Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021R1152

Verordening (EU) 2021/1152 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860, (EU) 2018/1861 en (EU) 2019/817 wat betreft de vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen voor de doeleinden van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem

PE/17/2021/REV/1

PB L 249 van 14/07/2021, p. 15–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2021/1152/oj

14.7.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 249/15


VERORDENING (EU) 2021/1152 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 7 juli 2021

tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860, (EU) 2018/1861 en (EU) 2019/817 wat betreft de vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen voor de doeleinden van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, punten a), b) en d),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad (2) is een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (European Travel Information and Authorisation System — Etias) ingesteld voor onderdanen van derde landen die zonder visum de buitengrenzen van de Unie mogen overschrijden. In die verordening zijn de voorwaarden en procedures voor de afgifte of weigering van een reisautorisatie in het kader van Etias vastgesteld.

(2)

Met Etias kan worden beoordeeld of de aanwezigheid van die onderdanen van derde landen op het grondgebied van de lidstaten een veiligheidsrisico, een risico op het gebied van illegale immigratie of een hoog epidemiologisch risico zou vormen.

(3)

Om de in Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde verwerking van de aanvraagdossiers door het centrale Etias-systeem mogelijk te maken, moet de interoperabiliteit tussen het Etias-informatiesysteem, enerzijds, en het inreis-uitreissysteem (EES), het Visuminformatiesysteem (VIS), het Schengen-informatie-systeem (SIS), Eurodac en het Europees Strafregister Informatiesysteem — Onderdanen van derde landen (Ecris-TCN) (“andere EU-informatiesystemen”), en Europol-gegevens als gedefinieerd in die Verordening (“Europol-gegevens”), anderzijds, tot stand worden gebracht.

(4)

Deze verordening bepaalt, samen met Verordeningen (EU) 2021/1150 (3) en (EU) 2021/1151 (4) van het Europees Parlement en de Raad, regels over de uitvoering van de interoperabiliteit tussen het Etias-informatiesysteem, enerzijds, en andere EU-informatiesystemen en Europol-gegevens, anderzijds, en de voorwaarden voor de raadpleging van in andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens en Europol-gegevens door Etias voor het automatisch vaststellen van hits. Dit noopt tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 767/2008 (5), (EU) 2017/2226 (6), (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860 (7), (EU) 2018/1861 (8) en (EU) 2019/817 (9) van het Europees Parlement en de Raad, teneinde het centrale Etias-systeem te verbinden met andere EU-informatiesystemen en met Europol-gegevens en te specificeren welke gegevens tussen die EU-informatiesystemen en Europol-gegevensbestanden zullen worden verzonden.

(5)

Het Europees zoekportaal (ESP), opgericht bij Verordening (EU) 2019/817 en Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad (10), zal het mogelijk dat de in Etias opgeslagen gegevens en de in de andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens tegelijkertijd worden doorzocht.

(6)

Daarbij moeten technische regelingen worden vastgesteld op grond waarvan Etias regelmatig en automatisch in andere EU-informatiesystemen kan verifiëren of nog steeds wordt voldaan aan de voorwaarden voor de bewaring van aanvraagdossiers, als vastgesteld in Verordening (EU) 2018/1240.

(7)

Om te waarborgen dat de doelstellingen van Etias volledig worden verwezenlijkt en die van SIS die zijn vastgelegd in Verordening (EU) 2018/1860, te bevorderen, is het nodig dat er een nieuwe signaleringscategorie, die door die verordening is ingevoerd, aan het toepassingsgebied van de automatische verificaties wordt toegevoegd, namelijk de signalering van onderdanen van derde landen jegens wie een terugkeerbesluit is uitgevaardigd.

(8)

De terugkeer van onderdanen van derde landen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, verblijf of vestiging op het grondgebied van de lidstaten, overeenkomstig Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad (11), is een wezenlijk onderdeel van de brede maatregelen om irreguliere migratie aan te pakken en vormt een belangrijke reden van zwaarwegend algemeen belang.

(9)

Met het oog op het waarborgen van een hoog niveau van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van gegevens is het belangrijk dat valse hits die op het niveau van de centrale Etias-eenheid worden gegenereerd, worden gerapporteerd.

(10)

Ter aanvulling van bepaalde gedetailleerde technische onderdelen van Verordening (EU) 2018/1240 moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) handelingen vast te stellen tot bepaling van de voorwaarden voor de overeenstemming van de gegevens in een notitie, signalering of dossier van de andere EU-informatiesystemen die worden geraadpleegd met de in een Etias-aanvraagdossier aanwezige gegevens. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven (12). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen, ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

(11)

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van Verordening (EU) 2018/1240 moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de technische regelingen vast te stellen voor de toepassing van bepaalde bepalingen in verband met de bewaring van gegevens, en om de regels inzake de door de centrale Etias-eenheid te verstrekken ondersteuning aan vervoerders nader uit te werken. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad (13).

(12)

Om eenvormige voorwaarden te waarborgen voor de uitvoering van Verordening (EU) 2017/2226 moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden toegekend om de bijzonderheden te bepalen van de vangnetprocedures wanneer het technisch onmogelijk is voor vervoerders om toegang tot gegevens te verkrijgen, en om de regels inzake de door de centrale Etias-eenheid te verstrekken ondersteuning aan vervoerders nader uit te werken. Die bevoegdheden moeten worden uitgeoefend in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 182/2011

(13)

Een Etias-reisautorisatie kan worden ingetrokken na het invoeren in SIS van nieuwe signaleringen in verband met de weigering van toegang en verblijf, of van nieuwe signaleringen in verband met een reisdocument dat is geregistreerd als verloren, gestolen, verduisterd of ongeldig verklaard. Om ervoor te zorgen dat SIS dergelijke nieuwe signaleringen automatisch meldt aan het centrale Etias-systeem, dient een geautomatiseerde procedure te worden opgezet tussen SIS en Etias.

(14)

Teneinde het werk van de grenswachters te rationaliseren en vereenvoudigen door voor alle onderdanen van derde landen die het grondgebied van de lidstaten trachten binnen te komen voor een kort verblijf een meer uniforme grenscontroleprocedure ten uitvoer te leggen, is het — nu Verordeningen (EU) 2017/2226 en (EU) 2018/1240 zijn vastgesteld —wenselijk om de wijze van samenwerking tussen het EES en Etias af te stemmen op de wijze waarop het EES en VIS met elkaar zijn geïntegreerd met het oog op de grenscontrole en de registratie van grensoverschrijdingen in het EES.

(15)

De voorwaarden, met inbegrip van de toegangsrechten, waaronder de centrale Etias-eenheid en de nationale Etias-eenheden de in andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens ten behoeve van Etias kunnen raadplegen, dienen te worden gewaarborgd door duidelijke en precieze voorschriften inzake de toegang van de centrale Etias-eenheid en de nationale Etias-eenheden tot de in andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens, de soorten zoekopdrachten en gegevenscategorieën; de toegang dient steeds beperkt te blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is voor de uitoefening van hun taken. De toegang van de lidstaten tot de andere EU-informatiesystemen via de nationale Etias-eenheden moet in overeenstemming zijn met de deelname aan de respectieve wettelijke instrumenten. Evenzo dienen de in Etias-aanvraagdossiers opgeslagen gegevens alleen zichtbaar te zijn voor de lidstaten die de onderliggende informatiesystemen beheren, overeenkomstig de regelingen voor hun deelname. Zo gaat het bij de bepalingen van deze verordening die betrekking hebben op SIS en VIS bijvoorbeeld om bepalingen die voortbouwen op alle bepalingen van het Schengenacquis, waarvoor Besluiten 2010/365/EU (14), (EU) 2017/733 (15), (EU) 2017/1908 (16) en (EU) 2018/934 (17) van de Raad inzake de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op SIS en VIS relevant zijn.

(16)

Indien technische problemen verhinderen dat vervoerders via het toegangsportaal voor vervoerders toegang tot het Etias-informatiesysteem hebben, moet de centrale Etias-eenheid vervoerders operationele ondersteuning bieden om de gevolgen voor het passagiersvervoer en de vervoerders zo veel mogelijk te beperken. Met het oog hierop is het nodig de vangnetprocedures in geval van technische onmogelijkheid, met inbegrip van operationele ondersteuning, die zijn voorzien in het VIS, Etias en het EES op elkaar af te stemmen.

(17)

Op grond van Verordening (EU) 2018/1240 dient het Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), dat is opgericht bij Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad (18), verantwoordelijk te zijn voor de ontwerp- en ontwikkelingsfase van het Etias-informatiesysteem.

(18)

Deze verordening laat Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad (19) onverlet.

(19)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het VWEU, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Aangezien deze verordening voortbouwt op het Schengenacquis, beslist Denemarken overeenkomstig artikel 4 van het bovengenoemde protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad heeft beslist over deze verordening of het deze in zijn interne recht zal omzetten.

