Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52004PC0515

    Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem op vrijwillige basis voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap {SEC(2004) 977}

    /* COM/2004/0515 def. - ACC 2004/0173 */

    52004PC0515

    Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem op vrijwillige basis voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap {SEC(2004) 977} /* COM/2004/0515 def. - ACC 2004/0173 */


    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem op vrijwillige basis voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap {SEC(2004) 977}

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. Inleiding

    In mei 2003 hechtte de Europese Commissie haar goedkeuring aan een EU-actieplan inzake wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) [1]. Half oktober werden de conclusies van de Raad met betrekking tot het actieplan goedgekeurd [2].

    [1] COM(2003) 251.

    [2] Raadsdocument 13439/03.

    In het actieplan wordt een vernieuwende aanpak uiteengezet voor de bestrijding van illegale houtkap en worden de ontwikkelingslanden gesteund in hun streven naar goed bestuur met behulp van de stimulansen die de Europese interne markt in dit verband kan bieden. De belangrijkste onderdelen van het actieplan zijn steun voor beter bestuur in houtproducerende landen en een vergunningensysteem om te garanderen dat alleen legaal hout de EU binnenkomt.

    Het vergunningensysteem voor de invoer van hout zal op vrijwillige basis worden ingevoerd door middel van partnerschapsovereenkomsten met houtproducerende landen en regio's die op dit gebied met de EU willen samenwerken.

    Overeenkomstig het verzoek dat de Raad in zijn conclusies deed, heeft de Commissie de volgende stappen genomen om te voldoen aan de termijn voor de verslaglegging halverwege 2004:

    1. opzet van een ontwerpverordening voor een vergunningensysteem voor de invoer van hout in het kader van FLEGT;

    2. samen met lidstaten overleg voeren met houtproducerende landen om hun mening over partnerschapsovereenkomsten te peilen;

    3. onderzoeken welke juridische mogelijkheden er zijn om de doelstellingen van het actieplan te ondersteunen.

    In dit voorstel wordt het wetgevend kader voor de invoering van een dergelijk vergunningensysteem beschreven. Er wordt regelmatig overleg gevoerd tussen de Commissie, belanghebbende lidstaten en potentiële partnerlanden. Hierover wordt uitgebreid verslag gedaan in de bijlage bij de aanbeveling voor onderhandelingsrichtsnoeren, die samen met dit voorstel wordt ingediend. Op basis van deze eerste overlegronden en andere politieke contacten wordt samen met dit voorstel in de aanbeveling voor een onderhandelingsmandaat inzake vrijwillige FLEGT-partnerschapsovereenkomsten voorgelegd aan de Raad.

    De Commissie verkent momenteel verdere juridische mogelijkheden om de doelstellingen van het FLEGT-actieplan te ondersteunen en zal hierover in de loop van 2004 verslag uitbrengen aan de Raad.

    2. Uitgebreide effectbeoordeling

    Uit een uitgebreide effectbeoordeling is gebleken welke gevolgen het voorgestelde vrijwillige vergunningensysteem zal hebben voor de economie, de maatschappij en het milieu. In het algemeen zal de regeling het meeste effect hebben in Afrika, waar het aanbod aan legaal hout beperkt is in verhouding tot de vraag vanuit de EU. In Azië en Latijns-Amerika is de EU-markt van mindere betekenis.

    De partnerlanden zullen aanzienlijk hogere inkomsten kunnen verwachten. Met betrekking tot het milieu wordt verwacht dat de druk op bossen en beschermde gebieden zal afnemen. De maatschappelijke gevolgen van het voorstel liggen wat genuanceerder: het verlies aan lokale werkgelegenheid onder mensen die afhankelijk zijn van de illegale houtkap zal gecompenseerd worden door het betere ondernemingsklimaat dat doorgaans ontstaat bij legale economische activiteiten. Er bestaat een duidelijk risico dat de illegale handel zich op andere markten zal gaan richten terwijl de legale productie naar de EU wordt uitgevoerd. Er moeten maatregelen genomen worden om dit risico tijdens de uitvoeringsfase te beperken.

