EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022PC0651

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD over het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gespecialiseerd Comité EU-VK voor energie, opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, inzake de regelingen voor de handel in elektriciteit tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk

COM/2022/651 final

Brussel, 24.11.2022

COM(2022) 651 final

2022/0388(NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

over het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gespecialiseerd Comité EU-VK voor energie, opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, inzake de regelingen voor de handel in elektriciteit tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk


TOELICHTING

1.Onderwerp van het voorstel

Dit voorstel betreft het besluit tot vaststelling van het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gespecialiseerd Comité EU-VK voor energie (hierna het “Gespecialiseerd Comité”), opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (de “handels- en samenwerkingsovereenkomst”) in verband met de voorgenomen vaststelling van een aanbeveling aan elke partij betreffende hun verzoeken aan transmissiesysteembeheerders (de “TSB’s”) inzake elektriciteit met het oog op de voorbereiding van technische procedures voor het efficiënte gebruik van elektriciteitsinterconnectoren.

2.Achtergrond van het voorstel

2.1.Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk

De handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft tot doel om samenwerking tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk tot stand te brengen, onder meer op het gebied van energie. De energietitel (titel VIII) van rubriek een van deel twee (Handel, vervoer, visserij en andere regelingen) omvat verbintenissen inzake de handel via de elektriciteitsinterconnectoren. Met name de energietitel van en bijlage 29 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst bevatten bepalingen die gericht zijn op de ontwikkeling van een nieuwe procedure voor de toewijzing van capaciteit op elektriciteitsinterconnectoren voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt. Deze nieuwe procedure moet zijn gebaseerd op het model van de “losse koppeling van volumes in meerdere regio’s” binnen een bepaald tijdsbestek. Bovendien verbindt de handels- en samenwerkingsovereenkomst elke partij ertoe ervoor te zorgen dat de maximale capaciteit van de elektriciteitsinterconnectoren beschikbaar wordt gesteld, met inachtneming van de noodzaak om te zorgen voor een veilige exploitatie van het systeem en een zo efficiënt mogelijk gebruik van de systemen.

De voorschriften van de handels- en samenwerkingsovereenkomst zijn sinds 1 januari 2021 van kracht.

2.2.Het Gespecialiseerd Comité EU-VK voor energie

Het bij artikel 8, lid 1, punt l), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst ingestelde Gespecialiseerd Comité EU-VK voor energie (het “comité”) behandelt aangelegenheden die onder de energietitel (titel VIII) 1 van rubriek een van deel twee (Handel, vervoer, visserij en andere regelingen) vallen.

Krachtens artikel 8, lid 4, punten a) en c), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft het comité de bevoegdheid om toe te zien op de uitvoering en te zorgen voor de goede werking van de handels- en samenwerkingsovereenkomst op het gebied waarop het bevoegd is. Het comité heeft de bevoegdheid om besluiten, inclusief wijzigingen, en aanbevelingen vast te stellen ten aanzien van alle aangelegenheden waarin de handels- en samenwerkingsovereenkomst voorziet of waarvoor de Partnerschapsraad zijn bevoegdheden krachtens artikel 7, lid 4, punt f), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst aan dat comité heeft gedelegeerd. Deze bevoegdheid wordt nader gespecificeerd in de energietitel van rubriek een van deel twee van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, waarin wordt bepaald dat dit specifieke Gespecialiseerd Comité onder meer tot taak heeft aanbevelingen te doen, onder meer over aangelegenheden zoals handelsregelingen voor een efficiënt gebruik van interconnectoren overeenkomstig de artikelen 311 tot en met 313 en artikel 317 van en bijlage 29 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

Artikel 8, lid 7, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat Gespecialiseerde Comités (inclusief het Gespecialiseerd Comité voor energie) gezamenlijk worden voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Unie en een vertegenwoordiger van het Verenigd Koninkrijk. Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst worden de besluiten en aanbevelingen van een comité in onderlinge overeenstemming tussen de partijen genomen.

2.3.De beoogde handeling van het comité

Het comité beoogt een aanbeveling aan de partijen vast te stellen betreffende de ontwikkeling van de regeling voor de handel in elektriciteit, zoals voorzien in de handels- en samenwerkingsovereenkomst (“de beoogde handeling”).

De aanbeveling van het comité richt zich tot de partijen en omvat twee specifieke kwesties. Ten eerste bevestigt het comité in zijn aanbeveling aan de partijen de voorlopige aanbeveling die het directoraat-generaal Energie en het Britse ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie op 22 januari 2021 aan de TSB’s voor elektriciteit van de EU en het VK hebben gedaan. In die voorlopige aanbeveling, die is gedaan voordat het comité met zijn werkzaamheden begon, heeft het comité de TSB’s verzocht een begin te maken met de voorbereiding van technische procedures voor een efficiënt gebruik van de elektriciteitsinterconnectoren. Ten tweede erkent de aanbeveling weliswaar de reeds door de TSB’s verrichte werkzaamheden, maar bevat zij een verzoek om aanvullende informatie van de TSB’s. Deze aanvullende informatie zal het comité helpen bij het vervullen van zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 312, lid 1, en artikel 317, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, met name bij het nemen van een besluit over de wijze waarop de regelingen voor de handel in elektriciteit het best kunnen worden ontwikkeld.

Het comité moet de beoogde handeling zo spoedig mogelijk vaststellen, hetzij tijdens zijn volgende vergadering, hetzij door middel van een schriftelijke procedure als beschreven in bijlage I bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst, indien dat eerder is.

3.Namens de Unie in te nemen standpunt

3.1.1.Aanbeveling ter bevestiging van de voorlopige aanbeveling van de partijen aan de TSB’s om te beginnen met de voorbereiding van technische procedures voor een efficiënt gebruik van de elektriciteitsinterconnectoren

Op 22 januari 2021 hebben het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie en het Britse ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie een voorlopige aanbeveling gedaan aan hun respectieve TSB’s met het verzoek een begin te maken met de voorbereiding van technische procedures voor het efficiënte gebruik van elektriciteitsinterconnectoren. Deze aanbeveling werd verstrekt vlak nadat de Unie was begonnen met de voorlopige toepassing van de handels- en samenwerkingsovereenkomst en vooruitlopend op de aanvang van de werkzaamheden van het comité. Dankzij de voorlopige aanbeveling konden de TSB’s met name onmiddellijk beginnen met de voorbereiding van technische procedures voor een efficiënt gebruik van de elektriciteitsinterconnectoren in de day-aheadfase.

Deze voorlopige aanbeveling vormde ook de basis voor de werkzaamheden van de TSB’s met betrekking tot andere aspecten van het efficiënte gebruik van elektriciteitsinterconnectoren als bedoeld in artikel 311, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, zoals capaciteitsberekening, congestiebeheer of verbetering van de efficiëntie van de handel via elektriciteitsinterconnectoren voor andere tijdsbestekken dan dat van de day-aheadmarkt, voor zover en wanneer nodig. De aanbeveling blijft derhalve nuttig als referentiepunt en leidraad voor de verdere werkzaamheden van de TSB’s, hoewel duidelijk prioriteit wordt gegeven aan de handel in elektriciteit op de day-aheadmarkt.

Aangezien het comité in de loop van 2021 met zijn werkzaamheden is begonnen, is het nu passend dat het de geldigheid van die voorlopige aanbeveling bevestigt en de TSB’s hun werkzaamheden kunnen voortzetten.

Daarom wordt voorgesteld om in het comité, namens de Unie, steun te geven aan de vaststelling door het comité, overeenkomstig artikel 311, leden 1 en 2, artikel 312, lid 1, en artikel 317, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, van een aanbeveling aan elke partij houdende bevestiging van de voorlopige aanbeveling die de partijen op 22 januari 2021 aan de TSB’s hebben gedaan en die strekt tot het verzoek om een begin te maken met de voorbereiding van technische procedures voor het efficiënte gebruik van elektriciteitsinterconnectoren.

3.1.2.Aanbeveling aan de partijen strekkende tot een verzoek aan de TSB’s om aanvullende informatie over de kosten-batenanalyse en de ontwerpvoorstellen voor technische procedures

Overeenkomstig artikel 312, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst zal het comité bij voorrang de nodige stappen ondernemen om ervoor te zorgen dat de TSB’s voor elektriciteit regelingen ontwikkelen waarin de technische procedures voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt worden vastgelegd binnen een specifiek tijdschema, zoals opgenomen in deel 2 van bijlage 29 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Krachtens artikel 317, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst kan het comité aanbevelen dat elke partij haar TSB’s verzoekt voorbereidingen te treffen voor de technische procedures voor het efficiënte gebruik van de elektriciteitsinterconnectoren.

Op basis van de voorlopige aanbeveling die op 22 januari 2021 door het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie en het Britse ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie is gedaan, hebben de TSB’s van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk een kosten-batenanalyse uitgevoerd en ontwerpvoorstellen opgesteld als eerste stap in de ontwikkeling van de technische procedures voor de regelingen voor de handel in elektriciteit tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk.

