EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0873
Proposal for a COUNCIL DECISION on the signing, on behalf of the European Union, of the Arrangement with the Principality of Liechtenstein on the modalities of its participation in the European Asylum Support Office
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van het Vorstendom Liechtenstein aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van het Vorstendom Liechtenstein aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken
/* COM/2013/0873 final - 2013/0424 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van het Vorstendom Liechtenstein aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken /* COM/2013/0873 final - 2013/0424 (NLE) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Bij Verordening (EU) nr. 439/2010 is het
Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken[1]
(EASO) opgericht om de praktische samenwerking tussen de lidstaten op het
gebied van asiel te versterken, de toepassing van het gemeenschappelijk
Europees asielstelsel te verbeteren en de lidstaten waarvan de asielstelsels en
opvangvoorzieningen onder bijzondere druk staan, te steunen. Overweging 24 van de verordening luidt als
volgt: "Voor het verrichten van zijn opdracht staat het
ondersteuningsbureau open voor deelname van landen die met de Unie
overeenkomsten hebben gesloten uit hoofde waarvan zij de wetgeving van de Unie
op het onder deze verordening vallende gebied hebben overgenomen en toepassen,
zoals met name IJsland, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland." Deze
landen worden de "geassocieerde landen" genoemd. Artikel 49, lid 1, bepaalt dan ook: "Het
ondersteuningsbureau staat open voor deelname van IJsland, Liechtenstein,
Noorwegen en Zwitserland als waarnemers. Betreffende onder meer de aard en de
omvang van de deelname, en de wijze van deelname van deze landen aan de
werkzaamheden van het ondersteuningsbureau, worden nadere regelingen
vastgesteld. Deze regelingen omvatten met name bepalingen betreffende de deelname
aan de door het ondersteuningsbureau genomen initiatieven, de financiële
bijdragen en het personeel. Wat personeelszaken betreft, voldoen deze
regelingen in elk geval aan het statuut." De deelname van de geassocieerde landen aan de
werkzaamheden van het ondersteuningsbureau is niet alleen een logische stap,
gezien de betrokkenheid van deze landen bij het Dublinsysteem, maar heeft ook
een duidelijke meerwaarde voor de ondersteuning die het bureau kan bieden op
het gebied van de uitwisseling van goede methoden en expertise, de permanente
steun en de noodsteun, de verzameling en analyse van informatie, en het
waarschuwings- en paraatheidssyteem. Op grond hiervan heeft de Commissie op 1 juli 2011
een aanbeveling aan de Raad geformuleerd om de Commissie te machtigen
onderhandelingen met IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein te
beginnen over internationale overeenkomsten tot vaststelling van de hierboven
bedoelde regelingen. Op 27 januari 2012 heeft de Commissie van de
Raad de machtiging gekregen onderhandelingen met IJsland, Noorwegen,
Zwitserland en Liechtenstein te beginnen over regelingen inzake de wijze waarop
deze landen deelnemen aan het EASO. Er werd met alle geassocieerde landen tegelijk
onderhandeld, in vier onderhandelingsronden. De definitieve tekst van de
ontwerp-regeling met Liechtenstein werd op 28 juni 2013 geparafeerd. De lidstaten zijn geïnformeerd en geraadpleegd
in de desbetreffende werkgroepen van de Raad. Voor de Unie zijn artikel 74 en artikel 78,
leden 1 en 2, juncto artikel 218 VWEU de rechtsgrondslag voor de regeling. Dit voorstel vormt het rechtsinstrument voor
de ondertekening van de regeling. De Raad besluit met gekwalificeerde
meerderheid van stemmen. 2. RESULTATEN VAN DE
ONDERHANDELINGEN De Commissie is van oordeel dat de door de
Raad in zijn onderhandelingsrichtsnoeren vastgestelde doelstellingen zijn
bereikt en dat de ontwerp-regeling aanvaardbaar is voor de Unie. Deze regeling houdt uiteindelijk het volgende
in: Liechtenstein neemt volledig deel aan de
activiteiten van het ondersteuningsbureau [artikel 1], is in de raad van
