This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014PC0573
Proposal for a COUNCIL DECISION establishing the position to be taken on behalf of the European Union within the Committee on Government Procurement on the accession of Montenegro to the Agreement on Government Procurement
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in het Comité voor overheidsopdrachten in te nemen standpunt met betrekking tot de toetreding van Montenegro tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in het Comité voor overheidsopdrachten in te nemen standpunt met betrekking tot de toetreding van Montenegro tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten
/* COM/2014/0573 final - 2014/0263 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in het Comité voor overheidsopdrachten in te nemen standpunt met betrekking tot de toetreding van Montenegro tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten /* COM/2014/0573 final - 2014/0263 (NLE) */
TOELICHTING 1. Inleiding Op 4 november 2013 heeft Montenegro verzocht
om toe te treden tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten van de WTO
(hierna "de GPA" genoemd). Montenegro heeft aangegeven dat het
voornemens is zijn toetreding tot de gewijzigde versie van de GPA af te ronden(de
tekst werd op 30 maart 2012 door de partijen aangenomen en door de Europese
Unie gesloten via een besluit van de Raad van 3 december 2013[1]). De gewijzigde versie
van de GPA is op 6 april 2014 in de Unie in werking getreden. De Commissie heeft namens de Unie onderhandeld
over een reeks door Montenegro voorgestelde marktopeningsverbintenissen, zowel
op bilaterale basis als in het kader van het WTO-comité voor
overheidsopdrachten (hierna "het GPA-comité" genoemd). Montenegro heeft vervolgens op 18 juli 2014
een definitief aanbod uitgebracht. Hieronder volgen een samenvatting van het
definitieve aanbod van Montenegro en de beoordeling van de Commissie. 2. Samenvatting van de
voorwaarden van de toetreding van Montenegro tot de GPA Definitief
aanbod van Montenegro Verbintenissen inzake markttoegang (onder
de overeenkomst vallende instanties, goederen, dienstverlening en
constructiediensten) Instanties In bijlage 1 ("centrale
overheidsinstanties") neemt Montenegro een exhaustieve lijst op van
centrale overheidsinstanties waarvan de opdrachten openstaan voor partijen bij
de GPA. De aantekeningen onder deze bijlage zijn identiek aan die van de EU. In bijlage 2 ("niet-centrale
overheidsinstanties") neemt Montenegro alle regionale en lokale
aanbestedende diensten van de bestuurlijke eenheden op. De definitie van
bestuurlijke eenheden stemt overeen met de EU-indeling van dergelijke eenheden,
zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees
Parlement en de Raad[2].
Ook publiekrechtelijke instellingen zijn opgenomen in bijlage 2. De definitie
van die instellingen is identiek aan die van de EU, welke is vastgelegd in
Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad[3]. Bij de bijlage is een
indicatieve lijst van deze instellingen gevoegd. De aantekeningen onder bijlage
2 komen overeen met die van de EU onder bijlage 2. In bijlage 3 ("andere instanties")
kent Montenegro aan de partijen bij de GPA alle nutsopdrachten toe in dezelfde
sectoren (drinkwater, elektriciteit, luchthavens, havens, stedelijk vervoer en
spoorwegen) als die welke door de EU zijn vastgesteld. Er is een indicatieve
lijst van instanties in opgenomen. Het voorbehoud waarin deze bijlage voorziet,
is identiek aan het voorbehoud in bijlage 3 van de EU. Goederen Montenegro voorziet in een positieve lijst van
goederen die een aantal uitzonderingen bevat die overeenstemmen met die welke
zijn opgenomen in bijlage 4 van de EU. Dienstverlening Montenegro biedt een positieve lijst van
diensten aan die overeenstemmen met die welke door de EU worden aangeboden in
bijlage 5. Constructiediensten Montenegro biedt alle constructiediensten aan
in de zin van afdeling 51 van de centrale productenclassificatie, zoals
algemeen wordt aangeboden door alle partijen bij de GPA. Bovendien verleent het
de EU en enkele andere partijen bij de GPA toegang tot concessieovereenkomsten
voor werken in het kader van een nationale regeling. Drempels Montenegro past drempels toe die door partijen
bij de GPA algemeen worden toegepast voor goederen, dienstverlening en
constructiediensten. De wetgeving
van Montenegro Gezien zijn status als kandidaat-lidstaat
(voor toetreding tot de EU) is het systeem voor overheidsopdrachten van
Montenegro grotendeels in overeenstemming gebracht met het EU-acquis inzake
overheidsopdrachten. De wetgeving van Montenegro op dit gebied is niet‑discriminerend.