In de analyse, die op 26 april 2021 aan de Commissie is voorgelegd, wordt geconcludeerd dat het in theorie mogelijk is om regelingen te ontwikkelen die voldoen aan de voorwaarden voor een losse koppeling van volumes in meerdere regio’s, als bedoeld in bijlage 29 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst (de zogenaamde oplossing met een “voorlopig orderboek” 2 ). De TSB’s van de Europese Unie en van het Verenigd Koninkrijk hebben echter ook geconcludeerd dat deze oplossing niet wenselijk is, omdat zij ernstige risico’s van marktmanipulatie en marktverstoringen met zich mee zou brengen. Het ACER heeft deze bezorgdheid duidelijk bevestigd in zijn advies, dat op 7 mei 2021 met de Commissie is gedeeld.

De TSB’s van de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk hebben een andere oplossing voor de ontwikkeling van de regelingen voor de handel in elektriciteit geanalyseerd, de zogenaamde oplossing met een “gemeenschappelijk orderboek” 3 . Dit zou echter een wijziging van Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie tot vaststelling van richtsnoeren voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer (de “CACM-verordening”) vereisen 4 . Deze voorgestelde oplossing is gebaseerd op de hypothese dat het huidige tijdsbestek van de procedurele stappen binnen de SDAC, zoals bepaald in de CACM-verordening, kan worden gewijzigd om de handelsparameters en -processen van het Verenigd Koninkrijk in aanmerking te nemen.

In de beoordeling van de TSB’s, gesteund door het advies van het ACER, zou de oplossing met een gemeenschappelijk orderboek, naast de ontwikkeling van technische procedures en wijzigingen in de CACM-verordening, ook een complexe aanvullende technische analyse van de haalbaarheid ervan vergen en gepaard gaan met een lange uitvoeringstermijn, die aanzienlijk langer is dan het oorspronkelijke tijdschema van bijlage 29 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst voor het testen en verifiëren van deze oplossing.

In het licht van deze bevindingen, die tijdens de vergadering van het comité van 30 maart 2022 zijn besproken, achten de Commissie en de Britse regering het noodzakelijk om de TSB’s te verzoeken deze resultaten verder en gedetailleerder te analyseren. De Commissie en de Britse regering zijn van mening dat de TSB’s een aantal aanvullende vragen moeten beantwoorden met betrekking tot elke onderzochte optie voordat het comité de partijen kan aanbevelen voor welke optie de technische procedures voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt moeten worden ontwikkeld. De Commissie en de Britse regering hebben ook opgemerkt dat het tijdschema als bedoeld in bijlage 29 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst niet is gehaald. Het comité dient niettemin zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 312, lid 1, en artikel 317, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst na te komen.

Daarom wordt voorgesteld om in het comité, namens de Unie, steun te geven aan de vaststelling door het comité, overeenkomstig artikel 312, lid 1, en artikel 317, lid 2, van en bijlage 29 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst, van een aanbeveling aan elke partij om haar respectieve TSB’s voor elektriciteit te verzoeken de aanvullende informatie te verstrekken, op basis van een vragenlijst die aan de aanbeveling zal worden gehecht, binnen vijf maanden na de datum van het verzoek van elke partij.

4.Rechtsgrondslag

4.1.Procedurele rechtsgrondslag

4.1.1.Beginselen

Volgens artikel 218, lid 9, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) “[stelt d]e Raad [...], op voorstel van de Commissie of van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, een besluit vast tot schorsing van de toepassing van een overeenkomst en tot bepaling van de standpunten die namens de Unie worden ingenomen in een krachtens een overeenkomst opgericht lichaam, wanneer dit lichaam handelingen met rechtsgevolgen vaststelt, met uitzondering van handelingen tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de overeenkomst”. (nadruk toegevoegd)

Onder het begrip “handelingen met rechtsgevolgen” vallen ook instrumenten die volkenrechtelijk niet bindend zijn, maar “beslissende invloed [kunnen hebben] op de inhoud van de regelgeving die de wetgever van de Unie vaststelt 5 .

4.1.2.Toepassing op het onderhavige geval

Het Gespecialiseerd Comité EU-VK voor energie is een orgaan dat is ingesteld bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk.

De door het comité vast te stellen handeling is een handeling die rechtsgevolgen kan hebben. De handeling draagt bij tot het vervullen van de verplichtingen die de partijen in artikel 312, lid 1, en artikel 317, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst zijn overeengekomen. Aangezien de aanbeveling van het comité voorwaarden en kaders stelt voor de ontwikkeling van regelingen voor de handel in elektriciteit tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk, kan zij een beslissende invloed hebben op de inhoud van of de wijze waarop het acquis van de Unie moet worden uitgevoerd, met name Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie tot vaststelling van richtsnoeren voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer 6 .

De beoogde handeling strekt niet tot aanvulling of wijziging van het institutionele kader van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

De procedurele rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 218, lid 9, VWEU.

4.2.Materiële rechtsgrondslag

4.2.1.Beginselen

De materiële rechtsgrondslag voor een overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit wordt in de eerste plaats bepaald door de doelstelling en de inhoud van de beoogde handeling ten aanzien waarvan namens de Unie een standpunt wordt ingenomen. Wanneer de beoogde handeling een tweeledige doelstelling heeft of bestaat uit twee componenten, waarvan er één kan worden gezien als hoofddoelstelling of hoofdcomponent, terwijl de andere doelstelling of de andere component slechts ondergeschikt is, moet het overeenkomstig artikel 218, lid 9, VWEU vast te stellen besluit op één materiële rechtsgrondslag worden gebaseerd, namelijk die welke is vereist voor de hoofddoelstelling of de hoofdcomponent dan wel de belangrijkste doelstelling of component.

4.2.2.Toepassing op het onderhavige geval

De doelstelling en inhoud van de beoogde handeling hebben in de eerste plaats betrekking op het gebied van energie. De materiële rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is derhalve artikel 194, lid 1, VWEU.

4.3.Conclusie

De rechtsgrondslag voor het voorgestelde besluit is artikel 194, lid 1, VWEU, in samenhang met artikel 218, lid 9, VWEU.

2022/0388 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

over het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gespecialiseerd Comité EU-VK voor energie, opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, inzake de regelingen voor de handel in elektriciteit tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 194, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Op 29 april 2021 heeft de Raad Besluit (EU) 2021/689 7 betreffende de sluiting van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds 8 (“de handels- en samenwerkingsovereenkomst”) vastgesteld. De overeenkomst wordt vanaf 1 januari 2021 voorlopig toegepast en is op 1 mei 2021 in werking getreden.

(2)Krachtens artikel 8, lid 4, punt c), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst kan het Gespecialiseerd Comité voor energie (“het comité”) besluiten en aanbevelingen vaststellen over alle aangelegenheden waarin de handels- en samenwerkingsovereenkomst of een aanvullende overeenkomst voorziet of waarvoor de Partnerschapsraad bevoegdheden aan het comité heeft gedelegeerd, op het gebied waarop het bevoegd is. Krachtens artikel 10, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst neemt een comité besluiten en doet het aanbevelingen in onderlinge overeenstemming.

(3)Krachtens artikel 311, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst moet elke partij ervoor zorgen dat de capaciteitstoewijzing en het congestiebeheer inzake elektriciteitsinterconnectoren marktgebaseerd, transparant en niet-discriminerend zijn. De partijen moeten onder meer, en in voorkomend geval, regelingen treffen voor de capaciteitsberekening, het congestiebeheer en de regelingen voor de handel in elektriciteit in alle relevante tijdsbestekken, met inbegrip van het tijdsbestek van de day-aheadmarkt. Krachtens artikel 311, lid 1, punt f), gelezen in samenhang met artikel 311, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, moet elke partij ervoor zorgen dat de capaciteitstoewijzing en het congestiebeheer via elektriciteitsinterconnectoren door de transmissiesysteembeheerders (de “TSB’s”) van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk voor alle relevante tijdsbestekken worden gecoördineerd, zonder dat deze coördinatie de deelname van laatstgenoemden aan de desbetreffende procedures van de Unie omvat of impliceert.

(4)Artikel 312, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst schrijft voor dat het comité voor de capaciteitstoewijzing en het congestiebeheer in de day-aheadfase bij voorrang de nodige stappen onderneemt om ervoor te zorgen dat de TSB’s voor elektriciteit overeenkomstig artikel 317 regelingen ontwikkelen waarin de technische procedures voor het tijdsbestek voor de day-aheadmarkt worden vastgelegd.

(5)Op 22 januari 2021 hebben het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie en het Britse ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie een voorlopige aanbeveling gedaan aan de TSB’s, vooruitlopend op de aanvang van de werkzaamheden van het comité. Met betrekking tot de berekening en toewijzing van capaciteit voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt is in de voorlopige aanbeveling de TSB’s verzocht een streefmodel voor de day-aheadmarkt op te stellen op basis van het concept van de “losse koppeling van volumes in meerdere regio’s”, overeenkomstig artikel 312, lid 1, en artikel 317, leden 2 en 3, van en bijlage 29 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Wat betreft de berekening en toewijzing van capaciteit voor andere tijdsbestekken dan het tijdsbestek van de day-aheadmarkt, is de TSB’s van de partijen in de voorlopige aanbeveling verzocht om gezamenlijk een voorstel voor een tijdschema voor de ontwikkeling van ontwerpen voor technische procedures op te stellen.

