EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31996D0646

Besluit nr. 646/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 maart 1996 tot vaststelling van een actieplan voor kankerbestrijding in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1996- 2000)

PB L 95 van 16/04/1996, p. 9–15 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2002; opgeheven door 32002D1786

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1996/646(1)/oj

31996D0646

Besluit nr. 646/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 maart 1996 tot vaststelling van een actieplan voor kankerbestrijding in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1996- 2000)

Publicatieblad Nr. L 095 van 16/04/1996 blz. 0009 - 0015


BESLUIT Nr. 646/96/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 maart 1996 tot vaststelling van een actieplan voor kankerbestrijding in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid (1996-2000)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 129,

Gezien het voorstel van de Commissie (1),

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (2),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (3),

Overeenkomstig de procedure van artikel 189 B van het Verdrag (4) en gezien de gemeenschappelijke ontwerp-tekst goedgekeurd door het bemiddelingscomité op 31 januari 1996,

(1) Overwegende dat de Europese Raad tijdens zijn bijeenkomsten van juni 1985 in Milaan en december 1985 in Luxemburg het belang van een Europees programma voor kankerbestrijding heeft onderstreept;

(2) Overwegende dat de Raad en de Vertegenwoordigers van de Regeringen van de Lid-Staten, in het kader van de Raad bijeen, op 7 juli 1986 een resolutie betreffende een actieprogramma van de Europese Gemeenschappen tegen kanker (5) en op 17 mei 1990 Besluit 90/238/Euratom, EGKS, EEG betreffende een actieplan 1990-1994 in het kader van het programma "Europa tegen kanker" (6) hebben aangenomen;

(3) Overwegende dat het Europees Parlement in zijn resolutie van 19 november 1993 over het volksgezondheidsbeleid na Maastricht (7) om intensivering van de activiteiten op het gebied van de kankerbestrijding heeft verzocht;

(4) Overwegende dat de Raad in zijn resolutie van 13 december 1993 (8) de Commissie heeft verzocht tijdig een ontwerp voor een derde actieplan in te dienen en daarbij rekening te houden met de in de bijlage bij de resolutie vermelde doelstellingen en verbeteringen en met de resolutie van de Raad van 27 mei 1993 betreffende toekomstige actie op het gebied van de volksgezondheid (9);

(5) Overwegende dat de Raad in zijn resolutie van 2 juni 1994 (10), ingevolge de mededeling van de Commissie van 24 november 1993 betreffende het actiekader op het gebied van de volksgezondheid, kanker noemt als een van de onderwerpen waarop de communautaire actie bij voorrang moet worden gericht en de Commissie heeft verzocht voorstellen voor acties in te dienen;

(6) Overwegende dat een communautaire actie ter ondersteuning van de kankerpreventie, vanwege de omvang en de effecten van deze actie, het mogelijk maakt om de beoogde doelstellingen beter te verwezenlijken;

(7) Overwegende dat het van belang is dat de op communautair niveau ontwikkelde en uitgevoerde beleidsmaatregelen en programma's in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de actie van de Gemeenschap ter voorkoming van kanker; dat met name de tenuitvoerlegging van acties in het kader van het programma van de Gemeenschap voor onderzoek en technologische ontwikkeling op het gebied van de medische biologie en de gezondheid, nauw gecoördineerd moet worden met de tenuitvoerlegging van de communautaire acties ter voorkoming van kanker;

(8) Overwegende dat de samenwerking met de bevoegde internationale organisaties en met derde landen versterking behoeft;

(9) Overwegende dat kanker een van de ernstigste ziekten is die vooral verband houdt met de levenswijze, en dat de daaraan inherente risicofactoren moeten worden bestreden, met name het tabaksgebruik, hetgeen ook op de bestrijding van andere ziekten, met name hart- en vaatziekten, van invloed is;

(10) Overwegende dat het actieplan, door verspreiding in bredere kring van de kennis omtrent de oorzaken en de preventie van kanker, door verbetering van de vergelijkbaarheid en de verspreiding van de informatie dienaangaande en door ontwikkeling van aanvullende acties, op het gebied van met name het gezondheidsonderwijs, tot de verwezenlijking van de in artikel 129 van het Verdrag vervatte doelstellingen bijdraagt;