bestuur van het ondersteuningsbureau vertegenwoordigd als waarnemer zonder
stemrecht [artikel 2], en levert een jaarlijkse bijdrage aan de begroting van
het ondersteuningsbureau die wordt berekend op basis van het Liechtensteinse
bbp uitgedrukt in percentage van het bbp van alle landen die deelnemen aan de
werkzaamheden van het ondersteuningsbureau [artikel 3 en bijlage I]; Daarnaast heeft Liechtenstein ingestemd met
bepalingen betreffende een mogelijke hogere bijdrage indien de bijdrage van de
Unie wordt verhoogd [artikel 3 en bijlage I]; Tevens wordt een comité opgericht bestaande
uit vertegenwoordigers van de Commissie en van het geassocieerde land. Met het
oog op de efficiëntie zal dit comité tegelijk samenkomen met de comités die
zijn opgericht met andere geassocieerde landen die deelnemen op basis van
artikel 49, lid 1, van de verordening. In de onderhandelingsrichtsnoeren werd
geen melding gemaakt van het comité; het wordt opgericht op verzoek van de
geassocieerde landen om informatie te kunnen uitwisselen en toezicht te houden
op de tenuitvoerlegging van de regeling [artikel 11]. 3. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Artikel 3 en bijlage I van de ontwerp-regeling
hebben betrekking op de jaarlijkse financiële bijdrage van Liechtenstein aan de
begroting van het ondersteuningsbureau en de mogelijke aanpassing ervan aan de
situatie zoals beschreven in bijlage I. 4. CONCLUSIE Gezien de hierboven vermelde resultaten stelt
de Commissie voor dat de Raad besluit dat de Regeling tussen de Europese Unie
en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de
deelname van Liechtenstein aan het Europees Ondersteuningsbureau voor
asielzaken namens de Unie wordt ondertekend en de Commissie machtigt om de
persoon (personen) aan te wijzen die is (zijn) gemachtigd om de regeling namens
de Unie te ondertekenen. 2013/0424 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de ondertekening, namens de Europese
Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein
betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van het Vorstendom
Liechtenstein aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 74 en artikel 78, leden 1 en 2, juncto
artikel 218, lid 5, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Artikel 49, lid 1, van
Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei
2010 tot oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken[2] bepaalt dat het
ondersteuningsbureau openstaat voor deelname van IJsland, Liechtenstein,
Noorwegen en Zwitserland als waarnemers. Voorts moeten betreffende de aard en de
omvang van de deelname, en de wijze van deelname van deze landen aan de
werkzaamheden van het ondersteuningsbureau, nadere regelingen worden
vastgesteld. (2) Op 27 januari 2012 heeft de
Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen met Liechtenstein te beginnen
over een regeling inzake de wijze waarop Liechtenstein deelneemt aan het
ondersteuningsbureau. De onderhandelingen werden op 28 juni 2013 met succes
afgerond met de parafering van de regeling. (3) De regeling moet namens de
Unie door de onderhandelaar worden ondertekend, onder voorbehoud van de
sluiting ervan op een later tijdstip. (4) Zoals wordt toegelicht in
overweging 21 van Verordening (EU) nr. 439/2010, nemen het Verenigd Koninkrijk
en Ierland deel aan die verordening en is deze bindend voor beide landen. Zij
dienen dan ook uitvoering te geven aan artikel 49, lid 1, van de Verordening
door deel te nemen aan dit besluit. Het Verenigd Koninkrijk en Ierland nemen
daarom deel aan dit besluit. (5) Zoals wordt toegelicht in
overweging 22 van Verordening (EU) nr. 439/2010, neemt Denemarken niet deel aan
die verordening en is deze niet bindend voor dat land. Denemarken neemt dan ook
niet deel aan dit besluit, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 Hierbij wordt machtiging verleend tot ondertekening,
namens de Europese Unie, van de Regeling tussen de Europese Unie en
Liechtenstein betreffende de nadere bijzonderheden van de deelname van
Liechtenstein aan het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, onder
