This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52006DC0302
Communication from the Commission to the Council and the European Parliament on an EU Forest Action Plan {SEC(2006) 748}
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende een EU-actieplan voor de bossen {SEC(2006) 748}
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende een EU-actieplan voor de bossen {SEC(2006) 748}
/* COM/2006/0302 def. */
Mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement betreffende een EU-actieplan voor de bossen {SEC(2006) 748} /* COM/2006/0302 def. */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 15.6.2006 COM(2006) 302 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT betreffende een EU-actieplan voor de bossen {SEC(2006) 748} MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT betreffende een EU-actieplan voor de bossen INLEIDING Met deze mededeling wordt gevolg gegeven aan het verzoek van de Raad[1] aan de Commissie om in 2006 een EU-actieplan voor de bossen in te dienen. Zij is opgesteld in nauwe samenwerking met de lidstaten en in overleg met de betrokken partijen. Daarbij is rekening gehouden met het verslag van het Europees Parlement over de uitvoering van de EU-strategie inzake bossen en met de terzake relevante rapporten van het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s. In het aan deze mededeling gehechte werkdocument van de diensten van de Commissie wordt geschetst hoe het actieplan tot stand is gekomen. ALGEMENE BEGINSELEN EN DOELSTELLINGEN Algemene beginselen Dit actieplan, dat voortbouwt op de resolutie van de Raad van 15 december 1998 over een bosbouwstrategie voor de Europese Unie[2], biedt een kader voor op de bossen gerichte acties op Gemeenschaps- en lidstaatniveau alsook een instrument om de acties van de Gemeenschap en het bosbeleid van de lidstaten onderling te coördineren. Het EU-actieplan voor de bossen heeft in het algemeen ten doel duurzaam bosbeheer en de multifunctionaliteit van bossen te ondersteunen en te versterken. Het is gebaseerd op de volgende beginselen: - nationale bosprogramma’s als passend kader voor de tenuitvoerlegging van in internationaal verband aangegane verplichtingen met betrekking tot de bossen; - het toenemend belang van mondiale en sectoroverschrijdende vraagstukken m.b.t. het bosbeleid, waardoor meer samenhang en coördinatie zijn vereist; - de noodzaak om het concurrentievermogen van de EU-bosbouwsector en goede governance met betrekking tot de bossen van de EU te versterken; - inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel. In het licht van de grote diversiteit qua natuurlijke, maatschappelijke, economische en culturele omstandigheden en de verschillende eigendomsregelingen met betrekking tot de bossen in de EU, wordt in het actieplan de noodzaak erkend van specifieke, op de verschillende bostypes toegesneden benaderingen en acties. Daarbij wordt de nadruk gelegd op de belangrijke rol die de boseigenaren spelen bij het duurzame beheer van bossen in de EU. Het actieplan wil ook een bijdrage leveren tot de doelstellingen van de hernieuwde strategie van Lissabon inzake groei en werkgelegenheid en van de agenda van Göteborg voor duurzame ontwikkeling. Het zal worden gevolgd en vervolledigd door een mededeling over het concurrentievermogen van de van bossen afhankelijke bedrijfstakken, waaraan momenteel wordt gewerkt. Doelstellingen Het opstellen van het EU-actieplan voor de bossen heeft geresulteerd in een gemeenschappelijke visie van de Commissie en de lidstaten op de bosbouw en op de bijdrage die bossen en bosbouw leveren aan de moderne samenleving: Het bos ten dienste van de samenleving: multifunctionele, op de lange termijn gerichte bosbouw die tegemoetkomt aan de huidige en toekomstige behoeften van de samenleving en voorziet in het levensonderhoud van de van bossen afhankelijke bevolkingsgroepen. Multifunctionele bosbouw levert economische, maatschappelijke, culturele en milieuvoordelen op. Het is een bron van hernieuwbare en milieuvriendelijke grondstoffen en levert een belangrijke bijdrage tot de economische ontwikkeling, de werkgelegenheid en de welvaart in Europa, met name in landelijke gebieden. Bossen leveren een positieve bijdrage tot de levenskwaliteit, zorgen voor een aangename leefomgeving, recreatiemogelijkheden en preventieve gezondheidszorg, en dragen bij tot de instandhouding en vergroting van de belevingswaarde en de ecologische diensten