Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013DC0829

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Zevende verslag van de Commissie over de werking van het systeem voor de controle van de traditionele eigen middelen (2010-2012) (artikel 18, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000)

/* COM/2013/0829 final */

52013DC0829

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Zevende verslag van de Commissie over de werking van het systeem voor de controle van de traditionele eigen middelen (2010-2012) (artikel 18, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000) /* COM/2013/0829 final */


VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Zevende verslag van de Commissie over de werking van het systeem voor de controle van de traditionele eigen middelen (2010-2012) (artikel 18, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000)

1.          

Over de werking van het stelsel voor de controle van de traditionele eigen middelen (hierna als "TEM" afgekort)[1] wordt op gezette tijden verslag uitgebracht aan het Europees Parlement en de Raad. De rechtsgrond voor het stelsel voor de controle van de TEM wordt gevormd door Besluit 2007/436/EG, Euratom van de Raad van 7 juni 2007[2], Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000[3] en Verordening (EG, Euratom) nr. 1026/1999 van de Raad van 10 mei 1999[4]. || Traditionele eigen middelen (TEM): douanerechten, landbouwrechten die op de invoer van producten uit derde landen worden geheven, en suikerheffingen. In de periode 2010-2012 ging het om een bedrag van ruim 48,8 miljard euro dat ter beschikking werd gesteld. ||

Dit verslag is het zevende verslag van dit type en beschrijft en analyseert de werking van het stelsel voor de controle van de TEM voor de periode 2010-2012. In dit verslag worden de controleactiviteiten van de Commissie in die periode beschreven, worden de genomen maatregelen geëvalueerd en worden conclusies getrokken[5]. Ook de financiële, gerechtelijke en wetgevende follow-up die aan deze controles is gegeven, komt aan bod.

In bijlage 1 bij dit verslag worden de doelstellingen van de controles en de werking van het stelsel voor de controle op EU-niveau beschreven.

2.           Controlewerkzaamheden van de Commissie in de periode 2010-2012

De controles ter plaatse van de Commissie zijn gebaseerd op een nauwkeurige methodologie, waarbij wordt nagegaan of de procedures in overeenstemming zijn met de EU-normen. De controles worden verricht volgens een jaarlijks controleprogramma, waarin aan de hand van een risicoanalyse verschillende thema's zijn vastgelegd voor de controles die in een of meerdere lidstaten moeten worden verricht. De controles worden uitgevoerd door middel van voor alle controles gestandaardiseerde procedures, waarbij op maat gemaakte auditinstrumenten worden gebruikt, namelijk vragenlijsten die vooraf aan de lidstaten worden toegestuurd en ter plaatse gebruikte checklists. Dit moet ervoor zorgen dat de controles worden uitgevoerd en de verslagen worden opgesteld op een samenhangende manier.

2.1.        Voornaamste resultaten van de controlewerkzaamheden

In de periode 2010-2012 heeft de Commissie 94 controles verricht op grond van artikel 18 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000[6]. Zes van deze controles werden verricht volgens de benadering van de gezamenlijke controleregeling[7]. Van de 372 bevindingen hadden er 120 (32,2 %) rechtstreekse financiële gevolgen en 125 (33,6 %) gevolgen voor de regelgeving. De Commissie heeft de nodige maatregelen genomen om de financiële gevolgen van de vastgestelde bevindingen op te vangen. || 94 controles waarbij 372 bevindingen aan het licht zijn gekomen. Gezamenlijke controleaanpak: bijzondere vormen van geassocieerde controle waarbij de interne controlediensten van een lidstaat de controle (audit) verrichten volgens een methode die door de Commissie is goedgekeurd.

