Izberite preskusne funkcije, ki jih želite preveriti.

Dokument je izvleček s spletišča EUR-Lex.

Dokument 31998R2367

    Verordening (EG) nr. 2367/98 van de Commissie van 30 oktober 1998 tot vaststelling van de overgangsmaatregelen in de sector olijfolie, met het oog op de toepassing van de voor de verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2000/2001 vastgestelde regeling

    PB L 293 van 31/10/1998, str. 64–66 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Pravni status dokumenta Ne velja več, Datum konca veljavnosti: 11/12/2010

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1998/2367/oj

    31998R2367

    Verordening (EG) nr. 2367/98 van de Commissie van 30 oktober 1998 tot vaststelling van de overgangsmaatregelen in de sector olijfolie, met het oog op de toepassing van de voor de verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2000/2001 vastgestelde regeling

    Publicatieblad Nr. L 293 van 31/10/1998 blz. 0064 - 0066


    VERORDENING (EG) Nr. 2367/98 VAN DE COMMISSIE van 30 oktober 1998 tot vaststelling van de overgangsmaatregelen in de sector olijfolie, met het oog op de toepassing van de voor de verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2000/2001 vastgestelde regeling

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening nr. 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1638/98 (2),

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1638/98 van de Raad van 20 juli 1998 tot wijziging van Verordening nr. 136/66/EEG houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten, en met name op artikel 3, lid 1,

    Overwegende dat de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten bij Verordening (EG) nr. 1638/98 ingrijpend is gewijzigd per 1 november 1998; dat inzonderheid de regeling inzake de interventieaankoop en de consumptiesteunregeling zijn afgeschaft, de particuliere-opslagregeling is hervormd en de controlemechanismen en -prioriteiten zijn aangepast; dat het noodzakelijk is overgangsmaatregelen vast te stellen om een harmonische overgang tussen de vóór en de na 1 november 1998 bestaande regelingen mogelijk te maken;

    Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 3089/87 van de Raad van 19 december 1978 tot vaststelling van de algemene voorschriften voor de toekenning van consumptiesteun voor olijfolie (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1582/96 (4), wordt ingetrokken per 1 november 1998; dat dient te worden bepaald hoe de consumptiesteun kan worden aangevraagd, geverifieerd en toegekend voor de hoeveelheden waarvoor vóór die datum het recht op de steun is verworven;

    Overwegende dat de controles op de vóór 1 november 1998 voor consumptiesteun in aanmerking komende hoeveelheden die zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 2677/85 van de Commissie van 24 september 1985 houdende uitvoeringsbepalingen van de consumptiesteunregeling voor olijfolie (5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 887/96 (6), nog enige tijd na de intrekking van voornoemde steun kunnen worden voortgezet en betrekking hebben op steeds geringere hoeveelheden en bedragen; dat, om het recent bij de in de sector olijfolie uit te voeren controles te verleggen naar de oliefabrieken, de intensiteit van elke controle van de aanvragen om consumptiesteun moet worden verlaagd; dat de controles op de consumptiesteun voor een groot deel kunnen worden uitgevoerd op basis van de gegevens van de voorraadboekhouding van de erkende bedrijven; dat de zekerheden betreffende ingevoerde olijfolie kunnen worden vrijgegeven vanaf 1 november 1998, zodra kan worden aangetoond dat voor de betrokken hoeveelheid geen consumptiesteun is toegekend;

    Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 94/98 van de Commissie van 14 januari 1998 betreffende de opslagcontracten voor olijfolie voor het verkoopseizoen 1997/1998 (7), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 597/98 (8), voor op de markt gebrachte olijfolie een definitie is vastgesteld die moet worden aangepast aan de afschaffing van de consumptiesteunregeling;