(11) Overwegende dat moet worden opgetreden tegen het propageren door de massamedia van gewoonten die kanker kunnen veroorzaken, zoals slechte eetgewoonten en roken;

(12) Overwegende dat het van belang is dat de Commissie het actieplan in nauwe samenwerking met de Lid-Staten uitvoert; dat het daartoe dienstig is een procedure in te stellen die ervoor kan zorgen dat de Lid-Staten volledig aan de uitvoering ervan deelnemen;

(13) Overwegende dat op 20 december 1994 overeenstemming is bereikt over een "modus vivendi" tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie over de uitvoeringsmaatregelen van besluiten die volgens de procedure van artikel 189 B van het Verdrag worden vastgesteld;

(14) Overwegende dat de Commissie, om alle nodige wetenschappelijke informatie te krijgen, samenwerkt met een Hoog Comité van door de Lid-Staten aangeduide wetenschappers;

(15) Overwegende dat vanuit operationeel oogpunt de tijdens de vorige actieplannen gerealiseerde investering, zowel op het stuk van Europese experimentele netwerken als ten aanzien van de mobilisering van alle bij de kankerbestrijding betrokken personen, dient te worden veiliggesteld en ontwikkeld;

(16) Overwegende dat in dit plan rekening moet worden gehouden met de diverse uitgevoerde of lopende acties die in de Lid-Staten door de bevoegde autoriteiten of andere bij het gezondheidsbeleid betrokkenen zijn opgezet;

(17) Overwegende dat dubbel werk echter dient te worden vermeden door de bevordering van de uitwisseling van ervaring en door de gezamenlijke ontwikkeling van basisvoorlichtingsmateriaal voor het grote publiek en van basismateriaal voor de gezondheidseducatie en voor de opleiding van gezondheidswerkers, eventueel gericht op specifieke doelgroepen, waaronder kinderen;

(18) Overwegende dat een communautaire strategie om bij te dragen aan kankerbestrijding alle aspecten van primaire, secundaire en tertiaire preventie omvat, met inbegrip van uitwisseling van ervaringen met betrekking tot de kwaliteitscontrole inzake vroegtijdige opsporing van de ziekte en voorkoming van de verdere ontwikkeling ervan, en met inachtneming van de psychosociale aspecten, waarbij vooral de nadruk wordt gelegd op de kwaliteit van het bestaan;

(19) Overwegende dat het, om de waarde en het effect van het actieplan te vergroten, nodig is een continue evaluatie van de gevoerde acties uit te voeren, met name ten aanzien van hun doeltreffendheid en de verwezenlijking van de doelstellingen, zowel op nationaal als op communautair niveau, en in voorkomend geval de noodzakelijke aanpassingen te verrichten;

(20) Overwegende dat de doelstellingen van dit programma en de acties ter verwezenlijking ervan deel uitmaken van de eisen inzake gezondheidsbescherming bedoeld in artikel 129, lid 1, derde alinea, van het Verdrag, en derhalve een bestanddeel van het Gemeenschapsbeleid op andere gebieden vormen, met name inzake het milieu, de bescherming van de werknemers, de consumentbescherming, levensmiddelen, de landbouw en de interne markt;

(21) Overwegende dat in dit besluit de financiële middelen van het programma voor de gehele looptijd daarvan worden vastgesteld en dat dit bedrag in de jaarlijkse begrotingsprocedure voor de begrotingsautoriteit het voornaamste referentiebedrag vormt, in de zin van punt 1 van de verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie van 6 maart 1995;

(22) Overwegende dat dit actieplan een looptijd van vijf jaar dient te hebben teneinde de acties voldoende lang voort te kunnen zetten om de vastgestelde doelstellingen te verwezenlijken,

BESLUITEN:

Artikel 1

Vaststelling van het actieplan

1. Hierbij wordt in het kader van de actie op het gebied van de volksgezondheid een communautair actieplan inzake kankerbestrijding "Europa tegen kanker", hierna te noemen "dit actieplan" vastgesteld voor de periode van 1 januari 1996 tot en met 31 december 2000.

2. Dit actieplan heeft tot doel bij te dragen tot een bescherming van de gezondheid op hoog niveau en omvat acties die erop gericht zijn:

- het vroegtijdig overlijden als gevolg van kanker te voorkomen;

- het sterftecijfer en het ziektecijfer als gevolg van kanker te verminderen;

- de levenskwaliteit te bevorderen door het verbeteren van de algemene gezondheidstoestand;

- het algemeen welzijn van de bevolking te bevorderen, in het bijzonder door de economische en de sociale gevolgen van kanker te verzachten.