(20)

Deze verordening vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (20); Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze verordening en deze is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

(21)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (21) die vallen onder de gebieden bedoeld in artikel 1, punten A, B, C en G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (22).

(22)

Wat Zwitserland betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (23), die vallen onder de gebieden bedoeld in artikel 1, punten A, B, C en G, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (24).

(23)

Wat Liechtenstein betreft, vormt deze verordening een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (25), die vallen onder de gebieden bedoeld in artikel 1, punten A, B, C en G, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (26).

(24)

Wat betreft Bulgarije, Cyprus, Kroatië en Roemenië, vormen de bepalingen van deze verordening in verband met SIS, het VIS en het EES bepalingen die voortbouwen op het Schengenacquis of op een andere wijze daaraan zijn gerelateerd, in de zin van, respectievelijk, artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005 en artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2011, in samenhang met Besluiten 2010/365/EU, (EU) 2017/733, (EU) 2017/1908 en (EU) 2018/934.

(25)

Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860, (EU) 2018/1861 en (EU) 2019/817 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(26)

Aangezien de doelstellingen van deze verordening, namelijk de Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1860, (EU) 2018/1861 en (EU) 2019/817 wijzigen teneinde het centrale Etias-systeem met andere EU-informatiesystemen en Europol-gegevens te verbinden en de data die naar en van deze EU-informatiesystemen en Europol-gegevens verzonden worden nader te bepalen, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en effecten ervan beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 VEU neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(27)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 41, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (27),

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I

WIJZIGINGEN VAN VERORDENING (EU) 2018/1240

Artikel 1

Wijzigingen van Verordening (EU) 2018/1240

Verordening (EU) 2018/1240 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 3, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

“28)

“andere EU-informatiesystemen”: het inreis-uitreissysteem (EES), ingesteld bij Verordening (EU) 2017/2226, het Visuminformatiesysteem (VIS), ingesteld bij Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad (*1), het Schengeninformatiesysteem (SIS), ingesteld bij Verordeningen (EU) 2018/1860 (*2), (EU) 2018/1861 (*3) en (EU) 2018/1862 (*4) van het Europees Parlement en de Raad, Eurodac, ingesteld bij Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad (*5) en het Europees Strafregister Informatiesysteem — Onderdanen van derde landen (Ecris-TCN), ingesteld bij Verordening (EU) 2019/816 van het Europees Parlement en de Raad (*6).

(*1)  Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60)."

(*2)  Verordening (EU) 2018/1860 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende het gebruik van het Schengeninformatiesysteem voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 1)."

(*3)  Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14)."

(*4)  Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56)."

(*5)  Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de instelling van “Eurodac” voor de vergelijking van vingerafdrukken ten behoeve van een doeltreffende toepassing van Verordening (EU) nr. 604/2013 tot vaststelling van de criteria en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van de lidstaten wordt ingediend en betreffende verzoeken van rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten en Europol om vergelijkingen van Eurodac-gegevens ten behoeve van rechtshandhaving, en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1077/2011 tot oprichting van een Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 1)."

(*6)  Verordening (EU) 2019/816 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot invoering van een gecentraliseerd systeem voor de vaststelling welke lidstaten over informatie beschikken inzake veroordelingen van onderdanen van derde landen en staatlozen (Ecris-TCN) ter aanvulling van het Europees Strafregisterinformatiesysteem en tot wijziging van Verordening (EU) 2018/1726 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 1).”."

2)

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a)

punt e) wordt vervangen door:

“e)

de SIS-doelstellingen ondersteunen die betrekking hebben op signaleringen van onderdanen van derde landen aan wie de inreis en het verblijf is geweigerd, signaleringen van personen die met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering of uitlevering worden gezocht, signaleringen van vermiste personen, signaleringen van personen die worden gezocht met het oog op hun medewerking in het kader van een gerechtelijke procedure, signaleringen van personen die discreet of gericht moeten worden gecontroleerd en signaleringen van onderdanen van derde landen jegens wie een terugkeerbesluit is uitgevaardigd;”;

b)

het volgende punt wordt ingevoegd:

“e bis)

de doelstellingen van het EES ondersteunen;”.

3)

In artikel 6, lid 2, wordt het volgende punt ingevoegd:

“d bis)

een beveiligd communicatiekanaal tussen het centrale Etias-systeem en het centrale systeem van het EES;”.

4)

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 2 wordt punt a) vervangen door:

“a)

in gevallen waarin de geautomatiseerde aanvraagprocedure een hit oplevert, overeenkomstig artikel 22 verifiëren of de persoonsgegevens van de aanvrager overeenstemmen met de persoonsgegevens van de persoon op wie die hit betrekking heeft in het centrale Etias-systeem, in een van de geraadpleegde EU-informatiesystemen, met de Europol-gegevens, in een van de Interpol-databanken als bedoeld in artikel 12 of met de in artikel 33 vermelde specifieke risico-indicatoren, en, in een geval waarbij een overeenstemming is bevestigd of waarbij na een dergelijke verificatie twijfels overblijven, beginnen met de handmatige verwerking van de aanvraag als bedoeld in artikel 26;”;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

“4.   De centrale Etias-eenheid legt periodieke verslagen voor aan de Commissie en eu-LISA met betrekking tot valse hits als bedoeld in artikel 22, lid 4, die zijn vastgesteld tijdens de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, lid 2.”.

5)

Artikel 11 wordt vervangen door:

“Artikel 11

Interoperabiliteit met andere EU-informatiesystemen en Europol-gegevens

1.   Er wordt gezorgd voor interoperabiliteit tussen het Etias-informatiesysteem, enerzijds, en andere EU-informatiesystemen en Europol-gegevens, anderzijds, teneinde de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 23, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van deze verordening te kunnen uitvoeren, en deze stoelt vanaf de in artikel 72, lid 1 ter, van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 68, lid 1 ter, van Verordening (EU) 2019/818 bedoelde datum op het bij artikel 6 van Verordening (EU) 2019/817 en artikel 6 van Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad (*7) opgerichte Europees zoekportaal (European Search Portal — ESP).

2.   Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punt i), bedoelde verificaties stellen de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), het centrale Etias-systeem in staat om VIS te doorzoeken aan de hand van de volgende gegevens die door aanvragers krachtens artikel 17, lid 2, punten a), a bis), c) en d), worden verstrekt:

a)

achternaam (familienaam),

b)

achternaam bij geboorte,

c)

voornaam(-namen),

d)

geboortedatum,

e)

geboorteplaats,

f)

geboorteland,

g)

geslacht,

h)

huidige nationaliteit,

i)

overige nationaliteiten (indien van toepassing),

j)

soort, nummer en land van afgifte van het reisdocument.

3.   Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punten g) en h), bedoelde verificaties stellen de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), het centrale Etias-systeem in staat om VIS te doorzoeken aan de hand van de volgende gegevens die door aanvragers krachtens artikel 17, lid 2, punten a) tot en met d), worden verstrekt:

a)

achternaam (familienaam),

b)

achternaam bij geboorte,

c)

voornaam(-namen),

d)

geboortedatum,

e)

geslacht,

f)

huidige nationaliteit,

g)

andere namen (alias(sen),

h)

artiestennaam(-namen),

i)

roepnaam(-namen),

j)

overige nationaliteiten (indien van toepassing),

k)

soort, nummer en land van afgifte van het reisdocument.

4.   Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punt c), punt m), ii), en punt o), en in artikel 23 van deze verordening bedoelde verificaties stellen de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 23, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van deze verordening het centrale Etias-systeem in staat om het bij Verordeningen (EU) 2018/1860 en (EU) 2018/1861 ingestelde SIS te doorzoeken aan de hand van de volgende gegevens die door aanvragers krachtens artikel 17, lid 2, punten a) tot en met d) en punt k), van deze verordening worden verstrekt:

a)

achternaam (familienaam),

b)

achternaam bij geboorte,

c)

voornaam(-namen),

d)

geboortedatum,

e)

geboorteplaats,

f)

geslacht,

g)

huidige nationaliteit,

h)

andere namen (alias(sen)),

i)

artiestennaam(-namen),

j)

roepnaam(-namen),

k)

overige nationaliteiten (indien van toepassing),

l)

soort, nummer en land van afgifte van het reisdocument,

m)

voor minderjarigen: achternaam en voornaam(-namen) van de persoon die het ouderlijk gezag of de wettelijke voogdij over de aanvrager uitoefent.

5.   Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punten a) en d) en punt m), i), en in artikel 23, lid 1, van deze verordening bedoelde verificaties stellen de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 23, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van deze verordening het centrale Etias-systeem in staat om het bij Verordening (EU) 2018/1862 ingestelde SIS te doorzoeken aan de hand van de volgende gegevens die door aanvragers krachtens artikel 17, lid 2, punten a) tot en met d) en punt k), van deze verordening worden verstrekt:

a)

achternaam (familienaam),

b)

achternaam bij geboorte,

c)

voornaam(-namen),

d)

geboortedatum,

e)

geboorteplaats,

f)

geslacht,

g)

huidige nationaliteit,

h)

andere namen (alias(sen)),

i)

artiestennaam(-namen),

j)

roepnaam(-namen),

k)

overige nationaliteiten (indien van toepassing),

l)

soort, nummer en land van afgifte van het reisdocument,

m)

voor minderjarigen: achternaam en voornaam(-namen) van de persoon die het ouderlijk gezag of de wettelijke voogdij over de aanvrager uitoefent.

