Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52008PC0028

Voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap over het voorstel tot wijziging van de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst 1975)

/* COM/2008/0028 def. - ACC 2008/0010 */

52008PC0028

Voorstel voor een beschikking van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap over het voorstel tot wijziging van de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst 1975) /* COM/2008/0028 def. - ACC 2008/0010 */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 29.1.2008

COM(2008) 28 definitief

2008/0010 (ACC)

Voorstel voor een

BESCHIKKING VAN DE RAAD

betreffende het standpunt van de Gemeenschap over het voorstel tot wijziging van de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst 1975)

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

110 | Motivering en doel van het voorstel De douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst) van 14 november 1975 werd bij Verordening (EEG) nr. 2112/78 namens de Europese Economische Gemeenschap goedgekeurd. De overeenkomst is op 20 juni 1983 in de Gemeenschap in werking getreden. Onderhavige beschikking heeft ten doel een nieuwe toelichting toe te voegen aan artikel 3 van de TIR-overeenkomst. Deze wijziging betreft het vervoer van zelf rijdende personenauto's in het kader van de TIR-regeling. De TIR-Raad van bestuur en het TIR-Secretariaat werden in kennis gesteld van de verschillende interpretaties van artikel 3, punt a) iii). Door middel van de voorgestelde nieuwe toelichting wordt getracht de situatie te verduidelijken. |

120 | Algemene context Bij de TIR-overeenkomst, die wordt beheerd door de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties, gevestigd te Genève, is een douanevervoerprocedure vastgesteld voor het internationale vervoer van goederen over de weg. Op grond van deze overeenkomst kunnen goederen, waarvoor de douanerechten en andere heffingen zijn geschorst, internationale grenzen overschrijden met een minimum aan douane-interventies onderweg. Door de TIR-overeenkomst zijn de traditionele belemmeringen voor het internationale goederenverkeer sterk verminderd, wat de ontwikkeling van de internationale handel heeft bevorderd. Minder vertragingen bij de doorvoer van goederen heeft tot aanzienlijke kostenbesparingen in het goederenverkeer geleid. Het grootste voordeel van de TIR-overeenkomst is dat daarbij een internationale keten van garantieverleners is opgezet, waardoor het betrekkelijk eenvoudig is geworden de vereiste waarborgen te verkrijgen. In de afgelopen maanden werd de TIR-Raad van bestuur in kennis gesteld van de verschillen in interpretatie, op nationaal niveau, van artikel 3, punt a) iii) dat betrekking heeft op uitgevoerde voertuigen die beschouwd worden "als goederen die zich op eigen kracht voortbewegen". Sommige partijen bij de overeenkomst leken te aanvaarden dat die omschrijving van toepassing is op personenauto's die zich op eigen wielen voortbewegen, terwijl het in andere partijen bij de overeenkomst bij wet uitdrukkelijk verboden is TIR-carnets te gebruiken voor het vervoer van personenauto's, tenzij deze op een ander voertuig zijn geladen. Deze verschillen in interpretatie hebben tot situaties geleid waarin TIR-carnets waren geopend voor het vervoer van personenauto's naar een partij bij de overeenkomst, maar vervolgens werden geweigerd door een douanekantoor van doorgang van een andere partij bij de overeenkomst. Na een gedachtewisseling was de TIR-Raad van bestuur van oordeel dat dit punt juridisch moest worden verduidelijkt en hij stelde daarom een nieuwe toelichting voor. Dit voorstel werd besproken door de Werkgroep douanevraagstukken in verband met het vervoer en de Commissie van beheer van de TIR-overeenkomst, die geen bezwaar hebben gemaakt. |

139 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Er bestaan nog geen bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied. |

140 | Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU De voorgestelde beschikking is in overeenstemming met het gemeenschappelijk beleid op het gebied van handel en vervoer. Het TIR-systeem, dat het vervoer over de weg vereenvoudigt, maakt het mogelijk dat goederen door 67 overeenkomstsluitende partijen worden vervoerd met een minimum aan douane-interventies. Doordat een internationale keten van garantieverlenende organisaties is opgezet, kunnen de vereiste waarborgen op betrekkelijk eenvoudige wijze worden verkregen. De bij de TIR-overeenkomst bereikte vereenvoudigingen zijn in overeenstemming met de herziene Lissabonstrategie. |

RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING |

Raadpleging van belanghebbenden |

211 | Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Over het voorstel werd overleg gepleegd met de Internationale Wegvervoerorganisatie, alle garantieverlenende organisaties, de TIR-Raad van bestuur en de douanediensten van alle partijen bij de TIR-overeenkomst. Dit overleg vond ook plaats op vergaderingen van het Comité douanewetboek en van de Werkgroep douanevraagstukken in verband met het vervoer. |

212 | Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden Gunstig advies. |

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

229 | Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

230 | Effectbeoordeling De voorschriften voor het gebruik van het TIR-carnet voor personenauto's die worden uitgevoerd en zich daarom op hun eigen wielen voortbewegen, moeten worden verduidelijkt en in de TIR-overeenkomst worden opgenomen. Door het invoeren van deze wijziging wordt ervoor gezorgd dat artikel 3, punt a) iii) in alle partijen bij de overeenkomst juist wordt geïnterpreteerd. Mogelijke problemen voor vervoerders bij douanecontroles van auto's die worden uitgevoerd en die daarom als goederen worden beschouwd die zich op eigen kracht voortbewegen, worden daardoor voorkomen. |

JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregel Deze wijziging houdt een nieuwe toelichting in op artikel 3 van de TIR-overeenkomst. |

310 | Rechtsgrond Artikel 133 en artikel 300, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. |

329 | Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is daarom niet van toepassing. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. |

331 | Het voorstel is in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. Met het voorstel wordt een wijziging in een internationale overeenkomst ten uitvoer gelegd, wat op zich in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel. |

332 | Het voorstel heeft betrekking op een nieuwe toelichting. Doel van deze wijziging is een duidelijke interpretatie te geven van artikel 3, punt a) iii) van de TIR-overeenkomst. |

Keuze van instrumenten |

341 | Voorgestelde instrument: beschikking. |

342 | Een andere vorm is niet geschikt om de volgende reden(en): Internationale overeenkomsten en wijzigingen op deze overeenkomsten worden normalerwijze door middel van een beschikking in de rechtsorde van de Gemeenschap opgenomen. |

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

409 | Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. |

1. 2008/0010 (ACC)

Voorstel voor een

BESCHIKKING VAN DE RAAD

betreffende het standpunt van de Gemeenschap over het voorstel tot wijziging van de douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst 1975)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 133, in samenhang met artikel 300, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

2. De douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst) van 14 november 1975 werd namens de Gemeenschap goedgekeurd bij Verordening (EEG) nr. 2112/78 van de Raad van 25 juli 1978[1] en is op 20 juni 1983 in de Gemeenschap in werking getreden[2].

3. De TIR-Raad van bestuur werd in kennis gesteld van ernstige problemen bij het gebruik van het TIR-carnet voor personenauto's die worden uitgevoerd en daarom als goederen worden beschouwd die zich op eigen wielen voortbewegen. Besloten werd dat een nieuwe toelichting bij artikel 3, punt a) iii) van de overeenkomst moest worden voorgesteld waarbij de mogelijkheid van het vervoer van personenauto's die zich op eigen wielen voortbewegen, onder dekking van TIR-carnets wordt beperkt, daar de uitbreiding van de TIR-regeling tot zulke goederen tot een aantal negatieve consequenties en een groter frauderisico kon leiden.

4. In september 2007 heeft de Commissie van beheer van de TIR-overeenkomst besloten dat een nieuwe toelichting op artikel 3, punt a) iii) moest worden opgesteld om tot een juiste interpretatie van die bepaling te komen. Doel van deze nieuwe toelichting is een einde te maken aan de verschillen in interpretatie, op nationale niveau, van de bepalingen van artikel 3 die betrekking hebben op de uitvoer van voertuigen die op eigen kracht voortbewegen.

5. Het standpunt van de Gemeenschap over de voorgestelde wijziging moet worden vastgesteld,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt van de Gemeenschap in de Commissie van beheer is gebaseerd op de aangehechte ontwerpwijziging.

Artikel 2

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De voorzitter

BIJLAGE

Een nieuwe toelichting wordt toegevoegd :

"0.3 a) iii) Artikel 3, punt a) iii) heeft geen betrekking op personenauto's (GS-code 8703) die zich op eigen kracht voortbewegen. Personenauto's mogen echter wel onder de TIR-regeling worden vervoerd indien zij met behulp van andere voertuigen worden vervoerd als bedoeld in de punten a) i) en a) ii) van artikel 3."

[1] PB L 252 van 14.9.1978.

[2] PB L 31 van 2.2.1983, blz. 13.

Top