voorbehoud van de sluiting van de regeling. De tekst van de te ondertekenen regeling is
aan dit besluit gehecht. Artikel 2 De Commissie wordt hierbij gemachtigd om de
persoon (personen) aan te wijzen die is (zijn) gemachtigd om de regeling namens
de Unie te ondertekenen. Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de dag waarop
het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE REGELING
tussen de Europese Unie en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de nadere
bijzonderheden van de deelname van het Vorstendom aan het Europees
Ondersteuningsbureau voor asielzaken
DE EUROPESE UNIE, hierna „de EU” genoemd, enerzijds, en HET
VORSTENDOM LIECHTENSTEIN, hierna "Liechtenstein" genoemd, anderzijds, Gezien artikel 49, lid 1, van Verordening (EU)
nr. 439/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 tot
oprichting van een Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken[3], hierna "de
verordening" genoemd, Overwegende hetgeen volgt: (1) De verordening bepaalt dat het Europees
Ondersteuningsbureau voor asielzaken, hierna "het
ondersteuningsbureau" genoemd, voor het verrichten van zijn opdracht moet
openstaan voor deelname van landen die met de EU overeenkomsten hebben gesloten
uit hoofde waarvan zij de wetgeving van de EU op het onder deze verordening
vallende gebied hebben overgenomen en toepassen, zoals met name IJsland,
Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland, hierna de "geassocieerde
landen" genoemd. (2) Liechtenstein heeft met
de EU overeenkomsten gesloten uit hoofde waarvan het de wetgeving van de EU op het
onder deze verordening vallende gebied heeft overgenomen en toepast; het is met
name toegetreden tot de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de
Zwitserse Bondsstaat betreffende de criteria en mechanismen voor de
vaststelling van de staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van een
asielverzoek dat in een lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend[4], ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: Artikel 1
Mate van deelname Liechtenstein neemt volledig deel aan de
werkzaamheden van het ondersteuningsbureau en heeft recht op ondersteunende
maatregelen in de zin van de verordening en overeenkomstig de voorwaarden van
deze regeling. Artikel 2
Raad van bestuur Liechtenstein is in de raad van bestuur
vertegenwoordigd als waarnemer zonder stemrecht. Artikel 3
Financiële bijdrage 1. Liechtenstein levert een jaarlijkse
bijdrage aan de ontvangsten van het ondersteuningsbureau die wordt berekend op
basis van het Liechtensteinse bruto binnenlands product (bbp), uitgedrukt in
percentage van het bbp van alle landen die deelnemen aan de werkzaamheden van
het ondersteuningsbureau, overeenkomstig de formule in bijlage I. 2. De in lid 1 bedoelde financiële bijdrage is
verschuldigd vanaf de dag na de inwerkingtreding van deze regeling. De eerste
financiële bijdrage wordt evenredig verminderd met de periode van het jaar die
reeds is verstreken voordat de regeling in werking trad. Artikel 4
Gegevensbescherming 1. Bij de toepassing van deze regeling
verwerkt Liechtenstein gegevens overeenkomstig Richtlijn 95/46/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming
van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en
betreffende het vrije verkeer van die gegevens[5]. 2. Voor het doel van deze regeling is
Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18
december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband
met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en
organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[6] van toepassing op de
verwerking van persoonsgegevens door het ondersteuningsbureau. 3. Liechtenstein houdt zich aan de regels
inzake de vertrouwelijkheid van documenten van het ondersteuningsbureau, die
zijn vastgelegd in het reglement van orde van de raad van bestuur. Artikel 5
Rechtsstatus Het ondersteuningsbureau heeft
rechtspersoonlijkheid naar Liechtensteins recht en geniet in Liechtenstein de
meest uitgebreide handelingsbevoegdheid die krachtens de wetgeving van dat land
aan rechtspersonen wordt verleend. Het kan met name roerend en onroerend goed
