EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31992L0092

Richtlijn 92/92/EEG van de Raad van 9 november 1992 tot wijziging van Richtlijn 86/465/EEG betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Bondsrepubliek Duitsland) "Nieuwe deelstaten"

PB L 338 van 23/11/1992, p. 1–39 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 13/03/1997

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1992/92/oj

31992L0092

Richtlijn 92/92/EEG van de Raad van 9 november 1992 tot wijziging van Richtlijn 86/465/EEG betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Bondsrepubliek Duitsland) "Nieuwe deelstaten"

Publicatieblad Nr. L 338 van 23/11/1992 blz. 0001 - 0039


RICHTLIJN 92/92/EEG VAN DE RAAD van 9 november 1992 tot wijziging van Richtlijn 86/465/EEG betreffende de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden in de zin van Richtlijn 75/268/EEG (Bondsrepubliek Duitsland) "Nieuwe deelstaten"

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 75/268/EEG van de Raad van 28 april 1975 betreffende de landbouw in bergstreken en in sommige probleemgebieden (1), en met name op artikel 2, lid 2,

Gezien het voorstel van de Commissie (2),

Gezien het advies van het Europese Parlement (3),

Overwegende dat in Richtlijn 86/465/EEG (4) is aangegeven welke in Duitsland de gebieden zijn die zijn opgenomen in de communautaire lijst van probleemgebieden in de zin van artikel 3, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 75/268/EEG;

Overwegende dat de Duitse Regering de Commissie overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Richtlijn 75/268/EEG om een wijziging van de in de bijlage van Richtlijn 86/465/EEG opgenomen communautaire lijst van probleemgebieden heeft verzocht;

Overwegende dat de Duitse Regering de Commissie overeenkomstig artikel 2, lid 1, van Richtlijn 75/268/EEG heeft meegedeeld welke gebieden in aanmerking komen om te worden opgenomen in de communautaire lijst van agrarische probleemgebieden en gegevens heeft verstrekt met betrekking tot de kenmerken van deze gebieden;

Overwegende dat is uitgegaan van de zeer ongunstige klimatologische omstandigheden, als bedoeld in artikel 3, lid 3, eerste streepje, van Richtlijn 75/268/EEG, en de ligging op een hoogte van ten minste 800 meter (centrum van de plaats of gemiddelde hoogte van de gemeente);

Overwegende dat in geval van combinatie van de klimatologische factor en de hellingsfactor als bedoeld in artikel 3, lid 3, derde streepje, van Richtlijn 75/268/EEG, als criteria een ligging op een hoogte van ten minste 600 meter en een steilte van ten minste 18 % zijn aangehouden;

Overwegende dat, wat betreft de aanwezigheid van weinig produktieve grond en de aanzienlijk beneden het gemiddelde liggende bedrijfsresultaten, als bedoeld in artikel 3, lid 4, onder a) en b), van Richtlijn 75/268/EEG, voor het aanwijzen van de gebieden een complex criterium is gehanteerd, het zogenoemde landbouwkengetal ("Landwirtschaftliche Vergleichszahl - LVZ"); dat voor de gedeeltelijk als probleemgebieden aangemerkte "Kreise" de verstrekte landbouwkengetallen de gemiddelden zijn van de landbouwkengetallen voor de gemeenten van de "Kreis", die in aanmerking komen om in de lijst te worden opgenomen, waarbij het om een op basis van de oppervlakte van de gemeenten gewogen gemiddelde gaat;

Overwegende dat de maximale waarde van het gemiddelde landbouwkengetal voor elk vorenbedoeld gebied is vastgesteld op 28 voor de agrarische probleemgebieden, hetgeen overeenkomt met 70 % van het nationale gemiddelde (40); dat dit maximum in bepaalde specifieke gevallen is vastgesteld op 32,5 voor agrarische probleemgebieden waar de oppervlakte cultuurgrond (OCG) voor meer dan 80 % uit weiden en blijvend grasland bestaat, en op 32,5 voor de gemeenten in de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern waar het percentage van de beroepsbevolking dat nog in de landbouw werkzaam is, zeer hoog is, namelijk meer dan vijfmaal zo hoog als het nationale gemiddelde, met andere woorden ten minste 20 % van de totale beroepsbevolking;

Overwegende dat als criterium inzake geringe bevolkingsdichtheid als bedoeld in artikel 3, lid 4, onder c), van Richtlijn 75/268/EEG een relatief hoog cijfer van 130 inwoners per km² is gehanteerd; dat de bevolkingsdichtheid is berekend per "Kreis" aan de hand van gegevens over 1989; dat de bevolking van de "Nieuwe deelstaten" sedertdien evenwel is verminderd en voor een deel naar andere regio's is verhuisd;

Overwegende dat voor het aanwijzen van de gebieden die met specifieke problemen te kampen hebben en die met probleemgebieden kunnen worden gelijkgesteld, als bedoeld in artikel 3, lid 5, van Richtlijn 75/268/EEG, als criteria zowel het bestaan van ongunstige natuurlijke produktieomstandigheden (landbouwkengetal in het algemeen minder dan 25) als de problemen die voortvloeien uit beperkingen in verband met de kustbescherming en het behoud van het landschap in aanmerking zijn genomen; dat bovendien de totale oppervlakte van deze gebieden niet meer dan 4 % van de totale oppervlakte van de betrokken Lid-Staat bedraagt;

Overwegende dat de aard en het niveau van de voornoemde door de Duitse Regering gehanteerde criteria voor het aanwijzen van de twee soorten aan de Commissie opgegeven gebieden beantwoorden aan de kenmerken van respectievelijk de berggebieden en de probleemgebieden, als bedoeld in artikel 3, lid 3 en lid 4, van Richtlijn 75/268/EEG,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

De lijst van probleemgebieden in Duitsland die is opgenomen in de bijlage bij Richtlijn 86/465/EEG wordt aangevuld met de lijst van probleemgebieden voor de "Nieuwe deelstaten" in de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

Deze richtlijn is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Gedaan te Brussel, 9 november 1992.

Voor de Raad

De Voorzitter

D. HURD

(1) PB nr. L 128 van 19. 5. 1975, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 797/85 (PB nr. L 93 van 30. 3. 1985, blz. 1).

(2) PB nr. C 251 van 28. 9. 1992, blz. 1.

(3) Advies uitgebracht op 30 oktober 1992 (nog niet verschenen in het Publikatieblad).

(4) PB nr. L 273 van 24. 9. 1986, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 91/26/EEG van de Commissie (PB nr. L 16 van 22. 1. 1991, blz. 27).

BIJLAGE

PROBLEEMGEBIEDEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 3, LID 3, VAN RICHTLIJN 75/268/EEG

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

PROBLEEMGEBIEDEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 3, LID 4, VAN RICHTLIJN 75/268/EEG

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

PROBLEEMGEBIEDEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 3, LID 5, VAN RICHTLIJN 75/268/EEG

>RUIMTE VOOR DE TABEL>

Top