This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012DC0319
Recommendation for a COUNCIL RECOMMENDATION on Lithuania’s 2012 national reform programme and delivering a Council opinion on Lithuania’s convergence programme for 2012-2015
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2012 van Litouwen en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Litouwen voor de periode 2012-2015
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2012 van Litouwen en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Litouwen voor de periode 2012-2015
/* COM/2012/0319 final */
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2012 van Litouwen en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Litouwen voor de periode 2012-2015 /* COM/2012/0319 final */
Aanbeveling voor een AANBEVELING VAN DE RAAD over het nationale hervormingsprogramma 2012
van Litouwen
en met een advies van de Raad over het convergentieprogramma van Litouwen voor
de periode 2012-2015 DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 121, lid 2, en
artikel 148, lid 4, Gezien Verordening (EG) nr. 1466/97 van
de Raad van 7 juli 1997 over versterking van het toezicht op
begrotingssituaties en het toezicht op en de coördinatie van het economisch
beleid[1],
en met name artikel 5, lid 2, Gezien de aanbeveling van de Europese
Commissie[2], Gezien de resoluties van het Europees
Parlement[3], Gezien de conclusies van de Europese Raad, Gezien het advies van het Comité voor de
werkgelegenheid, Na raadpleging van het Economisch en
Financieel Comité, Overwegende hetgeen volgt: (1) Op 26 maart 2010 hechtte de
Europese Raad zijn goedkeuring aan het voorstel van de Europese Commissie voor
een nieuwe groei- en werkgelegenheidstrategie; deze Europa 2020-strategie moet
voor betere coördinatie van het economisch beleid zorgen en zich toespitsen op
de sleutelgebieden waarop Europa's potentieel voor duurzame groei en
concurrentievermogen een krachtige impuls nodig heeft. (2) De Raad heeft op 13 juli 2010
een aanbeveling inzake de globale richtsnoeren voor het economisch beleid van
de lidstaten en de Unie (2010–2014) en op 21 oktober 2010 een besluit
betreffende de richtsnoeren voor het werkgelegenheidsbeleid van de lidstaten[4]
aangenomen, die samen de "geïntegreerde richtsnoeren" vormen. De
lidstaten werd verzocht in hun nationale economisch en werkgelegenheidsbeleid
met de geïntegreerde richtsnoeren rekening te houden. (3) Op 12 juli 2011 heeft de Raad
een aanbeveling over het nationale hervormingsprogramma voor 2011 van Litouwen
aangenomen en een advies over het geactualiseerde convergentieprogramma van
Litouwen voor de periode 2011-2014 uitgebracht. (4) Op 23 november 2011
hechtte de Commissie haar goedkeuring aan de tweede jaarlijkse groeianalyse en
gaf daarmee de aanzet tot het tweede Europees Semester van voorafgaande en
geïntegreerde beleidscoördinatie, dat op de Europa 2020-strategie berust. Op 14
februari 2012 heeft de Commissie op grond van Verordening (EU)
nr. 1176/2011 het Waarschuwingsmechanismeverslag[5]
aangenomen; daarin werd Litouwen niet genoemd als een van de lidstaten die aan
een diepgaande evaluatie zouden worden onderworpen. (5) Op 2 maart 2012 heeft de
Europese Raad de prioriteiten inzake financiële stabiliteit,
begrotingsconsolidatie en groeibevorderende maatregelen goedgekeurd. Hij