    In de EU kan het voorstel leiden tot veranderingen in prijs en aanbod van ingevoerd hout. Het interne effect zal naar verwachting klein zijn. De houtprijs zou kunnen stijgen wanneer illegaal hout niet langer de EU binnenkomt, maar het effect hiervan op de markt zal afhangen van de prijselasticiteit van houtproducten en de mate waarin vervangende producten aantrekkelijk worden.

    Hoe groot het effect op de EU-markt zal zijn, hangt af van de vraag hoeveel landen aan het vergunningensysteem zullen deelnemen. Het effect zou minimaal zijn als alleen een paar van de belangrijkste exportlanden deelnemen, maar wordt groter als alle belangrijke exportlanden deelnemen.

    De invoering van het vergunningensysteem in tropische landen zal het meeste effect hebben in de zes lidstaten die samen 83% van de invoer van tropisch hardhout in de EU voor hun rekening nemen. Wat betreft de invoer uit landen met een gematigd klimaat, met name Rusland, zal het effect zich concentreren op de noordelijke EU-lidstaten. De invoer vanuit Rusland naar de EU is vele malen groter dan de invoer vanuit tropische landen; hiermee moet rekening gehouden worden bij de opzet van een vrijwillig vergunningensysteem in het kader van een partnerschap met tropische landen.

    In de partnerschapsovereenkomsten met houtproducerende landen moeten bepalingen worden opgenomen met betrekking tot het toezicht op het vergunningensysteem. Deze worden ook beschreven in de ontwerpverordening.

    In het licht van het voorgaande doet de Commissie een voorstel voor een vergunningensysteem voor de invoer van hout, uit te voeren door middel van partnerschappen op vrijwillige basis met houtproducerende landen. Een uitgebreid voorstel daartoe wordt hierbij ingediend.

    2004/0173 (ACC)

    Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem op vrijwillige basis voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, met name op artikel 133,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Raad en het Parlement reageerden instemmend op de mededeling inzake het EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT), als eerste stap in de aanpak van het grote probleem van de illegale houtkap en de daarmee verband houdende handel [3], [4].

    [3] PB C 268 van 7.11.2003, blz. 1-2.

    [4] Parlementsdocument 7014/04.

    (2) In de mededeling inzake het EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) [5] staat dat een FLEGT-vergunningensysteem op vrijwillige basis noodzakelijk is om ervoor te zorgen dat alleen legaal hout de EU binnenkomt.

    [5] COM(2003) 251.

    (3) Voor de uitvoering van dit systeem is het noodzakelijk dat de invoer van bepaalde houtproducten naar het grondgebied van de Gemeenschap onderworpen wordt aan een serie controles om te garanderen dat de kap en de uitvoer op legale wijze zijn verlopen.

    (4) Het FLEGT-vergunningensysteem zal uitgevoerd worden door middel van vrijwillige partnerschapsovereenkomsten tussen de EU en derde landen en regio's. Op grond van dergelijke partnerschapsovereenkomsten moet voor de uitvoer van hout vanuit derde landen en regio's naar de EU een unieke uitvoervergunning afgegeven worden, die alleen wordt verstrekt als het hout overeenkomstig de relevante nationale wetgeving is gekapt. Hout afkomstig uit een partnerland of -regio dat zonder een dergelijke vergunning in de EU wordt ingevoerd, wordt niet toegelaten tot het vrije verkeer op de interne markt.

    (5) De bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap moeten de geldigheid van de afgegeven vergunning controleren. Regelmatig zullen onafhankelijke controles plaatsvinden en zal toezicht uitgeoefend worden door derden, volgens afspraken met de partnerlanden.

    (6) Elke lidstaat dient vast te stellen welke sancties van toepassing zijn bij schending van de bepalingen van deze verordening.

    (7) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden [6].

