Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CJ0306

Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 15 oktober 2015.
Direktor na Agentsia „Mitnitsi” tegen Biovet AD.
Verzoek van de Varhoven administrativen sad om een prejudiciële beslissing.
Prejudiciële verwijzing – Richtlijn 92/83/EEG – Harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken – Artikel 27, lid 1, onder d) – Vrijstelling van de geharmoniseerde accijns – Ethylalcohol – Gebruik voor de reiniging en ontsmetting van materieel en werkruimten voor de vervaardiging van geneesmiddelen.
Zaak C-306/14.

Court reports – general

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2015:689

ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer)

15 oktober 2015 ( * )

„Prejudiciële verwijzing — Richtlijn 92/83/EEG — Harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken — Artikel 27, lid 1, onder d) — Vrijstelling van de geharmoniseerde accijns — Ethylalcohol — Gebruik voor de reiniging en ontsmetting van materieel en werkruimtes voor de vervaardiging van geneesmiddelen”

In zaak C‑306/14,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Varhoven administrativen sad (Bulgarije) bij beslissing van 19 juni 2014, ingekomen bij het Hof op 25 juni 2014, in de procedure

Direktor na Agentsia „Mitnitsi”

tegen

Biovet AD,

wijst HET HOF (Tweede kamer),

samengesteld als volgt: R. Silva de Lapuerta (rapporteur), president van de Eerste kamer, waarnemend voor de president van de Tweede kamer, J. L. da Cruz Vilaça, A. Arabadjiev, C. Lycourgos en J.‑C. Bonichot, rechters,

advocaat-generaal: Y. Bot,

griffier: M. Aleksejev, administrateur,

gezien de stukken en na de terechtzitting op 30 april 2015,

gelet op de opmerkingen van:

de Direktor na Agentsia „Mitnitsi”, vertegenwoordigd door V. Tanov, S. Yordanova, N. Yotsova-Toteva en S. Genova,

Biovet AD, vertegenwoordigd door A. Ivanov,

de Bulgaarse regering, vertegenwoordigd door E. Petranova, D. Drambozova en M. Georgieva als gemachtigden,

de Portugese regering, door L. Inez Fernandes, N. Vitorino en M. Rebelo als gemachtigden,

de Europese Commissie, vertegenwoordigd door M. Wasmeier en D. Roussanov als gemachtigden,

gehoord de conclusie van de advocaat-generaal ter terechtzitting van 4 juni 2015,

het navolgende

Arrest

1

Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van artikel 27, lid 2, onder d), van richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (PB L 316, blz. 21).

2

Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen de Direktor na Agentsia „Mitnitsi” (directeur van het douaneagentschap; hierna: „Direktor”) en Biovet AD (hierna: „Biovet”) over de heffing van geharmoniseerde accijns op de ethylalcohol die door Biovet wordt gebruikt voor reinigings‑ en ontsmettingsdoeleinden.

Toepasselijke bepalingen

Unierecht

3

De overwegingen 19 en 20 van richtlijn 92/83 luiden:

„Overwegende dat het noodzakelijk is op communautair niveau de vrijstellingen vast te stellen die van toepassing zijn op goederen die tussen de lidstaten worden vervoerd;

Overwegende evenwel dat het mogelijk is de lidstaten toe te staan vrijstellingen te verlenen die verband houden met het eindgebruik op hun nationale grondgebied”.

4

Krachtens artikel 19, lid 1, van deze richtlijn heffen de lidstaten accijns op ethylalcohol.

5

Artikel 27, lid 1, van deze richtlijn bepaalt:

„De lidstaten verlenen voor de onder deze richtlijn vallende producten vrijstelling van de geharmoniseerde accijns op de voorwaarden die zij vaststellen voor de juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstellingen en ter voorkoming van fraude, ontwijking of misbruik:

a)

wanneer zij zijn gedistribueerd in de vorm van alcohol die volledig gedenatureerd is overeenkomstig de voorschriften van een lidstaat, waarbij deze voorschriften naar behoren zijn gemeld en aanvaard overeenkomstig de leden 3 en 4. [...];

b)

wanneer zij zowel gedenatureerd zijn overeenkomstig de voorschriften van een lidstaat als worden aangewend voor de vervaardiging van niet voor menselijke consumptie bestemde producten;

[...]

d)

wanneer zij gebruikt worden voor de vervaardiging van geneesmiddelen als omschreven in richtlijn 65/65/EEG [van de Raad van 26 januari 1965 betreffende de aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake farmaceutische specialiteiten (PB 1965, 22, blz. 369)];

[...]”

