Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007FO0138

    Beschikking van het Gerecht voor ambtenarenzaken (Tweede kamer) van 16 september 2011.
    Rinse van Arum tegen Europees Parlement.
    Doorhaling.
    Zaak F-138/07.

    Court reports – Reports of Staff Cases

    ECLI identifier: ECLI:EU:F:2011:142

    BESCHIKKING VAN DE PRESIDENT VAN DE TWEEDE KAMER VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN VAN DE EUROPESE UNIE

    16 september 2011 (*)

    „Doorhaling”

    In zaak F-138/07,

    betreffende een beroep krachtens artikel 236 EG en artikel 152 EA,

    Rinse van Arum, ambtenaar van het Europees Parlement, wonende te Winksele (België), vertegenwoordigd door W. van den Muijsenbergh, advocaat,

    verzoeker,

    tegen

    Europees Parlement, aanvankelijk vertegenwoordigd door J. F. de Wachter, C. Burgos en K. Zejdová als gemachtigden, vervolgens door J. F. de Wachter en K. Zejdová als gemachtigden,

    verweerder,

    geeft

    DE PRESIDENT VAN DE TWEEDE KAMER VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

    de navolgende

    Beschikking

    1        Bij brief, binnengekomen ter griffie van het Gerecht bij fax van 20 juli 2011 (de neerlegging van het origineel heeft op 25 juli daaraanvolgend plaatsgevonden), heeft R. van Arum het Gerecht meegedeeld dat hij, gelet op de beschikking van het Gerecht van de Europese Unie van 28 juni 2011 in zaak T-454/09 P, Van Arum/Parlement, afstand van instantie wilde doen.

    2        Bij op 1 augustus 2011 ter griffie van het Gerecht binnengekomen brief heeft de verwerende partij het Gerecht meegedeeld dat zij geen opmerkingen over de afstand van instantie door de verzoekende partij had.

    3        Bijgevolg dient de onderhavige zaak overeenkomstig artikel 74 van het Reglement voor de procesvoering in het register van het Gerecht te worden doorgehaald.

    4        Volgens artikel 89, lid 5, van het Reglement voor de procesvoering wordt de partij die afstand doet van instantie, in de kosten verwezen, voor zover dit door de wederpartij in haar opmerkingen over de afstand van instantie is gevorderd.

    5        Daar de verwerende partij geen vordering in die zin heeft ingediend, dient te worden beslist dat elke partij haar eigen kosten zal dragen.

    DE PRESIDENT VAN DE TWEEDE KAMER VAN HET GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN

    beschikt:

    1)      Zaak F-138/07, Van Arum/Parlement, wordt doorgehaald in het register van het Gerecht.

    2)      Elke partij zal haar eigen kosten dragen.

    Luxemburg, 16 september 2011.

    De griffier

     

          De president van de Tweede kamer

    W. Hakenberg

     

           H. Tagaras


    * Procestaal: Nederlands.

    Top