    [6] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK I

    ONDERWERP EN DEFINITIES

    Artikel 1

    1. In deze verordening wordt een communautair systeem vastgesteld van regels voor de invoer van bepaalde houtproducten in verband met het vrijwillige FLEGT-vergunningensysteem, zoals beschreven in de mededeling over het EU-actieplan voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw (FLEGT) [7].

    [7] COM(2003) 251.

    2. Dit vrijwillige vergunningensysteem wordt uitgevoerd door middel van partnerschapsovereenkomsten met houtproducerende landen.

    3. Het aangaan van een partnerschapsovereenkomst houdt een specifieke en bindende politieke toezegging in van de kant van de partnerlanden en -regio's om zich aan te sluiten bij het FLEGT-vergunningensysteem, volgens de in de genoemde partnerschapsovereenkomsten vastgelegde afspraken.

    4. De partnerschapsovereenkomsten moeten betrekking hebben op institutionele ondersteuning, capaciteitsopbouw en technische bijstand voor de uitvoering van het vergunningensysteem en aanvullende maatregelen om illegale houtkap te bestrijden en de bestuurlijke structuur van de bosbouwsector te verbeteren. Deze punten worden afgestemd op de omstandigheden en behoeften in de partnerlanden en -regio's en worden nader beschreven in de individuele partnerschapsovereenkomsten.

    5. De verordening doet geen afbreuk aan en treedt niet in de plaats van de gebruikelijke douaneformaliteiten en -controles.

    Artikel 2

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    (a) 'vergunningensysteem voor wetshandhaving, governance en handel in de bosbouw' (hierna te noemen: 'FLEGT-vergunningensysteem'): vergunningensysteem voor de handel in hout met partnerlanden en -regio's;

    (b) 'partnerland of -regio': staat of regionale organisatie waar het FLEGT-vergunningensysteem in werking is;

    (c) 'partnerschapsovereenkomst': overeenkomst waarmee de partnerlanden of -regio's zich ertoe verbinden het FLEGT-vergunningensysteem uit te voeren;

    (d) 'regionale organisatie': een organisatie bestaande uit soevereine staten die bevoegdheden hebben overgedragen aan die organisatie wat betreft aangelegenheden vallende onder het FLEGT-vergunningensysteem;

    (e) 'FLEGT-vergunning': een tegen vervalsing beschermd document, met bepaalde standaardafmetingen, waarin voor een zending hout wordt aangegeven dat deze in overeenstemming is met de vereisten van het FLEGT-vergunningensysteem, en die is afgegeven en geldig verklaard door de bevoegde autoriteit van een partnerland of -regio;

    (f) 'toezicht door derden': onafhankelijk toezicht of controle om te garanderen dat FLEGT-vergunningen uitsluitend afgegeven worden voor legaal gekapt hout;

    (g) 'bevoegde autoriteit(en)': de door een partnerland of -regio aangewezen autoriteit(en) die de vergunningen afgeeft, geldig verklaart of controleert;

    (h) 'houtproducten': de in bijlage II vermelde producten, waarop het FLEGT-vergunningensysteem van toepassing is, en die in de EU worden ingevoerd voor handelsdoeleinden;

    (i) 'illegaal gekapt hout': hout dat gekapt is in strijd met de relevante nationale wetgeving in partnerlanden of -regio's;

    (j) 'invoer': het in het vrije verkeer brengen van producten als bedoeld in artikel 79 van Verordening (EEG) nr. 2913/1992 van de Raad;

    (k) 'uitvoer': het feit dat een product dat het grondgebied van een partnerland of -regio fysiek verlaat;

    (l) 'land van oorsprong': het land waaruit het product afkomstig is, volgens de communautaire bepalingen inzake niet-preferentiële oorsprong;

    (m) 'verzending': een als zodanig herkenbare lading houtproducten, zoals beschreven in bijlage II.

    HOOFDSTUK II

    INVOERREGELING

    Artikel 3

    1. De FLEGT-invoerregeling geldt alleen voor de uitvoer vanuit deelnemende partnerlanden of -regio's.

    2. Partnerlanden en -regio's kunnen zich aansluiten bij het FLEGT-vergunningensysteem door een partnerschapsovereenkomst met de Gemeenschap te sluiten. In deze partnerschapsovereenkomst worden specifieke afspraken met betrekking tot de uitvoering vastgelegd.