3. De in het kader van dit actieplan uit te voeren acties en hun specifieke doelstellingen zijn in de bijlage opgenomen onder de volgende rubrieken:

A. Verzameling van gegevens en onderzoek

B. Voorlichting en gezondheidseducatie

C. Vroegtijdige opsporing en screening

D. Opleiding en kwaliteitscontrole en -borging.

4. De te voeren acties omvatten met name:

- vaststelling van gemeenschappelijke doelstellingen;

- normalisering en verzameling van vergelijkbare en compatibele gegevens over de gezondheid, met inbegrip van de ontwikkeling en uitbreiding van het Europees netwerk voor kankerregistratie;

- programma's voor de uitwisseling van ervaringen en van gezondheidswerkers en voor de verspreiding van de doeltreffendste praktijken;

- oprichting van gegevensnetwerken;

- studies op Europees niveau en verspreiding van de resultaten daarvan, met inbegrip van steun voor epidemiologische studies die speciaal gericht zijn op preventie;

- tenuitvoerlegging van proefprogramma's en -projecten;

- opstelling van rapporten, met name om toezicht uit te oefenen op de getroffen maatregelen;

- vroegtijdige opsporing en screening;

- uitwisseling van ervaringen met betrekking tot de kwaliteitscontrole inzake de vroegtijdige opsporing van de ziekte en voorkoming van de verdere ontwikkeling ervan, met name de palliatieve methoden en de bijdragen om prioriteiten vast te stellen in het kankeronderzoek en de overdracht van de resultaten van fundamenteel onderzoek naar klinische experimenten.

Artikel 2

Uitvoering

1. De Commissie zorgt in nauwe samenwerking met de Lid-Staten voor de uitvoering van de in de bijlage beschreven acties overeenkomstig de procedure van artikel 5.

2. De Commissie werkt samen met de instellingen en organisaties die actief zijn op het gebied van de kankerbestrijding.

Artikel 3

Begroting

1. Het bedrag voor de uitvoering van dit actieplan in de in artikel 1 genoemde periode wordt vastgesteld op 64 miljoen ecu.

2. De jaarlijkse kredieten worden door de begrotingsautoriteit toegewezen binnen de grenzen van de financiële vooruitzichten.

Artikel 4

Samenhang en complementariteit

De Commissie draagt er zorg voor dat de in het kader van dit actieplan uit te voeren acties samenhangen met en een aanvulling vormen op de overige programma's en initiatieven van de Gemeenschap op dit gebied, met inbegrip van het programma voor onderzoek op het gebied van de medische biologie en de gezondheid als onderdeel van het kaderprogramma van communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek en de programma's voor de totstandbrenging van een geïntegreerd informatienetwerk (informatietechnologie op gebieden van algemeen belang).

Artikel 5

Comité

1. De Commissie wordt bijgestaan door een comité, bestaande uit twee vertegenwoordigers per Lid-Staat en voorgezeten door de Commissievertegenwoordiger.

2. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité ontwerp-maatregelen voor betreffende:

a) het reglement van orde van het comité;

b) een jaarlijks werkprogramma met opgave van de prioriteiten voor actie;

c) de vereenvoudiging en verbetering van de basisprocedures voor het beheer van dit plan; deze procedures zullen naar behoren worden gepubliceerd;

d) de regelingen, criteria en procedures voor de selectie en financiering van de projecten in het kader van dit actieplan, met inbegrip van de projecten die een samenwerking met de op het gebied van de volksgezondheid bevoegde internationale organisaties en deelneming van de in artikel 6, lid 2, bedoelde landen inhouden;

e) de evaluatieprocedure;

f) de regelingen voor de verspreiding en overdracht van de resultaten;

g) de wijze waarop er zal worden samengewerkt met de in artikel 2, lid 2, bedoelde instellingen en organisaties.

Het comité brengt over de hierboven bedoelde ontwerp-maatregelen advies uit binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel.

