This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62007CJ0127
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
Zaak C-127/07
Société Arcelor Atlantique et Lorraine e.a.
tegen
Premier ministre e.a.
[verzoek van de Conseil d’État (Frankrijk) om een prejudiciële beslissing]
„Milieu — Geïntegreerde preventie en vermindering van verontreiniging — Regeling voor handel in broeikasgasemissierechten — Richtlijn 2003/87/EG — Werkingssfeer — Installaties van ijzer- en staalindustrie daaronder begrepen — Installaties van chemische industrie en sector van non-ferrometalen niet daaronder begrepen — Beginsel van gelijke behandeling”
Conclusie van advocaat-generaal M. Poiares Maduro van 21 mei 2008 I ‐ 9898
Arrest van het Hof (Grote kamer) van 16 december 2008 I ‐ 9921
Samenvatting van het arrest
Gemeenschapsrecht – Beginselen – Gelijke behandeling – Verschil in behandeling dat objectief gerechtvaardigd is – Beoordelingscriteria
Milieu – Communautaire beleidsvorming – Beoordelingsvrijheid van gemeenschapswetgever – Omvang – Grenzen
Milieu – Luchtverontreiniging – Richtlijn 2003/87 – Regeling voor handel in broeikasgasemissierechten – Werkingssfeer
(Richtlijn 2003/87 van het Europees Parlement en de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/101)
Een verschil in behandeling is gerechtvaardigd indien het berust op een objectief en redelijk criterium, dat wil zeggen wanneer het verband houdt met een door de betrokken wettelijke regeling nagestreefd wettelijk toelaatbaar doel, en dit verschil in verhouding staat tot het met de betrokken behandeling nagestreefde doel.
Met betrekking tot communautaire wetgevingshandelingen staat het aan de gemeenschapswetgever om het bestaan van objectieve rechtvaardigingsgronden aan te tonen en de feiten en omstandigheden aan te dragen die het Hof nodig heeft om na te gaan of die gronden bestaan.
(cf. punten 47-48)
De gemeenschapswetgever beschikt in het kader van de uitoefening van de hem toegekende bevoegdheden over een ruime beoordelingsvrijheid op gebieden waarop van hem politieke, economische en sociale keuzes worden verlangd, en wanneer hij ingewikkelde beoordelingen moet maken. Bovendien kan hij, wanneer hij een ingewikkelde regeling moet herstructureren of opzetten, daarvoor in etappen te werk gaan en met name uitgaan van de opgedane ervaring.
Bij het gebruik van zijn beoordelingsvrijheid op milieugebied moet de gemeenschapswetgever niet alleen rekening houden met het hoofddoel, bescherming van het milieu, maar ook de in geding zijnde belangen ten volle in aanmerking nemen. In het kader van het onderzoek van de lasten die verschillende mogelijke maatregelen meebrengen, rechtvaardigt het belang van de nagestreefde doelstellingen weliswaar — zelfs aanzienlijke — negatieve economische gevolgen voor bepaalde marktdeelnemers, maar het gebruik van de beoordelingsvrijheid van de gemeenschapswetgever mag niet leiden tot resultaten die kennelijk minder adequaat zijn dan die van andere maatregelen die ook passend zijn om die doelstellingen te bereiken.
(cf. punten 57, 59)
Bij het onderzoek uit het oogpunt van het beginsel van gelijke behandeling van richtlijn 2003/87 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61, zoals gewijzigd bij richtlijn 2004/101, is niet gebleken van feiten of omstandigheden die de geldigheid van deze richtlijn kunnen aantasten voor zover die richtlijn de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten toepassing laat vinden op de ijzer- en staalsector zonder de chemische industrie en de sector van de non-ferrometalen in haar werkingssfeer op te nemen.
De door richtlijn 2003/87 ingevoerde regeling voor de handel in emissierechten is immers een nieuwe en ingewikkelde regeling, waarvan de invoering en de werking verstoord hadden kunnen worden bij een te groot aantal deelnemers, en de aanvankelijke afbakening van de werkingssfeer van richtlijn 2003/87 is ingegeven door de doelstelling, een voor de invoering van die regeling noodzakelijke kritische massa van deelnemers te bereiken.
Gelet op het feit dat een nieuwe en ingewikkelde regeling aan de orde was, vielen de aanvankelijke afbakening van de werkingssfeer van richtlijn 2003/87 en de geleidelijke aanpak, die met name berust op de tijdens de eerste fase van de uitvoering daarvan opgedane ervaring teneinde de invoering van die regeling niet te verstoren, binnen de beoordelingsmarge waarover de gemeenschapswetgever beschikte.
(cf. punten 60-61, 74 en dictum)