benadrukte dat moet worden gestreefd naar gedifferentieerde, groeivriendelijke
begrotingsconsolidatie, normalisering van de kredietverschaffing aan de
economie, bevordering van groei en concurrentievermogen, aanpakken van de
werkloosheid en van de sociale gevolgen van de crisis, en modernisering van de
overheidsdiensten. Hij riep de lidstaten op om de landenspecifieke
aanbevelingen van de Raad voor 2011 ten uitvoer te leggen en om deze
prioriteiten om te zetten in concrete maatregelen die moeten worden opgenomen
in hun stabiliteits- of convergentieprogramma en hun nationale
hervormingsprogramma. (6) Op 2 maart 2012 verzocht de
Europese Raad voorts de lidstaten die aan het Euro Plus-pact deelnemen hun
toezeggingen tijdig te presenteren, zodat deze in de stabiliteits- of
convergentieprogramma's en de nationale hervormingsprogramma's kunnen worden
opgenomen. (7) Litouwen heeft op 27 april
2012 zijn convergentieprogramma voor de periode 2012‑2015 en op 30 april
2012 zijn nationale hervormingsprogramma voor 2012 ingediend. Om met de
onderlinge verbanden rekening te houden zijn beide programma's terzelfder tijd
geëvalueerd. (8) Op basis van de
overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad verrichte evaluatie van
het convergentieprogramma 2012 komt de Raad tot de conclusie dat het aan de
begrotingsprognoses van het programma ten grondslag liggende macro-economische
scenario aannemelijk is. Het is globaal genomen in overeenstemming met de
voorjaarsprognose 2012 van de Commissie voor de jaren 2012 en 2013. De in het
programma opgenomen begrotingsstrategie heeft tot doel het buitensporige tekort
in 2012 te corrigeren, zoals de Raad heeft aanbevolen, en daarna vooruitgang te
boeken bij de verwezenlijking van de middellangetermijndoelstelling (MTD) voor
de begroting. Het programma bevestigt de eerdere MTD, namelijk een structureel
overheidsoverschot van 0,5 % van het bbp, waarmee de vereisten van het
stabiliteits- en groeipact op adequate wijze in acht worden genomen, en
vermeldt een consolidatie van ten minste 1 procentpunt per jaar, waardoor de
begroting in 2015 in evenwicht zal zijn. Terwijl de begrotingsplannen in
overeenstemming zijn met een tijdige correctie van het buitensporige tekort,
zal de gemiddelde jaarlijkse begrotingsinspanning in 2010‑2012 op basis
van het (opnieuw berekende) structurele begrotingssaldo[6] naar
verwachting lager zijn dan 2,25 % van het bpp, het streefpercentage in de
aanbeveling van de Raad van 16 februari 2010. De geplande jaarlijkse vooruitgang
bij de verwezenlijking van de MTD voor de jaren volgende op de correctie van
het buitensporige tekort zou iets boven de benchmark van het stabiliteits- en
groeipact liggen, namelijk 0,5 % van het bbp met betrekking tot het
structurele saldo. De geplande groei van de overheidsuitgaven, rekening houdend
met discretionaire maatregelen aan de ontvangstenzijde, is in overeenstemming
met de uitgavenbenchmark van het stabiliteits- en groeipact voor 2013 en 2014,
maar niet voor 2015. De overheidsschuld zal gedurende de programmaperiode naar
verwachting onder 60 % van het bbp blijven; volgens de voorjaarsprognose
2012 van de Commissie zal zij in 2013 tot bijna 41 % van het bbp oplopen,
terwijl het convergentieprogramma streeft naar een afname van de schuld tot
ongeveer 35 % in 2015. Bij de hervorming van de begrotingsplanning en