2.1.1.     Controles van het beheer van de douaneprocedures

In 2010 zijn de controleacties betreffende de nationale controlestrategieën voortgezet in de lidstaten waar dergelijke acties vóór 2010 niet waren ondernomen. Deze acties hadden tot doel zich ervan te vergewissen of de lidstaten met het oog op de TEM een globale, effectieve en doeltreffende strategie voor douanecontroles hadden opgezet, alsook structuren en procedures om op basis van risicoanalyse de financiële belangen van de EU te beschermen door middel van efficiënte douanecontroles. De tekortkomingen die bij de controles bij inklaring en bij de controles achteraf waren geconstateerd, moesten worden verholpen, en er moesten maatregelen worden genomen om de douanecontroles doeltreffender te maken. Een thematisch rapport over de douanecontrolestrategie in de lidstaten is door het directoraat-generaal Begroting opgesteld en is op 7 juli 2011 aan de lidstaten voorgelegd in het kader van het Raadgevend Comité voor de eigen middelen (RCEM) en op 30 juni 2011 aan de Groep douanebeleid[8]. Uit de resultaten van de in 2009 en 2010 uitgevoerde controles blijkt dat de lidstaten zich over het algemeen hadden ingespannen om douanecontrolestrategieën tot stand te brengen die voldoen aan de eisen van de wetgeving en die de financiële belangen van de EU beschermen. Niettemin zijn de lidstaten 163 bevindingen meegedeeld, waaronder kwesties op het gebied van de naleving en verzoeken om verbetering van hun controleprocedures. De meeste van die bevindingen zijn aangepakt of worden momenteel aangepakt, waaruit blijkt dat de lidstaten werk maken van de verbetering van hun douanecontrolesystemen.

In 2010, 2011 en 2012 is bij controles van de inning van antidumping- en compenserende rechten gebleken dat de inning van deze rechten en de daarmee verband houdende controlestrategie in de meeste lidstaten voldeed aan de EU-wetgeving en de vereiste om de financiële belangen van de EU adequaat te beschermen. Niettemin zijn in sommige lidstaten tekortkomingen geconstateerd ten aanzien van de boekhouding van voorlopige rechten die definitief worden en ten aanzien van risicoanalyse. De Commissie heeft de betrokken lidstaten verzocht deze situatie snel te verhelpen.

In 2011 zijn bij controles van de domiciliëringsprocedure grote tekortkomingen bij het beheer en de controle van deze procedure aan het licht gekomen. Deze controles volgden op bevindingen van de Commissie en de Europese Rekenkamer in voorgaande jaren en waren bedoeld om de naleving van de EU-wetgeving te evalueren en vast te stellen of de financiële belangen van de EU adequaat werden beschermd. Een thematisch rapport over dit onderwerp is opgesteld door het directoraat-generaal Begroting en is op 6 december 2012 aan het RCEM en op 12 december 2012 aan de Groep douanebeleid voorgelegd. Daaruit bleek dat de lidstaten zich hadden ingespannen om elektronische kennisgevingen en douaneaangiften in te voeren en om oude vergunningen opnieuw te beoordelen en aan te passen aan nieuwe wettelijke eisen. Dit proces had ertoe gediend om veel van de eerder geconstateerde bevindingen aan te pakken. Niettemin behoefden sommige kwesties nog extra aandacht. Bij de controles in 2011 in vier lidstaten op het gebied van bindende tariefinlichtingen (BTI) bleek dat de EU-wetgeving over het algemeen goed werd nageleefd. Er zijn belangrijke tekortkomingen geconstateerd ten aanzien van de navordering van TEM in het geval van annulering van een BTI of het ontbreken van controlestrategieën om het gebruik van respijtperiodes na te gaan. De controles in 2012 in 21 lidstaten naar EU-douanevervoer waren gerechtvaardigd door het grote aantal tekortkomingen dat in 2006 tijdens controles op hetzelfde gebied was geconstateerd en door de mate waarin op dat gebied fraude was geconstateerd. De Commissie constateerde dat de situatie in de meeste lidstaten was verbeterd, in het bijzonder ten aanzien van de follow-up (ook de financiële) van niet binnen de termijnen afgewikkelde transitverrichtingen. Er zijn tekortkomingen aan het licht getreden op het gebied van de berekening van de zekerheid ter dekking van het douanevervoer, de inhoud van de aangiften voor douanevervoer en het aantal uitgevoerde controles van het douanevervoer en van toegelaten afzenders en geadresseerden. Een thematisch rapport over dit onderwerp is opgesteld door het directoraat-generaal Begroting en moet op 5 december 2013 aan het RCEM worden voorgelegd. || Domiciliëringsprocedure: Procedure om goederen aan te geven zonder dat men beschikt over alle vereiste gegevens en documenten en/of zonder dat de goederen bij het douanekantoor moeten worden aangeboden. Achteraf is een regularisatie noodzakelijk. BTI: Schriftelijke inlichtingen door de douaneautoriteiten met betrekking tot de classificering van goederen in de gecombineerde nomenclatuur of een daarvan afgeleide nomenclatuur, zoals de TARIC. Respijtperiode: Periode van voortgezet gebruik van een ongeldige BTI die onder bepaalde voorwaarden door de douaneautoriteiten worden toegestaan. EU-douanevervoer: procedure die het verkeer van goederen uit derde landen met vrijstelling van rechten en heffingen tussen twee plaatsen op het grondgebied van de EU toestaat. Niet-aangezuiverde doorvoer: douanevervoer waarvoor de aankomst van de goederen op hun bestemming niet is bewezen. In dat geval moeten de rechten en heffingen worden geïnd.