(6)Aangezien het comité in de loop van 2021 met zijn werkzaamheden is begonnen, is het passend dat het nu, krachtens artikel 317, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, de voorlopige aanbeveling van 22 januari 2021 bevestigt als zijn aanbeveling aan de partijen, zoals door de partijen verstrekt aan de TSB’s, om de TSB’s te verzoeken een begin te maken met de voorbereiding van technische procedures voor het efficiënte gebruik van elektriciteitsinterconnectoren. Zodra de voorlopige aanbeveling is bevestigd als aanbeveling van het comité, moet deze de verdere werkzaamheden van de TSB’s op dit gebied blijven sturen.

(7)Op basis van de voorlopige aanbeveling van 22 januari 2021 hebben de TSB’s van beide partijen een kosten-batenanalyse van de opties voor de ontwikkeling van de losse koppeling van volumes in meerdere regio’s, als bedoeld in bijlage 29 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst, alsmede een overzicht van de bijbehorende technische procedures ingediend bij de Commissie. Op 7 mei 2021 heeft het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) zijn informele advies over deze analyse bij de Commissie ingediend.

(8)De Commissie heeft het resultaat van de kosten-batenanalyse en het advies van het ACER getoetst aan de eisen van de handels- en samenwerkingsovereenkomst en de Raad in kennis gesteld van haar voorlopige standpunt. De Commissie heeft geconcludeerd dat de door de TSB’s verkregen resultaten moeten worden verfijnd en dat er behoefte is aan nadere informatie over alle door hen geanalyseerde opties. Het Verenigd Koninkrijk heeft in de vergadering van het comité van 30 maart 2022 met deze conclusie ingestemd.

(9)Het is daarom passend om steun te geven aan de vaststelling, door het comité, van een aanbeveling aan de partijen betreffende hun verzoek aan de TSB’s om aanvullende informatie ter aanvulling van de kosten-batenanalyse en de ontwerpvoorstellen voor technische procedures teneinde het comité te ondersteunen bij het vervullen van zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 312, lid 1, en artikel 317, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Het is passend dat de Unie haar TSB’s verzoekt deze nadere informatie binnen vijf maanden na de datum van het verzoek te verstrekken.

(10)Het comité zal de aanbeveling aan elke partij betreffende hun verzoeken aan TSB’s voor elektriciteit met het oog op de voorbereiding van technische procedures voor een efficiënt gebruik van elektriciteitsinterconnectoren zo spoedig mogelijk vaststellen. Het comité moet de beoogde handeling zo spoedig mogelijk vaststellen, hetzij tijdens zijn volgende vergadering, hetzij door middel van een schriftelijke procedure, naar gelang welke procedure sneller is, na voltooiing van de binnenlandse procedures door elke partij.

(11)Het is passend om het namens de Unie in het comité in te nemen standpunt te bepalen, omdat de aanbeveling een beslissende invloed kan hebben op de inhoud van of de wijze waarop het acquis van de Unie moet worden uitgevoerd, met name Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie 9 ,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in het Gespecialiseerd Comité voor energie in te nemen standpunt is gebaseerd op de aan dit besluit gehechte ontwerphandeling van dat comité.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel,

   Voor de Raad

   De voorzitter

(1)    Met uitzondering van hoofdstuk 4 en artikel 323 van en bijlage 27 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst.
(2)    De oplossing met een voorlopig orderboek is een oplossing waarbij, om het effect op de eenvormige day-aheadkoppeling (single day ahead market coupling, hierna “SDAC” genoemd) tot een minimum te beperken, de losse koppeling van volumes in meerdere regio’s eerder van start gaat, met gebruikmaking van de orderboeken die om bijvoorbeeld 11.45 uur in de aangrenzende biedzones zijn ontvangen (en de definitieve orderboeken uit Groot-Brittannië). Marktdeelnemers in aan de EU grenzende biedzones zijn vrij om nieuwe orders in te dienen of reeds ingediende orders te wijzigen tot de sluiting van de SDAC-poort om 12.00 uur CET. De Britse poort sluit om 11.45 uur. Dit betekent dat er geen vertraging of wijziging in het SDAC-proces plaatsvindt.
(3)    De oplossing met een gemeenschappelijk orderboek is een oplossing waarbij de losse koppeling van volumes in meerdere regio’s begint om 12.00 uur, de huidige sluitingstijd van de SDAC. Dit betekent dat de orderboeken van marktdeelnemers in Groot-Brittannië en in de aan SDAC grenzende biedzones compleet zijn en worden gebruikt in de losse koppeling van volumes in meerdere regio’s. Dit betekent dat de oplossing met een gemeenschappelijk orderboek gevolgen zou hebben voor het huidige SDAC-proces.
(4)    Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer (PB L 197 van 25.7.2015, blz. 24).
(5)    Arrest van het Hof van 7 oktober 2014, Bondsrepubliek Duitsland/Raad van de Europese Unie, C-399/12, ECLI:EU:C:2014:2258, punten 61 tot en met 64.
(6)    Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer (PB L 197 van 25.7.2015, blz. 24).
(7)    Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (PB L 149 van 30.4.2021, blz. 2).
(8)    PB L 149 van 30.4.2021, blz. 10.
(9)    Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer (PB L 197 van 25.7.2015, blz. 24).
Top

Brussel, 24.11.2022

COM(2022) 651 final

BIJLAGE

bij het

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

over het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gespecialiseerd Comité EU-VK voor energie, opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, inzake de regelingen voor de handel in elektriciteit tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk


BIJLAGE

Aanbeveling nr. x/202x 

van het Gespecialiseerd Comité EU-UK dat is opgericht bij artikel 8, lid 1, punt l), van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds

van [datum]

aan elk van de partijen betreffende hun verzoeken aan transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit met het oog op de voorbereiding van technische procedures voor het efficiënte gebruik van elektriciteitsinterconnectoren

Het Gespecialiseerd Comité,

Gezien de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (“de handels- en samenwerkingsovereenkomst”), en met name artikel 311, leden 1 en 2, artikel 312, lid 1, artikel 317, leden 2 en 3, en bijlage 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)Krachtens artikel 8, lid 4, punt a), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft het Gespecialiseerd Comité (“het comité”) de bevoegdheid om toe te zien op de uitvoering en te zorgen voor de goede werking van de handels- en samenwerkingsovereenkomst op het gebied waarop het bevoegd is. Krachtens artikel 8, lid 4, punt c), heeft het comité de bevoegdheid om besluiten en aanbevelingen vast te stellen ten aanzien van alle aangelegenheden waarin de handels- en samenwerkingsovereenkomst voorziet of waarvoor de Partnerschapsraad zijn bevoegdheden krachtens artikel 7, lid 4, punt f), aan dat comité heeft gedelegeerd. Krachtens artikel 329, lid 3, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst doet het comité de nodige aanbevelingen om ervoor te zorgen dat de hoofdstukken waarvoor het verantwoordelijk is daadwerkelijk worden uitgevoerd.

(2)Teneinde een efficiënt gebruik van de elektriciteitsinterconnectoren te waarborgen en de handelsbelemmeringen tussen de partijen te verminderen, voorziet artikel 311, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst in verbintenissen met betrekking tot onder meer capaciteitstoewijzing, congestiebeheer en capaciteitsberekening voor elektriciteitsinterconnectoren en in de ontwikkeling van regelingen om voor alle relevante termijnen robuuste en efficiënte resultaten te bereiken.

(3)Op 22 januari 2021 hebben het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie en het Britse Ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie elk een voorlopige aanbeveling gedaan aan hun respectieve transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit (“TSB’s”), waarin deze werd verzocht om gezamenlijk een begin te maken met de voorbereiding van technische procedures voor het efficiënte gebruik van elektriciteitsinterconnectoren, vooruitlopend op de aanvang van de werkzaamheden van het comité. Aangezien het comité in de loop van 2021 met zijn werkzaamheden is begonnen, moet deze voorlopige aanbeveling door dit comité worden bevestigd als een aanbeveling aan de partijen, zoals door de partijen verstrekt aan de TSB’s.

(4)Met betrekking tot de berekening en toewijzing van capaciteit voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt is in de voorlopige aanbeveling de TSB’s verzocht een streefmodel voor de day-aheadmarkt op basis van het concept van de “losse koppeling van volumes in meerdere regio’s” op te stellen overeenkomstig artikel 312, lid 1, en artikel 317, leden 2 en 3, van en bijlage 29 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

(5)Wat betreft de berekening en toewijzing van capaciteit voor andere tijdsbestekken dan het tijdsbestek van de day-aheadmarkt, is de TSB’s van de partijen in de voorlopige aanbeveling verzocht om gezamenlijk een voorstel voor een tijdsbestek voor de ontwikkeling van de technische ontwerpprocedures op te stellen. De aanbeveling blijft derhalve nuttig als referentiepunt en leidraad voor de verdere werkzaamheden ten aanzien van deze aangelegenheden, waarbij prioriteit wordt gegeven aan de handel in elektriciteit op de day-aheadmarkt.