    3. In de partnerschapsovereenkomsten wordt rekening gehouden met de behoeften en omstandigheden van de partnerlanden; in alle overeenkomsten worden bepalingen opgenomen met betrekking tot toezicht door derden, om de transparantie en geloofwaardigheid van het FLEGT-vergunningensysteem te garanderen.

    4. De Commissie zal aanbevelingen doen voor een mandaat om namens de Gemeenschap te onderhandelen over dergelijke partnerschapsovereenkomsten, overeenkomstig artikel 300 van het EG-Verdrag.

    Artikel 3bis

    Voor de invoer van houtproducten uit derde landen moet een geldig oorsprongscertificaat worden overgelegd, overeenkomstig artikel 47 van Verordening nr. 2454/1993 van de Commissie, zoals laatstelijk gewijzigd.

    Artikel 4

    1. Houtproducten uit partnerlanden en -regio's mogen alleen in het vrije verkeer in de Gemeenschap gebracht worden als de lading voorzien is van een geldige FLEGT-vergunning, afgegeven door de bevoegde autoriteit van partnerland of -regio.

    2. Wanneer er reeds regelingen bestaan om de wettelijkheid van houtproducten uit partnerland en -regio's te controleren, kunnen deze als uitgangspunt dienen voor de FLEGT-vergunning, op voorwaarde dat getoetst is of deze regelingen voldoen aan de in artikel 12, lid 2 beschreven procedure en dat op grond hiervan de wettelijkheid van de houtproducten gewaarborgd kan worden.

    3. De soorten die zijn vermeld in bijlage A, B en C van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantesoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer zijn vrijgesteld van deze vereiste. De Commissie zal deze uitzondering vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening opnieuw bekijken, volgens de in artikel 12, lid 2, omschreven procedure.

    Artikel 5

    1. De FLEGT-vergunning moet samen met de aangifte voor het vrije verkeer in de Gemeenschap overgelegd worden. De douaneautoriteiten bewaren de originele FLEGT-vergunning en met de douaneaangifte.

    2. De douaneautoriteiten bieden de Commissie, of de door haar aangewezen personen of instanties, toegang tot de originele vergunningen mochten zich problemen voordoen die de goede werking van het FLEGT-vergunningensysteem belemmeren.

    3. De douaneautoriteiten bieden toegang tot de originele vergunningen aan de door de partnerlanden of -regio's aangewezen personen of instanties die verantwoordelijk zijn voor het onafhankelijke toezicht op het FLEGT-vergunningensysteem.

    4. De douaneautoriteiten beslissen op grond van een risicoanalyse over de eventuele noodzaak tot verdere controle, waaronder inspectie, van de lading. Om het toezicht op het FLEGT-vergunningensysteem te waarborgen, kan de Commissie om bevestiging vragen dat adequate controles en inspecties plaatsvinden.

    5. In geval van twijfel over de geldigheid van de vergunning, verrichten de douneautoriteiten aanvullende controles en vragen zij om nadere inlichtingen, zoals bepaald in de partnerschapsovereenkomst met het land of de regio van uitvoer.

    Artikel 6

    1. Als de douaneautoriteiten vaststellen dat niet voldaan is aan de in artikel 4 genoemde voorwaarden, wordt de lading in beslag genomen en vastgehouden en worden de procedures gevolgd overeenkomstig de geldende nationale wetgeving.

    2. Als de douaneautoriteiten concluderen dat de FLEGT-vergunning niet bewust of opzettelijk ontbrak, kan de lading vrijgegeven worden als er voldoende bewijs is dat er een geldige FLEGT-vergunning is afgegeven. Deze geldige FLEGT-vergunning moet binnen de in artikel 256 van Verordening nr. 2454/1993 van de Commissie genoemde termijn overgelegd worden aan de bevoegde douaneautoriteiten.