2.1.2.     Controles van het beheer van de boekhoudprocedures

Het beheer van de afzonderlijke boekhouding is een steeds terugkerend thema van de controleactie van de Commissie in alle lidstaten[9]. Deze boekhouding is immers een waardevolle bron van informatie over de wijze waarop de administraties hun verantwoordelijkheid op het gebied van het beheer van de TEM invullen (vaststelling van rechten, beheer van zekerheden, follow-up van de inning, kwijtscheldingen, oninbaarlijdingen van oninbare schuldvorderingen). De in de periode 2010-2012 omtrent dit thema verrichte controles hebben bevestigd dat het merendeel van de fouten niet-systematisch is en dat systematische fouten uitzonderlijk waren. De lidstaten hebben de financiële gevolgen van de geconstateerde bevindingen gedragen. De controles van de Commissie bevestigden dat de algemene situatie verbeterde dankzij de druk die door de controles van de Commissie werd uitgeoefend en ook dankzij de invoering in de meeste lidstaten van douane- en/of boekhoudcomputersystemen waardoor het risico op niet-systematische fouten kleiner wordt. Voorts zijn in de zeven lidstaten meer specifieke controleacties uitgevoerd om de systemen voor de inning van de TEM te beoordelen. Op basis van de bevindingen van de controles kan in het algemeen worden gesteld dat de door de lidstaten ingevoerde inningssystemen adequaat waren, hoewel er ook enkele structurele en specifieke fouten zijn ontdekt. Er is speciaal gelet op het TEM-systeem in België, aangezien twijfels rezen over de betrouwbaarheid van de Belgische geautomatiseerde dedouanerings- en boekhoudsystemen en dus over de TEM-bedragen die België naar de EU-begroting heeft overgemaakt. De directeur-generaal Begroting heeft, rekening houdend met deze twijfels, een voorbehoud gemaakt in zijn betrouwbaarheidsverklaringen in de jaarlijkse activiteitenverslagen voor 2011 en 2012. De Commissie heeft daar verschillende controles ter plaatse aan gewijd en gevraagd dat maatregelen worden genomen, met inbegrip van de versterking van de interne controles en volledige externe audits van het boekhoudsysteem. De Belgische autoriteiten hebben de benadering van de Commissie aanvaard en opdracht gegeven voor een brede externe audit, waarmee op 17 januari 2013 van start is gegaan. Deze audit moet in 2013 worden afgerond, en de resultaten daarvan zullen worden geanalyseerd voordat de directeur-generaal eventueel zijn voorbehoud opheft. Daarnaast zijn verschillende specifieke controleacties uitgevoerd om te onderzoeken hoe de lidstaten omgaan met oninbare bedragen aan TEM. Er zijn daarbij belangrijke tekortkomingen geconstateerd (bedragen die onterecht zijn kwijtgescholden, niet aan de Commissie meegedeelde bedragen, enz.). Sommige hebben financiële gevolgen gehad. || De TEM worden door de lidstaten opgenomen in: - de gewone boekhouding voor de geïnde of gewaarborgde bedragen (deze bedragen worden aan de begroting van de Unie betaald); of - de afzonderlijke boekhouding voor de niet-geïnde bedragen en de gewaarborgde bedragen waarover betwisting bestaat. Systeem voor de inning van TEM: alle systemen en procedures die de lidstaten hebben ingevoerd om de vaststelling, de boeking, de inning en de beschikbaarstelling van de TEM te garanderen. Een oninbaar bedrag wordt uit de afzonderlijke boekhouding gehaald. Dat bedrag moet ter beschikking van de Commissie worden gesteld, tenzij de oninbaarheid met overmacht te maken heeft of niet aan de lidstaat kan worden toegerekend (kwijtschelding).

