Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31978D0150

78/150/EEG: Besluit van de Raad van 7 februari 1978 tot vaststelling van een gecoördineerde actie van de Europese Economische Gemeenschap inzake de ontwikkeling van grote stedelijke concentraties

PB L 45 van 16/02/1978, p. 24–26 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1978/150/oj

31978D0150

78/150/EEG: Besluit van de Raad van 7 februari 1978 tot vaststelling van een gecoördineerde actie van de Europese Economische Gemeenschap inzake de ontwikkeling van grote stedelijke concentraties

Publicatieblad Nr. L 045 van 16/02/1978 blz. 0024 - 0026


++++

BESLUIT VAN DE RAAD

van 7 februari 1978

tot vaststelling van een gecoordineerde actie van de Europese Economische Gemeenschap inzake de ontwikkeling van grote stedelijke concentraties

( 78/150/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 .

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat krachtens artikel 2 van het Verdrag de Gemeenschap tot taak heeft een harmonische ontwikkeling van de economische activiteit binnen de gehele Gemeenschap te bevorderen , alsmede een gestadige en evenwichtige expansie en een toenemende verbetering van de levensstandaard ;

Overwegende dat de Raad in zijn resolutie van 17 mei 1977 ( 3 ) zijn goedkeuring heeft gehecht aan de doelstellingen en beginselen van een milieubeleid van de Gemeenschap en aan de algemene omschrijving van de acties die op communautair niveau moeten worden ondernomen , en met name aan het voornemen van de Commissie een voorstel in te dienen voor een communautair onderzoekprogramma inzake de ontwikkeling van grote stedelijke concentraties ;

Overwegende dat de Raad in zijn resolutie van 14 januari 1974 betreffende een eerste actieprogramma van de Europese Gemeenschappen op het gebied van wetenschap en technologie ( 4 ) erop heeft gewezen dat er op passende wijze gebruik dient te worden gemaakt van het hele gamma van beschikbare wegen en middelen , met inbegrip van gecoordineerde acties , en dat het , telkens wanneer dit wenselijk blijkt , mogelijk moet worden gemaakt derde landen , meer in het bijzonder Europese , bij deze acties te betrekken ;

Overwegende dat de Raad bij zijn resolutie van 14 januari 1974 betreffende met name de coordinatie van de nationale beleidsregels op het gebied van wetenschap en technologie ( 5 ) de communautaire Instellingen heeft opgedragen om met bijstand van het Comité voor wetenschappelijk en technisch onderzoek ( CREST ) geleidelijk voor deze coordinati , zorg te dragen ;

Overwegende dat een gecoordineerde actie voor communautair onderzoek inzake de ontwikkeling van grote stedelijke concentraties op doeltreffende wijze zal bijdragen tot de verwezenlijking van genoemde doelstellingen ;

Overwegende dat de Lid-Staten voornemens zijn om in het kader van de voor hun nationale programma's geldende regels en procedures het in bijlage I beschreven onderzoek te verrichten en bereid zijn dit gedurende een periode van twee jaar op communautair niveau te coordineren ;

Overwegende dat voor de uitvoering van de onderzoekwerkzaamheden , zoals beschreven in bijlage I , een financiële bijdrage van de Lid-Staten van circa één miljoen Europese rekeneenheden is vereist ;

Overwegende dat het Verdrag niet in de daartoe vereiste specifieke bevoegdheden voorziet ;

Overwegende dat het CREST advies heeft uitgebracht over het voorstel van de Commissie .

BESLUIT :

Artikel 1

De Gemeenschap onderneemt voor een periode van twee jaar een gecoordineerde onderzoekactie inzake de ontwikkeling van grote stedelijke concentraties , hierna " actie " genoemd .

De actie bestaat uit de coordinatie op communautair niveau van de in bijlage I omschreven onderzoekwerkzaamheden die een onderdeel vormen van de onderzoekprogramma's van de Lid-Staten .

Artikel 2

De Commissie is verantwoordelijk voor de coordinatie .

Artikel 3

Het maximum van de financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de coordinatie is vastgesteld op 200 000 Europese rekeneenheden ; de rekeneenheid wordt omschreven in de van toepassing zijnde financiële reglementen .

Artikel 4

Ten einde de uitvoering van de actie te vergemakkelijken , wordt een Comité opgericht voor de gecoordineerde onderzoekactie inzake de ontwikkeling van grote stedelijke concentraties , hierna " Comité " genoemd .

In overleg met het Comité wordt door de Commissie een projectleider benoemd . Hij staat de Commissie met name bij in haar coordinerende taak .

Het mandaat en de samenstelling van het Comité worden in bijlage II omschreven .

Het Comité stelt zijn regelement van orde vast . Het secretariaat van het Comité wordt waargenomen door de Commissie .

