EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32005R0183

Diervoederhygiëne

Diervoederhygiëne

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 183/2005 — Voorschriften voor diervoederhygiëne

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

  • Het belangrijkste doel van deze verordening is zorgen voor een hoog beschermingsniveau voor het leven van mensen en de gezondheid van dieren en het milieu.
  • Deze verordening zorgt dat de voederveiligheid wordt gewaarborgd in alle stadia die gevolgen kunnen hebben op de voeder- en voedselveiligheid, met inbegrip van de primaire productie*.
  • Er wordt een systeem voor aansprakelijkheid en voorschriften ingevoerd om ervoor te zorgen dat diervoeders veilig en van goede kwaliteit zijn, door de traceerbaarheid gedurende de hele voederketen te waarborgen.

KERNPUNTEN

Toepassingsgebied

De verordening is van toepassing op de activiteiten van exploitanten van diervoederbedrijven, variërend van de primaire productie van diervoeders tot en met het in de handel brengen ervan, alsmede het voederen van voedselproducerende dieren en de in- en uitvoer van diervoeders uit en naar niet-EU-landen.

Uitzonderingen

Van het toepassingsgebied zijn uitgesloten:

  • de particuliere huishoudelijke productie van diervoeders voor voedselproducerende dieren voor eigen particulier gebruik, voor niet voor de voedselproductie gehouden dieren;
  • het voederen van voedselproducerende dieren, gehouden voor eigen particulier gebruik;
  • de rechtstreekse levering van kleine hoeveelheden primaire productie door de producent aan eindconsumenten of aan de lokale detailhandel die rechtstreeks aan de eindconsumenten levert;
  • diervoeders voor niet voor de voedselproductie gehouden dieren;
  • de rechtstreekse levering op plaatselijk niveau van kleine hoeveelheden primaire productie van diervoeders door de producent aan lokale veehouderijen voor gebruik op die bedrijven;
  • de detailhandel in voeder voor gezelschapsdieren.

Belangrijkste elementen:

  • Verplichte registratie van alle exploitanten van diervoederbedrijven door de bevoegde autoriteit.
  • Erkenning van inrichtingen van diervoederbedrijven die activiteiten uitvoeren waarbij gevoeligere stoffen, zoals bepaalde toevoegingsmiddelen voor diervoeders en voermengsels* , worden gebruikt en mengvoeders*.
  • Invoering van verplichte voorschriften voor de diervoederproductie op boerderijniveau.
  • Uniforme hygiënevoorschriften waaraan alle diervoederbedrijven moeten voldoen.
  • Goede hygiënepraktijken die op alle niveaus van de landbouwproductie en het gebruik van diervoeders moeten worden toegepast.
  • Invoering van de beginselen van Hazard Analysis and Critical Control Points (HACCP)* voor andere exploitanten van diervoederbedrijven dan die op het niveau van primaire productie.
  • Bevordering van de opstelling van EU- en nationale gidsen voor goede praktijken bij de productie van diervoeders.

Diervoederbedrijven die verantwoordelijk zijn voor de primaire productie van diervoeders

Deze bedrijven moeten gevaar voor de voederveiligheid tijdens de productie, bereiding, reiniging, verpakking, opslag en het vervoer van deze producten (bijlage I) voorkomen, elimineren of reduceren. Zij moeten een register bijhouden van de maatregelen die zijn genomen om de gevaren van verontreiniging te beheersen.

Andere exploitanten van diervoederbedrijven

  • Deze bedrijven moeten maatregelen treffen om de veiligheid van de producten die ze produceren, vervoeren of gebruiken te waarborgen. Deze maatregelen worden nader toegelicht in bijlage II en betreffen vooral:

    • bedrijfsruimten en uitrusting;
    • opleiding van personeel;
    • de organisatie en bewaking van de verschillende stadia van productie;
    • de documenten die de exploitanten moeten bewaren.
  • Zij moeten ook de HACCP-beginselen toepassen en documenten bijhouden waaruit blijkt dat zij deze in acht nemen.
  • Bedrijven moeten:

    • corrigerende maatregelen treffen wanneer uit de bewaking blijkt dat een kritisch controlepunt (zie HACCP-beginselen) niet volledig onder controle is;
    • procedures invoeren om te verifiëren of de maatregelen functioneren;
    • registers bijhouden waaruit blijkt dat deze maatregelen daadwerkelijk worden toegepast.