(6)Hoewel het tijdsbestek van bijlage 29, waarnaar in de voorlopige aanbeveling wordt verwezen, niet in acht is genomen, dient het comité niettemin zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 312, lid 1, en artikel 317, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst na te komen.

(7)De TSB’s en de regelgevende instanties van de partijen hebben reeds werkzaamheden ondernomen met betrekking tot de voorlopige aanbeveling. In het licht van de tot dusver door de TSB’s geboekte vooruitgang is nadere informatie vereist betreffende de kosten-batenanalyse en de ontwerpvoorstellen voor technische procedures, zodat het comité zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 312, lid 1, en artikel 317, lid 2, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst kan nakomen.

(8)Elke partij dient derhalve de eigen TSB’s te verzoeken deze aanvullende informatie te verstrekken,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD,

Artikel 1

De voorlopige aanbeveling die op 22 januari 2021 door het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie en het Britse Ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie aan respectievelijk de TSB’s voor elektriciteit van de EU en van het Verenigd Koninkrijk is gedaan en waarin deze wordt verzocht een begin te maken met de voorbereiding van technische procedures inzake het efficiënte gebruik van elektriciteitsinterconnectoren, zoals uiteengezet in bijlage I bij deze aanbeveling, wordt hierbij bevestigd als een aanbeveling van het comité aan de partijen, zoals door de partijen verstrekt aan de TSB’s.

Artikel 2

Het Comité beveelt aan dat elke partij de eigen TSB’s voor elektriciteit verzoekt de in bijlage II bij deze aanbeveling vermelde aanvullende informatie te verstrekken binnen vijf maanden na de datum van het verzoek van elke partij.

 

Gedaan te Brussel en te Londen, [datum].

Voor het Gespecialiseerd Comité

F. ERMACORA    P. KOVACS            M. SKRINAR

De medevoorzitters



ADDENDUM BIJ DE BIJLAGE

Bijlage I bij Aanbeveling nr. x/202x

Voorlopige aanbevelingen van het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie en van het Britse ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie aan respectievelijk de transmissiesysteembeheerders van de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van 22 januari 2021 betreffende de ontwikkeling van technische procedures voor de berekening en toewijzing van transmissiecapaciteiten om te zorgen voor de efficiënte handel via elektriciteitsinterconnectoren krachtens de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk



Bijlage I-A

Voorlopige aanbeveling van het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie aan de transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit van de Europese Unie van 22 januari 2021 betreffende de ontwikkeling van technische procedures voor de berekening en toewijzing van transmissiecapaciteiten om te zorgen voor de efficiënte handel via elektriciteitsinterconnectoren krachtens de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk




EUROPESE COMMISSIE

DIRECTORAAT-GENERAAL ENERGIE

[afzender]

Brussel, 22 januari 2021

[geadresseerde bij ENTSB-E]

Onderwerp: Ontwikkeling van ontwerpen voor technische procedures voor de berekening en toewijzing van transmissiecapaciteit om te zorgen voor de efficiënte handel via elektriciteitsinterconnectoren uit hoofde van de handels- en samenwerkingsovereenkomst

Geachte [geadresseerde],

Zoals u weet, is de Overeenkomst inzake handel en samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (hierna “de overeenkomst” genoemd) op 30 december 2020 ondertekend en sinds 1 januari 2021 voorlopig van toepassing.

Krachtens artikel ENER.19 van de overeenkomst moeten de Unie en het Verenigd Koninkrijk ervoor zorgen dat hun transmissiesysteembeheerders samenwerken om technische procedures te ontwikkelen op een aantal gebieden, waaronder het gebruik van interconnectoren, indien het Gespecialiseerd Comité voor energie dat aanbeveelt. Tijdens de onderhandelingen zijn de Unie en het Verenigd Koninkrijk overeengekomen dat het passend is dat bepaalde van deze technische procedures nu worden ontwikkeld, vooruitlopend op de aanvang van de werkzaamheden van het Gespecialiseerd Comité voor energie. Het ENTSB-E wordt derhalve verzocht ontwerpen voor technische procedures op te stellen voor de berekening en toewijzing van transmissiecapaciteit om te zorgen voor de efficiënte handel via elektriciteitsinterconnectoren. Zodra het Gespecialiseerd Comité voor energie operationeel is, zal het alle werkzaamheden in verband met de ontwikkeling van de technische procedures volgen.

De ontwerpen voor technische procedures moeten betrekking hebben op de berekening en toewijzing van capaciteit voor alle relevante tijdsbestekken.

Dit verzoek strekt ertoe uitvoering te geven aan aspecten van artikelen ENER.13, ENER.14 en ENER.19 van de overeenkomst met betrekking tot het efficiënte gebruik van de elektriciteitsinterconnectie, en moet in die context worden begrepen. Met name mogen de technische procedures niet inhouden of impliceren dat de TSB’s van het Verenigd Koninkrijk deelnemen aan procedures van de Unie voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer.

Het ENTSB-E moet deze technische procedures ontwikkelen in samenwerking met de TSB’s voor elektriciteit van het Verenigd Koninkrijk in het kader van de samenwerking die is vastgelegd in het memorandum van overeenstemming dat is opgesteld om uitvoering te geven aan aspecten van artikel ENER.19 van de overeenkomst.

Meer details over wat in de ontwerpen voor technische procedures moet worden opgenomen zijn te vinden in bijlage 2 (capaciteitsberekening), bijlage 3 (capaciteitstoewijzing) en bijlage 4.

Waar het meer in het bijzonder de berekening en toewijzing van capaciteit voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt betreft, verzoeken wij u een day-aheadstreefmodel op basis van het concept van de “losse koppeling van volumes in meerdere regio’s” op te stellen dat in overeenstemming is met artikel ENER.14 en ENER.19 van de overeenkomst en bijlage ENER-4 bij de overeenkomst; in overeenstemming met die bepalingen moet daarmee bij voorrang worden begonnen. Bijlage ENER-4 bij de overeenkomst is opgenomen in bijlage 4 bij deze brief.

Deel 2 van bijlage ENER-4 bij de overeenkomst bevat een tijdschema voor de ontwikkeling van de technische procedures voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt. De onderstaande data zijn gebaseerd op dit tijdschema, dat wij in overeenstemming met artikel FINPROV.11.3 van de overeenkomst hebben berekend vanaf 1 januari 2021, zijnde de datum van voorlopige toepassing van de overeenkomst.

Ter ondersteuning van de ontwikkeling van het day-aheadstreefmodel, en in overeenstemming met bijlage ENER-4, verzoeken wij de ontwerpvoorstellen en een kosten-batenanalyse ter beoordeling van de meerwaarde van het streefmodel uiterlijk op 1 april 2021 te voltooien. De ontwerpvoorstellen en de kosten-batenanalyse moeten worden uitgewerkt overeenkomstig bijlage 5 bij deze brief.

Wij verzoeken om ontwerpen voor technische procedures voor advies voor te leggen aan het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER). Daaraan voorafgaand verzoeken wij het ENTSB-E de marktpartijen op passende wijze te raadplegen over de ontwerpen voor technische procedures. Na ontvangst van het advies verzoeken wij u dit samen met de ontwerpen voor technische procedures tijdig aan het Gespecialiseerd Comité voor energie voor te leggen, zodat zij uiterlijk op 1 april 2022 kunnen worden uitgevoerd.

Wat betreft de berekening en toewijzing van capaciteit voor andere tijdsbestekken dan het tijdsbestek van de day-aheadmarkt, nodigen we het ENTSB-E uit om een voorstel voor een tijdschema voor de ontwikkeling van ontwerpen voor technische procedures op te stellen.

Een kopie van deze brief zal ik doen toekomen aan mijn tegenhanger bij het Britse ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie, die een gelijkwaardige brief zal sturen naar de TSB’s voor elektriciteit van het Verenigd Koninkrijk; een kopie daarvan is als bijlage 1 bij deze brief gevoegd.

Hoogachtend,

[handtekening afzender]

Kopie

Ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie

Bijlage 1

Brief van de [afzender] aan het Britse ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie, TSB’s voor elektriciteit

Bijlage 2 – Capaciteitsberekening

De ontwerpen voor technische procedures moeten voorzien in voorwaarden en methoden voor de toewijzing van interconnectiecapaciteit die vervolgens ter beschikking van de markt kan worden gesteld.

Deze capaciteit moet op gecoördineerde wijze worden berekend voor alle elektriciteitsinterconnectoren.