De Commissie stelt maatregelen vast die onmiddellijk van toepassing zijn. Indien deze maatregelen echter niet in overeenstemming zijn met het advies dat het comité heeft uitgebracht, worden zij onverwijld door de Commissie ter kennis van de Raad gebracht. In dat geval:

- stelt de Commissie de toepassing van de maatregelen waartoe zij heeft besloten, met twee maanden vanaf de datum van deze kennisgeving uit;

- kan de Raad binnen de in het voorgaande streepje genoemde termijn met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen een andersluidend besluit nemen.

3. De Commissie kan voorts het comité raadplegen over elk ander probleem in verband met de uitvoering van dit actieplan.

De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen naar gelang van de urgentie van de materie advies uit over dit ontwerp, zo nodig door middel van een stemming.

Het advies wordt in de notulen opgenomen; voorts heeft iedere Lid-Staat het recht te verzoeken dat zijn standpunt in de notulen wordt opgenomen.

De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met het door het comité uitgebrachte advies. Zij brengt het comité op de hoogte van de wijze waarop zij met het advies heeft rekening gehouden.

4. De Commissievertegenwoordiger informeert het comité regelmatig:

- over financiële steun die in het kader van dit actieplan is verleend (bedrag, duur, verdeling en begunstigden);

- ter wille van de samenhang en complementariteit bedoeld in artikel 4, over de Commissievoorstellen of communautaire initiatieven en de uitvoering van programma's op andere gebieden die rechtstreeks verband houden met het verwezenlijken van de doelstellingen van dit actieplan.

Artikel 6

Internationale samenwerking

1. Bij de uitvoering van dit actieplan wordt samenwerking met derde landen en met de op het gebied van de volksgezondheid bevoegde internationale organisaties, met name de Wereldgezondheidsorganisatie en het Internationaal Instituut voor kankeronderzoek, aangemoedigd en ten uitvoer gelegd overeenkomstig de procedure van artikel 5.

2. Aan dit actieplan kan worden deelgenomen door de geassocieerde landen van Midden- en Oost-Europa (GLMOE), overeenkomstig de voorwaarden van de met die landen te sluiten aanvullende protocollen bij de associatieovereenkomsten betreffende de deelneming aan communautaire programma's. Aan dit actieplan kan op basis van aanvullende kredieten worden deelgenomen door Cyprus en Malta, volgens dezelfde regels als die welke op de EVA-landen van toepassing zijn en overeenkomstig de met die twee landen overeen te komen procedures.

Artikel 7

Follow-up en evaluatie

1. De Commissie zorgt, met inachtneming van de door de Lid-Staten opgemaakte balansen, en, indien nodig, met de deelneming van onafhankelijke deskundigen, voor de evaluatie van de gevoerde acties.

2. De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad halverwege een tussentijds verslag en na afloop van dit plan een eindverslag in. In die verslagen dient vooral aandacht te worden besteed aan de complementariteit van deze actie met de andere in artikel 4 bedoelde acties. De Commissie verwerkt daarin het resultaat van de evaluaties. Zij doet deze verslagen ook aan het Economisch en Sociaal Comité en aan het Comité van de Regio's toekomen.

Gedaan te Brussel, 29 maart 1996.

Voor het Europees Parlement

De Voorzitter

K. HÄNSCH

Voor de Raad

De Voorzitter

T. TREU

(1) PB nr. C 139 van 21. 5. 1994, blz. 12, en

PB nr. C 143 van 9. 6. 1995, blz. 16.

(2) PB nr. C 393 van 31. 12. 1994, blz. 8.

(3) PB nr. C 210 van 14. 8. 1995, blz. 55.

(4) Advies van het Europees Parlement van 1 maart 1995 (PB nr. C 68 van 20. 3. 1995, blz. 17), gemeenschappelijk standpunt van de Raad van 2 juni 1995 (PB nr. C 216 van 21. 8. 1995, blz. 1) en besluit van het Europees Parlement van 25 oktober 1995 (PB nr. C 308 van 20. 11. 1995). Besluit van het Europees Parlement van 15 februari 1996 (PB nr. C 65 van 4. 3. 1996) en besluit van de Raad van 16 februari 1996.

(5) PB nr. C 184 van 23. 7. 1986, blz. 19.

(6) PB nr. L 137 van 30. 5. 1990, blz. 31.

(7) PB nr. C 329 van 6. 12. 1993, blz. 375.

(8) PB nr. C 15 van 18. 1. 1994, blz. 1.