2.2.        Follow-up van de controleacties van de Commissie

2.2.1.     Follow-up op wetgevend gebied

Wanneer bij de controles tekortkomingen in de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften worden vastgesteld, wordt de lidstaten verzocht de nodige maatregelen te nemen, in voorkomend geval ook op het gebied van wet- en regelgeving, om aan de eisen van de EU te voldoen. Deze aanpassingen zijn een onmiddellijk en significant resultaat van de controleacties van de Commissie. De geconstateerde bevindingen leveren bovendien essentiële informatie op over de problemen die de lidstaten ondervinden bij de toepassing van de douanevoorschriften en de gevolgen daarvan voor de TEM.

2.2.2.     Follow-up op gerechtelijk vlak

Soms lopen de standpunten van de lidstaten en de Commissie over bepaalde punten van de wet- en regelgeving uiteen. De Commissie heeft dan geen andere keuze dan een inbreukprocedure in te leiden (artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie). Op 31 december 2012 bevonden zich twee zaken in verschillende stadia van de inbreukprocedure.

In de periode 2010-2012 velde het Hof van Justitie verschillende belangrijke arresten in inbreukprocedures die door de Commissie waren ingeleid. In sommige gevallen dienden de lidstaten de financiële gevolgen voor hun rekening te nemen. De berekening of de afwikkeling van de financiële gevolgen is in een aantal van deze gevallen nog steeds niet afgesloten.

Het Hof van Justitie heeft in zijn arresten van 17 juni 2010[10], van 1 juli 2010[11] en van 7 april 2011[12] het standpunt van de Commissie bevestigd ten aanzien van de gevolgen van het te laat boeken van de verschuldigde douanerechten in gevallen van navordering of wanneer de autoriteiten van het uitvoerende derde land hun informeren dat voor de uitgevoerde goederen geen preferentiële behandeling geldt en dat de certificaten inzake goederenverkeer ten onrechte zijn afgegeven. Het Hof van Justitie heeft in zijn arrest van 17 maart 2011[13] het standpunt van de Commissie bevestigd dat de douaneautoriteiten, door systematisch douaneaangiften voor het in het vrije verkeer brengen van verse bananen te aanvaarden, hoewel zij wisten of redelijkerwijs hadden moeten weten dat het opgegeven gewicht van de bananen niet overeenstemde met het werkelijke gewicht daarvan, niet aan de EU-douanewetgeving voldeden. De lidstaat moet in een dergelijke situatie compensatie bieden voor het verlies aan TEM. Het Hof van Justitie heeft in zijn arrest van 8 juli 2010[14] eveneens het standpunt van de Commissie bevestigd door te stellen dat wanneer het niet (tijdig) vaststellen of innen van de TEM het gevolg is van frauduleuze handelingen van douaneambtenaren, de lidstaat waartoe deze douaneambtenaren behoren, daarvoor aansprakelijk is. In een dergelijke situatie moet de lidstaat compensatie bieden voor het verlies van de TEM, en de rente voor de te late betaling is in dat geval verschuldigd vanaf de datum waarop de TEM aan de Commissie ter beschikking hadden moeten worden gesteld, als deze correct waren vastgesteld in relatie tot het ontstaan van de douaneschuld. || Boeking: Opneming van het bedrag van de rechten in de boekhouding van de douanediensten. Preferentiële behandeling: Preferentiële tariefmaatregelen die vervat zijn in overeenkomsten die door de EU zijn gesloten of die eenzijdig door haar zijn vastgesteld voor goederen die van oorsprong zijn uit het begunstigde land. Certificaat inzake goederenverkeer: Bewijs van oorsprong. Terbeschikkingstelling: daadwerkelijke betaling aan de Commissie

2.2.3.     Financiële aspecten

In de periode 2010-2012 beliepen de aanvullende nettobedragen die aan de Commissie werden betaald ingevolge de opmerkingen in haar controleverslagen en in het kader van haar andere controleactiviteiten en als gevolg van de follow-up van de bevindingen van de Rekenkamer en de arresten van het Hof van Justitie inzake inbreukprocedures in verband met TEM[15], meer dan 249 miljoen euro[16].

