Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62008CJ0467

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    1. Harmonisatie van wetgevingen – Auteursrecht en naburige rechten – Richtlijn 2001/29 – Harmonisatie van bepaalde aspecten van auteursrecht en naburige rechten in informatiemaatschappij – Reproductierecht

    (Richtlijn 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad, art. 5, lid 2, sub b)

    2. Harmonisatie van wetgevingen – Auteursrecht en naburige rechten – Richtlijn 2001/29 – Harmonisatie van bepaalde aspecten van auteursrecht en naburige rechten in informatiemaatschappij – Reproductierecht

    (Richtlijn 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad, punten 35 en 38 van de considerans en art. 5, lid 2, sub b)

    3. Harmonisatie van wetgevingen – Auteursrecht en naburige rechten – Richtlijn 2001/29 – Harmonisatie van bepaalde aspecten van auteursrecht en naburige rechten in informatiemaatschappij – Reproductierecht

    (Richtlijn 2001/29 van het Europees Parlement en de Raad, art. 5, lid 2, sub b)

    Samenvatting

    1. Het begrip „billijke compensatie” in de zin van artikel 5, lid 2, sub b, van richtlijn 2001/29 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, is een autonoom begrip van het recht van de Unie dat uniform moet worden uitgelegd in alle lidstaten die een uitzondering voor het kopiëren voor privé-gebruik hebben ingevoerd, ongeacht hun bevoegdheid om binnen de door het recht van de Unie en in het bijzonder door die richtlijn gestelde grenzen de vorm, de wijze van financiering en inning en het niveau van deze billijke compensatie te bepalen.

    (cf. punt 37, dictum 1)

    2. Artikel 5, lid 2, sub b, van richtlijn 2001/29 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij moet aldus worden uitgelegd dat het tussen de betrokken personen te vinden rechtvaardige evenwicht impliceert dat de billijke compensatie moet worden berekend op basis van het criterium van de schade die de auteurs van beschermde werken lijden als gevolg van de invoering van de uitzondering voor het kopiëren voor privé-gebruik. Een regeling volgens welke de personen die over installaties, apparaten en dragers voor digitale reproductie beschikken en deze juridisch of feitelijk ter beschikking van privé-gebruikers stellen of daarmee ten behoeve van hen reproductiediensten verrichten, de billijke compensatie dienen te financieren, voldoet aan de vereisten van dit rechtvaardige evenwicht, aangezien die personen de daadwerkelijke last van die financiering kunnen afwentelen op de privé-gebruikers.

    Gelet op de praktische moeilijkheden om de particuliere gebruikers te identificeren en hen te verplichten om de rechthebbenden te vergoeden voor het schade die zij hun berokkenen, en op het feit dat de schade als gevolg van elk particulier gebruik op zichzelf beschouwd minimaal kan zijn en bijgevolg geen betalingsverplichting in het leven kan roepen, zoals de laatste zin van punt 35 van de considerans van richtlijn 2001/29 aangeeft, staat het de lidstaten vrij om met het oog op de financiering van de billijke compensatie een „heffing voor het kopiëren voor privé-gebruik” in te voeren die niet door de betrokken particulieren dient te worden betaald, maar door de personen die over installaties, apparaten en dragers voor digitale reproductie beschikken.

    (cf. punten 46, 50, dictum 2)

    3. Artikel 5, lid 2, sub b, van richtlijn 2001/29 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij moet aldus worden uitgelegd dat er een verband moet bestaan tussen de toepassing van de heffing voor de financiering van de billijke compensatie met betrekking tot installaties, apparaten en dragers voor digitale reproductie en het vermoedelijke gebruik van deze installaties, apparaten en dragers voor het vervaardigen van reproducties voor privé-gebruik. Bijgevolg is de ongedifferentieerde toepassing van de heffing voor het kopiëren voor privé-gebruik, met name met op installaties, apparaten en dragers voor digitale reproductie die niet ter beschikking van privé-gebruikers worden gesteld en duidelijk bestemd zijn voor andere doelen dan voor het kopiëren voor privé-gebruik, niet in overeenstemming met richtlijn 2001/29.

    Daarentegen is het, wanneer de betrokken installaties voor een privé-gebruik ter beschikking van natuurlijke personen zijn gesteld, niet noodzakelijk aan te tonen dat die personen daarmee daadwerkelijk kopieën voor privé-gebruik hebben gemaakt en aldus de auteur van het beschermde werk daadwerkelijk hebben benadeeld. Die natuurlijke personen worden immers terecht geacht volledig gebruik te maken van die terbeschikkingstelling. Met andere woorden zij worden geacht de functies van die installaties – waaronder het vervaardigen van reproducties – volledig te benutten.

    (cf. punten 54‑55, 59, dictum 3)

    Top