De capaciteit van de elektriciteitsinterconnectoren moet worden gemaximaliseerd. Dit vereiste moet:

de verplichtingen van de TSB’s om te voldoen aan de veiligheidsnormen voor een veilige exploitatie van het netwerk in aanmerking nemen;

de grenzen van de biedzones binnen de EU en het Verenigd Koninkrijk die in de desbetreffende nationale kaders zijn vastgesteld eerbiedigen;

de TSB’s van de EU in staat stellen te voldoen aan de in artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) 2019/943 neergelegde eis om ten minste 70 % van hun capaciteit te leveren in biedzones binnen de EU;

geen onderscheid maken tussen TSB’s van de Unie en het Verenigd Koninkrijk bij de berekening van de capaciteit;

worden ondersteund door een gecoördineerd proces voor corrigerende maatregelen voor alle elektriciteitsinterconnectoren, waaronder redispatching en compensatiehandel;

worden ondersteund door een kostendelingsregeling tussen de TSB’s van de partijen met betrekking tot redispatching en compensatiehandel.

Voor zover dat technisch mogelijk is, vereffenen de TSB’s van de partijen de vraag naar capaciteit voor elektriciteitsstromen in tegengestelde richting over de electriciteitsinterconnectoren om zo de capaciteit van deze interconnectoren maximaal te benutten.

Met betrekking tot de capaciteitsberekening moeten de TSB’s ten minste het volgende publiceren:

jaarlijks: informatie over de langetermijnontwikkeling van de transmissie-infrastructuur en het effect ervan op de grensoverschrijdende transmissiecapaciteit;

maandelijks: maand- en jaarprognoses van de voor de markt beschikbare transmissiecapaciteit, rekening houdend met alle relevante informatie waarover de TSB beschikt ten tijde van de berekening van de prognose (bv. de gevolgen van zomer en winter op de capaciteit van de lijnen, onderhoud aan het net, beschikbaarheid van productie-eenheden enz.);

wekelijks: prognoses van de voor de markt beschikbare transmissiecapaciteit voor de komende week, rekening houdend met alle informatie waarover de TSB beschikt ten tijde van de berekening van de prognose, zoals de weersvoorspelling, gepland onderhoud aan het net, beschikbaarheid van productie-eenheden enz.;

dagelijks: voor de markt beschikbare day-ahead- en intraday-transmissiecapaciteit voor elke tijdseenheid van de markt, rekening houdend met alle vereffende day-aheadnominaties, day-aheadproductieschema’s, vraagprognoses en gepland onderhoud aan het net;

de totale reeds toegewezen capaciteit per tijdseenheid van de markt en alle relevante omstandigheden waarin deze capaciteit kan worden gebruikt (bv. de toewijzingsprijs op de veiling, de verplichtingen inzake de wijze waarop de capaciteit moet worden gebruikt enz.), teneinde alle resterende capaciteit te identificeren;

de toegewezen capaciteit, zo snel mogelijk na elke toewijzing, en een indicatie van de betaalde prijs;

de totale gebruikte capaciteit, per tijdseenheid van de markt, onmiddellijk na de nominatie;

zo dicht mogelijk bij de werkelijke tijd: de verzamelde informatie over gerealiseerde commerciële en fysieke stromen, per tijdseenheid van de markt, inclusief een beschrijving van de effecten van eventuele corrigerende maatregelen (zoals beperking) die door de TSB’s zijn genomen om problemen met het systeem of netwerk op te lossen;

relevante informatie om te beoordelen of de capaciteit voor elektriciteitsinterconnectoren is berekend en toegewezen op een wijze die in overeenstemming is met de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk.

Bijlage 3 – Capaciteitstoewijzing

De ontwerpen voor technische procedures moeten voorzien in voorwaarden en methoden voor de toewijzing van interconnectiecapaciteit aan de markt voor de volgende tijdsbestekken:

forward; 

day ahead;

intraday.

Voor elk tijdsbestek moet de methodologie:

voorzien in gecoördineerde veilingen voor alle elektriciteitsinterconnectoren;

voorzien in regels inzake nominatie, inperking, vastheid, vergoeding, overdracht en teruggave van verworven transmissiecapaciteit, alsmede voor fallbackprocedures en vergoedingen in geval van inperking;

voorzien in regels voor de verdeling van congestie-ontvangsten;

verbieden dat TSB’s reservetarieven in rekening brengen wanneer er geen congestie optreedt op de elektriciteitsinterconnectoren, tenzij een vrijstelling van toepassing is.

Bijlage 4 – Day-aheadstreefmodel: “losse koppeling van volumes in meerdere regio’s”

Deel 1

1.De nieuwe procedure voor de toewijzing van capaciteit voor elektriciteitsinterconnectoren voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt wordt gebaseerd op het concept van de “losse koppeling van volumes in meerdere regio’s”. De algemene doelstelling van de nieuwe procedure is om de voordelen van de handel zoveel mogelijk te benutten. Als eerste stap in de ontwikkeling van de nieuwe procedure zorgen de partijen ervoor dat de TSB’s ontwerpvoorstellen en een kosten-batenanalyse opstellen.

2.Losse koppeling van volumes in meerdere regio’s houdt in dat een marktkoppelingsfunctie wordt ontwikkeld om de netto-energieposities (impliciete toewijzing) te bepalen tussen:

(a)overeenkomstig Verordening (EU) 2019/943 ingestelde biedzones die rechtstreeks met het Verenigd Koninkrijk zijn verbonden door middel van een elektriciteitsinterconnector; en

(b)het Verenigd Koninkrijk.

3.De netto-energieposities over elektriciteitsinterconnectoren worden berekend via een impliciet toewijzingsproces, door een specifiek algoritme toe te passen op:

(a)commerciële biedingen en aanbiedingen voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt van de overeenkomstig Verordening (EU) 2019/943 ingestelde biedzones die rechtstreeks met het Verenigd Koninkrijk zijn verbonden door middel van een elektriciteitsinterconnector;

(b)commerciële biedingen en aanbiedingen voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt van relevante day-aheadmarkten in het Verenigd Koninkrijk;

(c)netwerkcapaciteitsgegevens en systeemcapaciteiten die zijn vastgesteld overeenkomstig de tussen TSB’s overeengekomen procedures; en

(d)gegevens over verwachte commerciële stromen op elektriciteitsinterconnecties tussen biedzones die verbonden zijn met het Verenigd Koninkrijk en andere biedzones in de Unie, zoals bepaald door de TSB’s van de Unie aan de hand van robuuste methoden.

Dat proces moet verenigbaar zijn met de specifieke kenmerken van gelijkstroominterconnectoren, met inbegrip van de vereisten inzake verliezen en op- en afregelen.

4.De marktkoppelingsfunctie:

(a)levert lang genoeg vóór de werking van de respectieve day-aheadmarkten van de partijen (voor de Unie is dat een eenvormige day-aheadkoppeling (single day ahead market coupling, hierna “SDAC” genoemd) zoals vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie 1 ) resultaten op, zodat die resultaten kunnen worden gebruikt als input voor de processen die de resultaten op die markten bepalen;

(b)levert resultaten op die betrouwbaar en herhaalbaar zijn;

(c)is een specifiek proces om de afzonderlijke en gescheiden day-aheadmarkten in de Unie en het Verenigd Koninkrijk met elkaar te verbinden; dat betekent met name dat het specifieke algoritme verschillend en gescheiden is van het algoritme dat wordt gebruikt bij een SDAC, zoals ingesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2015/1222, en, wat commerciële biedingen en aanbiedingen van de Unie betreft, alleen toegang heeft tot die welke afkomstig zijn van biedzones die rechtstreeks met het Verenigd Koninkrijk verbonden zijn door middel van een elektriciteitsinterconnector.

5.De berekende netto-energieposities worden bekendgemaakt na de validering en controle ervan. Als de marktkoppelingsfunctie niet werkt of geen resultaat oplevert, wordt elektriciteitsinterconnectorcapaciteit toegewezen door een fallbackproces en worden marktdeelnemers ervan in kennis gesteld dat het fallbackproces zal worden toegepast.

6.De kosten van de ontwikkeling en toepassing van de technische procedures worden gelijkelijk verdeeld tussen de relevante TSB’s of andere entiteiten van het Verenigd Koninkrijk enerzijds, en de relevante TSB’s of andere entiteiten van de Unie anderzijds, tenzij het Gespecialiseerd Comité voor energie anders besluit.

Deel 2

Het tijdschema voor de uitvoering van deze bijlage is vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst als volgt:

(a)binnen 3 maanden – kosten-batenanalyse en overzicht van voorstellen voor technische procedures;

(b)binnen 10 maanden – voorstel voor technische procedures;

(c)binnen 15 maanden – inwerkingtreding van de technische procedures.

Bijlage 5 – eisen van de ontwerpvoorstellen en kosten-batenanalyse

Zoals uiteengezet in deel 1 van bijlage ENER-4 bij de overeenkomst, bestaat de eerste fase van de ontwikkeling van de nieuwe day-aheadregelingen uit het ontwikkelen van ontwerpvoorstellen en een kosten-batenanalyse.

De ontwerpvoorstellen moeten:

het ontwerp op hoog niveau van een oplossing voor de losse koppeling van volumes in meerdere regio’s uiteenzetten;

de rollen en verantwoordelijkheden van de partijen in de sector vaststellen;

een uitvoeringsplan bevatten;

eventuele uitvoeringsrisico’s of problemen aangeven, met voorstellen om die op te lossen; en

het effect van verschillen tussen de koolstofbeprijzingsstelsels van de partijen voor de stromen via interconnectoren beoordelen.

