EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D0764

Specifiek programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie

Specifiek programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie

 

SAMENVATTING VAN:

Besluit (EU) 2021/764 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie

WAT IS HET DOEL VAN HET BESLUIT?

Met dit besluit:

  • wordt uitvoering gegeven aan Verordening (EU) 2021/695 Horizon Europa (zie samenvatting) — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (O&I), waarbij gedetailleerde regels voor de uitvoering van dit specifieke programma worden gegeven, de duur ervan wordt vastgesteld en de nodig geachte middelen beschikbaar worden gesteld.

Het besluit strekt tot intrekking van Besluit 2013/743/EU.

KERNPUNTEN

Zie de samenvatting van Verordening (EU) 2021/695 voor nadere informatie over de doelstellingen, structuren en begroting van Horizon Europa.

Het specifieke programma draagt bij aan de algemene en specifieke doelstellingen van de verordening over Horizon Europa (Verordening (EU) 2021/695).

De operationele doelstellingen van het specifieke programma zijn:

  • excellent fundamenteel en grensverleggend onderzoek stimuleren;
  • excellentie versterken en verspreiden, onder meer door bredere deelname in de hele Europese Unie (EU) te stimuleren;
  • de banden versterken tussen onderzoek, innovatie en in voorkomend geval onderwijs- en andere beleidsmaatregelen, met inbegrip van complementariteit met beleidsmaatregelen en -activiteiten ten aanzien van O&I op nationaal, regionaal en EU-niveau;
  • de uitvoering van beleidsprioriteiten van de EU ondersteunen, met name de VN-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s) en de Overeenkomst van Parijs;
  • verantwoorde O&I bevorderen, rekening houdend met het voorzorgsbeginsel;
  • de genderdimensie in het specifieke programma versterken;
  • samenwerkingsverbanden vergroten voor O&I in Europa in alle sectoren en disciplines, met inbegrip van sociale wetenschappen en geesteswetenschappen;
  • de internationale samenwerking versterken;
  • onderzoeksinfrastructuren in de hele Europese Onderzoeksruimte (EOR) verbinden en ontwikkelen en er transnationale toegang toe verschaffen;
  • talent aantrekken, onderzoekers en innovators in de EOR opleiden en behouden, onder andere door middel van mobiliteit;
  • open wetenschap stimuleren en zichtbaarheid voor het publiek en open toegang verzekeren tot wetenschappelijke publicaties en onderzoeksgegevens, inclusief passende uitzonderingen;
  • het gebruik stimuleren van O&I-resultaten en actief resultaten verspreiden en benutten, met name om het effect van particuliere investeringen en beleidsontwikkeling te bevorderen;
  • door middel van O&I-missies ambitieuze doelstellingen binnen een bepaalde termijn verwezenlijken;
  • de relatie en de interactie tussen wetenschap en de samenleving bevorderen, met inbegrip van de zichtbaarheid van wetenschap in de samenleving en de communicatie over wetenschap, en de betrokkenheid van burgers en eindgebruikers vergroten bij processen voor co-ontwerp en cocreatie;
  • de industriële transformatie versnellen, onder meer door het verbeteren van vaardigheden voor innovatie;
  • O&I-activiteiten in het midden- en kleinbedrijf (mkb) stimuleren en innoverende bedrijven, met name startups, mkb-ondernemingen en in uitzonderlijke gevallen kleine midcap, oprichten en opschalen;
  • de toegang tot risicofinanciering verbeteren, onder meer door synergieën met het InvestEU-programma dat is vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/523 (zie samenvatting), in het bijzonder wanneer de markt geen toereikende financiering biedt.

Bij het nastreven van deze doelstellingen kan rekening worden gehouden met nieuwe en onvoorziene behoeften die tijdens de uitvoeringsperiode van het specifieke programma ontstaan. Dit kan, mits voldoende gemotiveerd, reacties omvatten op opkomende kansen, crises en dreigingen, alsook antwoorden op behoeften in verband met de ontwikkeling van nieuw EU-beleid.

De structuur van het specifieke programma (dat een weerspiegeling is van de structuur van de verordening over Horizon Europa, met uitzondering van het Europees Instituut voor innovatie en technologie) is als volgt:

  • Pijler I — Excellente wetenschap
  • Pijler II — Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen
  • Pijler III — Innovatief Europa
  • Pijler IV — Verbreding van de deelname en versterking van de EOR.

Strategisch plan en werkprogramma’s

Het specifieke programma wordt gefaciliteerd door een meerjarig strategisch plan voor O&I-activiteiten, dat tevens de samenhang tussen de werkprogramma’s, EU-prioriteiten en nationale prioriteiten bevordert.

Het resultaat van het proces voor strategische planning wordt opgenomen in een meerjarig strategisch plan voor het opstellen van de inhoud van de werkprogramma’s waarmee het specifieke programma wordt uitgevoerd; het meerjarig strategisch plan bevat in voorkomend geval en naast andere zaken:

  • het verwachte effect;
  • een indicatie van het voor elke actie en missie toegewezen bedrag en een indicatief tijdschema voor de uitvoering ervan;
  • de volgende punten wat betreft subsidies:
    • de prioriteiten,
    • de selectie- en gunningscriteria, en het relatieve gewicht van de verschillende gunningscriteria,
    • het maximale financieringspercentage voor de totale subsidiabele kosten.

Het strategische plan bestrijkt een maximale periode van vier jaar, waarbij voldoende flexibiliteit wordt behouden zodat de EU snel kan reageren op nieuwe en opkomende uitdagingen, onverwachte kansen en crises. Het strategische plan heeft met name betrekking op de pijler “Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen” en ook op relevante activiteiten in andere pijlers en in het onderdeel “Verbreding van de deelname aan en versterking van de EOR”.

Begroting

Het specifieke programma heeft een begroting van 83,397 miljard EUR in lopende prijzen, met een aanvullende begroting van 2,790 miljard EUR in constante prijzen van 2018 die voortvloeit uit artikel 5 van Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 (het meerjarig financieel kader 2021-2027, zie samenvatting) en voorts een begroting van 5,000 miljard EUR in constante prijzen van 2018 die voortvloeit uit het EU-herstelinstrument ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (Verordening (EU) 2020/2094, zie samenvatting).

VANAF WANNEER IS HET BESLUIT VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds 1 januari 2021 van toepassing.

ACHTERGROND

Zie ook:

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Besluit (EU) 2021/764 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Besluit 2013/743/EU (PB L 167 I van 12.5.2021, blz. 1-80)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1-68)

Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 23-27)

Laatste bijwerking 02.07.2021

Naar boven