verwerven of vervreemden en in rechte optreden. Artikel 6
Aansprakelijkheid De aansprakelijkheid van het
ondersteuningsbureau wordt geregeld bij artikel 45, leden 1, 3 en 5, van de
verordening. Artikel 7
Hof van Justitie Liechtenstein erkent de bevoegdheid van het
Hof van Justitie van de Europese Unie over het ondersteuningsbureau in de zin
van artikel 45, leden 2 en 4, van de verordening. Artikel 8
Personeel van het ondersteuningsbureau 1. Overeenkomstig artikel 38, lid 1, en
artikel 49, lid 1, van de verordening zijn het statuut van de ambtenaren van de
Europese Unie, de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden
van de Europese Unie, de regels die gezamenlijk zijn vastgesteld door de
instellingen van de Europese Unie met het oog op de toepassing van dit statuut,
en de regels die door het ondersteuningsbureau zijn vastgesteld op grond van
artikel 38, lid 2, van de verordening, van toepassing op onderdanen van
Liechtenstein die door het ondersteuningsbureau worden aangeworven. 2. In afwijking van artikel 12, lid 2, onder
a), en artikel 82, lid 3, onder a), van de regeling welke van toepassing is op
de andere personeelsleden van de Europese Unie, kunnen onderdanen van Liechtenstein
die in het bezit zijn van al hun burgerrechten op contractbasis in dienst
worden genomen door de uitvoerend directeur van het ondersteuningsbureau
overeenkomstig de door het ondersteuningsbureau vastgestelde regels voor de
selectie en aanwerving van personeel. 3. Artikel 38, lid 4, van de verordening is
mutatis mutandis van toepassing op onderdanen van Liechtenstein. 4. Onderdanen van Liechtenstein kunnen echter
niet de post van uitvoerend directeur van het ondersteuningsbureau bekleden. Artikel 9
Voorrechten en immuniteiten Liechtenstein past op het ondersteuningsbureau
en zijn personeelsleden het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten
van de Europese Unie[7]
toe, alsook alle regels die uit hoofde van dit Protocol zijn vastgesteld met betrekking
tot personeelsaangelegenheden van het ondersteuningsbureau. Artikel 10
Fraudebestrijding De bepalingen betreffende artikel 44 van de
verordening inzake de door de EU in Liechtenstein uit te oefenen financiële
controle op deelnemers aan activiteiten van het ondersteuningsbureau zijn
opgenomen in bijlage II. Artikel 11
Comité 1. Een comité bestaande uit vertegenwoordigers
van de Europese Commissie en van Liechtenstein ziet toe op de correcte
uitvoering van de regeling en zorgt voor een continu proces van
informatieverstrekking en gedachtewisseling hierover. Om praktische redenen
komt dit comité tegelijk samen met de comités die zijn opgericht met andere
geassocieerde landen die deelnemen op basis van artikel 49, lid 1, van de
verordening. Het comité komt samen op verzoek van Liechtenstein of op verzoek
van de Europese Commissie. De raad van bestuur van het ondersteuningsbureau
wordt op de hoogte gehouden van de werkzaamheden van dit comité. 2. Informatie over geplande EU-wetgeving die
direct gevolgen heeft voor de verordening of deze wijzigt, of die naar
verwachting effect zal hebben op de financiële bijdrage in de zin van artikel 3
van deze regeling, wordt gedeeld en besproken in het comité. Artikel 12
Bijlagen De bijlagen bij deze regeling vormen een
integrerend deel van de regeling. Artikel 13 Inwerkingtreding 1. De overeenkomstsluitende partijen keuren
deze regeling goed volgens hun eigen nationale procedures. Zij stellen elkaar
in kennis van de voltooiing van deze procedures. 2. Deze regeling treedt in werking op de
eerste dag van de maand na de laatste kennisgeving in de zin van lid 1. Artikel 14
Beëindiging en geldigheid 1. Deze regeling wordt voor onbepaalde tijd
gesloten. 2. Elk van de partijen kan, na overleg met het
comité, deze regeling opzeggen door de andere partij hiervan in kennis te
stellen. Zes maanden na de datum van die kennisgeving houdt de regeling op van
toepassing te zijn. Deze regeling vervalt in geval van beëindiging
van het Protocol betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot
de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat
inzake de criteria en mechanismen voor de vaststelling van de staat die
verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielverzoek dat in een
lidstaat of in Zwitserland wordt ingediend. 4. Deze regeling wordt opgesteld in een enkel
exemplaar in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de
Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de
Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de
Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse
taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn. …………… BIJLAGE I Formule voor de berekening van de bijdrage 1. De financiële bijdrage van Liechtenstein aan de
ontvangsten van het ondersteuningsbureau, als bedoeld in artikel 33, lid 3,
onder d), van de verordening, wordt volgens onderstaande formule berekend. De jaarlijks op 31 maart beschikbare meest recente
definitieve cijfers betreffende het bruto binnenlands product (bbp) van
Liechtenstein worden gedeeld door de som van de voor hetzelfde jaar beschikbare
bbp-cijfers van alle landen die deelnemen aan het ondersteuningsbureau. Het
aldus verkregen percentage wordt toegepast op het in artikel 33, lid 3, onder
a) van de verordening bedoelde deel van de goedgekeurde ontvangsten van het
ondersteuningsbureau voor het betreffende jaar om het bedrag van de financiële
bijdrage van Liechtenstein te verkrijgen. 2. De financiële bijdrage wordt betaald in euro. 3. Liechtenstein betaalt zijn financiële bijdrage
uiterlijk 45 dagen na ontvangst van de debetnota. Elk uitstel van betaling
leidt ertoe dat Liechtenstein vanaf de vervaldatum achterstandsrente moet
betalen over het uitstaande bedrag. Het rentepercentage is de op de eerste
kalenderdag van de maand van de vervaldag door de Europese Centrale Bank voor
haar basisherfinancieringstransacties toegepaste rentevoet zoals bekendgemaakt
in de C-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie, verhoogd met
drieënhalf procentpunten. 4. De financiële bijdrage van Liechtenstein wordt
aangepast overeenkomstig deze bijlage indien de in artikel 33, lid 3, onder a),
van de verordening bedoelde in de algemene begroting van de Europese Unie
opgenomen bijdrage van de Unie wordt verhoogd op grond van artikel 26, 27 of 41
van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de
Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van
toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van
Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002[8].
In dat geval moet het verschil 45 dagen na ontvangst van de debetnota worden
betaald. 5. Indien door het ondersteuningsbureau uit hoofde
van artikel 33, lid 3, onder a), van de verordening van de EU ontvangen
betalingskredieten voor jaar N niet voor 31 december van jaar N worden besteed
of indien de begroting van het ondersteuningsbureau voor jaar N op grond van
artikel 26, 27 of 41 van verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012[9] tot vaststelling van de
financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot
intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 is verlaagd, wordt
het deel van de niet-bestede of verlaagde betalingskredieten dat overeenkomt
met het percentage van de bijdrage van Liechtenstein, overgeheveld naar de
begroting van het ondersteuningsbureau voor het jaar N+1. De bijdrage van
Liechtenstein aan de begroting van het ondersteuningsbureau voor jaar N+1 wordt
dienovereenkomstig verlaagd. BIJLAGE II Financiële controle met betrekking tot
Liechtensteinse deelnemers aan de activiteiten van het ondersteuningsbureau Artikel 1
Rechtstreekse communicatie Het ondersteuningsbureau en de Europese
Commissie onderhouden rechtstreekse contacten met alle in Liechtenstein
gevestigde personen of entiteiten die betrokken zijn bij de activiteiten van
het ondersteuningsbureau als contractant, als deelnemer aan een programma van
het ondersteuningsbureau, als begunstigde van een betaling uit de begroting van
het ondersteuningsbureau of van de EU, of als onderaannemer. Deze personen
kunnen alle dienstige informatie en documentatie die zij gehouden zijn te
verstrekken op grond van de in deze regeling genoemde instrumenten en van de