Bij de kosten-batenanalyse moet rekening worden gehouden met de doelstelling van de regelingen om de voordelen van de handel te maximaliseren, wat betekent dat, binnen de beperkingen als bedoeld in bijlage ENER-4 bij de overeenkomst, de handelsregelingen:

zo efficiënt mogelijk moeten zijn; en

er onder normale omstandigheden toe moeten leiden dat stromen tussen elektriciteitsinterconnectoren in overeenstemming zijn met de prijzen op de day-aheadmarkten van de partijen.



Bijlage I-B

Voorlopige aanbeveling van het Britse Ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie aan de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit van het Verenigd Koninkrijk van 22 januari 2021 betreffende de ontwikkeling van technische procedures voor de berekening en toewijzing van transmissiecapaciteiten om te zorgen voor de efficiënte handel via elektriciteitsinterconnectoren krachtens de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk

[afzender bij het Ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie]

[geadresseerde bij de TSB voor

elektriciteit van het VK]

22.1.2021

Geachte [geadresseerde],

Ontwikkeling van ontwerpen voor technische procedures voor de berekening en toewijzing van transmissiecapaciteit om te zorgen voor de efficiënte handel via elektriciteitsinterconnectoren uit hoofde van de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk

Zoals u weet, is de Overeenkomst inzake handel en samenwerking tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (hierna “de overeenkomst” genoemd) op 30 december 2020 ondertekend en sinds 1 januari 2021 voorlopig van toepassing. Krachtens artikel ENER.19 van de overeenkomst moeten de Unie en het Verenigd Koninkrijk ervoor zorgen dat hun transmissiesysteembeheerders samenwerken om technische procedures te ontwikkelen op een aantal gebieden, waaronder het gebruik van interconnectoren, indien het Gespecialiseerd Comité voor energie dat aanbeveelt. Tijdens de onderhandelingen zijn de Unie en het Verenigd Koninkrijk overeengekomen dat het passend is dat bepaalde van deze technische procedures nu worden ontwikkeld, vooruitlopend op de aanvang van de werkzaamheden van het Gespecialiseerd Comité voor energie. De TSB’s voor elektriciteit van het Verenigd Koninkrijk wordt derhalve verzocht om ontwerpen voor technische procedures voor de berekening en toewijzing van transmissiecapaciteit op te stellen om te zorgen voor de efficiënte handel via elektriciteitsinterconnectoren. Zodra het Gespecialiseerd Comité voor energie operationeel is, zal het alle werkzaamheden in verband met de ontwikkeling van de technische procedures volgen.

De ontwerpen voor technische procedures moeten betrekking hebben op de berekening en toewijzing van capaciteit voor alle relevante tijdsbestekken.

Dit verzoek strekt ertoe uitvoering te geven aan aspecten van artikelen ENER.13, ENER.14 en ENER.19 van de overeenkomst met betrekking tot het efficiënte gebruik van de elektriciteitsinterconnectie, en moet in die context worden begrepen. Met name mogen de technische procedures niet inhouden of impliceren dat de TSB’s van het Verenigd Koninkrijk deelnemen aan procedures van de Unie voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer.

De TSB’s voor elektriciteit van het Verenigd Koninkrijk moet deze technische procedures ontwikkelen in samenwerking met het ENTSB-E in het kader van de samenwerking die is vastgelegd in het memorandum van overeenstemming dat is opgesteld om uitvoering te geven aan aspecten van artikel ENER.19 van de overeenkomst.

Meer details over wat in de ontwerpen voor technische procedures moet worden opgenomen zijn te vinden in bijlage 2 (capaciteitsberekening), bijlage 3 (capaciteitstoewijzing) en bijlage 4.

Waar het, meer in het bijzonder, de berekening en toewijzing van capaciteit voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt betreft, verzoeken wij u een day-aheadstreefmodel op basis van het concept van de “losse koppeling van volumes in meerdere regio’s” op te stellen dat in overeenstemming is met artikel ENER.14 en ENER.19 van de overeenkomst en bijlage ENER-4 bij de overeenkomst; in overeenstemming met die bepalingen moet daarmee bij voorrang worden begonnen. Bijlage ENER-4 bij de overeenkomst is opgenomen in bijlage 4 bij deze brief.

Deel 2 van bijlage ENER-4 bij de overeenkomst bevat een tijdschema voor de ontwikkeling van de technische procedures voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt. De onderstaande data zijn gebaseerd op dit tijdschema, dat wij overeenkomstig artikel FINPROV.11.3 van de overeenkomst hebben berekend vanaf 1 januari 2021, zijnde de datum van voorlopige toepassing van de overeenkomst.

Ter ondersteuning van de ontwikkeling van het day-aheadstreefmodel, en in overeenstemming met bijlage ENER-4, verzoeken wij de ontwerpvoorstellen en een kosten-batenanalyse ter beoordeling van de meerwaarde van het streefmodel uiterlijk op 1 april 2021 te voltooien. De ontwerpvoorstellen en de kosten-batenanalyse moeten worden uitgewerkt overeenkomstig bijlage 5 bij deze brief.

Wij verzoeken ontwerpen voor technische procedures voor advies voor te leggen aan de regelgevende instanties van het Verenigd Koninkrijk. Daaraan voorafgaand verzoeken wij de TSB’s voor elektriciteit van het Verenigd Koninkrijk de marktpartijen op passende wijze te raadplegen over de ontwerpen voor technische procedures. Na ontvangst van het advies verzoeken wij u dit samen met de ontwerpen voor technische procedures tijdig aan het Gespecialiseerd Comité voor energie voor te leggen, zodat zij uiterlijk op 1 april 2022 kunnen worden uitgevoerd.

Wat betreft de berekening en toewijzing van capaciteit voor andere tijdsbestekken dan het tijdsbestek van de day-aheadmarkt, nodigen we de TSB’s voor elektriciteit van het Verenigd Koninkrijk uit om een voorstel voor een tijdschema voor de ontwikkeling van ontwerpen voor technische procedures op te stellen en bij het Gespecialiseerd Comité voor energie in te dienen.

Een kopie van deze brief zal ik doen toekomen aan mijn tegenhanger bij het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie, die een gelijkwaardige brief zal sturen naar het ENTSB-E; een kopie daarvan is als bijlage 1 bij deze brief gevoegd.

Hoogachtend,

[handtekening afzender]

Kopie

Directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie

Bijlage 1

Brief van het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie aan het ENTSB-E

Bijlage 2 – Capaciteitsberekening

De ontwerpen voor technische procedures moeten voorzien in voorwaarden en methoden voor de toewijzing van interconnectiecapaciteit die vervolgens ter beschikking van de markt kan worden gesteld.

Deze capaciteit moet op gecoördineerde wijze worden berekend voor alle elektriciteitsinterconnectoren.

De capaciteit van de elektriciteitsinterconnectoren moet worden gemaximaliseerd. Dit vereiste moet:

de verplichtingen van de TSB’s om te voldoen aan de veiligheidsnormen voor een veilige exploitatie van het netwerk in aanmerking nemen;

de grenzen van de biedzones binnen de EU en het Verenigd Koninkrijk die in de desbetreffende nationale kaders zijn vastgesteld eerbiedigen;

de TSB’s van de EU in staat stellen te voldoen aan de in artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) 2019/943 neergelegde eis om ten minste 70 % van hun capaciteit te leveren in biedzones binnen de EU;

geen onderscheid maken tussen TSB’s van de Unie en het Verenigd Koninkrijk bij de berekening van de capaciteit;

worden ondersteund door een gecoördineerd proces voor corrigerende maatregelen voor alle elektriciteitsinterconnectoren, waaronder redispatching en compensatiehandel;

worden ondersteund door een kostendelingsregeling tussen de TSB’s van de partijen met betrekking tot redispatching en compensatiehandel.

Voor zover dat technisch mogelijk is, vereffenen de TSB’s van de partijen de vraag naar capaciteit voor elektriciteitsstromen in tegengestelde richting over de electriciteitsinterconnectoren om zo de capaciteit van deze interconnectoren maximaal te benutten.