(9) PB nr. C 174 van 25. 6. 1993, blz. 1.

(10) PB nr. C 165 van 17. 6. 1994, blz. 1.

BIJLAGE

DOELSTELLINGEN EN SPECIFIEKE ACTIES

A. VERZAMELING VAN GEGEVENS EN ONDERZOEK

Doelstelling

De kennis over de oorzaken, de preventie en de behandeling van kanker uitbreiden en verbeteren en het verzamelen vergemakkelijken van betrouwbare en vergelijkbare gegevens over het aantal gevallen van kanker, met inbegrip van de gevallen van kinderkanker, met name teneinde de trends op te sporen en epidemiologische studies op Europees niveau op te zetten.

Acties

1. Steun voor de uitwisseling van informatie en van ervaring met betrekking tot de verzameling en verspreiding van betrouwbare en vergelijkbare gegevens op het gebied van kankerregistratie (prevalentie, ziektecijfer, sterftecijfer, overlevingscijfer en leeftijdsgroepen). Ontwikkeling en uitbreiding van een Europees netwerk in samenwerking met het Internationaal Instituut voor kankeronderzoek (IARC).

2. Steun voor de uitvoering van epidemiologische studies op Europees niveau en de verspreiding van de conclusies daarvan, op het gebied van de identificatie van de kankerverwekkende (fysische, chemische en biologische) agentia, waarbij bijzondere aandacht wordt geschonken aan de milieufactoren en daarmee samenhangende arbeidsomstandigheden, de risico's van blootstelling aan deze agentia (vormen van blootstelling en getroffen bevolkingscategorieën), preventiemethoden, en de invoering van programma's voor objectieve evaluatie van het overlevingscijfer op grond van bepaalde criteria (leeftijd, geslacht, plaats van het gezwel, stadium van voortschrijding, weefseltype, enz.) en voor onderzoek naar verschillen in dit overlevingscijfer. Steun op basis van deze conclusies voor de opstelling en verspreiding van aanbevelingen. Cohortstudies over kanker, voeding en gezondheid (EPIC-netwerk), steun voor epidemiologische studies gebaseerd op onderzoek naar de preventieve werking van bepaalde voedingsmiddelen (identificatie van beschermende middelen, wijziging van specifieke voedingsfactoren) en, eventueel, naar preventieve chemische agentia.

3. Bijdrage tot het vastleggen van prioriteiten voor het kankeronderzoek dat kan worden uitgevoerd uit hoofde van de kaderprogramma's voor communautaire werkzaamheden op het gebied van onderzoek, met name het specifieke programma voor onderzoek op het gebied van de medische biologie en de gezondheid, in het kader waarvan ook fundamenteel en klinisch kankeronderzoek plaatsvindt, en bevordering van onderzoekmethoden die gericht zijn op een vroegtijdige, precieze en betrouwbare diagnose dankzij laboratoriumdiagnosetechnieken, waarbij met name gebruik wordt gemaakt van immunologische en genetische gegevens. Steun voor opstelling van een inventaris van het in Europa verrichte fundamenteel en klinisch onderzoek; steun voor de overdracht van de resultaten van fundamenteel onderzoek naar klinische experimenten; opzetten en/of uitbreiden van netwerken voor informatie-uitwisseling over lopende klinische proeven en steun voor de uitvoering van klinische proeven in verschillende centra en landen teneinde de evaluatie van nieuwe behandelingsmethoden te bespoedigen.

B. VOORLICHTING EN GEZONDHEIDSEDUCATIE

Doelstellingen

Eraan bijdragen om de Europese burger meer kennis over de risico's en de preventie van kanker bij te brengen en hem aansporen tot gezonde levensgewoonten.

Het bevorderen en het evalueren van het beleid en de maatregelen in verband met de oorzaken en risico's van kanker.

Acties

4. Het ieder jaar organiseren van een "Europa tegen kanker"-week.

5. Verbetering van de verspreiding en de doeltreffendheid van de informatie over kankerpreventie en met name van de aanbevelingen van de Europese code tegen kanker, door ondersteuning van acties voor bepaalde doelgroepen (leerkrachten, huisartsen, enz.), van proefprojecten, studies en analyses van technieken ter bevordering van de gezondheid, en van de evaluatie van op dit gebied gevoerde acties.

6. Steun voor en uitbreiding van netwerken van proefprojecten voor voorlichting en uitwisseling op het gebied van kankerpreventie, rekening houdend met de aanbevelingen van de Europese code tegen kanker, teneinde aldus bij te dragen tot een grotere bekendheid en verspreiding van de beste praktijken.

7. Bevordering van voorlichtings- en bewustmakingscampagnes op het gebied van gezondheid en kankerpreventie voor specifieke bevolkingsgroepen, met name in openbare gelegenheden en op het werk.

8. Stimulering van projecten met een Europese dimensie inzake de preventie van het tabaksgebruik; evaluatie van de toepassing van aanbevelingen inzake het tabaksgebruik in openbare gelegenheden, met name in het openbaar vervoer en op scholen. Bevordering van strategieën om de meest kwetsbare groepen, met name zwangere vrouwen en kinderen, te beschermen tegen passief roken. Evaluatie van het effect van de in de Lid-Staten genomen maatregelen ter beperking van het tabaksgebruik, zoals het verbieden of beperken van directe en indirecte reclame, belastingmaatregelen en uitsluiting van tabaksprodukten van de prijsindex, en verspreiding van bij dit evaluatieproces verkregen kennis. Ondersteuning en evaluatie van proefprojecten inzake de preventie van tabaksgebruik in het kader van de netwerken voor uitwisselingen tussen de Lid-Staten, zoals het netwerk van tabaksvrije steden, tabaksvrije ziekenhuizen en jongerenclubs, dit in samenwerking met gezondheidswerkers en leerkrachten.

9. Selectie op Europees niveau en verspreiding van de beste methoden om op te houden met roken en evaluatie van het effect daarvan als onderdeel van proefprojecten waarbij de methoden in samenwerking met de opinieleiders en gezondheidswerkers in de Lid-Staten in de praktijk worden gebracht. Opstarten, in het kader van de proefprojecten in de media, van een project ter bestrijding van het meeroken. Voortzetting van de classificatie van gevaarlijke stoffen en preparaten ter verbetering van verpakking en etikettering.

10. Bijdrage aan de opstelling en uitvoering van geïntegreerde programma's voor gezondheidseducatie in verschillende leefkaders, waarbij kankerpreventie een uiterst belangrijke rol speelt. Omschrijving en uitvoering van aanvullende kankerpreventieprojecten voor specifieke groepen in verschillende kaders (planologen, milieudeskundigen, architecten, radiologen).

Evaluatie in het kader van communautaire experimentele netwerken van initiatieven op het gebied van gezondheidseducatie, waarbij voorrang wordt verleend aan de verantwoordelijkheid van het individu voor zijn gezondheid, aan preventie van het tabaksgebruik en het overmatig alcoholgebruik, aan de bevordering van een gezonde voeding, met name een grotere consumptie van groenten en fruit, en passende mediacampagnes over gezonde voeding, en aan bewustmaking van het publiek van de risico's verbonden aan overmatige blootstelling van de huid aan UV-straling, een en ander met jongeren als doelgroep.

11. Steun aan de uitwisseling van ervaringen in het kader van de geïntegreerde programma's voor gezondheidseducatie ter verbetering van de basisopleiding en voortgezette opleiding van leerkrachten en verantwoordelijken voor projecten op het gebied van kankerpreventie, daarbij rekening houdend met de ervaring die in het kader van zowel programma's zoals Erasmus als de ondersteunende acties van de Commissie op het gebied van onderwijs wordt opgedaan.

12. Steun voor de opstelling en de verspreiding van communautair onderwijsmateriaal met betrekking tot kankerpreventie, met name van materiaal dat getest is in het kader van experimentele netwerken, en voor de evaluatie van het effect van dergelijk materiaal.

13. Uitvoering van studies en verspreiding van de conclusies daarvan ten behoeve van een verbetering van de kennis over de opvattingen van jongeren ten aanzien van kanker, roken, voedingsgewoonten en de risico's van overmatige blootstelling van de huid aan UV-straling. Uitvoering van analyses ter bevordering van de doeltreffendheid van preventieprogramma's voor kinderen en jongeren.

C. VROEGTIJDIGE OPSPORING EN SCREENING

Doelstelling

Bijdragen tot de verbetering en de toename van de mogelijkheden van vroegtijdige opsporing, met name door de ontwikkeling en de verspreiding van doeltreffende screeningprogramma's en van passende praktijken.