Daarnaast is rente aangerekend voor te late terbeschikkingstelling van de TEM. De totale, door de lidstaten overgemaakte rente bedraagt meer dan 484,5 miljoen euro[17].

2.3.        Maatregelen van de Commissie om de inning van de traditionele eigen middelen te versterken

Naast de controles die ter plaatse in de lidstaten worden verricht, beschikt de Commissie ook over andere middelen om toezicht te houden op de inning van de TEM. Door een adequaat gebruik van deze middelen kan de inning doeltreffender worden gemaakt.

2.3.1.     Onderzoek van afgeboekte oninbare schuldvorderingen

De lidstaten zijn verplicht alle nodige maatregelen te treffen om de TEM ter beschikking te stellen, behoudens wanneer de inning onmogelijk is door overmacht of om andere redenen die niet aan hen te wijten zijn (artikel 17, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000). Overeenkomstig de EU-regelgeving kan uitsluitend de Commissie besluiten tot vrijstelling van de terbeschikkingstelling van oninbare bedragen van meer dan 50 000 euro. Voor kleinere bedragen beslissen de lidstaten zelf (onverminderd de controles ter plaatse die de Commissie kan verrichten) mits aan de vrijstellingsvoorwaarden is voldaan. Om de lidstaten te helpen bij hun besluitvorming is aan de leden van het RCEM een document (Compendium) verstrekt waarin een overzicht wordt gegeven van de manier waarop de Commissie in de periode 1992-2012 beoordeelde of aan de voorwaarden voor vrijstelling was voldaan. Alle verzoeken om te worden vrijgesteld van de verplichting om een oninbare schuldvordering ter beschikking te stellen moeten aan de Commissie worden doorgegeven via een meertalige gegevensbank, WOMIS genaamd (Write-Off Management and Information System), die op 1 januari 2010 operationeel is geworden. Dit instrument is opgezet om een efficiënt en veilig beheer van de verzoeken van de lidstaten mogelijk te maken. || Verzoek om te worden vrijgesteld van terbeschikkingstelling van een oninbare schuldvordering (oninbaarlijdingen): Procedure waardoor de Commissie kan nagaan of het al dan niet aan de lidstaten te wijten is dat de schuldvordering oninbaar is. Bij weigering moet het bedrag aan de Commissie worden betaald. Bij het onderzoek van het gemelde geval gaat de Commissie na of de lidstaat zich voldoende heeft ingespannen voor de inning.

In de periode 2010-2012 werden 424 verzoeken om vrijstelling bij de Commissie ingediend voor een brutobedrag van bijna 114 miljoen euro. In het kader van de in die periode behandelde verzoeken (oude dossiers en nieuwe verzoeken) heeft de Commissie 395 vrijstellingen verleend, voor een bedrag van meer dan 153 miljoen euro. Daarentegen werden 268 verzoeken om vrijstelling verworpen, voor een bedrag van ruim 90 miljoen euro (bruto) waarvan de terbeschikkingstelling werd gevraagd. Voor ongeveer een derde van de onderzochte dossiers moest de Commissie om aanvullende inlichtingen vragen.

2.3.2.     De behandeling van fouten bij de vaststelling die een verlies van TEM met zich meebrengen

In zijn arrest van 15 november 2005[18] sloot het Hof zich aan bij het standpunt van de Commissie en erkende het dat de verplichting van de lidstaat om een recht van de Gemeenschappen op de traditionele eigen middelen vast te stellen (en om het bedrag daarvan ter beschikking te stellen), ontstaat zodra aan de voorwaarden van de douanewetgeving is voldaan. Het is dus niet noodzakelijk dat de vaststelling daadwerkelijk plaatsvindt. Aangezien de lidstaten uitsluitend in gevallen van overmacht of in gevallen waarin het bedrag niet kan worden geïnd om redenen die niet aan hen te wijten zijn, zijn vrijgesteld van de verplichting om hun TEM ter beschikking te stellen, moeten zij derhalve de financiële gevolgen van de fouten die zij maken, op zich nemen.