Er zijn geen bepalingen die binnenlandse leveringen en aanbieders een gunstiger
behandeling geven dan die welke geldt voor buitenlandse leveringen of aanbieders.
Beoordeling door de Commissie van het
aanbod van Montenegro Het definitieve aanbod van Montenegro
weerspiegelt het aanbod van de EU onder aanhangsel I van de herziene GPA.
Daarom is het toereikend en aanvaardbaar. De Montenegrijnse wetgeving inzake
overheidsopdrachten is in overeenstemming met de GPA. Met name de volgende voorwaarden voor
toetreding van Montenegro zullen worden weerspiegeld in aanhangsel I van de EU: Met betrekking tot het feit dat Montenegro
voorziet in een exhaustieve lijst van instanties in bijlage 1, moet de toegang
van goederen, diensten, leveranciers en dienstverleners van Montenegro tot de
EU-dekking dezelfde zijn als die waarin bijlage 1 van de EU, onder 2, punt 2,
voorziet, hetgeen toegang betekent tot de opdrachten van de aanbestedende
diensten van de centrale overheden die onder bijlage 1 worden opgesomd. Montenegro zal deel uitmaken van de GPA-partijen
(IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland en Zuid-Korea) waaraan de EU
toegang verleent tot inschrijvingen voor concessies voor werken uit hoofde van
punt 2 van bijlage 6. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL De herziene GPA bevat een bepaling over toetreding. Artikel XXII, lid 2,
van de GPA bepaalt dat elk WTO-lid tot de GPA kan toetreden op tussen dat lid en
de partijen overeen te komen voorwaarden en dat deze voorwaarden worden
vastgesteld in een besluit van het GPA-comité. De voorwaarden voor de toetreding van
Montenegro zullen worden vastgesteld in een besluit van het GPA-comité, dat
naar verwachting in de tweede helft van 2014 zal worden aangenomen. Dat besluit
zal het definitieve aanbod van Montenegro voor toetreding tot zijn markt voor
openbare aanbestedingen bevatten (dat deel zal uitmaken van aanhangsel I van de
GPA zodra Montenegro tot de overeenkomst is toegetreden), alsmede eventuele
specifieke toetredingsvoorwaarden waar andere partijen bij de GPA om verzoeken.
Het besluit zal binnen het GPA-comité bij consensus worden vastgesteld. In artikel 218, lid 9, van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie wordt bepaald dat wanneer een
krachtens een internationale overeenkomst opgericht lichaam handelingen met
rechtsgevolgen vaststelt, de Raad op voorstel van de Commissie een besluit
vaststelt tot bepaling van het standpunt dat namens de Unie moet worden
ingenomen. Het besluit van het GPA-comité dat de voorwaarden voor de toetreding
van Montenegro zal bevatten, valt onder artikel 218, lid 9, VWEU, aangezien het
besluit is vastgesteld door een krachtens een internationale overeenkomst
opgericht lichaam en rechtsgevolgen zal hebben. 4. AANBEVELING De toetreding van Montenegro tot de GPA zal
naar verwachting een zeer positieve bijdrage leveren aan de verdere
internationale openstelling van de markten voor overheidsopdrachten, doordat
het aantal partijen bij de GPA wordt uitgebreid en andere landen derhalve
worden aangemoedigd om tot de GPA toe te treden. De Commissie beveelt aan dat
het definitieve aanbod van Montenegro wordt aanvaard onder de bovengenoemde
voorwaarden. Dienovereenkomstig wordt voorgesteld dat de Commissie wordt gemachtigd
om in het Comité voor overheidsopdrachten het standpunt van de Unie naar voren
te brengen, ten gunste van de toetreding van Montenegro, dat moet worden
opgenomen in het besluit van het GPA-comité betreffende de toetreding van Montenegro. 2014/0263 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese
Unie in het Comité voor overheidsopdrachten in te nemen standpunt met
betrekking tot de toetreding van Montenegro tot de Overeenkomst inzake