-uitvoering wordt vooruitgang geboekt, maar de regering moet de voorgestelde
wetten nog goedkeuren. Deze wetten zouden de verantwoordingsplicht binnen het
begrotingskader versterken door de oprichting van een onafhankelijke
instelling, en de regels inzake schatkistreserves aanscherpen. (9) Op basis van een uitgebreide
strategie om naleving van de belastingwetgeving te bevorderen werden in 2011
maatregelen uitgevoerd die inderdaad voor een betere naleving hebben gezorgd en
extra ontvangsten hebben opgeleverd. De uitvoering van deze maatregelen dient
echter te worden voortgezet om belastingontduiking effectief aan te pakken. (10) De
bevolkingstrends zetten een groot vraagteken bij de toekomstbestendigheid van
het pensioenstelsel. Hoewel Litouwen heeft besloten de pensioenleeftijd in de
periode tot 2026 geleidelijk tot 65 jaar te verhogen, is dit alleen niet
voldoende om ook in de toekomst een toereikend pensioen te garanderen en zijn
aanvullende maatregelen noodzakelijk. Voorbeelden van dergelijke aanvullende
maatregelen zijn: koppeling van de wettelijke pensioenleeftijd en toekomstige
uitkeringen aan demografische factoren; vaststelling van duidelijke
indexeringsregels; totstandbrenging van een nauwere
band tussen bijdragen en uitkeringen; afschaffing van maatregelen die het
aantrekkelijk maken vervroegd met pensioen te gaan. Daarnaast
zou Litouwen beter gebruik kunnen maken van vrijwillige aanvullende
pensioenregelingen. De instelling van bedrijfspensioenregelingen kan de druk op
de sociale zekerheid verlichten en tezelfdertijd de toereikendheid van
toekomstige pensioeninkomens verbeteren. Negatieve prikkels om langer te
blijven werken zijn inmiddels opgeheven. (11) De Wet inzake uitzendbureaus,
die kortetermijnwerk moet vergemakkelijken, is op 1 december 2011 in
werking getreden. Het effect van deze wet is echter mogelijk gering, omdat ook
hiervoor al uitzendbureaus in Litouwen actief waren. Een uitvoerige herziening
van de arbeidswetgeving kan onnodige beperkingen en administratieve
hindernissen aan het licht brengen die in de weg staan aan flexibele
contracten, ontslagbepalingen en arbeidstijdregelingen. Er is behoefte aan
aanvullende maatregelen om de arbeidsparticipatie te vergroten, met name van
jongeren, ongeschoolden en oudere werknemers, en om de flexibiliteit van de
arbeidsmarkt te vergroten. (12) De werkeloosheid onder
jongeren (meer dan 30 %) en laaggeschoolden is vooral tijdens de crisis
aan het licht getreden. De overheid voert een aantal maatregelen uit om de
werkgelegenheid voor jongeren te stimuleren, bijvoorbeeld door subsidies bij
een eerste baan en korting op de te betalen sociale premies. Het
activeringspercentage blijft niettemin te laag en de financiële middelen voor een
actief arbeidsmarktbeleid zouden efficiënter kunnen worden gebruikt door
openbare werken meer toe te spitsen op de kwetsbaarste groepen. Om de overgang
van het onderwijs naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken, kunnen
leercontracten en stages aantrekkelijker worden gemaakt en kan een systeem voor
het voorspellen van de vraag naar kwalificaties worden opgezet. De maatregelen
moeten in overeenstemming zijn met de resultaten van de gezamenlijke actiegroep
van Litouwen en de Commissie op het gebied van de jeugdwerkloosheid. (13) Ongeveer een derde van de
Litouwse bevolking loopt het risico op armoede en langdurige uitsluiting.
