Gemeenschappelijke EU-regels voor uitvoer

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2015/479 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

De verordening legt het grondbeginsel vast dat de uitvoer van producten uit EU-landen naar andere landen niet is onderworpen aan kwantitatieve beperkingen. Bovendien bevat ze een regeling met betrekking tot een procedure om vrijwaringsmaatregelen te treffen.

KERNPUNTEN

De verordening is van toepassing op alle producten, zowel industriële als landbouwproducten.

Vrijwaringsmaatregelen

• Om een crisistoestand veroorzaakt door schaarste aan essentiële goederen te voorkomen, kan de Europese Commissie de uitvoer van een product afhankelijk stellen van de overlegging van een uitvoervergunning. De maatregelen kunnen worden beperkt tot de uitvoer naar bepaalde landen of de uitvoer uit bepaalde gebieden van de EU. De maatregelen gelden echter niet voor producten die reeds onderweg zijn naar de EU-grens.
• Zo was bijvoorbeeld in verband met het uitbreken van COVID-19 op grond van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/402 voor bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen — ongeacht of deze van oorsprong uit de EU zijn — gedurende een beperkte periode een uitvoervergunning vereist van bevoegde autoriteiten van EU-landen in geval van uitvoer buiten de EU, anders dan naar landen binnen de Europese Vrijhandelsassociatie, gebieden die afhankelijk zijn van toeleveringsketens van de EU (zoals Andorra) en bepaalde gebieden overzee. Het doel van de maatregel was ervoor te zorgen dat persoonlijke beschermingsmiddelen in EU-landen beschikbaar waren om de verspreiding van COVID-19 te voorkomen. In de uitvoeringshandeling is de procedure vastgelegd voor het aanvragen van de vergunning en in bijlage I ervan zijn de producten opgenomen waarvoor een vergunning vereist is (beschermende corrigerende brillen en contactlenzen, handschoenen, beschermende kleding, mond- en neusbeschermingsmiddelen en gelaatschermen).
• De Commissie moet iedere vrijwaringsmaatregel in het belang van de EU goedkeuren, met inachtneming van de bestaande internationale verplichtingen (bijvoorbeeld als gevolg van het EU-lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie).

Informatie en overleg

• Als een EU-land van mening is dat er als gevolg van ongewone marktontwikkelingen vrijwaringsmaatregelen nodig zijn, moet dit land de Commissie hiervan in kennis stellen. Deze informeert dan de andere EU-landen.
• De Commissie kan aan de EU-landen vragen haar statistische gegevens te verstrekken over de ontwikkeling van de markt van het betreffende product om de economische en commerciële situatie ervan te kunnen bepalen.

Uitvoering

Het Vrijwaringscomité bestaande uit de vertegenwoordigers van EU-landen, ingesteld krachtens Verordening (EU) 2015/478 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer, assisteert de Commissie bij de uitvoering van de verordening.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds 16 april 2015 van toepassing. Ze vervangt Verordening (EG) nr. 1061/2009 met onmiddellijke ingang.

ACHTERGROND

De verordening strekt tot codificatie van Verordening (EG) nr. 1061/2009 van de Raad, die herhaaldelijk ingrijpend is gewijzigd. Ze maakt onderdeel uit van het gemeenschappelijk handelsbeleid van de EU, dat is gebaseerd op voor alle EU-landen uniforme beginselen.

Ga voor meer informatie naar:

• Uitvoer uit de EU (Europese Commissie).

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2015/479 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de uitvoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 34-40)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/402 van de Commissie van 14 maart 2020 tot onderwerping van de uitvoer van bepaalde producten aan de overlegging van een uitvoervergunning (PB L 77I van 15.3.2020, blz. 1-7)

Achtereenvolgende wijzigingen in Verordening (EU) 2020/402 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Verordening (EU) 2015/478 van het Europees Parlement en de Raad van 11 maart 2015 betreffende de gemeenschappelijke regeling voor de invoer (PB L 83 van 27.3.2015, blz. 16-33)

Laatste bijwerking 08.04.2020