overheidsopdrachten DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met
artikel 218, lid 9, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 4 november 2013 heeft
Montenegro verzocht om toe te treden tot de Overeenkomst inzake
overheidsopdrachten (hierna "de GPA" genoemd). (2) De verbintenissen van
Montenegro inzake dekking zijn vastgesteld in zijn definitief aanbod, zoals dat
op 18 juli 2014 aan de partijen bij de GPA is voorgelegd. (3) Het definitieve aanbod van
Montenegro weerspiegelt het aanbod van de Unie onder aanhangsel I van de
herziene GPA. Daarom is het toereikend en aanvaardbaar. De voorwaarden voor de
toetreding van Montenegro, zoals vermeld in de bijlage bij dit besluit, zullen
worden opgenomen in het besluit van het Comité voor overheidsopdrachten (hierna
"GPA-comité" genoemd) betreffende de toetreding van Montenegro. (4) De toetreding van Montenegro
tot de GPA zal naar verwachting een positieve bijdrage leveren aan de verdere
internationale openstelling van de markten voor overheidsopdrachten. (5) Artikel XXII, lid 2, van de
GPA bepaalt dat elk WTO-lid tot de overeenkomst kan toetreden op tussen dat lid
en de partijen overeen te komen voorwaarden en dat deze voorwaarden worden
vastgesteld in een besluit van het GPA-comité. (6) Bijgevolg is het noodzakelijk
om het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het GPA-comité moet worden
ingenomen in verband met de toetreding van Montenegro, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: Artikel 1 Het standpunt dat namens de Europese Unie in
het Comité voor overheidsopdrachten moet worden ingenomen, houdt in dat de
toetreding van Montenegro tot de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten wordt
goedgekeurd, met inachtneming van de specifieke toetredingsvoorwaarden die in
de bijlage bij dit besluit zijn vastgesteld. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop
het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] Besluit van de Raad van 2 december 2013 betreffende de
sluiting van het Protocol tot wijziging van de Overeenkomst inzake
overheidsopdrachten (PB L 68 van 7.3.2014, blz. 1). [2] Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees
Parlement en de Raad van 26 mei 2003 betreffende de opstelling van een
gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de
statistiek (NUTS) (PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1). [3] Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de
Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten
en tot intrekking van Richtlijn 2004/18/EG (PB L 94 van 28.3.2014,
blz. 65). BIJLAGE VOORWAARDAN VAN DE EU VOOR DE
TOETREDING VAN MONTENEGRO TOT DE GPA Bij de toetreding van Montenegro tot de
Overeenkomst inzake overheidsopdrachten komt onder 2, punt 2 ("De
aanbestedende diensten van de centrale overheden van de EU-lidstaten") van
bijlage 1 bij aanhangsel I van de Europese Unie als volgt te luiden: "2. Voor de goederen,
diensten, leveranciers en dienstverleners van Israël en Montenegro: opdrachten
van de volgende aanbestedende diensten van centrale overheden.” Bij de toetreding van Montenegro tot de
Overeenkomst inzake overheidsopdrachten, komt punt 2 van bijlage 6 als volgt te
luiden: "2. Wanneer
concessieovereenkomsten voor werken worden gegund door aanbestedende diensten
van de bijlagen 1 en 2, is daarop het beginsel van nationale behandeling van
toepassing voor de dienstverleners in de bouwnijverheid van IJsland,
Liechtenstein, Noorwegen en Nederland met betrekking tot Aruba, Zwitserland en
Montenegro, mits de waarde ervan gelijk is aan of meer bedraagt dan 5 000 000
BTR en voor de dienstverleners in de bouwnijverheid van Korea, mits de waarde
ervan gelijk is aan of meer bedraagt dan 15 000 000 BTR.”