die het natuurlijke ecosysteem verschaft. Het spirituele en culturele erfgoed dat zij vertegenwoordigen, moet voor de toekomst behouden blijven. Conform deze visie heeft het actieplan vier belangrijke doelstellingen: - versterking van het concurrentievermogen op lange termijn; - verbetering en bescherming van het milieu; - bijdragen tot de levenskwaliteit; - bevordering van coördinatie en communicatie. Het vijfjarige actieplan (2007–2011) omvat een reeks kernacties die de Commissie gezamenlijk met de lidstaten ten uitvoer wil leggen. Voorts wordt in het plan gewezen op een aantal extra initiatieven die door de lidstaten kunnen worden ontplooid overeenkomstig hun specifieke behoeften en prioriteiten, waarbij zij een beroep kunnen doen op bestaande communautaire instrumenten, al kunnen voor de uitvoering ervan ook nationale instrumenten noodzakelijk zijn. ACTIES Versterking van het concurrentievermogen op lange termijn Doelstelling: Het concurrentievermogen op lange termijn van de bosbouwsector vergroten en het duurzame gebruik van bosproducten en –diensten stimuleren. De concurrentiekracht van de bosbouwsector is van fundamenteel belang, wil de samenleving kunnen profiteren van de talrijke voordelen die duurzame bosbouw oplevert. De bosbouwsector biedt aanzienlijke mogelijkheden voor de verdere ontwikkeling van producten en diensten van hoge kwaliteit en met een substantiële toegevoegde waarde waarmee hij dankzij zijn duurzame hulpbronnen aan een diverse en stijgende vraag vanuit de samenleving kan voldoen. Om een sterke en dynamische sector tot stand te brengen die in staat is de uitdagingen van een veranderend wereldsysteem aan te gaan, zijn onderzoek en technologische ontwikkeling, diversificatie, innovatie en investeringen in menselijk kapitaal en werkgelegenheid van hoge kwaliteit vereist. Kernactie 1 : De effecten van de mondialisering op de economische levensvatbaarheid en de concurrentiekracht van de bosbouwsector in de EU analyseren De Commissie zal een studie van de effecten van de mondialisering op de concurrentiekracht van de EU-bosbouwsector ondernemen, teneinde de belangrijkste factoren die de ontwikkelingen in deze sector bepalen in kaart te brengen en de basis te leggen voor een debat over de verdere actie die moet worden ondernomen om het concurrentievermogen en de economische levensvatbaarheid van de bosbouw te versterken. Kernactie 2 : Onderzoek en technologische ontwikkeling stimuleren om de concurrentiekracht van de bosbouwsector te vergroten Onderzoek en technologische ontwikkeling zijn van essentieel belang voor de duurzame ontwikkeling van de bosbouwsector in de EU. De Commissie zal haar steun voor bosbouwgerelateerd OTO in het raam van het zevende Kaderprogramma[3] continueren. De Commissie en de l idstaten zullen de ontwikkeling van het technologieplatform voor de bosbouwsector blijven stimuleren. De Commissie zal nauwgezet toezien op de uitvoering van de door dat platform opgestelde strategische onderzoeksagenda. Voorts kunnen de lidstaten de mogelijkheden die het EFRO[4] inzake onderzoek biedt, benutten voor het uitvoeren van specifieke projecten. De Commissie zal onderzoeken of een communautair wetenschappelijk forum voor de bossen kan worden opgezet om de contacten op het raakvlak tussen wetenschap en beleid te intensiveren. In een eerste fase zal de Commissie in 2007 een workshop organiseren om mogelijke acties van de Gemeenschap op dit gebied te bespreken. Kernactie 3 : Uitwisseling en evaluatie van ervaringen op het stuk van de waardebepaling en marketing van andere door de bossen geleverde goederen en diensten dan hout De bossen vervullen talrijke functies die niet in de marktprijs van hout en andere bosproducten worden verrekend. Het is noodzakelijk dat de totale waarde van de bossen en de daardoor vervulde functies wordt gekwantificeerd en dat er instrumenten worden ontwikkeld en toegepast om de waarde van de niet-vermarktbare goederen en diensten te compenseren. De Commissie zal het Permanent Comité voor de bosbouw (SFC) voorstellen een werkgroep ad hoc in het leven te roepen om een balans op te maken van de ervaringen met mechanismen voor de waardebepaling en compensatie van niet vermarktbare goederen en diensten. De Commissie wil bij deze uitwisseling van ervaringen, waaraan door de lidstaten actief zal worden geparticipeerd, een faciliterende rol spelen. De lidstaten zullen werk maken van studies en proefprojecten