    Overwegende dat artikel 12 van Verordening 136/66/EEG, dat onder meer betrekking heeft op de voorwaarden voor de aankoop van olijfolie door interventiebureaus en de periode waarin een aanbieding kan worden ingediend, bij Verordening (EG) nr. 1638/98 per 1 november 1998 is geschrapt; dat duidelijkheidshalve dient te worden gepreciseerd dat de bepalingen inzake de aankoop die zijn vastgesteld bij Verordening (EEG) nr. 3472/85 van de Commissie van 10 december 1985 betreffende de aankoop en opslag van olijfolie door de interventiebureaus (9), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2187/98 (10), gelden voor olijfolie die in voornoemde periode aan de interventiebureaus wordt aangeboden;

    Overwegende dat bij Verordening (EG) nr. 2366/98 van de Commissie van 30 oktober 1998 houdende uitvoeringsbepalingen van de productiesteunregeling voor olijfolie voor de verkoopseizoenen 1998/1999 tot en met 2000/2001 (11), verscheidene mechanismen zijn vastgesteld om de kennis inzake en de controle op de productie van olijfolie en de diverse elementen daarvan te verbeteren; dat deze regeling moet worden gecompleteerd door de stand van de olijfolievoorraden van de voorbije oogsten die beschikbaar zijn bij de producenten en de oliefabrieken duidelijk te bepalen;

    Overwegende dat Verordening (EEG) nr. 2677/85 en Verordening (EEG) nr. 683/85 van de Commissie (12), die geen reden van bestaan meer hebben, moeten worden ingetrokken;

    Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De in artikel 9, lid 3, artikel 10 en artikel 11 van Verordening (EEG) nr. 2677/85 vervatte maatregelen, zijn van toepassing voor de consumptiesteunaanvragen die vóór 1 november 1998 zijn ingediend.

    De in artikel 9, lid 3, en artikel 11, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2677/85 bepaalde termijnen die gelden voor de erkenning van de steun voor de in de eerste alinea bedoelde aanvragen, worden met één maand verlengd indien ze in november of december 1998 aflopen.

    Artikel 2

    Voor de hoeveelheden olijfolie waarvoor vóór 1 november 1998 geen consumptiesteunaanvraag is ingediend mag de steunaanvraag worden ingediend tot en met 31 december 1998 en zijn de maatregelen van artikel 9, leden 2 en 3, van Verordening (EEG) nr. 2677/85 van toepassing, met uitzondering van de in lid 3 bedoelde controles ter plaatse.

    Artikel 3

    1. De overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 3089/78 erkende verpakkingsbedrijven die vóór 1 november 1998 een consumptiesteunaanvraag hebben ingediend en die vóór die datum in verband met deze aanvraag niet aan een controle ter plaatse zijn onderworpen, delen de bevoegde instantie van de lidstaat of, in voorkomend geval, de controle-instantie vóór 1 december 1998 de volgende gegevens mede:

    a) een overzicht van de voorraadboekhouding betreffende de maanden september en oktober 1998;

    b) een maandelijkse staat van de voorraadboekhouding voor de periode vanaf de maand waarop de steunaanvraag betrekking heeft tot en met augustus 1998.

    2. De in lid 1 bedoelde bedrijven blijven tot en met 30 november 1998 de bij artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2677/85 voorgeschreven voorraadboekhouding voeren.

    Artikel 4

    De gegevens van de steunaanvragen waarvoor vóór 1 november 1998 geen controle ter plaatse is uitgevoerd overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 2677/85 worden getoetst aan de door de bedrijven op grond van artikel 3 verstrekte gegevens.

    Indien de bevoegde instantie van de lidstaat na de in de eerste alinea bedoelde controle twijfels heeft over de in de steunaanvraag vermelde gegevens en in het geval van bedrijven die in de loop van het verkoopseizoen 1997/1998 zijn erkend zonder dat een controle ter plaatse is uitgevoerd, past zij, op basis van de tot en met 30 november 1998 te verstrekken gegevens, de in artikel 12 van Verordening (EEG) nr. 2677/85 bedoelde bepalingen toe.

