This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023R2533
Commission Regulation (EU) 2023/2533 of 17 November 2023 implementing Directive 2009/125/EC of the European Parliament and of the Council with regard to ecodesign requirements for household tumble dryers, amending Commission Regulation (EU) 2023/826, and repealing Commission Regulation (EU) No 932/2012
Verordening (EU) 2023/2533 van de Commissie van 17 november 2023 houdende uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke droogtrommels, tot wijziging van Verordening (EU) 2023/826 van de Commissie, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 932/2012 van de Commissie
Verordening (EU) 2023/2533 van de Commissie van 17 november 2023 houdende uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke droogtrommels, tot wijziging van Verordening (EU) 2023/826 van de Commissie, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 932/2012 van de Commissie
C/2023/7671
PB L, 2023/2533, 22.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2533/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Publicatieblad |
NL Serie L |
2023/2533 |
22.11.2023 |
VERORDENING (EU) 2023/2533 VAN DE COMMISSIE
van 17 november 2023
houdende uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke droogtrommels, tot wijziging van Verordening (EU) 2023/826 van de Commissie, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 932/2012 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van eisen inzake ecologisch ontwerp voor energiegerelateerde producten (1), en met name artikel 15, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens artikel 15 van Richtlijn 2009/125/EG moet de Commissie eisen inzake ecologisch ontwerp vaststellen voor energiegerelateerde producten met een significant omzet- en handelsvolume in de Unie en met een significant milieueffect en een significant potentieel om door middel van het ontwerp hun milieueffect te verbeteren, zonder dat dit buitensporige kosten met zich meebrengt. |
(2) |
In het werkplan inzake ecologisch ontwerp 2016-2019 (2), dat de Commissie heeft vastgesteld overeenkomstig artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2009/125/EG, zijn de prioritaire werkzaamheden binnen het kader voor ecologisch ontwerp en energie-etikettering voor 2016-2019 vastgelegd. In het werkplan worden de energiegerelateerde productgroepen aangemerkt als prioriteiten voor voorbereidende studies en, indien nodig, de vaststelling van uitvoeringsmaatregelen. Dit omvat huishoudelijke droogtrommels. Bovendien behoren huishoudelijke droogtrommels tot de drie belangrijkste groepen die vóór eind 2025 zullen worden herzien door het werkplan inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering 2022-2024 (3). |
(3) |
De maatregelen in het werkplan inzake ecologisch ontwerp 2022-2024 kunnen in 2030 naar schatting een totale jaarlijkse energiebesparing van meer dan 170 TWh opleveren, wat neerkomt op een vermindering van de broeikasgasemissies met ongeveer 24 miljoen ton per jaar in 2030. Voor huishoudelijke droogtrommels kan tegen 2030 een elektriciteitsbesparing van 0,6 TWh/jaar worden gerealiseerd en tegen 2040 1,7 TWh/jaar. |
(4) |
Verordening (EU) nr. 932/2012 (4) bevatte eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke droogtrommels. |
(5) |
Krachtens artikel 7 van Verordening (EU) nr. 932/2012 moet de Commissie die verordening herzien in het licht van de technologische vooruitgang. De Commissie heeft de evaluatie uitgevoerd en daarbij de technische, economische en milieuaspecten van huishoudelijke droogtrommels alsmede het gedrag van gebruikers in de praktijk geanalyseerd. De evaluatie is uitgevoerd in samenwerking met belanghebbenden en betrokken partijen uit de Europese Unie en derde landen. De resultaten van de evaluatie zijn openbaar gemaakt en voorgelegd aan het overlegforum dat is opgericht overeenkomstig artikel 18 van Richtlijn 2009/125/EG. |
(6) |
De milieuaspecten van huishoudelijke droogtrommels die voor de toepassing van deze verordening als significant worden beschouwd, zijn het energieverbruik tijdens de gebruiksfase, de productie van afval aan het einde van de levensduur, de emissies in lucht in zowel de productiefase (door de winning en verwerking van grondstoffen) als de gebruiksfase (door het elektriciteitsverbruik). |
(7) |