6.   Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punt n), bedoelde verificaties stellen de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), het centrale Etias-systeem in staat om Ecris-TCN te doorzoeken aan de hand van de volgende gegevens die door aanvragers krachtens artikel 17, lid 2, punten a) tot en met d), worden verstrekt:

a)

achternaam (familienaam),

b)

achternaam bij geboorte,

c)

voornaam(-namen),

d)

geboortedatum,

e)

geboorteplaats,

e bis)

geboorteland,

f)

geslacht,

g)

huidige nationaliteit,

h)

andere namen (alias(sen)),

i)

artiestennaam(-namen),

j)

roepnaam(-namen),

k)

overige nationaliteiten (indien van toepassing),

l)

soort, nummer en land van afgifte van het reisdocument.

7.   Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punt j), bedoelde verificaties stellen de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), het centrale Etias-systeem in staat om Europol-gegevens te doorzoeken aan de hand van de gegevens bedoeld in artikel 17, lid 2, punten a), a bis), b), c), d), f), g), j), k) en m), en in artikel 17, lid 8.

8.   Wanneer de geautomatiseerde verificaties op grond van de artikelen 20 en 23 een hit vaststellen, biedt het ESP aan de centrale Etias-eenheid tijdelijke read-only-toegang tot de resultaten van die geautomatiseerde verificaties. In het geval van geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20 wordt die toegang verstrekt in het aanvraagdossier tot het eind van de handmatige procedure uit hoofde van artikel 22, lid 2. Indien de beschikbaar gestelde gegevens overeenkomen met die van de aanvrager, of indien er na de geautomatiseerde verificaties krachtens de artikelen 20 en 23 twijfel blijft bestaan, wordt het unieke referentienummer van de notitie in de doorzochte EU-informatiesystemen van de gegevens die een hit hebben gegenereerd, in het aanvraagdossier bewaard.

Wanneer de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20 een hit vaststellen, ontvangen die geautomatiseerde verificaties de passende kennisgeving overeenkomstig artikel 21, lid 1 bis, van Verordening (EU) 2016/794.

9.   Een hit wordt gegenereerd wanneer alle of sommige voor de zoekopdracht gebruikte gegevens uit het aanvraagdossier volledig of gedeeltelijk overeenstemmen met de gegevens in een notitie, dossier of signalering in de andere geraadpleegde EU-informatiesystemen. De Commissie stelt overeenkomstig artikel 89 gedelegeerde handelingen vast tot nadere bepaling van de voorwaarden voor de overeenstemming tussen de gegevens in een notitie, dossier of signalering in de andere geraadpleegde EU-informatiesystemen en een aanvraagdossier.

10.   Voor de toepassing van lid 1 van dit artikel stelt de Commissie door middel van een uitvoeringshandeling de technische regelingen in voor de tenuitvoerlegging van artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), met betrekking tot de bewaring van gegevens. Die uitvoeringshandeling wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 90, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

11.   Voor de toepassing van artikel 25, lid 2, artikel 28, lid 8, en artikel 29, lid 9, wordt bij de registratie van de gegevens in verband met hits in het aanvraagdossier, de herkomst van de gegevens aangeduid met de volgende gegevens:

a)

het soort signalering, met uitzondering van signaleringen bedoeld in artikel 23, lid 1;

b)

de bron van de gegevens, namelijk, in voorkomend geval, de andere EU-informatiesystemen waarvan de gegevens afkomstig zijn of Europol-gegevens);

c)

het referentienummer in het doorzochte EU-informatiesysteem van de notitie die tot de hit heeft geleid en de lidstaat die de gegevens die tot de hit hebben geleid, heeft ingevoerd of aangeleverd, en

d)

indien beschikbaar, de datum en het tijdstip waarop de gegevens in de andere EU-informatiesystemen of de Europol-gegevensbestanden werden opgenomen.

De in de eerste alinea, punten a) tot en met d), bedoelde gegevens zijn alleen toegankelijk en zichtbaar voor de centrale Etias-eenheid indien de centrale Etias-eenheid de verantwoordelijke lidstaat niet kan identificeren.

(*7)  Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).”."

6)

De volgende artikelen wordt ingevoegd:

“Artikel 11 ter

Ondersteuning van de EES-doelstellingen

Voor de toepassing van de artikelen 6, 14, 17 en 18 van Verordening (EU) 2017/2226 wordt door middel van een geautomatiseerd proces waarbij gebruik wordt gemaakt van het beveiligde communicatiekanaal vermeld in artikel 6, lid 2, punt d bis), van deze verordening, de informatie bedoeld in artikel 47, lid 2, van deze verordening opgezocht en geïmporteerd uit het centrale Etias-systeem, evenals het aanvraagnummer en de datum van verstrijken van de Etias-reisautorisatie, en wordt de inreis-uitreisnotitie of de weigering van inreisnotitie in het EES dienovereenkomstig gegenereerd of bijgewerkt.

Artikel 11 quater

Interoperabiliteit tussen Etias en het EES met het oog op intrekking van een Etias-reisautorisatie op verzoek van een aanvrager

1.   Voor de toepassing van artikel 41, lid 8, wordt door middel van een geautomatiseerd proces waarbij gebruik wordt gemaakt van het beveiligde communicatiekanaal bedoeld in artikel 6, lid 2, punt d bis), het centrale systeem van het EES doorzocht om te verifiëren dat aanvragers die een aanvraag voor intrekking van hun reisautorisaties indienen zich niet op het grondgebied van de lidstaten bevinden.

2.   Indien uit de verificatie van het centrale systeem van het EES op grond van lid 1 blijkt dat de aanvrager zich niet op het grondgebied van de lidstaat bevindt, treedt de intrekking van de reisautorisatie onmiddellijk in werking.

3.   Indien uit de controle van het centrale systeem van het EES op grond van lid 1 van dit artikel blijkt dat de aanvrager zich op het grondgebied van de lidstaat bevindt, is artikel 41, lid 8, van toepassing. Het centrale systeem van het EES registreert dat een kennisgeving naar het centrale Etias-systeem moet worden gezonden zodra een inreis-uitreisnotitie is gecreëerd die aangeeft dat de aanvrager die om intrekking van de reisautorisatie heeft verzocht, het grondgebied van de lidstaten heeft verlaten.”.

7)

Artikel 12 wordt vervangen door:

“Artikel 12

Raadpleging van de Interpol-databanken

1.   Het centrale Etias-systeem doorzoekt de Interpol-databank voor gestolen of verloren reisdocumenten (SLTD) en de Interpol-databank voor reisdocumenten die verband houden met kennisgevingen (TDAWN).

2.   Elke zoekopdracht en verificatie wordt zodanig uitgevoerd dat hierover aan de eigenaar van de Interpol-signalering geen informatie wordt vrijgegeven.

3.   Als de tenuitvoerlegging van lid 2 niet is gegarandeerd, doorzoekt het centrale Etias-systeem de Interpol-databanken niet.”.

8)

In artikel 17, lid 4, wordt punt a) vervangen door:

“a)

of de aanvrager gedurende de voorbije 25 jaar veroordeeld is voor een terroristisch misdrijf of gedurende de voorbije vijftien jaar voor een in de bijlage genoemd ander strafbaar feit, en zo ja, wanneer en in welk land;”.