6

Artikel 27, lid 2, onder d), van dezelfde richtlijn luidt:

„De onder deze richtlijn vallende producten kunnen door de lidstaten van de geharmoniseerde accijns worden vrijgesteld op de voorwaarden die zij bepalen voor de juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstellingen en ter voorkoming van fraude, ontwijking of misbruik:

[...]

d)

wanneer zij worden gebruikt bij productieprocessen, mits het eindproduct geen alcohol bevat;”

Bulgaars recht

7

Overeenkomstig artikel 22, lid 4, punt 4, van de Zakon za aktsizite i danăchnite skladove (Bulgaarse wet betreffende accijns en belastingentrepots, DV nr. 91 van 15 november 2005), in de op het hoofdgeding toepasselijke versie (hierna: „ZADS”), wordt de betaalde accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken teruggegeven wanneer deze worden gebruikt bij een productieproces, mits het eindproduct geen alcohol bevat.

8

Artikel 22, lid 7, ZADS preciseert dat voor de toepassing van lid 4, punt 4, van ditzelfde artikel, alcohol en alcoholhoudende dranken die als reinigingsmiddel worden gebruikt, niet worden geacht bij een productieproces te worden toegepast of gebruikt.

Hoofdgeding en prejudiciële vragen

9

Biovet vervaardigt geneesmiddelen en verkoopt diergeneeskundige producten, producten voor de landbouw en geneesmiddelen voor menselijk gebruik.

10

In het kader van de vervaardiging van geneesmiddelen gebruikt Biovet voor de reiniging en ontsmetting van technisch materieel, productie-installaties, alsook werkruimtes en werkbladen, ethylalcohol in de vorm van een 70 % waterige oplossing van ethanol.

11

Op 14 september 2012 verzocht Biovet om teruggave van de accijns betaald op 271 liter ethylalcohol die tussen 1 augustus en 31 augustus 2012 voor de bovengenoemde doeleinden was gebruikt.

12

Voornoemd verzoek werd bij besluit van de Nachalnik na Mitnitsa „Plovdiv” (directeur van het douanekantoor te Plovdiv, Bulgarije) afgewezen. Dit besluit vormde het voorwerp van een administratief beroep en werd bevestigd bij besluit van de Direktor.

13

Biovet heeft tegen laatstgenoemd besluit beroep ingesteld bij de Administrativen sad Sofia-grad (bestuursrechter te Sofia, Bulgarije), die van oordeel was dat reiniging en ontsmetting verschillende activiteiten zijn die een onderdeel vormen van het productieproces van een eindproduct zonder alcohol, zodat de accijns die op de voor ontsmetting gebruikte alcohol werd betaald, overeenkomstig artikel 22, lid 4, punt 4, ZADS moest worden teruggegeven en niet viel onder lid 7 van dat artikel.

14

Tegen de uitspraak van de Administrativen sad Sofia-grad is door de Direktor hoger beroep ingesteld voor de verwijzende rechter.

15

In deze omstandigheden heeft de Varhoven administrativen sad (hoogste bestuursrechter) de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:

„1)

Welke betekenis heeft het begrip ‚productieproces’ in artikel 27, lid 2, onder d), van richtlijn [92/83], en omvat dit begrip de reiniging en/of ontsmetting als processen voor het verkrijgen van een bepaalde mate van zuiverheid die zijn voorgeschreven door de goede praktijk bij de vervaardiging van geneesmiddelen?

2)

Is het volgens artikel 27, lid 2, onder d), van richtlijn 92/83 toegestaan dat een lidstaat, nadat hij alcohol wettelijk heeft vrijgesteld van de geharmoniseerde accijns op voorwaarde dat deze wordt gebruikt bij een productieproces en het eindproduct geen alcohol bevat, een wettelijke bepaling invoert volgens welke voor de toepassing van deze vrijstelling de voor reiniging gebruikte alcohol niet als bij het productieproces toegepast geldt?

3)

Mag, gelet op het rechtszekerheids‑ en het vertrouwensbeginsel met onmiddellijke ingang (dat wil zeggen zonder een passende termijn te verlenen opdat de marktdeelnemers hun gedrag kunnen aanpassen), een fictie als die welke is ingesteld bij artikel 22, lid 7, ZADS worden ingevoerd, die in geval van een door de lidstaat discretionair ingevoerde accijnsvrijstelling de teruggave van accijns op als reinigingsmiddel gebruikte alcohol beperkt?”