ter uitvoering daarvan gesloten contracten of overeenkomsten, alsmede van de in
het kader daarvan genomen besluiten, rechtstreeks aan de Europese Commissie en
het ondersteuningsbureau doen toekomen. Artikel 2
Audits 1. In overeenstemming met Verordening (EU,
Euratom) nr. 966/2012[10]
tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene
begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002,
met Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002[11]
van de Commissie houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld
in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende
het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de
Europese Gemeenschappen, en met de overige regelingen waarnaar in deze regeling
wordt verwezen, kan in de contracten of overeenkomsten die met in Liechtenstein
gevestigde begunstigden worden gesloten en in de besluiten die in dat kader
worden genomen, worden bepaald dat bij deze begunstigden of bij hun
onderaannemers op ieder tijdstip wetenschappelijke, financiële of
technologische audits of andere controles kunnen worden verricht door
functionarissen van het ondersteuningsbureau en de Commissie of door andere
door dezen hiertoe gemachtigde personen. 2. De functionarissen van het
ondersteuningsbureau en de Commissie alsook de andere door dezen hiertoe
gemachtigde personen krijgen passende toegang tot locaties, werkzaamheden en
documenten, alsmede tot alle nodige informatie, inclusief informatie in
elektronische vorm, om deze audits naar behoren te kunnen uitvoeren. Dit recht
van toegang wordt uitdrukkelijk vermeld in de contracten of overeenkomsten die
worden gesloten ter uitvoering van de instrumenten waarnaar in deze regeling
wordt verwezen. 3. De Europese Rekenkamer heeft dezelfde
rechten als de Europese Commissie. 4. De audits kunnen plaatsvinden tot vijf jaar
na het verstrijken van deze regeling dan wel volgens het bepaalde in de
contracten of overeenkomsten of in de ter zake genomen besluiten. 5. De financiële controledienst van
Liechtenstein wordt vooraf in kennis gesteld van audits die op het grondgebied
van Liechtenstein worden verricht. Deze kennisgeving is evenwel geen wettelijke
voorwaarde voor de uitvoering van deze audits. Artikel 3
Controles ter plaatse 1. In het kader van deze regeling is de
Europese Commissie (OLAF) gemachtigd op het grondgebied van Liechtenstein
controles en verificaties ter plaatse te verrichten, zulks overeenkomstig de
voorwaarden en modaliteiten van Verordening (EG, Euratom) nr. 2185/96 van de
Raad betreffende de controles en verificaties ter plaatse die door de Commissie
worden uitgevoerd ter bescherming van de financiële belangen van de Europese
Gemeenschappen tegen fraudes en andere onregelmatigheden[12]. 2. De controles en verificaties ter plaatse
worden door de Europese Commissie voorbereid en uitgevoerd in nauwe
samenwerking met de nationale financiële controledienst van Liechtenstein of
met de andere door deze controledienst aangewezen bevoegde Liechtensteinse
autoriteiten, die tijdig over het voorwerp, het doel en de rechtsgrondslag van
de controles en verificaties worden ingelicht, teneinde alle nodige hulp te
kunnen verstrekken. Te dien einde kunnen functionarissen van de bevoegde
autoriteiten van Liechtenstein aan de controles en verificaties ter plaatse
deelnemen. 3. Indien de betrokken Liechtensteinse
autoriteiten dit wensen, worden de controles en verificaties ter plaatse door
de Europese Commissie en die autoriteiten gezamenlijk verricht. 4. Wanneer deelnemers aan het programma zich
verzetten tegen een controle of verificatie ter plaatse, verlenen de
Liechtensteinse autoriteiten de controleurs van de Europese Commissie,
overeenkomstig de nationale bepalingen ter zake, de nodige assistentie om
laatstgenoemden in staat te stellen de hun opgedragen controles en verificaties
ter plaatse tot een goed einde te brengen. 5. De Europese Commissie doet de nationale
financiële controledienst van Liechtenstein ten spoedigste mededeling van
iedere onregelmatigheid en van ieder vermoeden betreffende een onregelmatigheid
waarvan zij in het kader van de controle of verificatie ter plaatse kennis