met betrekking tot de waardebepaling, de compensatie en innovatieve vormen van vermarkting van bosproducten en -diensten. Deze initiatieven kunnen worden ondersteund via het ELFPO[5], het LIFE+-instrument[6], het 7e OTO-kaderprogramma en het programma intelligente energie - Europa (IEE), dat een onderdeel vormt van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP)[7]. Kernactie 4 : Het gebruik van door de bossen geproduceerde biomassa voor de opwekking van energie bevorderen Het gebruik van hout als energiebron kan ertoe bijdragen de klimaatverandering af te remmen doordat het een alternatief biedt voor fossiele brandstoffen, en voorts leiden tot een grotere zelfvoorziening inzake energie, een beter verzekerde bevoorrading en het scheppen van meer banen op het platteland. Het Permanent Comité voor de bosbouw zal de uitvoering van het actieplan Biomassa[8] ondersteunen, met name via de ontwikkeling van markten voor pellets en houtsnippers en de voorlichting van boseigenaren over de mogelijkheden op het stuk van de productie van biomassa als energiebron. De Commissie zal onderzoek en voorlichting over de benutting van laagwaardig en ondermaats hout en houtafval voor de energiewinning stimuleren. De lidstaten zullen de beschikbaarheid van hout en houtafval en de haalbaarheid van het gebruik daarvan voor energiewinning op nationaal en regionaal niveau evalueren met het oog op eventuele verdere acties. Het 7e Kaderprogramma en het IEE/CIP bieden mogelijkheden om dit soort activiteiten te faciliteren. De Commissie zal onderzoek en ontwikkeling van technieken voor warmteopwekking, koeling en de productie van elektriciteit en brandstof[9] uit hout blijven ondersteunen via het thema Energie van het specifieke programma Samenwerking van het 7e Kaderprogramma, en de ontwikkeling van een biobrandstoftechnologieplatform bevorderen, alsook de uitvoering van de onderzoeksagenda daarvan ondersteunenen via het 7e Kaderprogramma. Kernactie 5 : De samenwerking tussen boseigenaren bevorderen en de opleiding en educatie met betrekking tot de bosbouw versterken Als gevolg van veranderende eigendomsstructuren en het stijgende aantal boseigenaren dat geen landbouwer is, ontbreekt het een toenemend aantal eigenaren aan de voor duurzaam bosbeheer vereiste vaardigheden en knowhow. De versnippering van het particuliere bosbezit dreigt ook te leiden tot extra belemmeringen voor en hogere kosten van bosbeheer, wat kan leiden tot een geringere benutting van hout en een verminderde toelevering van ecosysteemdiensten door de bossen. Voorts is er behoefte aan goed opgeleide en soepel inzetbare arbeidskrachten. In het licht van voorgaande overwegingen zullen de lidstaten de beroepsopleiding en educatie van boseigenaren en werknemers in de bosbouwsector ondersteunen. De lidstaten zullen eveneens steun verlenen voor de ontwikkeling van adviesdiensten voor boseigenaren en hun verenigingen. Deze diensten moeten bijdragen tot de totstandbrenging van een nieuwe marktgerichte aanpak, de verspreiding van informatie over duurzame beheerspraktijken en een grotere vakkundigheid van boseigenaren wat betreft biotoopherstel en stimulering van de biodiversiteit. De Commissie en de lidstaten zullen ervaringen en goede praktijken uitwisselen, ook wat betreft de beste manier om de afzet van hout voor industriële toepassingen te vergroten. Voor de ondersteuning van deze activiteiten kan een beroep worden gedaan op het ELFPO, maar ook op de communautaire instrumenten op het gebied van educatie en opleiding. Teneinde de concurrentiekracht en de economische levensvatbaarheid van de bosbouwsector te versterken, kunnen de lidstaten in het kader van hun eigen prioriteiten eveneens: - de samenwerking tussen boseigenaren, het bedrijfsleven en derden bevorderen bij de ontwikkeling van nieuwe producten, processen, technologieën en goed functionerende markten; - investeringen bevorderen die de economische waarde van bossen doen toenemen; - de oprichting en ontwikkeling van verenigingen van boseigenaren ondersteunen. Verbetering en bescherming van het milieu Doelstelling: De biodiversiteit, koolstofopslagfunctie, integriteit, gezondheid en veerkracht van de bosecosystemen op uiteenlopende geografische schaal in stand houden en op passende wijze vergroten. Willen wij zorgen voor gezonde bosecosystemen, dan is het van cruciaal belang dat de productiecapaciteit, de veerkracht en de biologische diversiteit ervan in