Op grond van deze jurisprudentie heeft de Commissie in de periode 2010-2012 aan administratieve fouten van de lidstaten met nadelige financiële gevolgen voor de EU de nodige follow-up gegeven (controles ter plaatse, rapportering van besluiten van de lidstaten tot terugbetaling of kwijtschelding van rechten wegens administratieve fout, enz.). Als uitvloeisel van deze follow-up heeft de Commissie de lidstaten in de periode 2010-2012 om de terbeschikkingstelling van ruim 88 miljoen euro (bruto) gevraagd.

Een consequentie van het in punt 2.2.2 hierboven genoemde arrest van 8 juli 2010 is dat de rente over te late betaling nu moet worden berekend met ingang van de datum waarop het bedrag ter beschikking gesteld had moeten worden als er geen administratieve fout was begaan.

2.3.3.     De gegevensbank OWNRES

Overeenkomstig Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 moeten de lidstaten aan de Commissie een beschrijving toezenden van fraudegevallen en onregelmatigheden waarmee een bedrag van meer dan 10 000 euro is gemoeid. De relevante inlichtingen worden meegedeeld via de gegevensbank OWNRES.

Dankzij dit gegevensbestand beschikt de Commissie over de nodige gegevens voor de follow-up van de inning en de voorbereiding van haar controles ter plaatse. De verstrekte gegevens worden ook voor diverse onderzoeksdoeleinden gebruikt door het Bureau voor fraudebestrijding (OLAF).

2.4.        Monitoringactiviteiten in de toetredingslanden

Ter voorbereiding van de toetreding van Kroatië heeft de Commissie in 2010, 2011 en 2012 monitoringmissies naar dat land ondernomen, specifiek gewijd aan de TEM. Dankzij deze bezoeken en de uitgevoerde boekhoudsimulaties kon de Commissie nog vóór de toetreding een aanvaardbare mate van zekerheid verkrijgen over de administratieve capaciteit van Kroatië om het EU-acquis op het gebied van de TEM toe te passen.

3.           Evaluatie van het controlestelsel

Evenals in voorgaande jaren bevestigen de bevindingen uit de periode 2010/2012 dat de TEM-controles de Commissie groot voordeel opleveren. De Europese Rekenkamer heeft in zijn jaarverslagen geconstateerd dat deze controleregelingen doeltreffend zijn.

De financiële baten zijn het zichtbare resultaat van de controles, die echter niet alleen daarom van belang zijn. De verschillende controles moeten vooral waarborgen dat de financiering van de Europese begroting met TEM correct verloopt. De naar aanleiding van controles bij de lidstaten verzamelde inlichtingen maken het mogelijk de naleving van de EU-voorschriften te verbeteren en hebben zelfs een invloed op het proces ter verbetering van de wet- en regelgeving om de financiële belangen van de EU beter te beschermen.

Op 27 en 28 oktober 2011 heeft in Berlijn een seminar over TEM-controles plaatsgevonden om met de lidstaten te bespreken hoe de TEM-controles werken en hoe zij in de toekomst verder kunnen worden ontwikkeld. Op basis van de conclusies daarvan zijn maatregelen genomen om de voorbereiding van de controles te verbeteren (agenda, invulling van de aan de controle voorafgaande vragenlijst, mededeling van de controlechecklist, etc.). Bovendien worden de lidstaten nu opgeroepen bij de opstelling van het jaarlijkse controleprogramma controlethema's voor te stellen. Tot slot is besloten maatregelen te nemen om de controles/audits door de lidstaten op het gebied van de TEM waarbij de Commissie overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 betrokken kan worden, te versterken. Hiertoe is in 2012 overeenkomstig het concept van het actieprogramma "Douane 2013" een projectgroep opgericht waarin 13 lidstaten zijn vertegenwoordigd. Van de groep wordt verwacht dat zij aanbevelingen opstelt voor gemeenschappelijke doelstellingen, alsmede auditinstrumenten voor de interne auditdiensten (of TEM-inspectiediensten) van de douaneadministraties om de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de door henzelf uitgevoerde TEM-controles te versterken. De conclusies en de aanbevelingen van de groep moeten eind 2013 aan alle RCEM-leden worden voorgelegd.