    Artikel 7

    De Commissie bezorgt alle douaneautoriteiten van de lidstaten een lijst van de namen en andere relevante gegevens van de door de partnerlanden en -regio's aangewezen bevoegde autoriteiten, gewaarmerkte voorbeelden van de stempels en handtekeningen ten bewijze van de legale afgifte van een certificaat, en alle andere relevante informatie die zij ontvangt met betrekking tot de vergunningen.

    Artikel 8

    1. De lidstaten zijn verplicht jaarlijks in april een verslag in te dienen waarin de volgende gegevens zijn opgenomen:

    (a) de hoeveelheid houtproducten die de Gemeenschap is binnengekomen in het kader van het FLEGT-vergunningensysteem, onder vermelding van de in bijlage II vermelde GS-posten en uitgesplitst per partnerland of -regio;

    (b) het aantal door ieder partnerland of -regio overgelegde FLEGT-vergunningen, de hoeveelheid hout en de houtsoort.

    De Commissie kan richtlijnen vaststellen voor de manier waarop dit verslag moet worden opgesteld om het toezicht op het FLEGT-vergunningensysteem te vergemakkelijken.

    2. De lidstaten dienen jaarlijks in april een verslag in bij de Commissie van de inbeslagnames en daaropvolgende maatregelen, waarin onder meer de volgende gegevens zijn opgenomen:

    (a) het aantal inbeslagnames en de hoeveelheid in beslag genomen hout;

    (b) de voortgang van de juridische procedures die zijn ingeleid op grond van deze verordening.

    HOOFDSTUK III

    ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 9

    De Commissie en de partnerlanden en -regio's kunnen na de eerste ervaringen met de tenuitvoerlegging van deze verordening de voorschriften herzien of wijzigen om de veiligheid en werking van het FLEGT-vergunningensysteem te verbeteren.

    Artikel 10

    1. In overleg met de Raad kan de Commissie de in bijlage I opgenomen lijst van partnerlanden en -regio's aanvullen of wijzigen, evenals de lijst van de door de partnerlanden en -regio's aangewezen autoriteiten die bevoegd zijn voor de afgifte en geldigverklaring van de vergunningen, Om nieuwe partnerlanden en -regio's aan de lijst uit bijlage I toe te voegen, doet de Commissie aanbevelingen aan de Raad voor een onderhandelingsmandaat overeenkomstig artikel 300 van het EG-Verdrag.

    2. Na goedkeuring van de Raad en de partnerlanden en -regio's kan de Commissie de in bijlage II opgenomen lijst van producten waarop het FLEGT-vergunningensysteem van toepassing is aanvullen of wijzigen.

    Artikel 11

    De Commissie zal erop toezien dat het FLEGT-vergunningensysteem zo goed mogelijk wordt uitgevoerd, met name via de samenwerking met de partnerlanden en -regio's. Daartoe zal de Commissie met name informatie uitwisselen met de partnerlanden en -regio's over de houthandel en indien nodig gezamenlijk toezicht uitoefenen.

    Artikel 12

    1. Bij de uitoefening van haar taken wordt de Commissie bijgestaan door een comité (hierna te noemen: 'het comité'). Hiervoor zal een comité opgericht worden volgens de gebruikelijke comitologie.

    2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing.

    De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/486/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op tien werkdagen.

    3. Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

    Artikel 13

    Het in artikel 12 bedoelde comité kan alle vraagstukken betreffende de toepassing van deze verordening behandelen. Deze vraagstukken kunnen door de voorzitter of door een vertegenwoordiger van een lidstaat ter sprake worden gebracht.

    Artikel 14

    1. Alle natuurlijke of rechtspersonen of entiteiten die diensten verlenen die direct of indirect verband houden met de onder artikel 4 vallende activiteiten, moeten zorgvuldig nagaan of deze verordening zorgvuldig wordt toegepast.

    2. Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat, rechtstreeks of onrechtstreeks, de bepalingen van deze verordening worden omzeild.