Acties

14. Steun voor de totstandbrenging en evaluatie van Europese netwerken van proefprojecten op het gebied van screening op borstkanker en baarmoederhalskanker, op basis van op Europees niveau vastgestelde aanbevelingen betreffende de kwaliteitsborging van de screening, en steun voor de organisatie van ontmoetingen teneinde de haalbaarheid van de uitbreiding van proefprojecten tot nationaal en regionaal niveau te bestuderen.

15. Steun voor de opstelling en verspreiding op Europees niveau van een gemeenschappelijke terminologie en classificatie teneinde de kwaliteit van de anatomische en cytopathologische diagnose te verbeteren, in het bijzonder van verdachte borst- en baarmoederaandoeningen, met name voor anatomen en cytopathologen van de Gemeenschap.

16. Steun voor Europese studies over de haalbaarheid van systematische vroegtijdige opsporing van andere soorten kanker (zoals kanker van de eierstokken, prostaatkanker, huidkanker, colorectale kanker en kanker van de mondholte), waarbij met name rekening wordt gehouden met medische, psychologische, sociale en economische aspecten.

D. OPLEIDING EN KWALITEITSCONTROLE EN -BORGING

Doelstelling

Bijdragen tot de verbetering van de opleiding van gezondheidswerkers op kankergebied met inbegrip van de opleiding op het gebied van kanker bij kinderen, en tot de verbetering van de methoden van kwaliteitscontrole.

Acties

17. Voortzetting van de tenuitvoerlegging van de aanbeveling van de Commissie van 8 november 1989 betreffende de opleiding van gezondheidswerkers op kankergebied: steun voor periodieke evaluatie van het effect van Europese experimentele netwerken op de basisopleiding en voortgezette opleiding op het gebied van kanker voor artsen, verplegers en tandartsen, vooral voor de gezondheidswerkers inzake kanker bij kinderen.

18. Steun voor de mobiliteit van gezondheidswerkers (in het bijzonder leerkrachten) - ter verbetering van de theoretische en praktische kennis op het gebied van kanker (met name primaire preventie, vroegtijdige diagnose, massale screening in het bijzonder voor baarmoederhalskanker en borstkanker en kwaliteitsborging) - tussen de gespecialiseerde centra in de Lid-Staten met opleidingen van hoog niveau, ingeval deze mobiliteit niet door bestaande communautaire programma's, zoals Comett II en Force, wordt gewaarborgd.

19. Steun voor ervaringsuitwisseling en voor het opstellen en verspreiden van aanbevelingen van conferenties gericht op een consensus over goede medische praktijken op het gebied van kankerbestrijding en van aanbevelingen van deskundigengroepen, teneinde de verspreiding en de toepassing van de resultaten van gecontroleerde studies te bespoedigen.

20. Voorbereiding van voor Europa dienstig didactisch materiaal ter verbetering van de opleiding van gezondheidswerkers op het gebied van kanker, met name met behulp van interactieve computerprogramma's; evaluatie van het effect van dit materiaal in het kader van experimentele netwerken. In het bijzonder steun voor ontwikkeling, invoering en evaluatie van preventiemodules voor gezondheidswerkers en modellen ten behoeve van de diagnose en de beslissing over de maatregelen om ontwikkeling van de ziekte en het risico van recidief te voorkomen.

21. Bevordering van initiatieven en steun voor de uitvoering van Europese studies en verspreiding van de conclusies daarvan, met name in het kader van ontmoetingen en ervaringsuitwisseling op Europees niveau, om meer inzicht te krijgen in de methoden van kwaliteitscontrole op de middelen voor juiste en vroegtijdige opsporing en voor preventie van de ontwikkeling van de ziekte, van de risico's van recidief en van ermee samengaande syndromen en de doeltreffendheid van deze methoden te verbeteren, met inachtneming van de psychologische en sociale aspecten, met name ten aanzien van de levenskwaliteit van de patiënten, met inbegrip van palliatieve methoden.

22. Steun voor proefprojecten op het gebied van de kwaliteitsborging, met inbegrip van de verspreiding en de evaluatie van de resultaten, met name wat de praktijken inzake controle van de radiotherapie-installaties en de opleiding van de gezondheidswerkers betreft.

Top