Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32017D1346

Besluit (EU) 2017/1346 van de Raad van 17 juli 2017 inzake het namens de Europese Unie tijdens de zesde zitting van de vergadering van de partijen bij het Verdrag van Aarhus in te nemen standpunt met betrekking tot naleving in het kader van de zaak ACCC/C/2008/32

PB L 186 van 19/07/2017, p. 15–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2017/1346/oj

19.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 186/15


BESLUIT (EU) 2017/1346 VAN DE RAAD

van 17 juli 2017

inzake het namens de Europese Unie tijdens de zesde zitting van de vergadering van de partijen bij het Verdrag van Aarhus in te nemen standpunt met betrekking tot naleving in het kader van de zaak ACCC/C/2008/32

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 17 februari 2005 is bij Besluit 2005/370/EG van de Raad (1) het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (2) („het Verdrag van Aarhus”) namens de Europese Gemeenschap goedgekeurd.

(2)

Wat de instellingen en organen van de Unie betreft, zijn de verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van Aarhus uitgevoerd, met name bij Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(3)

Krachtens artikel 15 van het Verdrag van Aarhus is het comité van toezicht op de naleving van het Verdrag van Aarhus („het comité”) opgericht dat bevoegd is voor het toezicht op de naleving van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus door de partijen.

(4)

Op 17 maart 2017 heeft de Unie bevindingen ontvangen in het kader van de zaak ACCC/C/2008/32 inzake toegang tot de rechter op Unie-niveau („de bevindingen”). In punt 123 van de bevindingen kwam het comité tot het oordeel dat „de betrokken partij niet voldoet aan artikel 9, leden 3 en 4, van het Verdrag van Aarhus met betrekking tot toegang tot de rechter voor het publiek aangezien noch in de Aarhus-verordening, noch in de rechtspraak van het HvJ-EU de verplichtingen die voortvloeien uit die leden worden uitgevoerd of nagekomen.”.

(5)

Middels hetgeen de Unie heeft verklaard bij de ondertekening van het verdrag en zoals zij heeft herhaald bij de goedkeuring ervan, zijn de organen van het Verdrag van Aarhus erop gewezen dat „de communautaire instellingen, binnen de institutionele en juridische context van de Gemeenschap, het Verdrag van Aarhus zullen toepassen in het kader van hun bestaande en toekomstige regelgeving inzake toegang tot documenten en andere relevante voorschriften van het Gemeenschapsrecht op het door dat verdrag bestreken gebied.”.

(6)

Een van de bevindingen in zaak ACCC/C/2008/32, namelijk dat de Unie niet voldoet aan artikel 9, leden 3 en 4, van het Verdrag van Aarhus, is opgenomen in ontwerpbesluit VI/8f, dat zal worden voorgelegd tijdens de zesde zitting van de vergadering van de partijen bij het Verdrag van Aarhus, die zal plaatsvinden in september 2017 in Budva, Montenegro.

(7)

De Unie moet op zoek gaan naar manieren en middelen om aan het Verdrag van Aarhus te voldoen op een wijze die verenigbaar is met de grondbeginselen van de rechtsorde van de Unie en met haar stelsel van rechterlijke toetsing.

(8)

In het licht van de scheiding der machten in de Unie kan de Raad het Hof van Justitie van de Europese Unie ( „het Hof van Justitie”) geen instructies geven of aanbevelingen doen met betrekking tot zijn justitiële activiteiten. De aanbevelingen in ontwerpbesluit VI/8f met betrekking tot het Hof van Justitie en zijn jurisprudentie kunnen derhalve niet worden aanvaard.

(9)

De Unie blijft de belangrijke doelstellingen van het Verdrag van Aarhus ten volle ondersteunen.

(10)

De Unie dient het standpunt te bepalen dat moet worden ingenomen tijdens de zesde zitting van de vergadering van de partijen bij het Verdrag van Aarhus met betrekking tot ontwerpbesluit VI/8f,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   Het door de Unie in te nemen standpunt tijdens de zesde zitting van de vergadering van de partijen bij het Verdrag van Aarhus met betrekking tot ontwerpbesluit VI/8f betreffende de naleving door de Unie van haar verplichtingen uit hoofde van het Verdrag van Aarhus, bestaat erin ontwerpbesluit VI/8f te aanvaarden, onder voorbehoud van:

de schrapping van het laatste deel van punt 6 van ontwerpbesluit VI/8f, alsmede van de vervanging van „Onderschrijft” door „Neemt kennis van”, zodat de tekst als volgt komt te luiden: „Neemt kennis van de bevinding van het comité van toezicht op de naleving met betrekking tot mededeling ACCC/C/2008/32 (deel II) dat de betrokken partij niet voldoet aan artikel 9, leden 3 en 4, van het verdrag.”;

de aanhef van punt 7 van ontwerpbesluit VI/8f komt als volgt te luiden: „Beveelt de betrokken partij aan te overwegen dat: …”;

de schrapping van de woorden „voor het Hof van Justitie van de Europese Unie” uit punt 7, onder b), i), van ontwerpbesluit VI/8f, alsmede

de schrapping van punt , onder c), van ontwerpbesluit VI/8f.

2.   Andere kleine wijzigingen in overeenstemming met de geest van dit besluit kunnen via coördinatie ter plaatse en in het licht van mogelijke onderhandelingen over ontwerpbesluit VI/8f worden overeengekomen.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel, 17 juli 2017.

Voor de Raad

De voorzitter

T. TAMM


(1)  Besluit 2005/370/EG van de Raad van 17 februari 2005 betreffende het sluiten, namens de Europese Gemeenschap, van het Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (PB L 124 van 17.5.2005, blz. 1).

(2)  PB L 124 van 17.5.2005, blz. 4.

(3)  Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen (PB L 264 van 25.9.2006, blz. 13).


Top