Met betrekking tot de capaciteitsberekening moeten de TSB’s ten minste het volgende publiceren:

jaarlijks: informatie over de langetermijnontwikkeling van de transmissie-infrastructuur en het effect ervan op de grensoverschrijdende transmissiecapaciteit;

maandelijks: maand- en jaarprognoses van de voor de markt beschikbare transmissiecapaciteit, rekening houdend met alle relevante informatie waarover de TSB beschikt ten tijde van de berekening van de prognose (bv. de gevolgen van zomer en winter op de capaciteit van de lijnen, onderhoud aan het net, beschikbaarheid van productie-eenheden enz.);

wekelijks: prognoses van de voor de markt beschikbare transmissiecapaciteit voor de komende week, rekening houdend met alle informatie waarover de TSB beschikt ten tijde van de berekening van de prognose, zoals de weersvoorspelling, gepland onderhoud aan het net, beschikbaarheid van productie-eenheden enz.;

dagelijks: voor de markt beschikbare day-ahead- en intraday-transmissiecapaciteit voor elke tijdseenheid van de markt, rekening houdend met alle vereffende day-aheadnominaties, day-aheadproductieschema’s, vraagprognoses en gepland onderhoud aan het net;

de totale reeds toegewezen capaciteit per tijdseenheid van de markt en alle relevante omstandigheden waarin deze capaciteit kan worden gebruikt (bv. de toewijzingsprijs op de veiling, de verplichtingen inzake de wijze waarop de capaciteit moet worden gebruikt enz.), teneinde alle resterende capaciteit te identificeren;

de toegewezen capaciteit, zo snel mogelijk na elke toewijzing, en een indicatie van de betaalde prijs;

de totale gebruikte capaciteit, per tijdseenheid van de markt, onmiddellijk na de nominatie;

zo dicht mogelijk bij de werkelijke tijd: de verzamelde informatie over gerealiseerde commerciële en fysieke stromen, per tijdseenheid van de markt, inclusief een beschrijving van de effecten van eventuele corrigerende maatregelen (zoals beperking) die door de TSB’s zijn genomen om problemen met het systeem of netwerk op te lossen;

relevante informatie om te beoordelen of de capaciteit voor elektriciteitsinterconnectoren is berekend en toegewezen op een wijze die in overeenstemming is met de overeenkomst tussen de EU en het VK.

Bijlage 3 – Capaciteitstoewijzing

De ontwerpen voor technische procedures moeten voorzien in voorwaarden en methoden voor de toewijzing van interconnectiecapaciteit aan de markt voor de volgende tijdsbestekken:

forward;

day ahead;

intraday.

Voor elk tijdsbestek moet de methodologie:

voorzien in gecoördineerde veilingen voor alle elektriciteitsinterconnectoren;

regels bevatten voor nominatie, inperking, vastheid, vergoeding, overdracht en teruggave van verworven transmissiecapaciteit, alsmede voor fallbackprocedures en vergoedingen in geval van inperking – met inbegrip van regels voor de verdeling van congestie-ontvangsten;

verbieden dat TSB’s reservetarieven aanrekenen wanneer er geen congestie optreedt op de elektriciteitsinterconnectoren, tenzij een vrijstelling van toepassing is.

Bijlage 4 – Day-aheadstreefmodel: “losse koppeling van volumes in meerdere regio’s”

Deel 1

1.De nieuwe procedure voor de toewijzing van capaciteit voor elektriciteitsinterconnectoren voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt wordt gebaseerd op het concept van de “losse koppeling van volumes in meerdere regio’s”. De algemene doelstelling van de nieuwe procedure is om de voordelen van de handel zoveel mogelijk te benutten. Als eerste stap in de ontwikkeling van de nieuwe procedure zorgen de partijen ervoor dat de TSB’s ontwerpvoorstellen en een kosten-batenanalyse opstellen.

2.Losse koppeling van volumes in meerdere regio’s houdt in dat een marktkoppelingsfunctie wordt ontwikkeld om de netto-energieposities (impliciete toewijzing) te bepalen tussen:

(a)overeenkomstig Verordening (EU) 2019/943 ingestelde biedzones die rechtstreeks met het Verenigd Koninkrijk zijn verbonden door middel van een elektriciteitsinterconnector; en

(b)het Verenigd Koninkrijk.

3.De netto-energieposities over elektriciteitsinterconnectoren worden berekend via een impliciet toewijzingsproces, door een specifiek algoritme toe te passen op:

(a)commerciële biedingen en aanbiedingen voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt van de overeenkomstig Verordening (EU) 2019/943 ingestelde biedzones die rechtstreeks met het Verenigd Koninkrijk zijn verbonden door middel van een elektriciteitsinterconnector;

(b)commerciële biedingen en aanbiedingen voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt van relevante day-aheadmarkten in het Verenigd Koninkrijk;

(c)netwerkcapaciteitsgegevens en systeemcapaciteiten die zijn vastgesteld overeenkomstig de tussen TSB’s overeengekomen procedures; en

(d)gegevens over verwachte commerciële stromen op elektriciteitsinterconnecties tussen biedzones die verbonden zijn met het Verenigd Koninkrijk en andere biedzones in de Unie, zoals bepaald door de TSB’s van de Unie aan de hand van robuuste methoden.

Dat proces moet verenigbaar zijn met de specifieke kenmerken van gelijkstroominterconnectoren, met inbegrip van de vereisten inzake verliezen en op- en afregelen.

4.De marktkoppelingsfunctie:

(a)levert lang genoeg vóór de werking van de respectieve day-aheadmarkten van de partijen (voor de Unie is dat een eenvormige day-aheadkoppeling (SDAC) zoals vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2015/12221 van de Commissie 2 ) resultaten op, zodat die resultaten als input kunnen worden gebruikt voor de processen die de resultaten op die markten bepalen;

(b)levert resultaten op die betrouwbaar en herhaalbaar zijn;

(c)is een specifiek proces om de afzonderlijke en gescheiden day-aheadmarkten in de Unie en het Verenigd Koninkrijk met elkaar te verbinden; dat betekent met name dat het specifieke algoritme verschillend en gescheiden is van het algoritme dat wordt gebruikt bij een SDAC, zoals ingesteld overeenkomstig Verordening (EU) 2015/1222, en, wat commerciële biedingen en aanbiedingen van de Unie betreft, alleen toegang heeft tot die welke afkomstig zijn van biedzones die rechtstreeks met het Verenigd Koninkrijk verbonden zijn door middel van een elektriciteitsinterconnector.

5.De berekende netto-energieposities worden bekendgemaakt na de validering en controle ervan. Als de marktkoppelingsfunctie niet werkt of geen resultaat oplevert, wordt elektriciteitsinterconnectorcapaciteit toegewezen door een fallbackproces en worden marktdeelnemers ervan in kennis gesteld dat het fallbackproces zal worden toegepast.

6.De kosten van de ontwikkeling en toepassing van de technische procedures worden gelijkelijk verdeeld tussen de relevante TSB’s of andere entiteiten van het Verenigd Koninkrijk enerzijds, en de relevante TSB’s of andere entiteiten van de Unie anderzijds, tenzij het Gespecialiseerd Comité voor energie anders besluit.

Deel 2

Het tijdschema voor de uitvoering van deze bijlage is vanaf de inwerkingtreding van deze overeenkomst als volgt:

(a)binnen 3 maanden – kosten-batenanalyse en overzicht van voorstellen voor technische procedures;

(b)binnen 10 maanden – voorstel voor technische procedures;

(c)binnen 15 maanden – inwerkingtreding van de technische procedures.

Bijlage 5 – eisen van de ontwerpvoorstellen en kosten-batenanalyse

Zoals uiteengezet in deel 1 van bijlage ENER-4 bij de overeenkomst, bestaat de eerste fase van de ontwikkeling van de nieuwe day-aheadregelingen uit het ontwikkelen van ontwerpvoorstellen en een kosten-batenanalyse.

De ontwerpvoorstellen moeten:

het ontwerp op hoog niveau van een oplossing voor de losse koppeling van volumes in meerdere regio’s uiteenzetten;

de rollen en verantwoordelijkheden van de partijen in de sector vaststellen;

een uitvoeringsplan bevatten;

eventuele uitvoeringsrisico’s of problemen aangeven, met voorstellen om die op te lossen; en

het effect van verschillen tussen de koolstofbeprijzingsstelsels van de partijen voor de stromen via interconnectoren beoordelen.

Bij de kosten-batenanalyse moet rekening worden gehouden met de doelstelling van de regelingen om de voordelen van de handel te maximaliseren, wat betekent dat, binnen de beperkingen als bedoeld in bijlage ENER-4 bij de overeenkomst, de handelsregelingen:

zo efficiënt mogelijk moeten zijn; en

er onder normale omstandigheden toe moeten leiden dat stromen tussen elektriciteitsinterconnectoren in overeenstemming zijn met de prijzen op de day-aheadmarkten van de partijen.

Bijlage II

Ontwerpbrief van het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie en van het Britse ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie aan hun respectieve transmissiesysteembeheerders met het verzoek om aanvullende informatie aan te leveren met het oog op de voorbereiding van technische procedures voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt krachtens de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk

[adres TSB voor elektriciteit van de EU of het UK]

[datum]

Onderwerp: Verzoek om aanvullende informatie met het oog op de voorbereiding van technische procedures voor capaciteitstoewijzing en congestiebeheer voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt krachtens de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk

Geachte [plaatshouder: geadresseerde],

Dank u voor uw werk tot nu toe ter bevordering van de uitvoering van de energietitel van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, en met name de publicatie van de kosten-batenanalyse en het ontwerpvoorstel dat wordt ondersteund door het advies van [plaatshouder: de nationale regulator in het VK [of] het ACER] van april 2021.

