EU-regels inzake de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen
SAMENVATTING VAN:
Richtlijn (EU) 2016/2284 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen
WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTLIJN?
- De richtlijn heeft tot doel de gezondheidsrisico’s en milieueffecten van luchtvervuiling te verminderen door de vaststelling van nationale emissiereductieverbintenissen*.
- Met de richtlijn worden ook de emissiereductieverbintenissen onder de EU-wetgeving afgestemd op de internationale verbintenissen (na de herziening van het Protocol van Göteborg in 2012).
De wetgeving was voorgesteld als onderdeel van het beleidspakket voor schonere lucht van de EU van 2013, dat een Programma Schone lucht voor Europa omvatte.
KERNPUNTEN
Toepassingsgebied
De richtlijn heeft betrekking op vijf luchtverontreinigende stoffen:
- zwaveldioxide;
- stikstofoxiden;
- vluchtige organische stoffen met uitzondering van methaan;
- ammoniak;
- fijnstof.
Emissiereductieverbintenissen
- De richtlijn bevat emissiereductieverbintenissen per verontreinigende stof voor elk EU-land, die gelden vanaf 2020 en vanaf 2030.
- De emissiereductieverbintenissen voor elke verontreinigende stof die jaarlijks gelden van 2020 tot en met 2029, zijn dezelfde als die waaraan de EU-landen zich reeds moeten houden ingevolge het herziene Protocol van Göteborg.
- Er zijn vanaf 2030 nieuwe strengere reducties overeengekomen.
Emissiereductieverbintenissen
- Voor elk EU-land worden indicatieve emissieniveaus voor 2025 vastgesteld.
- Deze worden berekend aan de hand van een lineair reductietraject, d.w.z. de emissies worden jaarlijks met een constant percentage verminderd, richting de emissiereductieverbintenissen voor 2030.
- De EU-landen kunnen echter een niet-lineair reductietraject volgen indien dit efficiënter is.
Als een EU-land afwijkt van het geplande traject, moet het de redenen hiervoor geven en toelichten welke maatregelen het voornemens is te nemen om weer op het traject te komen.
Flexibiliteit
- De richtlijn voorziet in enige flexibiliteit ten aanzien van de nakoming van de emissiereductieverbintenissen onder bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld:
- emissie-inventarissen mogen worden aangepast in overeenstemming met bepaalde voorwaarden om rekening te houden met de vooruitgang in de wetenschappelijke kennis;
- in geval van een uitzonderlijk koude winter of een uitzonderlijk droge zomer kan het betrokken land aan de richtlijn voldoen door de jaarlijkse emissies te middelen met die van het voorgaande jaar en de komende jaren.
Nationale programma’s
- Krachtens de richtlijn moeten er vanaf 1 april 2019 nationale programma’s ter beheersing van de luchtverontreiniging worden vastgesteld.
- De EU-landen moeten hun programma’s ten minste om de vier jaar actualiseren en maatregelen ter vermindering van emissies overwegen voor alle betrokken sectoren, waaronder:
- de landbouw;
- energie;
- de industrie;
- het wegvervoer;
- de binnenvaart;
- huisverwarming;
- het gebruik van niet voor de weg bestemde verplaatsbare machines; en
- oplosmiddelen.
Europees Forum voor schone lucht
- Krachtens de richtlijn moet de Europese Commissie een Europees Forum voor schone lucht opzetten om ervaringen en goede praktijken uit te wisselen, onder meer inzake de reductie van de emissies uit huisverwarming en wegvervoer, die leerrijk en stimulerend kunnen zijn voor de nationale programma’s ter beheersing van de luchtverontreiniging en de uitvoering ervan.
Intrekking
Met Richtlijn (EU) 2016/2284 wordt Richtlijn 2001/81/EG inzake nationale emissieplafonds voor bepaalde luchtverontreinigende stoffen vanaf 1 juli 2018 ingetrokken. De plafonds in Richtlijn 2001/81/EG blijven echter van toepassing totdat de nieuwe door Richtlijn (EU) 2016/2284 vastgestelde reductieverbintenissen vanaf 1 januari 2020 van kracht worden.
VANAF WANNEER IS DE RICHTLIJN VAN TOEPASSING?
De richtlijn is sinds 31 december 2016 van toepassing en EU-landen moesten de richtlijn voor 1 juli 2018 omzetten naar hun nationale wetgeving.
ACHTERGROND
Zie voor meer informatie:
KERNBEGRIPPEN
Nationale emissiereductieverbintenis: de verplichting van de EU-landen om emissies van een bepaalde stof te verminderen; het geeft de emissiereductie weer die ten minste moet worden bereikt in een vooropgesteld kalenderjaar, als een percentage van de totale vrijgekomen emissies tijdens het referentiejaar (2005).
BELANGRIJKSTE DOCUMENT
Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de vermindering van de nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen, tot wijziging van Richtlijn 2003/35/EG en tot intrekking van Richtlijn 2001/81/EG (PB L 344 van 17.12.2016, blz. 1-31)
GERELATEERD DOCUMENT
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Programma „Schone lucht voor Europa” (COM(2013) 918 final, 18.12.2013)
Laatste bijwerking 29.08.2019