stand worden gehouden. Gezonde bossen zijn op hun beurt van cruciaal belang voor een gezonde samenleving en dito economie. Bossen spelen een essentiële rol bij de totstandbrenging van de doelstellingen van Göteborg inzake duurzame ontwikkeling en de streefcijfers die de Gemeenschap heeft vastgesteld in het 6e Milieuactieprogramma, inclusief de thematische strategieën in dit verband. Kernactie 6 : De naleving van de EU-verplichtingen inzake bestrijding van de klimaatverandering krachtens het UNFCCC[10] en het Kyoto-protocol vergemakkelijken en aanpassing aan de effecten van de klimaatverandering bevorderen Bossen fungeren als koolstofputten en kunnen een bron zijn van hernieuwbare en milieuvriendelijke grondstoffen en energie. Anderzijds is circa 25 % van de mondiale broeikasgasemissies te wijten aan veranderingen in bodemgebruik, waarbij ontbossing in de tropen de belangrijkste rol speelt[11]. De Commissie zal samen met het SFC onderzoeken hoe op een beter gecoördineerde wijze kan worden voldaan aan de verplichtingen krachtens artikel 3, leden 3 en 4, van het Kyoto-protocol[12], met inbegrip van – onder meer – rapportage over veranderingen inzake bodemgebruik en bosbeheer. De Commissie zal de uitwisseling van informatie tussen het SFC en de EU-groep van deskundigen inzake koolstofputten[13] bevorderen teneinde de doeltreffendheid van de discussies over de bestrijding van klimaatverandering te vergroten. Maatregelen ter vermindering van de mondiale ontbossing en klimaatverbintenissen voor de periode na 2012 zijn daarbij aan de orde. De Commissie zal voorts onderzoek, opleiding en studies met betrekking tot de effecten van en de aanpassing aan klimaatverandering blijven ondersteunen. De lidstaten worden aangespoord om werk te maken van een evaluatie van de effecten van klimaatverandering, bewustmakingsactiviteiten en uitwisseling van ervaringen en de bevordering van bestrijdings- en aanpassingsactiviteiten. Kernactie 7 : Bijdragen tot het bereiken van de bijgestelde communautaire biodiversiteitsdoelstellingen voor 2010 en de periode daarna [14] Aangezien de biodiversiteit in de EU goeddeels verarmd is en er nog steeds op achteruitgaat, is versnelde actie op Gemeenschaps- en lidstaatniveau vereist om de natuurlijke ecosystemen en habitats te herstellen, willen wij onze doelstelling – het biodiversiteitsverlies een halt toeroepen – kunnen realiseren. De Commissie zal het SFC voorstellen: - ervaringen uit te wisselen met betrekking tot de implementatie van Natura 2000 in bosgebieden; - de monitoring van de biodiversiteit van de bossen te beschouwen als een proefexercitie in het kader van de lopende werkzaamheden met betrekking tot EU-biodiversiteitsindicatoren[15]; - te overwegen om de versnippering van het bosareaal en de effecten van bosuitbreiding op de biodiversiteit te bewaken; - een analyse te maken van de bestaande informatie en wetenschappelijke studies met betrekking tot het vereiste minimumareaal en de noodzakelijke maatregelen ter bescherming van de nog ongerepte bossen; - mede toe te zien op de uitvoering van het VBD[16] en andere besluiten met betrekking tot de biodiversiteit van de bossen. De Commissie zal periodiek gezamenlijke vergaderingen van de voor bossen en natuur bevoegde EU-directeuren beleggen en de actieve participatie van de bosinstanties in informele contacten tussen de lidstaten over de uitvoering van de natuurbeschermingswetgeving in de EU stimuleren (“GreenEnforce”-netwerk). Kernactie 8 : Werk maken van een Europees bosbewakingssysteem Het bosbewakingssysteem Forest Focus[17] loopt in 2006 ten einde. Tijdens de periode 2007–2013 zal milieumonitoring op EU-niveau kunnen worden ondersteund via het nieuwe instrument LIFE+. Er is behoefte aan geharmoniseerde informatie over de bossen om te kunnen voldoen aan de verplichtingen die de Commissie en de lidstaten in het kader van internationale overeenkomsten zijn aangegaan, alsook met het oog op de uitvoering van EU-richtlijnen zoals de habitatrichtlijn (Natura 2000), de kaderrichtlijn water en de fytosanitaire richtlijn. In samenwerking met de lidstaten en de bevoegde internationale organisaties zal de Commissie werk maken van de instelling van een Europees bosbewakingssysteem dat gebruik maakt van de bestaande bosdatabanken en -bewakingssystemen. Een coherent systeem dat gebaseerd is op bestaande c.q. weldra beschikbaar komende gegevensvergaringssystemen[18] en op de knowhow van de