Naar aanleiding van de vergadering van het Gespecialiseerd Comité voor energie van 30 maart 2022 en zijn aanbeveling [plaatshouder: nr. X/202x] gedaan op [plaatshouder: datum], verzoekt [plaatshouder: het Britse ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie [of] het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie] u om binnen vijf maanden na ontvangst van deze brief antwoord te geven op de vragen in de bijlage bij deze brief.

De [plaatshouder: TSB [of] ENTSB-E, die het werk van de TSB’s van de EU faciliteert,] dient voorts te verzoeken om een informeel advies van [plaatshouder: de nationale energieregulators van het VK [of] het ACER] over deze aanvullende informatie en deze samen met de antwoorden op de vragen in de bijlage in te dienen.

Bij voorbaat wil ik u bedanken voor uw extra inzet voor dit onderwerp.

[handtekening]

Cc: [afzender bij het directoraat-generaal Energie van de Europese Commissie of, indien van toepassing,

bij het Britse ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie]

Bijlage

Achtergrond: De volgende vragen hebben betrekking op de opties die door de TSB’s van het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie zijn uiteengezet in de in april 2021 gepubliceerde kosten-batenanalyse. Opgemerkt zij dat volgens punt 3 van bijlage 29 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst de netto-energieposities via elektriciteitsinterconnectoren moeten worden berekend via een impliciet toewijzingsproces door toepassing van een specifiek algoritme waarin de commerciële biedingen en aanbiedingen voor het tijdsbestek van de day-aheadmarkt van de relevante day-aheadmarkten in het Verenigd Koninkrijk zijn verwerkt. Uit de kosten-batenanalyse van de TSB’s in het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie is gebleken dat één Brits tarief zeer wenselijk is voor de efficiënte uitvoering van de losse koppeling van volumes in meerdere regio’s (MRLVC) in alle MRLVC-ontwerpopties. In september 2021 is het Britse ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie een raadpleging gestart om standpunten in te winnen over de huidige regelingen voor de handel in elektriciteit op elektriciteitsbeurzen in de groothandelsmarkt voor elektriciteit in Groot-Brittannië en over onze voorstellen om de efficiënte grensoverschrijdende handel te ondersteunen. Het Britse ministerie van Bedrijven, Energie en Industriële Strategie heeft met name een aanpak op hoog niveau uiteengezet voor de koppeling van specifieke dagelijkse day-aheadveilingen, die voor de toepassing van bijlage 29 bij de handels- en samenwerkingsovereenkomst als de “relevante day-aheadmarkten” zullen worden gebruikt, met als doel om de standpunten van de belanghebbenden in te winnen over de vraag of dit moet worden uitgevoerd, en zo ja, hoe dit in de praktijk moet gebeuren. Deze raadpleging is in november 2021 afgerond en de Britse regering zal te zijner tijd een antwoord publiceren.

1. Met betrekking tot de door de TSB’s vastgestelde optie met een voorlopig orderboek:

(a)Welk percentage van de orders voor eenvormige day-aheadkoppeling (SDAC) wordt gewoonlijk ingediend in de laatste 15 minuten vóór de sluitingstijd van de poort, binnen welke bandbreedte varieert dat percentage gewoonlijk, en zijn er specifieke drijfveren voor wanneer marktdeelnemers hun orders indienen en kunnen deze drijfveren veranderen als gevolg van de invoering van een voorlopig orderboek?

(b)In hoeverre zou het aandeel van de ingediende orders gedurende de laatste l5 minuten voor de sluitingstijd van de SDAC-poort gevolgen hebben voor de consistentie van de interconnectorstromen met de prijzen in de day-aheadmarkten van de partijen?

(c)Zou deze optie de timingproblemen die voor een gemeenschappelijk orderboek zijn vastgesteld volledig ondervangen of zouden deze zich dan nog steeds voordoen? Alle operationele gevolgen en risico’s moeten volledig worden toegelicht en gemotiveerd.

(d) Bieden de vereisten van artikel 305 (verbod op marktmisbruik op groothandelsmarkten voor elektriciteit en gas) van de handels- en samenwerkingsovereenkomst voldoende bescherming tegen de risico’s van marktmanipulatie die zich bij de optie met een voorlopig orderboek voordoen? Alle resterende risico’s van marktmanipulatie moeten volledig worden toegelicht en gemotiveerd.

(e)Zijn er verdere acties, vereisten of verplichtingen, ook van regelgevende autoriteiten of marktdeelnemers, TSB’s of marktexploitanten, die kunnen worden vastgesteld om het met de optie met een voorlopig orderboek vastgestelde risico van marktmanipulatie verder te beperken? Alle resterende risico’s van marktmanipulatie moeten volledig worden toegelicht en gemotiveerd.

2.Met betrekking tot de door de TSB’s vastgestelde opties voor een gemeenschappelijk orderboek:

(a)Wat zijn alle opties die het mogelijk maken dat de MCO-berekeningsprocessen voor de MRLVC worden uitgevoerd tussen de sluitingstijd van de SDAC-poort om 12.00 uur CET en de publicatie van de SDAC-resultaten om 13.00 uur CET, met inbegrip van opties die het mogelijk maken dat de MCO-berekeningsprocessen voor de MRLVC parallel met aspecten van de SDAC worden uitgevoerd?

Wat zijn de voordelen/nadelen tussen deze opties, waaronder:

(1)de mogelijke gevolgen voor de werking van SDAC- en fallbackprocessen (d.w.z. risico’s van ontkoppeling van de eenvormige day-aheadkoppeling);

(2)de gevolgen voor TSB’s, marktexploitanten en marktdeelnemers.

Alle operationele gevolgen en risico’s moeten volledig worden toegelicht en gemotiveerd.

(b)Voor andere aanvullende opties met een gemeenschappelijk orderboek die door de TSB’s in de kosten-batenanalyse zijn genoemd (een wijziging in de timing van de sluitingstijd van de SDAC-poort en/of de publicatie van SDAC-resultaten), wat zijn de voor-/nadelen tussen deze opties, waaronder:

(1)de gevolgen voor de processen vóór (bv. capaciteitsberekening) en na SDAC (bv. intraday-/balanceringsmarkten);

(2)de gevolgen voor de TSB’s en de marktdeelnemers, en de gevolgen van een eventuele langere tijd tussen de sluitingstijd van de SDAC-poort en de SDAC-resultaten.

Alle operationele gevolgen en risico’s moeten volledig worden toegelicht en gemotiveerd.

3.Met betrekking tot zowel de opties met een voorlopig als gemeenschappelijk orderboek:

(a)Wat zijn de verschillende processen die nodig zijn om de MCO-berekening voor MRLVC uit te voeren, en hoeveel tijd zou voor elk van die processen nodig zijn? Elke marge in het potentiële tijdschema moet volledig worden toegelicht en gemotiveerd.

(b)Gelieve een voorstel te doen voor de BBZ-methode (BBZ: naburige biedzone) om een nauwkeurige en solide prognose op te stellen. Vermeld bij de uiteenzetting hiervan:

(1)de belangrijkste kwesties, beginselen en parameters (waaronder inputgegevens, outputs en het gebruik van outputs in de MRLVC) die door de BBZ-methode moeten worden aangepakt en vastgesteld; en

(2)een tijdschema waarbinnen deze methode kan worden vastgesteld en operationeel kan worden gemaakt;

(3)een voorlopige kwalitatieve beoordeling van de wijze waarop de voorgestelde BBZ-methode in combinatie met de MRLVC naar verwachting zal presteren, in vergelijking met de resultaten van de toewijzing van capaciteit via expliciete veilingen om efficiëntere handelsregelingen tot stand te brengen, en met name onder welke voorwaarden de voorgestelde methode in combinatie met de MRLVC beter presteert dan expliciete veilingen.

(c)Uitvoering

(1)Welke gedetailleerde stappen zijn vereist om alle aspecten van zowel de opties met een voorlopig als een gemeenschappelijk orderboek uit te voeren, met inbegrip van processen om de prestaties van de MRLVC te testen en te verifiëren voordat deze volledig operationeel wordt, de rollen en verantwoordelijkheden van TSB’s, marktexploitanten en marktdeelnemers, hoe kunnen deze aspecten in de kortst mogelijke tijd worden uitgevoerd, en hoe kunnen de structuur en de inhoud van de technische procedures een efficiënte uitvoering het best ondersteunen?

(2)Gelieve een realistisch tijdschema voor de uitvoering voor elke optie te geven (waarin rekening moet worden gehouden met huidige en vastgestelde toekomstige ontwikkelingen en alle noodzakelijke stappen omvatten, zoals raadpleging van belanghebbenden, invoering van nieuwe IT-systemen voor MCO-berekeningen van de MRLVC, testfasen, governanceprocessen enz.).

(3)Wat zijn de verwachte directe kosten van de uitvoering en werking van de MRLVC voor de verschillende rollen en functies die voor de MRLVC noodzakelijk zijn?

(1)    Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer (PB L 197 van 25.7.2015, blz. 24).
(2)    Verordening (EU) 2015/1222 van de Commissie van 24 juli 2015 tot vaststelling van richtsnoeren betreffende capaciteitstoewijzing en congestiebeheer (PB L 197 van 25.7.2015, blz. 24).
Top