4.           Conclusie

De in de periode 2010-2012 opgetekende resultaten bevestigen dat de controles van de TEM en de systematische follow-up van de gevonden tekortkomingen door de Commissie noodzakelijk blijven. Dit blijkt onder meer uit de verbeterde naleving van de EU-bepalingen, alsmede uit de financiële gevolgen (het netto extra bedrag dat ter beschikking werd gesteld van de EU-begroting bedroeg rond de 733,5 miljoen euro). Deze controleacties zijn bovendien een waarborg dat de lidstaten daadwerkelijk gelijk behandeld worden, zowel bij de toepassing van de douane- en de boekhoudwetgeving als bij de bescherming van de financiële belangen van de EU.

In de toekomst beoogt de Commissie:

· haar taak op het gebied van controles ter plaatse te blijven uitoefenen;

· het toezicht op de inning in de lidstaten te blijven versterken;

· de monitoringactiviteiten in de toetredingslanden voort te zetten;

· de capaciteit en de bereidheid van de lidstaten om zelf TEM-controles uit te voeren, te versterken.

[1]               Artikel 18, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000.

[2]               PB L 163 van 23.6.2007, blz. 17.

[3]               PB L 130 van 31.5.2000, blz. 1-9. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 105/2009 van de Raad van 26 januari 2009 (PB L 36 van 5.2.2009, blz. 1).

[4]               PB L 126 van 20.5.1999, blz. 1.

[5]               Het rapport heeft betrekking op de controles van de instellingen van de EU (Commissie en Rekenkamer). Het behandelt niet de controles van de lidstaten, waarvan de resultaten worden belicht in het jaarverslag dat wordt opgesteld overeenkomstig artikel 325 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

[6]               Zie in bijlage 2 de verdeling van de controlethema's voor de verschillende lidstaten.

[7]               Controles in DK, NL en AT. Nederland heeft zijn deelname vanaf 2012 stopgezet.

[8]               De directeuren-generaal van de nationale douanediensten zijn lid van deze Groep douanebeleid.

[9]               Bij alle controlebezoeken komt dit thema, naast het hoofdthema, aan bod.

[10]             Zaak C-423/08.

[11]             Zaak C-442/08.

[12]             Zaak C-405/09.

[13]             Zaak C-23/10.

[14]             Zaak C-334/08.

[15]             De bij de lidstaten opgevraagde, maar nog niet ter beschikking gestelde bedragen zijn hierin niet inbegrepen.

[16]             Inclusief meer dan 103 miljoen euro in verband met de follow-up van Arrest van het Hof van 15.12.2009 inzake de invoer van militaire uitrusting, genoemd in het zesde verslag over de werking van het systeem voor de controle van de TEM (COM(2010) 219).

[17]             Inclusief meer dan 302 miljoen euro in verband met de follow-up van Arrest van het Hof van 15.12.2009 inzake de invoer van militaire uitrusting.

[18]             Zaak C 392/02

BIJLAGEN

bij het

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Zevende verslag van de Commissie over de werking van het systeem voor de controle van de traditionele eigen middelen (2010-2012) (artikel 18, lid 5, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1150/2000 van de Raad van 22 mei 2000)

BIJLAGE 1

1.           Doelstellingen van de controles

De controles van de inning van TEM zijn gericht op drie welbepaalde doelstellingen:

· zorg voor gelijke concurrentievoorwaarden tussen marktdeelnemers, ongeacht de plaats van douanebehandeling van goederen in de Europese Unie. De Commissie moet toezien op de uniforme toepassing van de EU-voorschriften zodat eventuele tekortkomingen niet tot concurrentieverstoringen leiden;