Slechts in drie andere EU-lidstaten is dat aandeel hoger. In 2011 heeft
Litouwen de Wet inzake sociale bijstand in geld gewijzigd, zodat de hervorming
van het systeem van sociale bijstand in januari 2012 kon ingaan. Ook heeft
Litouwen een proefmodel voor de verstrekking van sociale bijstand opgezet, de
methode voor de berekening van het uitkeringsbedrag gewijzigd, bepaalde
maatregelen ingevoerd om werken aantrekkelijker te maken en de dekking
vergroot. De hervorming van de sociale bijstand is een stap op weg naar
vermindering van de negatieve prikkels om te werken. Er moet een
monitoringsysteem worden opgezet om de doeltreffendheid van de hervorming en
het effect ervan op de armoedeverlichting te beoordelen. De hervorming moet ook
gepaard gaan met activeringsmaatregelen om de arbeidsparticipatie te vergroten,
met name voor mensen die langdurig van een uitkering leven. (14) Sinds 2010 voert de regering
een ambitieuze hervorming van staatsbedrijven uit om het bestuur ervan te
herstructureren, de transparantie te vergroten, regulerende en
eigendomsfuncties van elkaar te scheiden en de concurrentie en efficiëntie te
verbeteren. De hervorming is relevant en omvat zowel wettelijke als
organisatorische veranderingen. Er is grote vooruitgang geboekt op het gebied
van transparantie en verantwoordingsplicht, aangezien rapporten nu
driemaandelijks en jaarlijks worden gepubliceerd. Voor de bedrijven zijn
duidelijke doelstellingen vastgesteld. De regering heeft echter sommige
onderdelen van de hervorming uitgesteld, met name de scheiding van commerciële
en niet-commerciële activiteiten van staatsbedrijven; zij wil deze nu in 2012
ten uitvoer leggen. (15) Bij het verbeteren van de
energie-efficiëntie van gebouwen heeft Litouwen enige vooruitgang geboekt. In
december 2011 heeft de regering een programma voor de modernisering van
flatgebouwen goedgekeurd; aan dit programma wordt echter afbreuk gedaan door hiermee
tegenstrijdige subsidies op andere beleidsgebieden die het voor de bewoners van
woongebouwen minder interessant maken de energie-efficiëntie te verbeteren. Er
zijn dringend verdere grote inspanningen nodig om de energie-efficiëntie van
gebouwen te verbeteren. (16) Energiegebruik zou zwaarder
kunnen worden belast, want afgezien van twee landen zijn de inkomsten uit
milieuheffingen in Litouwen geringer dan elders in de EU, terwijl de
vervoersbelastingen de laagste van de EU zijn. Het impliciete belastingtarief
voor energieverbruik was in 2010 in slechts zes lidstaten van de EU lager dan
in Litouwen, terwijl het aandeel van energieheffingen in het bbp slechts licht
onder het EU-gemiddelde ligt. (17) Bij de
energie-infrastructuur van het land is er een gebrek aan concurrentie en
interconnectiviteit; dit heeft een remmende invloed op de groei. Door het gebrek aan interconnectiviteit kan zich op de energiemarkten
geen concurrentie voordoen. Zowel op de gas‑ als op de
elektriciteitsmarkt blijft de concentratie hoog (meer dan 90 %). (18) Litouwen heeft een aantal
toezeggingen gedaan in het kader van het Euro Plus-pact. Deze toezeggingen, en
de nakoming van de in 2011 gedane toezeggingen, hebben betrekking op het
bevorderen van het concurrentievermogen en de werkgelegenheid, het vergroten
van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën en het versterken van de
financiële stabiliteit. De Commissie heeft de nakoming van de in het kader van
het Euro Plus-pact gedane toezeggingen onderzocht. In de aanbevelingen is met de
resultaten van dit onderzoek rekening gehouden. (19) In de context van het Europees
Semester heeft de Commissie een alomvattende analyse van het economische beleid
van Litouwen verricht. Zij heeft het convergentieprogramma en het nationale
hervormingsprogramma onderzocht. Daarbij heeft zij niet alleen gekeken naar de
relevantie van die programma's voor een toekomstbestendig budgettair en
sociaaleconomisch beleid in Litouwen, maar is zij ook nagegaan of de EU-regels
en ‑richtsnoeren in acht zijn genomen, gezien de noodzaak de algemene
