

90550 SK_b_rd172

90550 SK_b_rd173

90560 SK_b_rd174

90560 SK_b_rd175

90560 SK_b_rd176

90560 SK_b_rd177

90580 SK_b_rd178

90580 SK_b_rd179

90590 SK_b_rd180

90596 SK_b_rd181

540 SK_b_rd182

540 SK_b_rd183

540 SK_b_rd184

550 SK_b_rd185

600 SK_b_rd186

618 SK_b_rd187

618 SK_b_rd188

618 SK_b_rd189

239 SK_b_rd190

239 SK_b_rd191

240 SK_b_rd192

240 SK_b_rd193

240 SK_b_rd194

258 SK_b_rd195

269 SK_b_rd196

270 SK_b_rd197

270 SK_b_rd198

280 SK_b_rd199

290 SK_b_rd200

290 SK_b_rd201

299 SK_b_rd202

300 SK_b_rd203

300 SK_b_rd204

310 SK_b_rd205

310 SK_b_rd206

80750 SK_b_rd207

80750 SK_b_rd208

80750 SK_b_rd209

80780 SK_b_rd210

80780 SK_b_rd211

85520 SK_b_rd212

85526 SK_b_rd213

85526 SK_b_rd214

85526 SK_b_rd215

85526 SK_b_rd216

85526 SK_b_rd217

81170 SK_b_rd218

81170 SK_b_rd219

81180 SK_b_rd220

81180 SK_b_rd221

81180 SK_b_rd222

81180 SK_b_rd223

81200 SK_b_rd224

81200 SK_b_rd225

81230 SK_b_rd226

81230 SK_b_rd227

81720 SK_b_rd228

81720 SK_b_rd229

81726 SK_b_rd230

81726 SK_b_rd231

81726 SK_b_rd232

81726 SK_b_rd233

81726 SK_b_rd234

81726 SK_b_rd235

81726 SK_b_rd236

90660 SK_b_rd237

90660 SK_b_rd238

90660 SK_b_rd239

90670 SK_b_rd240

90670 SK_b_rd241

90700 SK_b_rd242

90756 SK_b_rd243

90750 SK_b_rd244

90750 SK_b_rd245

90750 SK_b_rd246

90750 SK_b_rd247

90780 SK_b_rd248

90780 SK_b_rd249

90790 SK_b_rd250

90790 SK_b_rd251

80140 SK_b_rd252

80146 SK_b_rd253

80190 SK_b_rd254

80190 SK_b_rd255

80190 SK_b_rd256

80200 SK_b_rd257

80200 SK_b_rd258

80200 SK_b_rd259

80200 SK_b_rd260

80260 SK_b_rd261

80030 SK_b_rd262

80030 SK_b_rd263

80040 SK_b_rd264

80050 SK_b_rd265

90019 SK_b_rd266

90019 SK_b_rd267

90019 SK_b_rd268

90019 SK_b_rd269

90019 SK_b_rd270

90019 SK_b_rd271

90010 SK_b_rd272

90010 SK_b_rd273

90040 SK_b_rd274

90040 SK_b_rd275

90040 SK_b_rd276

90040 SK_b_rd277

80286 SK_b_rd278

80286 SK_b_rd279

80286 SK_b_rd280

80288 SK_b_rd281

80288 SK_b_rd282

80288 SK_b_rd283

80288 SK_b_rd284

80288 SK_b_rd285

80289 SK_b_rd286

80289 SK_b_rd287

80296 SK_b_rd288

80297 SK_b_rd289

80297 SK_b_rd290

80297 SK_b_rd291

80297 SK_b_rd292

81460 SK_b_rd293

81460 SK_b_rd294

81478 SK_b_rd295

81478 SK_b_rd296

81478 SK_b_rd297

81479 SK_b_rd298

81480 SK_b_rd299

81480 SK_b_rd300

81480 SK_b_rd301

81480 SK_b_rd302

81496 SK_b_rd303

81496 SK_b_rd304

81496 SK_b_rd305

81496 SK_b_rd306

81500 SK_b_rd307

81510 SK_b_rd308

81510 SK_b_rd309

81510 SK_b_rd310

81510 SK_b_rd311

81570 SK_b_rd312

81570 SK_b_rd313

81570 SK_b_rd314

80420 SK_b_rd315

80458 SK_b_rd316

80459 SK_b_rd317

80560 SK_b_rd318

80560 SK_b_rd319

80570 SK_b_rd320