9)

In artikel 20 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   Het centrale Etias-systeem geeft een zoekopdracht door het ESP te gebruiken om de relevante gegevens bedoeld in artikel 17, lid 2, punten a), a bis), b), c), d), f), g), j), k) en m), en in artikel 17, lid 8, te vergelijken met de gegevens in een notitie, dossier of signalering in een aanvraagdossier dat is opgeslagen in het centrale Etias-systeem, SIS, het EES, het VIS, Eurodac, Ecris-TCN, Europol-gegevens en in de Interpol-databanken SLTD en TDAWN. Het centrale Etias-systeem verifieert met name of:

a)

het voor de aanvraag gebruikte reisdocument overeenkomt met een reisdocument dat in SIS staat geregistreerd als verloren, gestolen, verduisterd of ongeldig verklaard;

b)

het voor de aanvraag gebruikte reisdocument overeenkomt met een reisdocument dat in de SLTD staat geregistreerd als verloren, gestolen of ongeldig verklaard;

c)

de aanvrager in SIS is gesignaleerd met het oog op weigering van inreis en verblijf;

d)

de aanvrager in SIS is gesignaleerd omdat hij wordt gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel of omdat hij wordt gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van uitlevering;

e)

de aanvrager en het reisdocument gerelateerd zijn aan een geweigerde, ingetrokken of nietig verklaarde reisautorisatie in het centrale Etias-systeem;

f)

de in de aanvraag verstrekte gegevens over het reisdocument gerelateerd zijn aan een andere reisautorisatieaanvraag die samenhangt met andere identiteitsgegevens als bedoeld in artikel 17, lid 2, punt a), in het centrale Etias-systeem;

g)

de aanvrager momenteel in het EES geregistreerd staat als een persoon die zijn toegestane verblijfsduur overschrijdt dan wel of de aanvrager in het verleden als zodanig geregistreerd is geweest;

h)

de aanvrager in het EES geregistreerd staat als een persoon wiens toegang is geweigerd;

i)

er ten aanzien van de aanvrager in VIS een beslissing tot weigering, nietigverklaring of intrekking van een visum voor kort verblijf is geregistreerd;

j)

de in de aanvraag verstrekte gegevens overeenstemmen met Europol-gegevens;

k)

de aanvrager in Eurodac geregistreerd staat;

l)

het voor de aanvraag gebruikte reisdocument overeenkomt met een reisdocument dat in een dossier in TDAWN staat geregistreerd;

m)

de persoon die het ouderlijk gezag of de wettelijke voogdij uitoefent, ingeval de aanvrager minderjarig is:

i)

in SIS is gesignaleerd omdat hij wordt gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel of omdat hij wordt gezocht met het oog op aanhouding ten behoeve van uitlevering;

ii)

in SIS staat gesignaleerd met het oog op weigering van toegang en verblijf;

n)

of de aanvrager een persoon is wiens gegevens worden geregistreerd in Ecris-TCN en gemarkeerd overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Verordening (EU) 2019/816; die gegevens worden alleen gebruikt voor de verificatie door de centrale Etias-eenheid op grond van artikel 22 van deze verordening en voor de raadpleging van de nationale strafregisters door de nationale Etias-eenheden op grond van artikel 25 bis, lid 2, van deze verordening; de nationale strafregisters worden geraadpleegd door de nationale Etias-eenheden voorafgaand aan de beoordelingen en de adviezen op grond van artikel 26 van deze verordening en, in voorkomend geval, voorafgaand aan de beoordeling en het advies als bedoeld in artikel 28 van deze verordening;

o)

of er ten aanzien van de aanvrager in SIS een signalering inzake terugkeer is ingevoerd.”.

10)

Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   Wanneer zij wordt geraadpleegd, heeft de centrale Etias-eenheid toegang tot het aanvraagdossier en de eventueel daaraan verbonden aanvraagdossiers, evenals tot alle hits die de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, leden 2, 3 en 5, heeft opgeleverd en tot de informatie die door het centrale Etias-systeem uit hoofde van artikel 20, leden 7 en 8, is geïdentificeerd.”;

b)

in lid 3 wordt punt b) vervangen door:

“b)

de gegevens in het centrale Etias-systeem;”;

c)

lid 5 wordt vervangen door:

“5.   Indien de gegevens overeenkomen met die van de aanvrager, er twijfel blijft bestaan over de identiteit van de aanvrager, of indien de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, lid 4, een hit hebben opgeleverd, wordt de aanvraag handmatig verwerkt overeenkomstig de procedure van artikel 26.”;

d)

het volgende lid wordt toegevoegd:

“7.   Het Etias-informatiesysteem registreert alle gegevensverwerkingsverrichtingen die door de centrale Etias-eenheid zijn uitgevoerd voor de onder de leden 2 tot en met 6 bedoelde verificaties. Die registratie wordt automatisch in het aanvraagdossier gecreëerd en ingevoerd. Vermeld worden de datum en het tijdstip van iedere verrichting, de gegevens die zijn verbonden aan de vastgestelde hit, het personeelslid dat de handmatige verwerking krachtens de leden 2 tot en met 6 heeft uitgevoerd, het resultaat van de verificatie en de bijbehorende motivatie.”.

11)

Artikel 23 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt punt c) vervangen door:

“c)

een signalering van personen met het oog op onopvallende controles, vraagcontroles of gerichte controles.”;

b)

lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de eerste alinea wordt vervangen door:

“2.   Als de in lid 1 bedoelde vergelijking een of meer hits oplevert, zendt het centrale Etias-systeem een geautomatiseerde kennisgeving naar de centrale Etias-eenheid. Als de centrale Etias-eenheid in kennis is gesteld, heeft zij overeenkomstig artikel 11, lid 8, toegang tot het aanvraagdossier en de eventueel daaraan verbonden aanvraagdossiers om te verifiëren of de persoonsgegevens van de aanvrager overeenstemmen met de persoonsgegevens in de signalering die de hit heeft gegenereerd en indien een overeenstemming wordt bevestigd, stuurt het centrale Etias-systeem een geautomatiseerde kennisgeving naar het Sirene-bureau van de lidstaat die de signalering heeft ingevoerd. Het betrokken Sirene-bureau verifieert of de persoonsgegevens van de aanvrager overeenstemmen met de persoonsgegevens in de signalering die de hit heeft gegenereerd en treft alle passende follow-upmaatregelen.”;

ii)

de volgende alinea wordt toegevoegd:

“Indien de hit betrekking heeft op een signalering inzake terugkeer, verifieert het Sirene-bureau van de lidstaat die de signalering heeft ingevoerd, in samenwerking met de nationale Etias-eenheid, of de wissing van de signalering inzake terugkeer overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1860 en de registratie van een signalering inzake weigering van toegang of verblijf overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1861 vereist is.”;

c)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   Het centrale Etias-systeem voegt aan het aanvraagdossier een verwijzing toe naar elke hit die wordt vastgesteld op grond van lid 1. Die verwijzing is alleen zichtbaar en toegankelijk voor de centrale Etias-eenheid en het overeenkomstig lid 3 in kennis gestelde Sirene-bureau, tenzij in deze verordening in andere beperkingen is voorzien.”.

12)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 25 bis

Gebruik van andere EU-informatiesystemen voor de handmatige verwerking van aanvragen door de nationale Etias-eenheden

1.   Onverminderd artikel 13, lid 1, hebben de naar behoren gemachtigde personeelsleden van de nationale Etias-eenheden rechtstreeks toegang tot de andere EU-informatiesystemen en mogen zij deze in een read-onlyformaat raadplegen ten behoeve van het onderzoeken van reisautorisatieaanvragen en het vaststellen van besluiten inzake die aanvragen overeenkomstig artikel 26. De nationale Etias-eenheden kunnen de volgende gegevens raadplegen:

a)

de gegevens bedoeld in de artikelen 16, 17 en 18 van Verordening (EU) 2017/2226;

b)

de gegevens bedoeld in de artikelen 9 tot en met 14 van Verordening (EG) nr. 767/2008;

c)

de gegevens bedoeld in artikel 20 van Verordening (EU) 2018/1861 verwerkt voor de doeleinden van de artikelen 24, 25 en 26 van die verordening;

d)

de gegevens bedoeld in artikel 20 van Verordening (EU) 2018/1862 verwerkt voor de doeleinden van artikel 26 en artikel 38, lid 2, punten k) en l), van die verordening;

e)

de gegevens bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2018/1860 verwerkt voor de doeleinden van artikel 3 van die verordening.

2.   Als een hit voortvloeit uit een verificatie op grond van artikel 20, lid 2, punt n), hebben de naar behoren gemachtigde personeelsleden van de nationale Etias-eenheden direct of indirect, met inachtneming van het nationale recht, ook toegang tot de relevante gegevens van de nationale strafregisters van hun respectieve lidstaten om, voor de in lid 1 van dit artikel bedoelde doeleinden, de informatie te verkrijgen over onderdanen van derde landen, als bedoeld in Verordening (EU) 2019/816, die zijn veroordeeld wegens een terroristisch misdrijf of enig ander in de bijlage bij deze verordening opgenomen strafbaar feit.”.

13)

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 3 wordt punt b) vervangen door:

“b)

beoordeling van het veiligheidsrisico of het risico op het gebied van illegale immigratie en een beslissing tot afgifte dan wel weigering van een reisautorisatie indien de hit overeenstemt met enige verificatie bedoeld in artikel 20, lid 2, punt b) en punten d) tot en met o).”;

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

“3 bis.   Indien de geautomatiseerde verwerking uit hoofde van artikel 20, lid 2, punt o), een hit heeft opgeleverd, gaat de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat over tot:

a)

weigering van een reisautorisatie van de aanvrager indien de verificatie op grond van artikel 23, lid 2, derde alinea, heeft geresulteerd in de wissing van de signalering inzake terugkeer en de registratie van een signalering inzake weigering van toegang of verblijf;

b)

beoordeling van de veiligheid of het risico van illegale immigratie, en een besluit betreffende de afgifte of weigering van een reisautorisatie in alle andere gevallen.

De nationale Etias-eenheid van de lidstaat die de gegevens heeft geregistreerd, raadpleegt het Sirene-bureau om te verifiëren of de wissing van de signalering inzake terugkeer overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1860 en, in voorkomend geval, de registratie van een signalering inzake weigering van toegang of verblijf overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1861 vereist is.”;

c)

aan lid 4 wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Indien de geautomatiseerde verwerking uit hoofde van artikel 20, lid 2, punt n), een hit heeft opgeleverd, maar geen hit heeft opgeleverd uit hoofde van punt c) van dit lid, houdt de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat in het bijzonder rekening met het ontbreken van een dergelijke hit bij haar beoordeling van het veiligheidsrisico met het oog op het besluit om een reisautorisatie te verstrekken of te weigeren.”.

14)

Aan artikel 28, lid 3, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Met het oog op de handmatige verwerking als bedoeld in artikel 26 is het met redenen omkleed positief of negatief advies alleen zichtbaar voor de nationale Etias-eenheid van de geraadpleegde lidstaat en door de nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat.”.

15)

In artikel 37 wordt lid 3 vervangen door:

“3.   Aanvragers aan wie een reisautorisatie is geweigerd, hebben het recht daartegen beroep in te stellen. Het beroep wordt ingesteld in de lidstaat die de beslissing over de aanvraag heeft genomen en overeenkomstig het nationale recht van die lidstaat. Gedurende de beroepsprocedure heeft degene die beroep instelt toegang tot de informatie in het aanvraagdossier overeenkomstig de gegevensbeschermingsregels vermeld in artikel 56 van deze verordening. De nationale Etias-eenheid van de verantwoordelijke lidstaat verstrekt aanvragers informatie over de procedure van beroep. De informatie wordt verstrekt in een van de officiële talen van de in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 539/2001 opgenomen landen waarvan de aanvrager een onderdaan is.”.

16)

In artikel 41 wordt lid 3 vervangen door:

“3.   Onverminderd lid 2 informeert SIS het centrale Etias-systeem wanneer een nieuwe signalering met betrekking tot een weigering van toegang en verblijf of met betrekking tot een als verloren, gestolen, verduisterd of ongeldig geregistreerd reisdocument in SIS wordt ingevoerd. Het centrale Etias-systeem verifieert of deze nieuwe signalering betrekking heeft op een geldige reisautorisatie. Als dit het geval is, zendt het centrale Etias-systeem het aanvraagdossier door naar de nationale Etias-eenheid van de lidstaat die de signalering heeft geregistreerd. Is een nieuwe signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf geregistreerd, dan trekt de nationale Etias-eenheid de reisautorisatie in. Is een reisautorisatie gekoppeld aan een reisdocument dat als verloren, gestolen, verduisterd of ongeldig verklaard in SIS of de Interpol-databank SLTD staat geregistreerd, dan wordt het aanvraagdossier door de nationale Etias-eenheid handmatig verwerkt.”.

17)

Artikel 46 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   Indien het technisch onmogelijk is om de in artikel 45, lid 1, bedoelde zoekopdracht te verrichten wegens een storing in een onderdeel van het Etias-informatiesysteem, worden vervoerders vrijgesteld van de verplichting om het bezit van een geldige reisautorisatie te verifiëren. Indien een dergelijke storing door eu-LISA wordt ontdekt, stelt de centrale Etias-eenheid de vervoerders en de lidstaten daarvan in kennis. Zij doet hetzelfde wanneer de storing is hersteld. Indien een dergelijke storing door de vervoerders wordt ontdekt, mogen zij de centrale Etias-eenheid daarvan in kennis stellen. De centrale Etias-eenheid informeert de lidstaten onverwijld over de kennisgeving van de vervoerders.”;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   Indien het om andere redenen dan een storing in een onderdeel van het Etias-informatiesysteem gedurende een langere periode voor een vervoerder technisch onmogelijk is om de in artikel 45, lid 1, bedoelde zoekopdracht te verrichten, stelt de vervoerder de centrale Etias-eenheid daarvan in kennis. De centrale Etias-eenheid informeert de lidstaten onverwijld over de kennisgeving van die vervoerder.”;

c)

het volgende lid wordt toegevoegd:

“5.   De centrale Etias-eenheid verleent operationele steun aan vervoerders met betrekking tot de leden 1 en 3. De centrale Etias-eenheid legt operationele standaardprocedures voor het bieden van deze steun vast. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen nadere regels vast te stellen betreffende de te verlenen steun en de middelen voor het verlenen van die steun. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 90, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”.

18)

In artikel 47, lid 2, wordt punt a) vervangen door:

“a)

of deze persoon al dan niet een geldige reisautorisatie heeft, inclusief of de status van de persoon overeenkomt met de in artikel 2, lid 1, punt c), bedoelde status, en, in het geval van een reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid afgegeven op grond van artikel 44, voor welke lidstaat of lidstaten deze autorisatie geldig is;”.

19)

Aan artikel 64 wordt het volgende lid toegevoegd:

“7.   Het recht van toegang tot persoonsgegevens op grond van dit artikel laat artikel 53 van Verordening (EU) 2018/1861 en artikel 67 van Verordening (EU) 2018/1862 onverlet.”.

20)

In artikel 73, lid 3, wordt de derde alinea vervangen door:

“eu-LISA ontwikkelt en implementeert het centrale Etias-systeem, met inbegrip van de Etias-observatielijst, de NUI’s, de communicatie-infrastructuur, en het beveiligde communicatiekanaal tussen het centrale Etias-systeem en het centrale systeem van het EES, en dit zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van de verordening en de vaststelling door de Commissie van:

a)

de maatregelen voorzien in artikel 6, lid 4, artikel 16, lid 10, artikel 17, lid 9, artikel 31, artikel 35, lid 7, artikel 45, lid 2, artikel 54, lid 2, artikel 74, lid 5, artikel 84, lid 2, en artikel 92, lid 8, en

b)

de overeenkomstige de in artikel 90, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgestelde maatregelen die noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling en de technische implementatie van het centrale Etias-systeem, de NUI’s, de communicatie-infrastructuur, het beveiligde communicatiekanaal tussen het centrale Etias-systeem en het centrale systeem van het EES en het toegangsportaal voor vervoerders, met name uitvoeringshandelingen betreffende:

i)

de gegevenstoegang overeenkomstig de artikelen 22 tot en met 29 en de artikelen 33 tot en met 53;

ii)

de wijziging, wissing en vervroegde wissing van gegevens overeenkomstig artikel 55;

iii)

het bijhouden van en de toegang tot de logbestanden overeenkomstig artikel 45 en artikel 69;

iv)

prestatievoorschriften;

v)

specificaties voor technische oplossingen om centrale toegangspunten te verbinden overeenkomstig de artikelen 51, 52 en 53.”.

21)

Artikel 88 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

punt a) vervangen door:

“a)

de nodige wijzigingen van de rechtshandelingen tot instelling van de andere EU-informatiesystemen waarmee moet worden gezorgd voor interoperabiliteit, in de zin van artikel 11 van deze verordening, met het Etias-informatiesysteem, zijn in werking getreden, met uitzondering van de herschikking van Verordening (EU) nr. 603/2013;”;

ii)

punt d) wordt vervangen door:

“d)

de maatregelen bedoeld in artikel 11, leden 9 en 10, artikel 15, lid 5, artikel 17, leden 3, 5 en 6, artikel 18, lid 4, artikel 27, leden 3 en 5, artikel 33, leden 2 en 3, artikel 36, lid 3, artikel 38, lid 3, artikel 39, lid 2, artikel 45, lid 3, artikel 46, lid 4, artikel 48, lid 4, artikel 59, lid 4, artikel 73, lid 3, punt b), artikel 83, leden 1, 3 en 4, en artikel 85, lid 3, zijn vastgesteld;”;

b)

de volgende leden worden toegevoegd:

“6.   In artikel 11 bedoelde interoperabiliteit met Ecris-TCN begint met de ingebruikneming van het CIR. Etias wordt in gebruik genomen, ongeacht of die interoperabiliteit met Ecris-TCN tot stand is gebracht.

7.   Etias wordt in gebruik genomen ongeacht of het mogelijk is om de in artikel 12 bedoelde databanken van Interpol te raadplegen.”.

22)

Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   De in artikel 6, lid 4, artikel 11, lid 9, artikel 17, leden 3, 5 en 6, artikel 18, lid 4, artikel 27, lid 3, artikel 31, artikel 33, lid 2, artikel 36, lid 4, artikel 39, lid 2, artikel 54, lid 2, artikel 83, leden 1 en 3, en artikel 85, lid 3, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar vanaf 9 oktober 2018. De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van vijf jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met termijnen van dezelfde duur verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van elke termijn tegen deze verlenging verzet.”;

b)

lid 3 wordt vervangen door:

“3.   De bevoegdheidsdelegatie als bedoeld in artikel 6, lid 4, artikel 11, lid 9, artikel 17, leden 3, 5 en 6, artikel 18, lid 4, artikel 27, lid 3, artikel 31, artikel 33, lid 2, artikel 36, lid 4, artikel 39, lid 2, artikel 54, lid 2, artikel 83, leden 1 en 3, en artikel 85, lid 3, kan te allen tijde door het Europees Parlement of door de Raad worden ingetrokken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.”;

c)

lid 6 wordt vervangen door:

“6.   Een overeenkomstig artikel 6, lid 4, artikel 11, lid 9, artikel 17, leden 3, 5 en 6, artikel 18, lid 4, artikel 27, lid 3, artikel 31, artikel 33, lid 2, artikel 36, lid 4, artikel 39, lid 2, artikel 54, lid 2, artikel 83, lid 1 of lid 3, of artikel 85, lid 3, vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en aan de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.”.

23)

In artikel 90 wordt lid 1 vervangen door:

“1.   De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 68 van Verordening (EU) 2017/2226 ingestelde comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.”.

24)

Aan artikel 92 wordt het volgende lid toegevoegd:

“5 bis.   Eén jaar na het einde van de in artikel 83, lid 1, bedoelde overgangsperiode en vervolgens om de vier jaar evalueert de Commissie het doorzoeken van Ecris-TCN via het centrale Etias-systeem. De Commissie zendt die evaluaties, samen met het advies van de Etias-sturingsraad voor de grondrechten en eventueel noodzakelijke aanbevelingen, toe aan het Europees Parlement en de Raad.

Teneinde te beoordelen in welke mate het doorzoeken van Ecris-TCN via het centrale Etias-systeem heeft bijgedragen tot de verwezenlijking van de doelstelling van Etias, omvatten de in de eerste alinea bedoelde evaluaties het volgende:

a)

een vergelijking van het aantal gelijktijdige hits, voor dezelfde aanvraag, in Ecris-TCN met betrekking tot veroordelingen wegens in de bijlage bij deze verordening opgenomen terroristische misdrijven en in SIS met betrekking tot signaleringen voor weigering van toegang of verblijf;

b)

een vergelijking van het aantal gelijktijdige hits, voor dezelfde aanvraag, in Ecris-TCN met betrekking tot veroordelingen wegens in de bijlage bij deze verordening opgenomen andere strafbare feiten en in SIS met betrekking tot signaleringen voor weigering van toegang of verblijf;

c)

voor aanvragen waarbij er alleen in Ecris-TCN een hit is, een vergelijking van het aantal weigeringen van reisautorisatie met het totale aantal hits dat de zoekopdracht in Ecris-TCN heeft vastgesteld.

De Etias-sturingsraad voor de grondrechten brengt adviezen uit over de in dit lid bedoelde evaluatie.

De evaluaties kunnen indien nodig vergezeld gaan van wetgevingsvoorstellen.”.

25)

In artikel 96 wordt de volgende alinea ingevoegd na de tweede alinea:

“Artikel 11 ter is van toepassing met ingang van 3 augustus 2021.”.

HOOFDSTUK II

WIJZIGINGEN VAN ANDERE UNIE-INSTRUMENTEN

Artikel 2

Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 767/2008

Verordening (EG) nr. 767/2008 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 6 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   De toegang tot het VIS voor raadpleging van de gegevens is uitsluitend voorbehouden aan de naar behoren gemachtigde personeelsleden van:

a)

de nationale autoriteiten van elke lidstaat en van de organen van de Unie die bevoegd zijn voor de in de artikelen 15 tot en met 22, de artikelen 22 octies tot en met 22 quaterdecies en artikel 45 sexies van deze verordening genoemde doelen;

b)

de overeenkomstig de artikelen 7 en 8 van Verordening (EU) 2018/1240 aangewezen centrale Etias-eenheid en nationale Etias-eenheden, voor de toepassing van de artikelen 18 quater en 18 quinquies van deze verordening en voor de toepassing van Verordening (EU) 2018/1240, en

c)

de nationale autoriteiten van elke lidstaat en van de organen van de Unie die bevoegd zijn voor de in de artikelen 20 en 21 van Verordening (EU) 2019/817 genoemde doelen.

Die toegang is beperkt tot de gegevens die vereist zijn voor de uitvoering van de taken van die autoriteiten en organen van de Unie overeenkomstig deze doelen en staat in verhouding tot de doelstellingen.”.

2)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

“Artikel 18 ter

Interoperabiliteit met Etias

1.   Vanaf de ingebruikneming van Etias overeenkomstig artikel 88, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240 wordt het VIS met het ESP verbonden om de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van die verordening mogelijk te maken.

2.   De geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1240 maken de in artikel 20 van die verordening bepaalde verificaties en de daaropvolgende verificaties bepaald in de artikelen 22 en 26 van die verordening mogelijk.

Ten behoeve van het verrichten van de verificaties bedoeld in artikel 20, lid 2, punt i), van Verordening (EU) 2018/1240 maakt het centrale Etias-systeem gebruik van het ESP om de gegevens die zijn opgeslagen in Etias te vergelijken met de gegevens die zijn opgeslagen in het VIS, overeenkomstig artikel 11, lid 8, van die verordening, met gebruikmaking van de gegevens die zijn opgesomd in de concordantietabel in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 18 quater

Toegang tot VIS-gegevens door de centrale Etias-eenheid

1.   Ten behoeve van het verrichten van de taken die aan haar zijn opgedragen door Verordening (EU) 2018/1240, heeft de centrale Etias-eenheid het recht op toegang tot en het doorzoeken van relevante VIS-gegevens overeenkomstig artikel 11, lid 8, van die verordening.

2.   Indien een verificatie door de centrale Etias-eenheid overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) 2018/1240 uitwijst dat in het Etias-aanvraagdossier geregistreerde gegevens en VIS-gegevens overeenstemmen of indien na een dergelijke verificatie er twijfel blijft bestaan, is de procedure van artikel 26 van die verordening van toepassing.

Artikel 18 quinquies

Gebruik van het VIS voor de handmatige verwerking van aanvragen door de nationale Etias-eenheden

1.   De nationale Etias-eenheden als bedoeld in artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240 consulteren het VIS met gebruik van dezelfde alfanumerieke gegevens als die welke worden gebruikt voor de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van die verordening.

2.   De nationale Etias-eenheden hebben tijdelijke toegang tot het VIS om dit in een read-onlyformaat te raadplegen, voor het onderzoeken van reisautorisatieaanvragen overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240. De nationale Etias-eenheden kunnen de in de artikelen 9 tot en met 14 van deze verordening bedoelde gegevens raadplegen.

3.   Na raadpleging van het VIS door de nationale Etias-eenheden als bedoeld in artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240 registreren naar behoren gemachtigde personeelsleden van de nationale Etias-eenheden het resultaat van de raadpleging alleen in de Etias-aanvraagdossiers.”.

3)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 34 bis

Bijhouden van logbestanden met het oog op interoperabiliteit met Etias

Per gegevensverwerkingsverrichting in het VIS en Etias op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1240, worden logbestanden bijgehouden overeenkomstig artikel 34 van deze verordening en artikel 69 van Verordening (EU) 2018/1240.”.

4)

De bijlage wordt genummerd (“bijlage I”) en de volgende bijlage wordt toegevoegd:

“BIJLAGE II

Concordantietabel

De door het centrale Etias-systeem verzonden gegevens bedoeld in artikel 17, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240

De corresponderende VIS-gegevens bedoeld in artikel 9, lid 4, van deze verordening waarmee de gegevens in Etias dienen te worden vergeleken

achternaam (familienaam)

achternaam bij de geboorte

achternaam bij de geboorte

achternaam bij de geboorte (vroegere familienaam/-namen)

voornaam/-namen

voornaam/-namen

geboortedatum

geboortedatum

geboorteplaats

geboorteplaats

geboorteland

geboorteland

geslacht

geslacht

huidige nationaliteit

huidige nationaliteit of nationaliteiten en nationaliteit bij de geboorte

overige nationaliteiten (indien van toepassing)

huidige nationaliteit of nationaliteiten en nationaliteit bij de geboorte

soort reisdocument

soort reisdocument

nummer van het reisdocument

nummer van het reisdocument

land van afgifte van het reisdocument

land dat het reisdocument heeft afgegeven

Artikel 3

Wijzigingen van Verordening (EU) 2017/2226

Verordening (EU) 2017/2226 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 6, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

“k)

de doelstellingen van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) vastgesteld bij Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad (*8) ondersteunen.

(*8)  Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).”."

2)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

“Artikel 8 bis

Geautomatiseerde procedure met Etias

1.   Een geautomatiseerde procedure waarbij gebruik wordt gemaakt van het beveiligde communicatiekanaal bedoeld in artikel 6, lid 2, punt d bis), van Verordening (EU) 2018/1240, stelt het EES in staat om de inreis-uitreisnotitie of de notitie van weigering van toegang van een niet-visumplichtige onderdaan van een derde land in het EES te maken of bij te werken, overeenkomstig de artikelen 14, 17 en 18 van deze verordening.