    Artikel 5

    De zekerheid als bedoeld in artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 3089/78 wordt vanaf 1 november 1998 vrijgegeven indien ten genoegen van de lidstaat wordt aangetoond dat voor de betrokken olie noch de tot en met 31 oktober 1998 geldende consumptiesteun, noch de tot die datum geldende restitutie bij de productie van conserven is verleend.

    Artikel 6

    In artikel 5, lid 2, van Verordening (EG) nr. 94/98 worden de woorden "een erkend verpakkingsbedrijf" vervangen door "verpakkingsbedrijven die op 31 oktober 1998 erkend waren".

    Artikel 7

    De bij Verordening (EEG) nr. 3472/85 vastgestelde bepalingen voor de aankoop van olijfolie door de interventiebureaus gelden voor olijfolie verkregen bij de eerste persing waarvoor de datum van de indiening van de aanbieding als bedoeld in artikel 4, lid 1, van deze verordening tussen 1 juli en 31 oktober 1998 ligt.

    Artikel 8

    Erkende oliefabrieken en olijvenproducenten die voor het verkoopseizoen 1997/1998 een productiesteunaanvraag gelijk aan of hoger dan 100 kg hebben ingediend, moeten vóór 1 februari 1999 bij de bevoegde instantie van de lidstaat of, in voorkomend geval, bij de producentenorganisatie waarbij zij zijn aangesloten, een aangifte indienen betreffende de voorraden olijfolie van voorbije verkoopseizoenen die zij op 1 november 1998 in hun bezit hadden. Deze aangifte hoeft niet te worden ingediend door oliefabrieken of olijvenproducenten wier voorraad op 1 november 1998 minder dan 50 liter bedraagt.

    De producentenorganisaties delen de bevoegde instantie van de lidstaat of, in voorkomend geval, de controle-instantie, vóór 1 maart 1999 een overzicht van de door hun leden opgegeven voorraden mede. De lidstaten delen de Commissie vóór 15 maart 1999 een overzicht van de overeenkomstig het bepaalde in de eerste alinea opgegeven voorraden mede.

    De in de eerste alinea bedoelde aangiften worden door de lidstaten geverifieerd in het kader van de in de artikelen 28 en 30 van Verordening (EG) nr. 2366/98 bedoelde controles. Onverminderd de uitkomsten van de andere controles die bij voornoemde verordening zijn voorgeschreven wordt, wanneer geen aangifte is ingediend

    - de voor het verkoopseizoen 1998/1999 voor steun in aanmerking komende hoeveelheid voor de betrokken olijvenproducent verminderd met 5 %;

    - onverminderd de eventueel geldende nationale sancties, artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2261/84 toegepast, waarbij rekening moet worden gehouden met de indirecte risico's voor de voor steun in aanmerking komende hoeveelheden, met inachtneming van de bij dit artikel vastgestelde voorwaarden.

    Artikel 9

    Verordening (EEG) nr. 2677/85 en Verordening (EEG) nr. 683/85 worden ingetrokken.

    Artikel 10

    Deze verordening treedt in werking op 1 november 1998.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 30 oktober 1998.

    Voor de Commissie

    Franz FISCHLER

    Lid van de Commissie

    (1) PB 172 van 30. 9. 1966, blz. 3025/66.

    (2) PB L 210 van 28. 7. 1998, blz. 32.

    (3) PB L 369 van 29. 12. 1978, blz. 12.

    (4) PB L 206 van 16. 8. 1996, blz. 13.

    (5) PB L 254 van 25. 9. 1985, blz. 5.

    (6) PB L 119 van 16. 5. 1996, blz. 16.

    (7) PB L 9 van 15. 1. 1998, blz. 25.

    (8) PB L 79 van 17. 3. 1998, blz. 13.

    (9) PB L 333 van 11. 12. 1985, blz. 5.

    (10) PB L 275 van 10. 10. 1998, blz. 29.

    (11) Zie bladzijde 50 van dit Publicatieblad.

    (12) PB L 75 van 16. 3. 1985, blz. 7.

    Na vrh