· verbetering van de toestand inzake invordering. De Commissie moet erop toezien dat de lidstaten hun verplichtingen inzake inning van de TEM nakomen. Het gaat er niet alleen om dat de lidstaten hun verantwoordelijkheid ten aanzien van de EU-begroting op zich nemen, maar ook dat de financiële lasten eerlijk tussen de lidstaten worden verdeeld;

· informatieverstrekking aan de begrotingsautoriteit. De Commissie kan aan de hand van de resultaten van de controles de doelmatigheid en de inzet van de lidstaten op het gebied van de inning van de TEM beoordelen, corrigerende maatregelen nemen en op basis daarvan verslag uitbrengen aan de begrotingsautoriteit.

2.           Werking van het controlesysteem op EU-niveau De verantwoordelijkheid voor de inning van de TEM wordt aan de lidstaten gedelegeerd. Zij nemen de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het systeem op zich en mogen 25% van alle bedragen van de TEM die aan de Commissie ter beschikking worden gesteld behouden om de inningskosten te dekken[1]. De lidstaten zijn verplicht zelf controles uit te voeren en daarover verslag uit te brengen aan de Commissie. Dat deze controles op nationaal niveau worden uitgevoerd, betekent niet dat de Commissie haar bevoegdheden op dit gebied niet behoeft uit te oefenen. Om toezicht op het systeem voor de inning van TEM te houden, zijn binnen de Commissie verschillende soorten controles mogelijk: controles van de regelgeving, controles van bewijsstukken en controles ter plaatse. Daarnaast moet de Commissie ook antwoorden op de opmerkingen die de Rekenkamer in zijn jaarverslag, in speciale verslagen of in voorlopige bevindingen maakt, en op vragen van het Europees Parlement in het kader van de procedure voor het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting. De Commissie ziet toe op de correcte toepassing van de EU-voorschriften door de lidstaten en brengt verslag uit aan de begrotingsautoriteit. || Soorten controles: Controles van de regelgeving: controle van de voorschriften van de lidstaten met betrekking tot het stelsel voor de inning van de TEM. Controle van bewijsstukken: onderzoek van de boekhouding en bestanden van de lidstaten, inclusief verzoeken om vrijgesteld te worden van de verplichting om oninbare bedragen ter beschikking te stellen. Controles ter plaatse: controle van de conformiteit van nationale systemen en stavingsdocumenten met de EU-wetgeving, wat betreft zowel de boekhoudkundige als de douaneaspecten. Deze controles worden autonoom of samen met de betrokken lidstaten uitgevoerd.

BIJLAGE 2

Controlethema || Bezochte lidstaten (periode 2010-2012)

Controlestrategie van de douane || BE, BG, DK, AT, RO.

Onderzoek van terugbetalingen en van afzonderlijke gevallen die in de specifieke boekhouding zijn opgenomen || 1 controle in DK, CY, LU, MT, AT 2 controles in EE, NL 3 controles in BG, CZ, IE, LV, LT, HU, PL, PT, RO, SI, SK, FI, SE 4 controles in EL, ES 5 controles in BE, DE, IT 6 controles in FR, UK

Het beheer van de oninbare vorderingen || BE, DE, IE, EL, ES, FR, IT, PT, FI, SE, UK

Beheer van gewone en specifieke boekhouding || BE, DE(2 inspecties), IE, FR, IT, NL, UK

Inspectie van goederen waarvoor antidumping- en compenserende rechten gelden, en inning van deze rechten || Alle lidstaten, behalve LU, NL, RO

Actieve veredeling || NL

Domiciliëringsprocedure || Alle lidstaten, behalve BG, EE, EL, CY, MT, PT

Bindende tariefinlichtingen || BE, DE, FR, UK

De interneauditfunctie || EL

Terugbetaling/kwijtschelding en niet-inning van rechten || DK, NL, AT

EU-douanevervoer || Alle lidstaten, behalve DK, IE, CY, LU, MT, AT

[1]               Tijdens de Europese Raad van 8 februari 2013 is besloten dat de lidstaten met ingang van 1 januari 2014 20% van de geïnde bedragen mogen behouden om de inningskosten te dekken.

Top