80590 SK_b_rd321

80590 SK_b_rd322

80620 SK_b_rd323

80628 SK_b_rd324

80628 SK_b_rd325

80628 SK_b_rd326

80628 SK_b_rd327

91460 SK_b_rd328

91460 SK_b_rd329

91460 SK_b_rd330

91440 SK_b_rd331

91440 SK_b_rd332

91430 SK_b_rd333

91430 SK_b_rd334

91430 SK_b_rd335

91380 SK_b_rd336

91380 SK_b_rd337

91380 SK_b_rd338

91370 SK_b_rd339

91370 SK_b_rd340

91360 SK_b_rd341

80350 SK_b_rd342

80350 SK_b_rd343

80357 SK_b_rd344

80357 SK_b_rd345

80360 SK_b_rd346

80360 SK_b_rd347

80360 SK_b_rd348

80370 SK_b_rd349

80370 SK_b_rd350

80380 SK_b_rd351

80390 SK_b_rd352

80390 SK_b_rd353

80390 SK_b_rd354

80390 SK_b_rd355

90390 SK_b_rd356

90390 SK_b_rd357

91300 SK_b_rd358

91300 SK_b_rd359

91296 SK_b_rd360

91290 SK_b_rd361

91290 SK_b_rd362

91260 SK_b_rd363

91250 SK_b_rd364

91250 SK_b_rd365

91550 SK_b_rd366

91550 SK_b_rd367

91530 SK_b_rd368

91530 SK_b_rd369

95376 SK_b_rd370

95377 SK_b_rd371

95380 SK_b_rd372

95380 SK_b_rd373

95377 SK_b_rd374

95376 SK_b_rd375

90880 SK_b_rd376

90880 SK_b_rd377

90897 SK_b_rd378

90897 SK_b_rd379

90900 SK_b_rd380

90900 SK_b_rd381

90900 SK_b_rd382

90900 SK_b_rd383

90900 SK_b_rd384

90910 SK_b_rd385

90910 SK_b_rd386

90910 SK_b_rd387

90920 SK_b_rd388

90930 SK_b_rd389

90930 SK_b_rd390

90937 SK_b_rd391

90937 SK_b_rd392

90940 SK_b_rd393

90940 SK_b_rd394

1300 SK_b_rd395

1300 SK_b_rd396

1300 SK_b_rd397

1300 SK_b_rd398

1300 SK_b_rd399

1300 SK_b_rd400

1310 SK_b_rd401

1310 SK_b_rd402

1310 SK_b_rd403

1320 SK_b_rd404

910 SK_b_rd405

910 SK_b_rd406

910 SK_b_rd407

910 SK_b_rd408

920 SK_b_rd409

930 SK_b_rd410

936 SK_b_rd411

930 SK_b_rd412

930 SK_b_rd413

940 SK_b_rd414

950 SK_b_rd415

2069 SK_b_rd416

95610 SK_b_rd417

91230 SK_b_rd418

91230 SK_b_rd419

91230 SK_b_rd420

91230 SK_b_rd421

91230 SK_b_rd422

91230 SK_b_rd423

1330 SK_b_rd424

1330 SK_b_rd425

1330 SK_b_rd426

5570 SK_b_rd427

5570 SK_b_rd428

5570 SK_b_rd429

5570 SK_b_rd430

5580 SK_b_rd431

1789 SK_b_rd432

81330 SK_b_rd433

81330 SK_b_rd434

81330 SK_b_rd435

81340 SK_b_rd436

81340 SK_b_rd437

81340 SK_b_rd438

81340 SK_b_rd439

81350 SK_b_rd440

81350 SK_b_rd441

81350 SK_b_rd442

81360 SK_b_rd443

81360 SK_b_rd444

81360 SK_b_rd445

Belangrijke spoorwegen

Nationaal identificatienummer Uniek identificatienummer

ŽSR-110 SK_a_rl1

ŽSR-110 SK_a_rl2

ŽSR-120 SK_a_rl3

ŽSR-120 SK_a_rl4

ŽSR-130 SK_a_rl5

ŽSR-130 SK_a_rl6

ŽSR-120 SK_a_rl7

ŽSR-127 SK_a_rl8

ŽSR-180 SK_a_rl9

ŽSR-180 SK_a_rl10

ŽSR-180 SK_a_rl11

ŽSR-180 SK_a_rl12

ŽSR-180 SK_a_rl13

ŽSR-180 SK_a_rl14

ŽSR-180 SK_a_rl15

ŽSR-190 SK_a_rl16


( *1 ) Procestaal: Slowaaks.

Top