economische governance van de Europese Unie te versterken door middel van een
EU-inbreng in toekomstige nationale besluiten. Haar aanbevelingen in het kader
van het Europees Semester worden in de onderstaande aanbevelingen 1 tot en met
6 weergegeven. (20) In het licht van deze
beoordeling heeft de Raad het convergentieprogramma van Litouwen onderzocht;
zijn advies[7]
daarover is met name in onderstaande aanbeveling 1 weergegeven, BEVEELT AAN dat Litouwen in de periode
2012-2013 actie onderneemt om: 1. Te zorgen voor geplande
vooruitgang bij de tijdige correctie van het buitensporige tekort. Hiertoe de
begroting 2012 volledig uit te voeren en de structurele aanpassingsinspanning
die is uiteengezet in de aanbeveling van de Raad in het kader van de procedure
bij buitensporige tekorten te verwezenlijken. Daarna de maatregelen te
specificeren die nodig zijn om de begrotingsstrategie voor 2013 en latere jaren
zoals gepland uit te voeren, en daarbij te zorgen voor een toereikende structurele
aanpassingsinspanning teneinde voldoende vooruitgang te boeken bij het
verwezenlijken van de middellangetermijndoelstelling voor de begroting, wat
onder meer inhoudt dat de uitgavenbenchmark wordt gehaald, terwijl
bezuinigingen op groeibevorderende uitgaven tot een minimum worden beperkt. In
dat verband een verhoging te overwegen van belastingen die de groei het minste
aantasten, zoals woon‑ en milieubelastingen, inclusief autobelastingen,
en tegelijkertijd de naleving van de belastingwetgeving te vergroten. Het begrotingskader te
versterken, met name door de invoering van afdwingbare en bindende maxima voor
de uitgaven in het begrotingskader voor de middellange termijn. 2. Wetgeving betreffende een
uitvoerige hervorming van het pensioenstelsel aan te nemen. De wettelijke
pensioenleeftijd aan te passen aan de levensverwachting, duidelijke regels voor
de indexering van pensioenen vast te stellen en te zorgen voor betere
aanvullende spaarregelingen. Pensioenhervorming te onderbouwen met maatregelen
die actief ouder worden stimuleren. 3. De hoge werkloosheid aan te
pakken, met name onder jongeren, laaggeschoolden en langdurig werklozen, door
de middelen meer toe te spitsen op een actief arbeidsmarktbeleid en de
efficiëntie van dat beleid te vergroten. De doeltreffendheid van
leercontractregelingen te vergroten. De arbeidswetgeving op het punt van
flexibele contracten, ontslagbepalingen en arbeidstijdregelingen te wijzigen. 4. Maatregelen te nemen om
werken aantrekkelijker te maken en een nauwere band te leggen tussen de
hervorming van de sociale bijstand en activeringsmaatregelen, met name voor de
kwetsbaarste groepen, teneinde armoede en sociale uitsluiting te bestrijden. 5. Alle aspecten van het
hervormingspakket voor staatsbedrijven uit te voeren en met name te zorgen voor
een scheiding van regulerende en eigendomsfuncties en van commerciële en
niet-commerciële activiteiten. Passende monitoringinstrumenten in te stellen om
de doeltreffendheid van de hervormingen te beoordelen, en te waarborgen dat
alle staatsbedrijven voldoen aan de eisen van de hervorming. 6. Meer maatregelen treffen om
de energie-efficiëntie van gebouwen te verbeteren, onder meer door de opheffing
van negatieve prikkels en een snelle tenuitvoerlegging van het holdingfonds. De
concurrentie bij energienetten te stimuleren door een betere
interconnectiviteit voor zowel gas als elektriciteit met andere EU-lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB L
209 van 2.8.1997, blz. 1. [2] COM(2012) 319
final. [3] P7_TA(2012)0048
en P7_TA(2012)0047. [4] Besluit
2012/238/EU van de Raad van 26 april 2012. [5] COM(2012) 68
final. [6] Voor
conjunctuurschommelingen gecorrigeerd saldo, ongerekend eenmalige en tijdelijke
maatregelen, door de diensten van de Commissie volgens de gezamenlijk
overeengekomen methoden opnieuw berekend aan de hand van de informatie in het
programma. [7] Uit
hoofde van artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad.