EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 3.7.2019
COM(2019) 314 final
BIJLAGE
bij
Aanbeveling voor een besluit van de Raad
tot aanvulling van de onderhandelingsrichtsnoeren voor de ontwikkelingsagenda van Doha betreffende de onderhandelingen over een multilateraal kader inzake investeringsfacilitering
BIJLAGE
1.AARD EN STREKKING VAN DE REGELS EN VERBINTENISSEN
1.Op basis van de bestaande machtiging van de Raad voor onderhandelingen in de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in het kader van de ontwikkelingsagenda van Doha moeten de multilaterale onderhandelingen over investeringsfacilitering erop gericht zijn een multilateraal kader van regels vast te stellen teneinde wereldwijd buitenlandse directe investeringen (BDI) te faciliteren. Het doel is een transparanter, efficiënter en voorspelbaarder klimaat voor de facilitering van grensoverschrijdende investeringen tot stand te brengen. Een dergelijk kader moet gericht zijn op BDI, niet op kortlopende kapitaalbewegingen, en moet zich richten op het scheppen van de juiste voorwaarden waarbinnen internationale investeringen duurzame ontwikkeling kunnen ondersteunen, zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid van de gastlanden om de activiteiten van investeerders op hun grondgebied te reguleren.
2.In overeenstemming met de gezamenlijke ministeriële verklaring over het faciliteren van investeringen voor ontwikkeling die tijdens de elfde Ministeriële Conferentie van de WTO op 13 december 2017 door 70 WTO-leden is aangenomen, zullen bij deze onderhandelingen de markttoegang, investeringsbescherming en de beslechting van geschillen tussen investeerders en staten buiten beschouwing worden gelaten.
3.De onderhandelingen moeten worden gevoerd en afgerond met inachtneming van de rechten en plichten van de leden in het kader van de WTO, met inachtneming van de beginselen van transparantie en inclusiviteit en voortbouwend op bestaande WTO-overeenkomsten.
4.De onderhandelingen moeten beogen met deelname van zoveel mogelijk WTO-leden ambitieuze regels en verbintenissen te ontwikkelen. Bij de onderhandelingen moet rekening worden gehouden met de unieke kansen en uitdagingen die investeringsfacilitering voor de WTO-leden met zich meebrengt. De regels en verbintenissen moeten dan ook voldoende flexibiliteit bieden.
5.De door de Europese Unie (EU) overeengekomen regels en verbintenissen moeten rekening houden met de verplichting tot non-discriminatie in de bestaande WTO-overeenkomsten, voor zover deze in de context van investeringsfacilitering relevant en van toepassing zijn.
2.VOORGESTELDE INHOUD VAN DE REGELS EN VERBINTENISSEN
6.De onderhandelingen moeten leiden tot de ontwikkeling van een nieuw kader van regels binnen de WTO, dat gericht is op het faciliteren van BDI. Dit kader moet in het voordeel van EU-ondernemingen van elke omvang, met inbegrip van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, een transparante, efficiënte en voorspelbare omgeving voor internationale investeringen scheppen en het vermogen van ontwikkelingslanden en de minst ontwikkelde landen tot het aantrekken van BDI versterken, zodat zij in toenemende mate een rol kunnen spelen in mondiale waardeketens.
7.De onderhandelingen zullen op een open en inclusieve manier worden gevoerd. Zij kunnen derhalve betrekking hebben op alle aspecten van investeringsfacilitering die door de deelnemende leden te berde worden gebracht. Gelet op het horizontale karakter van investeringsfacilitering kunnen de onderhandelingen betrekking hebben op aangelegenheden zoals:
–elementen gericht op het verhogen van de transparantie en de voorspelbaarheid van investeringsmaatregelen, met inbegrip van de regels en voorwaarden voor de registratie en praktische uitvoering van BDI (bekendmaking en beschikbaarheid van maatregelen en informatie; kennisgeving aan de WTO; informatiepunten);
–elementen gericht op het stroomlijnen en versnellen van administratieve procedures en vereisten (vereisten voor administratieve procedures en documentatie; termijnen voor administratieve procedures; behandeling van onvolledige aanvragen; vergoedingen en kosten; evaluatie van administratieve procedures; gebruik van e-overheid; éénloketsystemen; systemen met steunpunten / contactpunten / ombudspersonen, met inbegrip van betrekkingen met relevante belanghebbenden en voorkoming van geschillen);
–elementen gericht op de bevordering van internationale samenwerking en de uitwisseling van informatie en beste praktijken (internationale samenwerking tussen leden; internationale samenwerking op multilateraal niveau via een WTO-comité voor aangelegenheden inzake investeringsfacilitering);
–de ontwikkelingsdimensie (uitdagingen voor minder ontwikkelde landen; uitwisseling van beste praktijken; bepalingen inzake bijzondere en gedifferentieerde behandeling; technische bijstand en capaciteitsopbouw) en de bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzame ontwikkeling.
8.De Europese Unie kan ook onderhandelingen voeren over andere aspecten die relevant zijn voor de facilitering van BDI wanneer die door de deelnemende leden te berde worden gebracht, en volgt daarbij deze richtsnoeren.
9.Elke door de Europese Unie aanvaarde regel of verbintenis moet stroken met het rechtskader van de EU.