Wanneer een inreis-uitreisnotitie of een notitie van weigering van toegang van een niet-visumplichtige onderdaan van een derde land wordt gemaakt, stelt de in de eerste alinea bedoelde geautomatiseerde procedure het centrale systeem van het EES in staat:

a)

in het centrale Etias-systeem te zoeken naar de in artikel 47, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde informatie, het aanvraagnummer en de datum van verstrijken van de Etias-reisautorisatie, en deze informatie te importeren;

b)

de inreis-uitreisnotitie in het EES bij te werken overeenkomstig artikel 17, lid 2, van deze verordening, en

c)

de notitie van weigering van toegang in het EES bij te werken overeenkomstig artikel 18, lid 1, punt b), van deze verordening.

2.   Een geautomatiseerd proces, waarbij gebruik wordt gemaakt van het beveiligde communicatiekanaal bedoeld in artikel 6, lid 2, punt d bis), van Verordening (EU) 2018/1240, stelt het EES in staat zoekopdrachten uit het centrale Etias-systeem te verwerken en de overeenkomstige antwoorden te verzenden overeenkomstig artikel 11 quater en artikel 41, lid 8, van die verordening. Zo nodig registreert het centrale systeem van het EES dat een kennisgeving naar het centrale Etias-systeem moet worden gezonden zodra een inreis-uitreisnotitie is gecreëerd waaruit blijkt dat de aanvrager die om intrekking van de reisautorisatie heeft verzocht, het grondgebied van de lidstaten heeft verlaten.

Artikel 8 ter

Interoperabiliteit met Etias

1.   Vanaf de ingebruikneming van Etias overeenkomstig artikel 88, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240 wordt het centrale systeem van het EES met het ESP verbonden om de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van die verordening mogelijk te maken.

2.   Onverminderd artikel 24 van Verordening (EU) 2018/1240, maken de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van die verordening, de in artikel 20 van die verordening bepaalde verificaties en de daaropvolgende verificaties bepaald in de artikelen 22 en 26 van die verordening mogelijk.

Ten behoeve van het verrichten van de verificaties bedoeld in artikel 20, lid 2, punten g) en h), van Verordening (EU) 2018/1240 maakt het centrale Etias-systeem gebruik van het ESP om de gegevens opgeslagen in Etias te vergelijken met EES-gegevens, overeenkomstig artikel 11, lid 8, van die verordening, met gebruikmaking van de gegevens die zijn opgesomd in de concordantietabel in bijlage III bij deze verordening.

De verificaties bedoeld in artikel 20, lid 2, punten g) en h), van Verordening (EU) 2018/1240 doen geen afbreuk aan de specifieke regels van artikel 24, lid 3, van die verordening.”.

3)

In artikel 9 wordt het volgende lid ingevoegd:

“2 bis.   De naar behoren gemachtigde personeelsleden van de krachtens artikel 8 van Verordening (EU) 2018/1240 aangewezen nationale Etias-eenheden hebben toegang tot het EES om gegevens in een read-onlyformaat te raadplegen.”.

4)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 13 bis

Vangnetprocedures wanneer het technisch onmogelijk is voor vervoerders om toegang tot gegevens te verkrijgen

1.   Indien het door een storing in een onderdeel van het EES technisch onmogelijk is om de in artikel 13, lid 3, bedoelde verificatie te verrichten, worden de vervoerders vrijgesteld van de verplichting om na te gaan of de onderdaan van een derde land die houder is van een visum voor kort verblijf voor een of twee binnenkomsten al dan niet het aantal binnenkomsten waarop zijn visum recht geeft, heeft opgebruikt. Indien een dergelijke storing door eu-LISA wordt ontdekt, stelt de centrale Etias-eenheid de vervoerders en de lidstaten daarvan in kennis. Zij doet hetzelfde wanneer de storing is hersteld. Indien een dergelijke storing door de vervoerders wordt ontdekt, mogen zij de centrale Etias-eenheid daarvan in kennis stellen. De centrale Etias-eenheid informeert de lidstaten onverwijld over de kennisgeving van de vervoerders.

2.   Indien het om andere redenen dan een storing van een onderdeel van het EES gedurende een langere periode voor een vervoerder technisch onmogelijk is om de in artikel 13, lid 3, bedoelde verificatie te verrichten, stelt de vervoerder de centrale Etias-eenheid daarvan in kennis. De centrale Etias-eenheid informeert de lidstaten onverwijld over de kennisgeving van die vervoerder.

3.   De Commissie stelt door middel van een uitvoeringshandeling de bijzonderheden van de in dit lid bedoelde vangnetprocedures vast. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 68, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.

4.   De centrale Etias-eenheid verleent operationele steun aan vervoerders met betrekking tot de leden 1 en 2. De centrale Etias-eenheid legt operationele standaardprocedures voor het bieden van deze steun vast. De Commissie is bevoegd om door middel van uitvoeringshandelingen nadere regels vast te stellen betreffende de te verlenen steun en de middelen voor het verlenen van die steun. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 68, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure.”.

5)

Aan artikel 17, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“De volgende gegevens worden ook ingevoerd in de inreis-uitreisnotitie:

a)

het aanvraagnummer;

b)

de datum van verstrijken van de Etias-reisautorisatie;

c)

in het geval van een Etias-reisautorisatie met beperkte territoriale geldigheid, de lidstaat of lidstaten waarvoor deze autorisatie geldig is.”.

6)

In artikel 18, lid 1, wordt punt b) vervangen door:

“b)

wat betreft niet-visumplichtige onderdanen van derde landen: de krachtens artikel 17, leden 1 en 2, van deze verordening vereiste alfanumerieke gegevens;”.

7)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

“Artikel 25 bis

Toegang tot EES-gegevens door de centrale Etias-eenheid

1.   Ten behoeve van het verrichten van de taken die aan haar zijn opgedragen door Verordening (EU) 2018/1240, heeft de centrale Etias-eenheid het recht op toegang tot en het doorzoeken van EES-gegevens overeenkomstig artikel 11, lid 8, van die verordening.

2.   Indien een verificatie door de centrale Etias-eenheid overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) 2018/1240 uitwijst dat in het Etias-aanvraagdossier geregistreerde gegevens en EES-gegevens overeenstemmen of indien er na een dergelijke verificatie twijfel blijft bestaan, is de procedure van artikel 26 van die verordening van toepassing.

Artikel 25 ter

Gebruik van het EES voor de handmatige verwerking van aanvragen door nationale Etias-eenheden

1.   De nationale Etias-eenheden als bedoeld in artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240 raadplegen het EES met gebruik van dezelfde alfanumerieke gegevens als die welke worden gebruikt voor de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van die verordening.

2.   De nationale Etias-eenheden hebben toegang tot het EES en mogen het in een read-onlyformaat raadplegen, voor het onderzoeken van reisautorisatieaanvragen overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240. De nationale Etias-eenheden kunnen de in de artikelen 16 tot en met 18 van deze verordening bedoelde gegevens raadplegen, onverminderd artikel 24 van Verordening (EU) 2018/1240.

3.   Na raadpleging van het EES door de nationale Etias-eenheden als bedoeld in artikel 8, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240, registreren naar behoren gemachtigde personeelsleden van de nationale Etias-eenheden het resultaat van de raadpleging alleen in de Etias-aanvraagdossiers.”.

8)

Artikel 28 wordt vervangen door:

“Artikel 28

Bewaring van uit het EES opgehaalde gegevens

Krachtens de artikelen 24, 25, 26 en 27 uit het EES opgehaalde gegevens mogen alleen in nationale bestanden worden bewaard en krachtens de artikelen 25 bis en 25 ter uit het EES opgehaalde gegevens mogen alleen in de Etias-aanvraagdossiers worden bewaard, indien dit in een individueel geval noodzakelijk is, overeenkomstig het doel waarvoor zij werden opgehaald en overeenkomstig het toepasselijke Unierecht, in het bijzonder dat inzake gegevensbescherming, en niet langer dan in dat individuele geval noodzakelijk is.”.

9)

Aan artikel 46, lid 2, wordt de volgende alinea toegevoegd:

“Per gegevensverwerkingsverrichting in het EES en Etias op grond van de artikelen 8 bis, 8 ter en 25 bis van deze verordening, worden logbestanden bijgehouden overeenkomstig dit artikel en artikel 69 van Verordening (EU) 2018/1240.”.