lidstaten, de Commissie (Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek, Eurostat[19]), het EMA[20] en internationale organisaties (bijvoorbeeld de VN/ECE[21] en de FAO[22]) is de beste manier om te voorzien in de rapportagebehoeften, zowel voor wetenschappelijke als voor beleidsdoeleinden. Door het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek zal een Europees datacentrum voor de bossen worden opgericht. De bewaking van de bossen zal niet beperkt blijven tot milieu-indicatoren maar ook betrekking hebben op economische en sociale informatie, en kan in voorkomend geval worden uitgebreid tot de indicatoren die door de vierde ministerconferentie over de bescherming van de bossen in Europa (MCPFE) zijn goedgekeurd[23]. Kernactie 9 : De bescherming van de bossen in de EU verbeteren Bosbranden, plagen en luchtverontreiniging beïnvloeden in sterke mate de ecologische toestand en de productiecapaciteit van de bossen in de EU. Als gevolg van wereldhandel en klimaatverandering zijn de verspreidingsmogelijkheden voor schadelijke organismen en zich agressief verbreidende exoten toegenomen. Aangezien de bescherming van de bossen tegen biotische en abiotische agentia een van de belangrijkste prioriteiten van het EU-bosbeleid vormt, is actuele informatie over de toestand van de bossen van het allergrootste belang. De Commissie neemt zich voor: - werk te maken van de verdere ontwikkeling van het Europees bosbrandinformatiesysteem; - een onderzoek uit te voeren naar de belangrijkste factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van de conditie van de bossen in Europa (met inbegrip van bosbranden), de doeltreffendheid van de bestaande communautaire bosbeschermingsinstrumenten en –maatregelen alsook de beschikbare opties om de doeltreffendheid van die maatregelen in de toekomst te verbeteren; - de lidstaten aan te sporen om samenwerkingsverbanden te vormen ter bestudering van specifieke regionale bosconditieproblemen; - onderzoek inzake bosbescherming en fytosanitaire problemen te ondersteunen in het raam van het 7e Kaderprogramma voor wetenschappelijk onderzoek. Voorts kunnen de lidstaten met ondersteuning van het ELFPO en LIFE+: - nationale bebossingsrichtsnoeren opstellen en bebossing voor milieu- en beschermingsdoeleinden bevorderen; - agrobosbouwsystemen bevorderen; - bosgerichte maatregelen in het kader van Natura 2000 bevorderen; - regelingen promoten waarbij boseigenaren vrijwillig bepaalde milieuverplichtingen aangaan; - investeringen stimuleren die de ecologische waarde van bossen ten goede komen; - bosbrandpreventiemaatregelen ondersteunen; - het herstel van door natuurrampen en branden beschadigde bossen ondersteunen; - steun verlenen voor onderzoek naar de oorzaken van bosbranden, bewustmakingscampagnes, opleidings- en demonstratieprojecten; - breed georiënteerde beschermingsstrategieën tegen biotische en abiotische agentia herbezien en actualiseren, inclusief risicobeoordelingsstudies met betrekking tot schadelijke organismen en invasieve soorten. Bijdragen tot de levenskwaliteit Doelstelling: bijdragen tot de levenskwaliteit door het behoud en de verbetering van de sociale en culturele dimensies van bossen. De bossen leveren goederen en diensten die ten goede komen aan de Europese burger, zijn gezondheid en zijn levenskwaliteit, met inbegrip van de esthetische belevingswaarde van en recreatiemogelijkheden in stedelijke en landelijke gebieden, werkgelegenheid en inkomsten voor miljoenen mensen, bescherming van bodem en water en bescherming tegen erosie, verwoestijning en natuurrampen. Teneinde bij te dragen tot de levenskwaliteit door het behoud en de versterking van de sociale en culturele dimensies van bossen, beschikken de lidstaten over de mogelijkheid om – overeenkomstig hun prioriteiten en met steun van het ELFPO – investeringen aan te moedigen die de aantrekkelijkheid van bossen en de belevingswaarde voor het publiek verhogen. Kernactie 10 : Milieueducatie en –informatie aanmoedigen Versterkte bewustmaking is noodzakelijk om te garanderen dat de voordelen van duurzaam bosbeheer door de samenleving naar waarde worden geschat. De Commissie zal de uitwisseling van ervaringen tussen de lidstaten met betrekking tot milieueducatie en milieu–informatiecampagnes faciliteren, met name waar die gericht zijn op kinderen (initiatieven zoals bosklassen en centra voor boseducatie). De lidstaten zullen educatie inzake duurzaam bosbeheer