EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62005CJ0456

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Beroep wegens niet-nakoming – Voorwerp van geschil

(Art. 226 EG)

2. Vrij verkeer van personen – Vrijheid van vestiging – Beperkingen – Nationale regeling betreffende uitoefening van beroepen in gezondheidszorg

(Art. 12 EG en 43 EG)

Samenvatting

1. Een beroep wegens niet-nakoming dat is gericht tegen overgangsbepalingen die alleen psychotherapeuten die tijdens een referentieperiode hun beroep in een regio van een lidstaat in het kader van de ziektekostenverzekering van die lidstaat hebben uitgeoefend, de mogelijkheid bieden om als door het ziekenfonds erkend therapeut te praktiseren, en deze mogelijkheid niet toekennen aan psychotherapeuten die hun beroep tijdens dezelfde periode buiten deze lidstaat hebben uitgeoefend in het kader van de ziektekostenverzekering van een andere lidstaat, is ontvankelijk aangezien de onmogelijkheid voor deze laatsten om zich op de overgangsbepalingen te beroepen, niet beperkt is in de tijd, maar een duurzaam karakter heeft en nog steeds bestond aan het einde van de in het met redenen omkleed advies gestelde termijn.

(cf. punten 17‑20)

2. Een lidstaat die de overgangsbepalingen of „verworven rechten”, op grond waarvan psychotherapeuten een toelating of een erkenning kunnen krijgen zonder dat rekening wordt gehouden met de geldende bepalingen inzake de erkenning door het ziekenfonds, voorbehoudt aan psychotherapeuten die hun beroepsactiviteit in een regio van deze lidstaat in het kader van de nationale ziektekostenverzekering hebben uitgeoefend, en vergelijkbare of verwante beroepsactiviteiten van psychotherapeuten in andere lidstaten niet in aanmerking neemt, komt de krachtens artikel 43 EG op hem rustende verplichtingen niet na. Het vereiste dat een psychotherapeut zijn beroep in een regio van de betrokken lidstaat in het kader van de verplichte ziektekostenverzekering van die lidstaat heeft uitgeoefend, stelt, zelfs indien het zonder onderscheid toepasselijk is, de toekenning van een recht afhankelijk van het voldoen aan het vereiste van woonplaats in een regio van deze lidstaat, en bevoordeelt daardoor eigen onderdanen tegenover onderdanen van andere lidstaten, in strijd met het non-discriminatiebeginsel van artikel 12 EG.

Een dergelijke beperking van de vrijheid van vestiging van natuurlijke personen kan niet worden gerechtvaardigd door de doelstelling van bescherming van een verworven recht, te weten het bezit van een patiëntenbestand na verschillende jaren beroepsuitoefening, voor zover zij verder gaat dan nodig is om dit doel te bereiken.

(cf. punten 56‑57, 63, 65, 73, 76 en dictum)

Top