10)

De volgende bijlage wordt toegevoegd:

“BIJLAGE III

Concordantietabel

De door het centrale Etias-systeem verzonden gegevens bedoeld in artikel 17, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240

De corresponderende EES-gegevens bedoeld in artikel 17, lid 1, punt a), van deze verordening waarmee de gegevens in Etias dienen te worden vergeleken

achternaam (familienaam)

achternaam bij de geboorte

achternaam bij de geboorte

achternaam bij de geboorte

voornaam/-namen

voornaam/-namen

andere namen (alias(sen), artiestennaam(-namen), roepnaam(-namen))

voornaam/-namen

geboortedatum

geboortedatum

geslacht

geslacht

huidige nationaliteit

nationaliteit(en)

overige nationaliteiten (indien van toepassing)

nationaliteit(en)

soort reisdocument

soort reisdocument

nummer van het reisdocument

nummer van het reisdocument

land van afgifte van het reisdocument

drieletterige code van het land van afgifte van het reisdocument

Artikel 4

Wijziging van Verordening (EU) 2018/1860

In Verordening (EU) 2018/1860 wordt artikel 19 vervangen door:

“Artikel 19

Toepasselijkheid van Verordening (EU) 2018/1861

Voor zover niet in deze verordening vastgesteld, zijn de bepalingen inzake de invoering, verwerking en bijwerking van signaleringen, de verantwoordelijkheden van de lidstaten en eu-LISA, de voorwaarden voor toegang tot en de toetsingstermijn voor signaleringen, gegevensverwerking, gegevensbescherming, aansprakelijkheid en toezicht en statistieken, als vastgelegd in de artikelen 6 tot en met 19, artikel 20, leden 3 en 4, alsook in de artikelen 21, 23, 32 en 33, artikel 34, lid 5, de artikelen 36 bis, 36 ter, en 36 quater en de artikelen 38 tot en met 60 van Verordening (EU) 2018/1861, van toepassing op de overeenkomstig deze verordening in SIS ingevoerde en verwerkte gegevens.”.

Artikel 5

Wijzigingen van Verordening (EU) 2018/1861

Verordening (EU) 2018/1861 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

“Artikel 18 ter

Bijhouden van logbestanden met het oog op de interoperabiliteit met Etias

Van elke gegevensverwerking binnen SIS en Etias op grond van de artikelen 36 bis en 36 ter van deze verordening worden logbestanden bewaard overeenkomstig artikel 18 van deze verordening en artikel 69 van Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad (*9).

(*9)  Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).”."

2)

In artikel 34, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

“h)

de handmatige verwerking van Etias-aanvragen door de nationale Etias-eenheid op grond van artikel 8 van Verordening (EU) 2018/1240.”.

3)

De volgende artikelen worden ingevoegd:

“Artikel 36 ter

Toegang tot SIS-gegevens door de centrale Etias-eenheid

1.   Ten behoeve van het vervullen van de taken die haar bij Verordening (EU) 2018/1240 zijn opgedragen heeft de centrale Etias-eenheid, die overeenkomstig artikel 7 van die verordening binnen het Europees Grens- en kustwachtagentschap is opgericht, het recht op toegang tot en het doorzoeken van relevante gegevens ingevoerd in SIS overeenkomstig artikel 11, lid 8, van die verordening. Artikel 36, leden 4 tot en met 8, is van toepassing op die toegang en dat doorzoeken.

2.   Wanneer een verificatie door de centrale Etias-eenheid overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EU) 2018/1240 uitwijst dat in het Etias-aanvraagdossier geregistreerde gegevens en een signalering in SIS overeenstemmen of wanneer er na een dergelijke verificatie twijfels blijven bestaan, is de procedure van artikel 26 van die verordening van toepassing, onverminderd artikel 24 van die verordening.

Artikel 36 quater

Interoperabiliteit met Etias

1.   Vanaf de ingebruikneming van Etias, als bepaald overeenkomstig artikel 88, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1240, wordt het centrale SIS met het ESP verbonden om de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 23, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van die verordening en de daaropvolgende verificaties bepaald in de artikelen 22 en 26 van die verordening, mogelijk te maken.

2.   Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 20, lid 2, punt c), punt m), ii), en punt o), van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde verificaties maakt het centrale Etias-systeem gebruik van het ESP om de gegevens bedoeld in artikel 11, lid 4, van die verordening te vergelijken met gegevens in SIS, overeenkomstig artikel 11, lid 8, van die verordening.

3.   Ten behoeve van het verrichten van de in artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde verificaties maakt het centrale Etias-systeem gebruik van het ESP om regelmatig na te gaan of een in SIS ingevoerde signalering inzake weigering van toegang en verblijf, die tot de weigering, nietigverklaring of intrekking van een reisautorisatie heeft geleid, is gewist.

4.   Wanneer een nieuwe signalering inzake weigering van toegang en verblijf wordt ingevoerd in SIS, zendt het centrale SIS, op grond van artikel 41, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1240, de in artikel 20, lid 2, punten a), b), c), d), f), g), h), i), s), t), u) en v), van deze verordening bedoelde gegevens toe aan het centrale Etias-systeem, met gebruikmaking van het ESP, om te verifiëren of deze nieuwe signalering betrekking heeft op een geldige reisautorisatie.”.

Artikel 6

Wijziging van Verordening (EU) 2019/817

In artikel 72 van Verordening (EU) 2019/817 wordt het volgende lid ingevoegd:

“1 ter.   Onverminderd lid 1 van dit artikel wordt het ESP uitsluitend ten behoeve van de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 23, artikel 24, lid 6, punt c), punt ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1240 in gebruik genomen zodra aan de voorwaarden van artikel 88 van die verordening is voldaan.”.

HOOFDSTUK III

SLOTBEPALINGEN

Artikel 7

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Straatsburg, 7 juli 2021.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

D.M. SASSOLI

Voor de Raad

De voorzitter

A. LOGAR


(1)  Standpunt van het Europees Parlement van 8 juni 2021 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 28 juni 2021.

(2)  Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226 (PB L 236 van 19.9.2018, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) 2021/1150 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/818 wat betreft de vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen voor de doeleinden van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).

(4)  Verordening (EU) 2021/1151 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot wijziging van Verordeningen (EU) 2019/816 en (EU) 2019/818 wat betreft de vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot andere EU informatiesystemen voor de doeleinden van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (zie bladzijde 7 van dit Publicatieblad).

(5)  Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van informatie op het gebied van visa voor kort verblijf, visa voor verblijf van langere duur en verblijfsvergunningen (VIS-verordening) (PB L 218 van 13.8.2008, blz. 60).

(6)  Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2017 tot instelling van een inreis-uitreissysteem (EES) voor de registratie van inreis- en uitreisgegevens en van gegevens over weigering van toegang ten aanzien van onderdanen van derde landen die de buitengrenzen overschrijden en tot vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot het EES voor rechtshandhavingsdoeleinden en tot wijziging van de overeenkomst ter uitvoering van het te Schengen gesloten akkoord en Verordeningen (EG) nr. 767/2008 en (EU) nr. 1077/2011 (PB L 327 van 9.12.2017, blz. 20).

(7)  Verordening (EU) 2018/1860 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende het gebruik van het Schengeninformatiesysteem voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 1).

(8)  Verordening (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van grenscontroles, tot wijziging van de Overeenkomst ter uitvoering van het Akkoord van Schengen en tot wijziging en intrekking van Verordening (EG) nr. 1987/2006 (PB L 312 van 7.12.2018, blz. 14).

(9)  Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van grenzen en visa en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 767/2008, (EU) 2016/399, (EU) 2017/2226, (EU) 2018/1240, (EU) 2018/1726 en (EU) 2018/1861 van het Europees Parlement en de Raad, Beschikking 2004/512/EG van de Raad en Besluit 2008/633/JBZ van de Raad (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 27).

(10)  Verordening (EU) 2019/818 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2019 tot vaststelling van een kader voor interoperabiliteit tussen de Unie-informatiesystemen op het gebied van politiële en justitiële samenwerking, asiel en migratie en tot wijziging van Verordeningen (EU) 2018/1726, (EU) 2018/1862 en (EU) 2019/816 (PB L 135 van 22.5.2019, blz. 85).

(11)  Richtlijn 2008/115/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 over gemeenschappelijke normen en procedures in de lidstaten voor de terugkeer van onderdanen van derde landen die illegaal op hun grondgebied verblijven (PB L 348 van 24.12.2008, blz. 98).

(12)   PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.

(13)  Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

(14)  Besluit 2010/365/EU van de Raad van 29 juni 2010 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het Schengeninformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en Roemenië (PB L 166 van 1.7.2010, blz. 17).

(15)  Besluit (EU) 2017/733 van de Raad van 25 april 2017 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het Schengeninformatiesysteem in de Republiek Kroatië (PB L 108 van 26.4.2017, blz. 31).

(16)  Besluit (EU) 2017/1908 van de Raad van 12 oktober 2017 betreffende de inwerkingstelling van bepaalde bepalingen van het Schengenacquis inzake het Visuminformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en in Roemenië (PB L 269 van 19.10.2017, blz. 39).

(17)  Besluit (EU) 2018/934 van de Raad van 25 juni 2018 betreffende de inwerkingstelling van de resterende bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het Schengeninformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en in Roemenië (PB L 165 van 2.7.2018, blz. 37).

(18)  Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1987/2006 en Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1077/2011 (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 99).

(19)  Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van Richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 77).

(20)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

(21)   PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(22)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengen-acquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

(23)   PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

(24)  Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).

(25)   PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

(26)  Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).

(27)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


Top