heeft gekregen. De Commissie stelt in ieder geval de bovengenoemde instantie in
kennis van het resultaat van deze controles en verificaties. Artikel 4
Informatie en overleg 1. Met het oog op een goede uitvoering van
deze bijlage wisselen de bevoegde autoriteiten van Liechtenstein en van de EU
op gezette tijden informatie uit en plegen zij, op verzoek van een van beide
overeenkomstsluitende partijen, overleg. 2. De bevoegde autoriteiten van Liechtenstein
stellen het ondersteuningsbureau en de Europese Commissie onverwijld in kennis
van ieder onder hun aandacht gebracht feit waaraan het vermoeden zou kunnen
worden ontleend dat er zich onregelmatigheden hebben voorgedaan bij de sluiting
en de uitvoering van de contracten of overeenkomsten die zijn gesloten ter
uitvoering van de instrumenten waarnaar in deze regeling wordt verwezen. Artikel 5
Vertrouwelijkheid Ingevolge deze bijlage meegedeelde of
verkregen informatie, in eender welke vorm, valt onder het beroepsgeheim en
wordt op dezelfde wijze beschermd als soortgelijke informatie wordt beschermd
krachtens het Liechtensteinse recht en de overeenkomstige bepalingen die gelden
voor de EU-instellingen. Deze informatie mag niet worden meegedeeld aan andere
personen dan die welke binnen de EU-instellingen of in de lidstaten of
Liechtenstein op grond van hun functie op de hoogte moeten zijn van deze
informatie, en mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan het
waarborgen van een doeltreffende bescherming van de financiële belangen van de
overeenkomstsluitende partijen. Artikel 6
Administratieve maatregelen en sancties Onverminderd de toepassing van het
Liechtensteinse strafrecht kan het ondersteuningsbureau of de Europese
Commissie administratieve maatregelen en sancties opleggen in overeenstemming
met Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de
financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot
intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002, met Gedelegeerde
Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie[13] houdende
uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van
het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van de financiële regels van
toepassing op de algemene begroting van de Unie, en met Verordening (EG,
Euratom) nr. 2988/95 van de Raad[14]
betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese
Gemeenschappen. Artikel 7
Invordering en tenuitvoerlegging Besluiten die het ondersteuningsbureau of de
Europese Commissie neemt binnen het toepassingsgebied van deze regeling welke
voor natuurlijke of rechtspersonen, met uitzondering van de staten, een
geldelijke verplichting inhouden, zijn uitvoerbaar in Liechtenstein. De
uitvoerbare titel wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de
authenticiteit van het besluit, afgegeven door de daartoe door de
Liechtensteinse regering aangewezen autoriteit, die daarvan kennis geeft aan
het ondersteuningsbureau of de Europese Commissie. De tenuitvoerlegging vindt
plaats volgens de Liechtensteinse regels. Het Hof van Justitie van de Europese
Unie is bevoegd voor de controle van de rechtsgeldigheid van de uitvoerbare
titel. Arresten van het Hof van Justitie van de
Europese Unie die worden gewezen ingevolge een arbitrageclausule vormen onder
dezelfde voorwaarden executoriale titel. [1] Verordening (EU) nr. 439/2010 van het Europees Parlement
en de Raad van 19 mei 2010 tot oprichting van een Europees
Ondersteuningsbureau voor asielzaken; PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11. [2] PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11. [3] PB L 132 van 29.5.2010, blz. 11. [4] PB L 160 van 18.6.2011, blz. 39. [5] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. [6] PB L 8 van 12.1.2011, blz. 1. [7] PB C 83 van 30.3.2010, blz. 266. [8] PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1. [9] PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1. [10] PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1. [11] PB L 181 van 10.7.2008, blz. 23. [12] PB L 292 van 15.11.1996, blz. 2. [13] PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1. [14] PB L 312 van 23.12.1995, blz. 1.