Registratie en erkenning

  • Diervoederbedrijven (inclusief bedrijven die verantwoordelijk zijn voor de primaire productie van diervoeders) moeten zich registreren bij de bevoegde autoriteiten van hun respectieve land. Zij moeten actuele informatie verstrekken en ermee instemmen samen te werken bij controles.
  • Wanneer dit op grond van nationale of EU-wetgeving is vereist, zorgen exploitanten van diervoederbedrijven ervoor dat inrichtingen onder hun controle door de bevoegde autoriteit zijn erkend en ze mogen niet zonder erkenning in bedrijf zijn. Elk EU-land moet een lijst van erkende inrichtingen bijhouden. Wanneer een inrichting niet langer aan de voor haar activiteiten geldende voorschriften voldoet, kan de erkenning tijdelijk worden opgeschort of ingetrokken.

Gidsen voor goede praktijken

Zowel de Commissie als de EU-landen publiceren gidsen voor goede praktijken in de diervoedersector en over de toepassing van de HACCP-beginselen. Deze moeten worden opgesteld in overeenstemming met de beginselen van de Codex Alimentarius en in overleg met alle betrokken partijen. Bij het opstellen van gestandaardiseerde EU-gidsen zorgt het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders (ook wel PAFF genoemd) ervoor dat de inhoud van deze gidsen praktisch uitvoerbaar is.

Wijzigingen

Bijlage II bij de verordening is tweemaal gewijzigd (bij Verordening (EU) nr. 225/2012 en Verordening (EU) 2015/1905) met betrekking tot de goedkeuring van bedrijven die producten maken uit plantaardige oliën en gemengde vetten en met betrekking tot de specifieke voorschriften voor productie, opslag, vervoer en het testen op dioxine.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds 1 januari 2006 van toepassing.

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

KERNBEGRIPPEN

Primaire productie: de productie van landbouwproducten, waaronder het telen, het oogsten, het melken, het fokken van dieren (voorafgaande aan het slachten) of het vissen, waarmee uitsluitend producten worden verkregen die geen andere handelingen na de oogst, verzameling of vangst ondergaan dan een eenvoudige fysieke behandeling.
Voermengsels: mengsels van toevoegingsmiddelen voor diervoeders of mengsels van een of meer toevoegingsmiddelen voor diervoeders en als draagstoffen gebruikte voedermiddelen of water, die niet bedoeld zijn om rechtstreeks aan dieren te worden gevoerd.
Mengvoeders: organische of anorganische stoffen in mengsels, met of zonder toevoegingsmiddelen, bestemd voor vervoedering in de vorm van volledige diervoeders of aanvullende diervoeders.
HACCP-beginselen: deze bevatten de voorschriften waaraan moet worden voldaan tijdens de productie, bewerking, verwerking en distributie om door middel van gevarenanalyses kritische punten te identificeren die onder controle moeten worden gehouden om de voedselveiligheid te garanderen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne (PB L 35 van 8.2.2005, blz. 1-22)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 183/2005 werden in het oorspronkelijke document opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad over de bestaande nationale wetgeving, systemen en praktijken in de lidstaten en op Gemeenschapsniveau in verband met aansprakelijkheid in de levensmiddelen- en diervoedersector en over haalbare systemen van financiële waarborgen in de diervoedersector op Gemeenschapsniveau in overeenstemming met artikel 8 van Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne (COM(2007) 469 def., 14.8.2007).

Laatste bijwerking 07.09.2017

Naar boven