bevorderen. Kernactie 11 : De beschermende functies van bossen in stand houden en versterken De toenemende dreiging van natuurrampen, extreme weersomstandigheden, erosie en verwoestijning in bepaalde delen van Europa maakt duidelijk hoe belangrijk de beschermende rol van bossen wel is, met name in berggebieden en in het Middellandse-Zeegebied. Bijgevolg is er behoefte aan gecoördineerde bewaking en planning alsook aan doeltreffende beschermingsmaatregelen. Bewustmaking en kennisoverdracht inzake natuurgevaren en risicobeheer zijn van groot belang. Overeenkomstig hun prioriteiten en met de steun van het ELFPO kunnen de lidstaten : - hun op preventie van natuurrampengevaar en op veiligheid gerichte investeringen en duurzaam bosbeheer intensiveren; - deze aspecten meenemen in hun boseducatie- en bewustmakingsactiviteiten. Met de steun van het ELFPO kunnen de lidstaten grotere investeringen doen in preventie van natuurrampengevaar en in veiligheid, met name in het kader van grensoverschrijdende samenwerking. De Commissie zal de uitwisseling van ervaringen met betrekking tot maatregelen ter vergroting van de beschermende functie van bossen bevorderen. Kernactie 12 : De mogelijkheden met betrekking tot stedelijke en randstedelijke bossen verkennen Voor veel Europeanen vormen stedelijke bossen de belangrijkste mogelijkheid tot contact met en beleving van de natuur. Het plannen, aanleggen en beheren van stedelijke en randstedelijke bossen stelt nieuwe eisen aan de bosbeheerders, met name ten aanzien van de motivatie en de respons van plaatselijke gemeenschappen die de gevolgen van bosbouwkundige ingrepen ondergaan of die ervan uitgaan dat zij deel dienen te hebben aan de gunstige effecten daarvan. De Commissie en de lidstaten zullen op wetenschappelijke grondslagen: - de methodieken voor de inschatting van de effecten van stedelijke en randstedelijke bossen op mens en maatschappij toetsen en integreren teneinde passende langetermijnindicatoren en robuuste raamwerken vast te stellen voor toekomstige investeringen en beheer; - onderzoek doen naar mogelijke structuren om de participatie van plaatselijke gemeenschappen en niet traditioneel bij deze materie betrokken partijen in de planning, de aanleg, het beheer en het gebruik van stedelijke en randstedelijke bossen te vergroten. Bevordering van coördinatie en communicatie Doelstelling: De coherentie en de sectoroverschrijdende samenwerking verbeteren teneinde op de diverse organisatorische en institutionele niveaus te komen tot een goed evenwicht tussen economische, sociaal-culturele en milieudoelstellingen. Hoewel het bosbeleid tot de bevoegdheid van de lidstaten behoort, worden talrijke beleidsinitiatieven die gevolgen hebben voor de bosbouwsector ontwikkeld op Europees niveau. Met name in de sector van het bosbeleid is coördinatie tussen de verschillende beleidssectoren in de lidstaten, tussen de lidstaten en de Commissie en tussen de diensten van de Commissie onderling van bijzonder groot belang. Kernactie 13 : De rol van het Permanent Comité voor de bosbouw versterken De beschikking van de Raad tot instelling van een Permanent Comité voor de bosbouw[24] (SFC) verleent dat comité een ruim mandaat op het gebied van informatie–uitwisseling en overleg. Om een gecoördineerde tenuitvoerlegging van het actieplan mogelijk te maken, zal de Commissie in overleg met de leden van het SFC een jaarlijks werkprogramma voor dat comité opstellen. De Commissie zal gezamenlijke vergaderingen beleggen van het SFC en de Raadgevende Groep voor de bosbouw inclusief kurkproductie[25], alsook andere adviesorganen zoals het Raadgevend Comité voor het communautair beleid inzake de houtsector[26]. De Commissie zal ernaar streven de actieve participatie van het SFC als adviesorgaan bij beleidsvormingsprocessen te versterken, met name door dat comité aan te moedigen om op eigen initiatief rapporten en standpuntbepalingen uit te brengen. De werkmethoden van het SFC zullen worden aangepast, waarbij gebruik zal worden gemaakt van werkgroepen ad hoc. De lidstaten worden aangespoord om ook in de toekomst regelmatig vergaderingen met de voor bossen bevoegde EU-directeuren te organiseren. Kernactie 14 : De coördinatie tussen beleidsterreinen met betrekking tot kwesties die voor de bossen relevant zijn, versterken Om te komen tot een meer doeltreffende uitwisseling van informatie over initiatieven die consequenties kunnen hebben voor de bosbouwsector, zal