In de Unie werd het jaarlijkse energieverbruik van huishoudelijke droogtrommels die onder Verordening (EU) nr. 932/2012 vallen in 2020 geraamd op 10,5 TWh/jaar. Bij ongewijzigd beleid zal dat verbruik naar verwachting dalen tot 9 TWh/jaar in 2030. Die daling kan sneller optreden als de bestaande eisen inzake ecologisch ontwerp worden geactualiseerd om huishoudelijke droogtrommels met lage energie-efficiëntieprestaties uit de handel te nemen. |
(8) |
Het EU-actieplan voor de circulaire economie (5) en het werkplan inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering 2022-2024 onderstrepen het belang van het gebruik van het kader voor ecologisch ontwerp ter ondersteuning van de overgang naar een meer hulpbronnenefficiënte en circulaire economie. Geschat wordt dat de levensduur van huishoudelijke droogtrommels de jongste jaren is afgenomen van 14 tot ongeveer 12 jaar, en dat die trend waarschijnlijk zal aanhouden als er geen prikkels zijn om huishoudelijke droogtrommels naar behoren te onderhouden en te repareren. Daarom moeten in deze verordening passende eisen worden vastgesteld die bijdragen tot de doelstellingen van de circulaire economie, met name door de beschikbaarheid van reserveonderdelen verplicht te stellen en de kwaliteit van de informatie over zelfonderhoud door de eindgebruiker te verbeteren. |
(9) |
Uit het in overweging 5 bedoelde onderzoek blijkt dat een grote meerderheid van de droogtrommels op de markt een condensatie-efficiëntie van meer dan 80 % vertoont. De minimumdrempel voor het condensatie-rendement moet worden verhoogd van 70 % tot 80 %. |
(10) |
Huishoudelijke droogtrommels met meerdere trommels hebben dezelfde basiskenmerken als huishoudelijke droogtrommels en moeten daarom in het toepassingsgebied van deze verordening worden opgenomen. |
(11) |
Ingebouwde huishoudelijke droogtrommels worden ingebouwd in een kast of tussen panelen die, wanneer ze op conformiteit worden getest, de in de droogtrommel geproduceerde warmte vasthouden, wat leidt tot hogere energie-efficiëntie en bijdraagt tot de naleving van de eisen inzake ecologisch ontwerp. De definitie van ingebouwde huishoudelijke droogtrommels moet worden verbeterd om ze te onderscheiden van andere huishoudelijke droogtrommels die eenvoudigweg onder een paneel worden geplaatst maar niet worden ingebouwd tussen panelen, en die daarom niet kunnen worden getest als ingebouwde huishoudelijke droogtrommels. |
(12) |
Huishoudelijke droogtrommels die worden aangedreven door batterijen die ook via een afzonderlijk aangeschafte wissel-/gelijkstroomomzetter op het elektriciteitsnet kunnen worden aangesloten, worden gewoonlijk gebruikt in mobiele omgevingen zoals campers. Het is derhalve dienstig deze producten van het toepassingsgebied van deze verordening uit te sluiten. |
(13) |
Er moeten specifieke drempels voor de energiebesparende standen van huishoudelijke droogtrommels worden vastgesteld. De eisen van Verordening (EU) 2023/826 van de Commissie (6) dienen niet van toepassing te zijn op producten die in het toepassingsgebied van deze verordening vallen. Verordening (EU) 2023/826 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(14) |
Het tijdschema voor de nieuwe eis inzake het maximumelektriciteitsverbruik in de uitstand voor huishoudelijke droogtrommels moet worden afgestemd op het tijdschema voor het elektriciteitsverbruik in de uitstand uit hoofde van Verordening (EU) 2023/826. |
(15) |
De relevante productparameters moeten worden gemeten aan de hand van betrouwbare, accurate en reproduceerbare methoden. Bij die methoden moet rekening worden gehouden met de erkende, meest recente meetmethoden, waaronder, indien beschikbaar, geharmoniseerde normen die door de in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad (7) genoemde Europese normalisatie-instellingen worden vastgesteld. |
(16) |
Overeenkomstig artikel 8, lid 2, van Richtlijn 2009/125/EG moeten in deze verordening de toepasselijke overeenstemmingsbeoordelingsprocedures worden gespecificeerd. |
(17) |
Ter ondersteuning van de controles op de naleving moeten de fabrikanten, importeurs of gemachtigde vertegenwoordigers informatie vermelden in de technische documentatie als bedoeld in de bijlagen IV en V van Richtlijn 2009/125/EG, voor zover deze informatie betrekking heeft op de eisen van deze verordening. |
(18) |