Beantwoording van de prejudiciële vragen

Eerste en tweede vraag

16

Met zijn eerste en tweede vraag, die samen dienen te worden onderzocht, vraagt de verwijzende rechter in wezen of artikel 27, lid 2, onder d), van richtlijn 92/83 aldus moet worden uitgelegd dat wanneer een lidstaat een regeling invoert waarmee uitvoering wordt gegeven aan de in deze bepaling vastgestelde vrijstelling, de ethylalcohol die wordt gebruikt voor de reiniging en/of ontsmetting van materieel en werkruimtes voor de vervaardiging van geneesmiddelen, onder deze vrijstelling kan vallen, en, in voorkomend geval, of deze lidstaat, in het kader van de toepassing van de genoemde vrijstelling, eventueel de ethylalcohol die wordt gebruikt voor dergelijke reinigings‑ en ontsmettingsdoeleinden kan uitsluiten van de werkingssfeer van deze vrijstelling.

17

Om te beginnen zij herinnerd aan de vaste rechtspraak van het Hof dat het Hof in de bij artikel 267 VWEU ingestelde samenwerkingsprocedure tussen de nationale rechterlijke instanties en het Hof, tot taak heeft de nationale rechter een voor de oplossing van het bij hem aanhangige geding nuttig antwoord te geven. Daartoe dient het Hof de voorgelegde vragen indien nodig te herformuleren (zie arrest Brasserie Bouquet, C‑285/14, EU:C:2015:353, punt 15). De omstandigheid dat een nationale rechter bij de formulering van een prejudiciële vraag formeel heeft verwezen naar bepaalde voorschriften van het Unierecht, staat er niet aan in de weg dat het Hof deze rechter alle uitleggingsgegevens verschaft die nuttig kunnen zijn voor de beslechting van de bij hem aanhangige zaak, ongeacht of deze in zijn vragen worden genoemd. Het staat in dit verband aan het Hof om uit alle door de nationale rechter verschafte gegevens, met name uit de motivering van de verwijzingsbeslissing, de elementen van het Unierecht te halen die, gelet op het voorwerp van het geschil, uitlegging behoeven (zie arrest Essent Energie Productie, C‑91/13, EU:C:2014:2206, punt 36).

18

Daar blijkens de verwijzingsbeslissing Biovet de terugbetaling vraagt van accijns die zij heeft betaald op de in het kader van de vervaardiging van geneesmiddelen voor de reiniging en ontsmetting van materieel en werkruimtes gebruikte ethylalcohol, moet worden nagegaan of een situatie als aan de orde in het hoofdgeding valt onder de toepassing van artikel 27, lid 1, onder d), van richtlijn 92/83. Indien dit inderdaad zo zou zijn, dan zou deze alcohol krachtens genoemde bepaling verplicht moeten worden vrijgesteld van accijns, zodat niet meer hoeft te worden nagegaan of artikel 27, lid 2, onder d), van deze richtlijn van toepassing is op een dergelijke situatie.

19

Bijgevolg moeten de eerste en de tweede vraag aldus worden geherformuleerd dat de verwijzende rechter daarmee in wezen wenst te vernemen of artikel 27, lid 1, onder d), van richtlijn 92/83 aldus moet worden uitgelegd dat de in deze bepaling vastgestelde verplichting tot vrijstelling, van toepassing is op ethylalcohol die door een onderneming wordt gebruikt voor reiniging of ontsmetting van materieel en werkruimtes die worden gebruikt voor de vervaardiging van geneesmiddelen.

20

Dienaangaande moet erop worden gewezen dat de bewoordingen van deze bepaling, die voorschrijft dat de lidstaten de onder richtlijn 92/83 vallende alcoholische producten van geharmoniseerde accijns vrijstellen wanneer zij worden gebruikt voor de vervaardiging van geneesmiddelen, deze vrijstelling niet onderwerpen aan de voorwaarde dat deze producten rechtstreeks worden gebruikt voor de vervaardiging van geneesmiddelen, noch aan de voorwaarde dat zij deel uitmaken van de samenstelling van de geneesmiddelen voor de vervaardiging waarvan zij worden gebruikt.