elk betrokken directoraat-generaal een coördinator voor bosgerelateerd beleid aanwijzen. De Commissie zal het SFC geregeld informeren over initiatieven en acties op de diverse beleidsterreinen die voor de werkzaamheden van het comité relevant zijn. De Commissie zal, zonder te tornen aan haar administratieve structuren of aan de specifieke bevoegdheden van de afzonderlijke diensten, de rol van haar interne coördinatiegroep Bosbouw verder versterken. Kernactie 15 : De open coördinatiemethode (OCM) toepassen op de nationale bosprogramma’s De Europese Raad van Lissabon heeft de OCM omschreven als een methode om de lidstaten te helpen gaandeweg hun eigen beleid te ontwikkelen. De lidstaten en de Commissie zullen in het kader van het SFC onderzoeken of de OCM kan worden toegepast bij de vrijwillige coördinatie van de nationale bosprogramma’s. Kernactie 16 : Het profiel van de EU in internationale processen met betrekking tot de bossen versterken Zowel bij de Commissie als in de lidstaten is een hoge mate van coördinatie vereist om de coherentie van de verschillende internationale processen met betrekking tot de bossen te garanderen. Voor de betrokken werkgroepen van de Raad, met name die voor de bosbouw, is hier een belangrijke taak weggelegd. Het belangrijkste instrument waarmee in internationaal verband aangegane verbintenissen in niet-EU-landen kunnen worden ondersteund, is economische en ontwikkelingssamenwerking; het betreft hier een gedeelde bevoegdheid van de Gemeenschap en de lidstaten . Het laat zich aanzien dat het globale bedrag dat voor hulp wordt uitgetrokken, het komende decennium in stijgende lijn zal gaan. Daarbij is het zaak erop toe te zien dat bij de besluitvorming over de bestemming van deze middelen terdege rekening wordt gehouden met de rol van de bossen. Ook al zal de Commissie na 2006 niet langer over een specifiek financieringsinstrument voor de bossen beschikken, toch zullen er vanaf 2007 mogelijkheden voor financiële ondersteuning voorhanden zijn via het thematisch programma milieu en natuurlijke hulpbronnen, alsook via de regionale en landenprogramma’s. Op die manier kan de steun voor de tenuitvoerlegging van multilaterale milieuverdragen[27] en bosbeleidsprocessen[28] worden voortgezet. Het FLEGT-actieplan[29] wordt eveneens een prioritaire ondersteuningsdoelstelling voor de Commissie en de lidstaten , met name met het oog op capaciteitsopbouw in FLEGT-partnerlanden. Wat de samenwerking met de toetredende landen en kandidaat-lidstaten alsook met de naburige Europese landen betreft, zal de Commissie een actieve rol blijven spelen in de ministerconferenties over de bescherming van de bossen in Europa, het comité Hout van de VN/ECE en de bosgerelateerde activiteiten van de FAO. Kernactie 17 : Het gebruik van hout en andere bosproducten uit duurzaam beheerde bossen aanmoedigen In de geplande mededeling over het concurrentievermogen van de van bossen afhankelijke bedrijfssectoren zullen passende acties worden toegelicht om een intensiever gebruik van hout en andere bosproducten te stimuleren. Deze mededeling vormt een vervolg op de eerdere mededeling getiteld “Een inventarisatie van het concurrentievermogen van de houtverwerkende en aanverwante industrie in de EU”[30], waarin een diepgaande analyse van de sector in kwestie en een inventaris van de belangrijkste problemen werden gepresenteerd. In de geplande mededeling zal – gezien de toenemende wereldwijde concurrentie waarmee de bosgerelateerde bedrijfssectoren in de EU zich geconfronteerd zien – vooral aandacht worden geschonken aan maatregelen om de randvoorwaarden waarbinnen deze bedrijven moeten werken te verbeteren, met name ten aanzien van de energie- en grondstoffenproblematiek. Wat die aspecten betreft, zal worden voortgebouwd op de resultaten van de werkzaamheden van de groep op hoog niveau voor concurrentievermogen, energie en milieu. Voorts zal aandacht worden geschonken aan aspecten zoals innovatie, onderzoek en ontwikkeling alsook educatie-, opleidings- en informatieactiviteiten. In het kader van het actieplan zal de Commissie de uitwisseling van ervaringen met het opstellen van richtsnoeren voor de toepassing van de richtlijn overheidsopdrachten op bosproducten tussen de lidstaten bevorderen. Kernactie 18 : Informatie-uitwisseling en communicatie verbeteren De beschikbaarheid van actuele informatie en de doeltreffende verspreiding daarvan zijn van essentieel belang voor