Artikel 5

1 . Overeenkomstig een door de Commissie in overleg met het Comité vast te stellen procedure wisselen de Lid-Staten die deelnemen aan de actie regelmatig alle dienstige gegevens uit over de uitvoering van het onderzoek dat onder de actie valt en verstrekken zij alle voor de coordinatie dienstige gegevens aan de Commissie . Zij trachten voorts de Commissie gegevens te verstrekken over onderzoek op dit gebied dat is gepland of dat wordt uitgevoerd door lichamen die niet onder hun autoriteit vallen . Indien de Staat die de gegevens toezendt hierom verzoekt , worden zij vertrouwelijk behandeld .

2 . Aan de hand van de verstrekte inlichtingen stelt de Commissie jaarverslagen op en zendt deze toe aan de Lid-Staten en het Europese Parlement .

3 . Aan het einde van de coordinatieperiode zendt de Commissie in overleg met het Comité aan de Lid-Staten en aan het Europese Parlement een samenvattend verslag toe over de uitvoering en het resultaat van de actie . De Commissie maakt dit rapport zes maanden na toezending aan de Lid-Staten bekend , tenzij een Lid-Staat hiertegen bezwaar maakt . In dat geval wordt het verslag op verzoek alleen toegezonden aan de instituten en ondernemingen waarvan de onderzoek - of de produktiewerkzaamheden het rechtvaardigen dat zij toegang krijgen tot de resultaten van het onderzoek dat onder de actie valt . De Commissie kan maatregelen treffen opdat dit rapport vertrouwelijk blijft en niet aan derden bekend wordt gemaakt .

Artikel 6

1 . Overeenkomstig artikel 228 van het Verdrag kan de Gemeenschap overeenkomsten sluiten met andere Staten die deelnemen aan de Europese samenwerking op het gebied van het wetenschappelijk en technisch onderzoek ( COST ) ten einde de coordinatie waarover dit besluit handelt uit te breiden tot het onderzoek dat in die Staten wordt verricht .

2 . De Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te voeren inzake de in lid 1 bedoelde overeenkomsten .

Artikel 7

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen . Het wordt van kracht op de dag van zijn bekendmaking .

Gedaan te Brussel , 7 februari 1978 .

Voor de Raad

De Voorzitter

K . B . ANDERSEN

( 1 ) PB nr . C 299 van 12 . 12 . 1977 , blz . 52 .

( 2 ) Advies uitgebracht op 14/15 december 1977 ( nog niet verschenen in het PB ) .

( 3 ) PB nr . C 139 van 13 . 6 . 1977 , blz . 1 .

( 4 ) PB nr . C 7 van 29 . 1 . 1974 , blz . 6 .

( 5 ) PB nr . C 7 van 29 . 1 . 1974 , blz . 2 .

BIJLAGE I

Omschrijving en verdeling van de onderzoekwerkzaamheden

De te onderzoeken aspecten van de ontwikkeling van grote stedelijke concentraties en de verdeling van het werk onder de Lid-Staten kunnen als volgt worden samengevat :

Onderwerp * Lid-Staat *

* B * D * DK * F * IRL * I * NL * VK *

1 . Lokalisatie van economische activiteiten * * X * X * XX * X * X * XXX * XX *

2 . Migratie * * X * * * * * * XXX *

3 . Raming van stadsplanning en -beleid * X * * * XX * X * * * *

4 . Andere aspecten * X * * * * * X * * XX *

BIJLAGE II

Mandaat en samenstelling van het Comité voor de gecoordineerde onderzoekactie inzake de " ontwikkeling van grote stedelijke concentraties "

1 . Het Comité :

1.1 . draagt bij tot de optimale uitvoering van de actie door advies uit te brengen over alle aspecten van het verloop daarvan ;

1.2 . beoordeelt de resultaten van de actie en trekt daaruit conclusies voor wat betreft de toepassing ervan ;

1.3 . draagt zorg voor de in artikel 5 , lid 1 , bedoelde uitwisseling van gegevens ;

1.4 . volgt de vorderingen van het nationale onderzoek in de sector van de actie en houdt zich daarbij met name op de hoogte van de wetenschappelijke en technische ontwikkelingen die invloed kunnen hebben op de verwezenlijking van die actie ;

1.5 . geeft richtsnoeren aan de projectleider .

2 . De verslagen en adviezen van het Comité worden toegezonden aan de Commissie en aan de Lid-Staten die deelnemen aan de actie . De Commissie doet deze adviezen aan het CREST toekomen .

3 . Het Comité bestaat uit de personen die verantwoordelijk zijn voor de coordinatie van de nationale bijdragen tot de actie en uit de projectleider . Elk lid kan zich door deskundigen laten vergezellen .

4 . De leden van het Comité worden benoemd voor de duur van de actie . Aan het mandaat van een lid komt voortijdig een einde bij overlijden , ontslagneming of als de Regering van de Lid-Staat die het lid heeft benoemd , om diens vervanging verzoekt . De opvolger wordt benoemd voor de verdere duur van het mandaat .

Top