21

Volgens vaste rechtspraak van het Hof hebben de in richtlijn 92/83 neergelegde vrijstellingen met name tot doel de weerslag van de accijns op alcohol als tussenproduct in de samenstelling van andere commerciële of industriële producten te neutraliseren (zie beschikking Asprod, C‑313/14, EU:C:2014:2426, punt 16en aldaar aangehaalde rechtspraak).

22

Deze doelstelling is niet de enige die door genoemde vrijstellingen wordt beoogd, aangezien verschillende van deze vrijstellingen, zoals die in artikel 27, lid 1, onder a) en b), van de richtlijn, met betrekking tot alcohol die volledig is gedenatureerd overeenkomstig de voorschriften van een lidstaat en tot gedenatureerde alcohol die wordt aangewend voor de vervaardiging van niet voor menselijke consumptie bestemde producten, alcohol van de geharmoniseerde accijns vrijstellen, zelfs wanneer deze alcohol niet wordt gebruikt als tussenproduct in de samenstelling van andere producten.

23

Hetzelfde geldt eveneens voor de vrijstelling voorzien in artikel 27, lid 1, onder d), van richtlijn 92/83, die beoogt de weerslag van de geharmoniseerde accijns op de alcohol die gebruikt wordt voor de vervaardiging van geneesmiddelen, te neutraliseren, ongeacht of deze alcohol voorkomt in de samenstelling van deze geneesmiddelen of dat hij enkel noodzakelijk is bij hun vervaardiging zonder evenwel zelf erin voor te komen.

24

In casu wordt niet betwist dat Biovet, in het kader van het vervaardigen van geneesmiddelen, de terugbetaling heeft gevraagd van de door haar betaalde accijns op ethylalcohol die werd gebruikt voor de ontsmetting van haar materieel en werkruimtes.

25

Uit het aan het Hof overgelegde dossier blijkt dat de ontsmetting van het materieel, de uitrusting en de werkruimtes die voor de vervaardiging van geneesmiddelen worden gebruikt, een noodzakelijke stap bij de vervaardiging van deze geneesmiddelen is en dat het gebruik van ethylalcohol bij dat ontsmetten absoluut noodzakelijk is. Op dit vlak vertonen geneesmiddelen, in vergelijking met andere producten, de specificiteit dat voor hun vervaardiging zeer strenge sanitaire regels gelden. Zoals de verwijzende rechter opmerkt, heeft het ontsmetten met name tot doel om pathogene micro-organismen te vernietigen, aangezien die volgens de voorschriften inzake het kiemgehalte niet aanwezig mogen zijn in geneesmiddelen.

26

Daar deze ontsmetting inherent is aan de vervaardiging van geneesmiddelen volgt hieruit dat de voor dit doel gebruikte ethylalcohol moet worden beschouwd als gebruikt „voor de vervaardiging van geneesmiddelen” in de zin van artikel 27, lid 1, onder d), van richtlijn 92/83.

27

Bijgevolg moet deze alcohol overeenkomstig genoemde bepaling worden vrijgesteld van de geharmoniseerde accijns onder de voorwaarden vastgesteld door de betrokken lidstaat teneinde de juiste en eenvoudige toepassing van deze vrijstelling te verzekeren en iedere fraude, ontwijking of misbruik te voorkomen.

28

In deze omstandigheden dient op de eerste en de tweede vraag te worden geantwoord dat artikel 27, lid 1, onder d), van richtlijn 92/83 aldus moet worden uitgelegd dat de in deze bepaling opgenomen verplichting tot vrijstelling toepasselijk is op ethylalcohol die door een onderneming wordt gebruikt voor de reiniging of ontsmetting van materieel en werkruimtes voor de vervaardiging van geneesmiddelen.

Derde vraag

29

Gelet op het antwoord op de eerste en de tweede vraag, behoeft de derde vraag niet te worden beantwoord.

Kosten

30

Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechterlijke instantie over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

 

Het Hof (Tweede kamer) verklaart voor recht:

 

Artikel 27, lid 1, onder d), van richtlijn 92/83/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken, moet aldus worden uitgelegd dat de in deze bepaling opgenomen verplichting tot vrijstelling toepasselijk is op ethylalcohol die door een onderneming wordt gebruikt voor de reiniging of ontsmetting van materieel en werkruimtes voor de vervaardiging van geneesmiddelen.

 

ondertekeningen


( * )   Procestaal: Bulgaars.

Top