een grotere bewustmaking van het publiek en een verhoogde zichtbaarheid van de bosbouwproblematiek in het beleid. Met de actieve inbreng van de lidstaten zal de Commissie werk maken van de ontwikkeling van een communicatiestrategie voor de bosbouw. Daarin zullen de belangrijkste stappen worden omschreven die moeten worden genomen om de communicatie over de bosbouw in de Gemeenschap te verbeteren. In het kader van de voorbereiding van deze strategie zullen de lidstaten ervaringen uitwisselen. Voorts zal de haalbaarheid van specifieke communicatiemaatregelen in de context van toekomstige internationale bosevenementen[31] worden onderzocht. De Commissie zal op haar Europa-website een speciale “bosbouw-website” opzetten. De lidstaten zullen ervoor zorgen dat de informatie over de bossen op hun relevante websites beschikbaar wordt gemaakt en aan de desbetreffende Europa-website kan worden gekoppeld. In het kader van het initiatief betreffende een Europees bosbewakingssysteem zal de Commissie een Europees informatie- en communicatieplatform voor de bossen tot stand helpen brengen om de beschikbare informatie beter te verspreiden en te benutten. Voorts worden de lidstaten aangemoedigd om profileringsevenementen – zoals een “week van het bos” of “dag van het bos” – te organiseren om het publiek nog beter bewust te maken van de voordelen van duurzaam bosbeheer. EVALUATIE Het actieplan bestrijkt een periode van vijf jaar (2007–2011). In 2009 vindt een tussentijdse evaluatie plaats en in 2012 een eindevaluatie. In 2012 zal bij de Raad en het Europees Parlement ook verslag worden uitgebracht over de uitvoering van het actieplan. De samenwerking met de belanghebbende partijen ter uitvoering van het actieplan op Gemeenschapsniveau zal hoofdzakelijk worden georganiseerd via de Raadgevende Groep voor de bosbouw inclusief kurkproductie. Het Permanent Comité voor de bosbouw treedt op als coördinerende instantie tussen de Commissie en de lidstaten voor de uitvoering van het actieplan. Het zal ook actief deelnemen aan de tussentijdse evaluatie en de eindevaluatie. [1] Conclusies van de Raad betreffende een EU-actieplan voor de bossen, 2662e vergadering van de Raad (Landbouw en Visserij), 30-31 mei 2005. [2] PB C 56 van 26.2.1999. [3] COM(2005) 119 def. [4] Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. [5] Verordening (EG) nr. 1290/2005 van de Raad (PB L 209 van 11.8.2005). [6] COM(2004) 621 def. [7] COM(2005) 121 def. [8] COM(2005) 628 def. [9] COM(2006) 34 def. [10] VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering. [11] COM(2005) 35 def. [12] Bebossing, herbebossing, ontbossing en bosbeheer. [13] Deze groep volgt de besprekingen over landgebruik, veranderingen in landgebruik en bosbouw (LULUCF) op de vergaderingen van het VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering (UNFCCC). [14] COM(2006) 216 def. – “Het biodiversiteitsverlies tegen 2010 – en daarna – tot staan brengen”. [15] “SEBI 2010” (“Streamlining European 2010 Biodiversity Indicators”, een proces waarbij het Europees Milieuagentschap en het Milieuprogramma van de VN zijn betrokken). [16] VN-Verdrag inzake biologische diversiteit. [17] Verordening (EG) nr. 2152/2003 (PB L 324 van 11.12.2003). [18] De EU ontplooit momenteel twee initiatieven die erop gericht zijn om tegen 2008 geavanceerde, actuele en coherente geospatiale informatie te verschaffen: het navigatiesysteem Galileo en het aardobservatiesysteem GMES (Global Monitoring for Environment and Security). [19] Bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen. [20] Europees Milieuagentschap. [21] Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties. [22] Voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties. [23] 4e MCPFE (Wenen, 2003): Indicatoren voor duurzaam bosbeheer. [24] Beschikking 89/367/EG (PB L 165 van 15.6.1989, blz. 14). [25] Besluit 2004/391/EG (PB L 120 van 24.4.2004, blz. 50). [26] Besluit 97/837/EG (PB L 346 van 17.12.1997, blz. 95). [27] VN-Verdrag inzake biologische diversiteit, VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering, VN-Verdrag ter bestrijding van woestijnvorming en Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten. [28] VN-Bossenforum, Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout. [29] COM(2003) 251 def. [30] COM(1999) 457 def. [31] 6e zitting van het Bossenforum van de Verenigde Naties: voorstel om 2010 uit te roepen tot internationaal jaar van het bos.