    3. Inlichtingen waaruit blijkt dat de bepalingen van deze verordening worden of zijn omzeild, dienen ter kennis te worden gebracht van de Commissie.

    Artikel 15

    1. Alle overeenkomstig deze verordening verstrekte inlichtingen mogen uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor zij werden verstrekt.

    2. In het algemeen zullen documenten die in het bezit zijn van de Commissie en die informatie bevatten over het FLEGT-vergunningensysteem openbaar zijn. Documenten die bijvoorbeeld handelsgevoelige informatie bevatten of betrekking hebben op de privacy en integriteit van personen kunnen hiervan echter vrijgesteld worden of pas openbaar gemaakt worden na toestemming van de betrokken derde partij, overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie en artikel 287 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

    3. De bekendmaking van dergelijke inlichtingen is toegestaan als de Commissie daartoe verplicht of gerechtigd is, met name in het kader van rechtszaken. Bij de bekendmaking moet rekening gehouden worden met de rechtmatige belangen van de betrokkenen en moet ervoor gezorgd worden dat de vertrouwelijkheid niet wordt geschonden, met name dat geen namen of zakengeheimen worden onthuld.

    4. Dit artikel sluit niet de bekendmaking van algemene informatie door de Commissie uit. Die bekendmaking is niet toegestaan indien dit onverenigbaar is met het oorspronkelijke doel van die informatie.

    5. In geval van schending van de vertrouwelijkheid, mag de persoon van wie de informatie oorspronkelijk afkomstig was, verlangen dat deze wordt vernietigd, buiten beschouwing gelaten of gerectificeerd, al naar gelang het geval.

    Artikel 16

    Deze verordening ontslaat natuurlijke en rechtspersonen niet van de verplichting om te voldoen aan andere communautaire of nationale wetgeving.

    Artikel 17

    1. Iedere lidstaat bepaalt welke sancties van toepassing zijn wanneer de bepalingen van deze verordening worden overtreden. Dergelijke sancties moeten doeltreffend zijn, in verhouding staan tot de overtreding, een afschrikwekkend effect hebben en voorkomen dat degenen die de overtreding hebben begaan hiervan enig economisch voordeel hebben. De lidstaten stellen ook vast wat er gebeurt met het hout dat in beslag genomen wordt wanneer deze verordening overtreden wordt.

    2. Hangende de goedkeuring, waar nodig, van daartoe strekkende wetgeving, worden bij inbreuk op de bepalingen van deze verordening, voorzover relevant, de sancties opgelegd die door de lidstaten zijn vastgesteld ter uitvoering van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 303/2002.

    Artikel 18

    Deze verordening is van toepassing:

    (a) op het grondgebied van de Gemeenschap;

    (b) voor alle onderdanen van lidstaten en alle volgens communautair recht of het recht van een lidstaat opgerichte of geregistreerde rechtspersonen, entiteiten of organen.

    Artikel 19

    1. Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    2. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, [...].

    Voor de Raad

    De voorzitter

    [...]

    BIJLAGE I

    Lijst van partnerlanden en -regio's in het kader van het FLEGT-vergunningensysteem en de door hen aangewezen bevoegde autoriteiten als bedoeld in artikel 2, 4, 7 en 10

    _____

    BIJLAGE II

    Producten waarop het FLEGT-vergunningensysteem van toepassing is

    GS-post // Beschrijving

    4403 // Hout, onbewerkt, ook indien ontschorst, ontdaan van het spint of enkel vierkant behakt of vierkant bezaagd.

    4406 // Houten dwarsliggers en wisselhouten.

    4407 // Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van meer dan 6 mm.

    4408 // Fineer en hout in platen voor de vervaardiging van triplex- en multiplexhout (ook indien aaneengevoegd), alsmede ander hout, overlangs gezaagd, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of met vingerlasverbinding, met een dikte van niet meer

    dan 6 mm.

    4412 // Triplex- en multiplexhout, met fineer bekleed hout en op dergelijke wijze gelaagd hout.

    Top