Indien in deze verordening gespecificeerde parameters van de technische documentatie identiek zijn aan de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2534 van de Commissie (8) gedefinieerde parameters van het productinformatieblad, moeten de fabrikanten, importeurs of gemachtigde vertegenwoordigers de overeenkomstige gegevens invoeren in de productendatabank overeenkomstig Verordening (EU) 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad (9) en moeten zij deze gegevens niet langer verstrekken aan de markttoezichtautoriteiten als onderdeel van de technische documentatie. |
(19) |
Met het oog op de bescherming van de consument mogen geen producten op de markt worden toegelaten die in testomstandigheden hun prestaties automatisch veranderen wat de opgegeven parameters betreft. Ook mogen software-updates van het product niet leiden tot een verslechtering van de prestaties wat betreft de opgegeven parameters. |
(20) |
De controleprocedure voor markttoezicht moet geschikt zijn voor gevallen waarin tests op huishoudelijke droogtrommels geen resultaten opleveren die geschikt zijn om te vergelijken met de door de fabrikant opgegeven waarden. |
(21) |
Overeenkomstig deel 3, punt 2, van bijlage I bij Richtlijn 2009/125/EG moeten indicatieve benchmarks voor de beste beschikbare technologieën worden vastgesteld om informatie over de milieuprestaties tijdens de levensduur van de onder deze verordening vallende producten op grote schaal beschikbaar en gemakkelijk toegankelijk te maken. |
(22) |
De mogelijke lekkage van koelmiddelen in warmtepompdroogtrommels kan bijdragen tot de opwarming van de aarde. De huishoudelijke droogtrommel moet op een zichtbare plaats aangeven welk type koelmiddel is gebruikt om een passende hantering van het koelmiddel te vergemakkelijken wanneer het apparaat wordt gerepareerd, gerecycled of gesloopt. |
(23) |
Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/807 (10) stelt een primaire-energiefactor voor elektriciteit van 1,9 (omrekeningscoëfficiënt) vast die moet worden toegepast wanneer energiebesparingen worden berekend als primaire energie, op basis van het eindenergieverbruik. Deze primaire-energiefactor moet worden toegepast bij de vergelijking van het energieverbruik van elektrische droogtrommels en gasverwarmde droogtrommels. |
(24) |
Deze verordening moet worden geëvalueerd om na te gaan of de bepalingen ervan passend en doeltreffend zijn om de doelstellingen ervan te verwezenlijken. Het moment van de evaluatie moet zo worden gekozen dat alle bepalingen zijn uitgevoerd en een impact hebben op de markt. |
(25) |
Om de overgang van Verordening (EU) nr. 932/2012 naar deze verordening te vergemakkelijken, moet het gebruik van de nieuwe term “eco” worden toegestaan vanaf de inwerkingtreding van deze verordening. Tegelijkertijd moet het fabrikanten worden toegestaan om vier maanden vóór de datum van toepassing van deze verordening aan de voorschriften ervan te voldoen. |
(26) |
Om te waarborgen dat huishoudelijke droogtrommels doeltreffend kunnen worden gerepareerd, moet de prijs van reserveonderdelen redelijk zijn en mag deze de reparatie van het apparaat niet ontmoedigen. Om voor transparantie te zorgen en de vaststelling van redelijke prijzen te stimuleren, moet de indicatieve prijs, exclusief belastingen, voor reserveonderdelen die krachtens deze verordening moeten worden verstrekt, op een vrij toegankelijke website beschikbaar zijn. |
(27) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 19 van Richtlijn 2009/125/EG opgerichte comité. |
(28) |
Verordening (EU) nr. 932/2012 moet met ingang van 30 juni 2025 worden ingetrokken, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied
1. In deze verordening worden eisen inzake ecologisch ontwerp gesteld aan het in de handel brengen of het in bedrijf stellen van op netspanning werkende huishoudelijke droogtrommels en gasverwarmde huishoudelijke droogtrommels. Zij is ook van toepassing op ingebouwde huishoudelijke droogtrommels, huishoudelijke droogtrommels met meerdere trommels en op netspanning werkende huishoudelijke droogtrommels die ook op batterijen kunnen worden gevoed.
2. Deze verordening is niet van toepassing op:
a) |
huishoudelijke was-droogcombinaties en huishoudelijke centrifuges; |
b) |
droogtrommels die binnen het toepassingsgebied vallen van Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad (11); |
c) |
huishoudelijke droogtrommels op batterijen die via een afzonderlijk aan te schaffen wissel-/gelijkstroomomzetter op netspanning kunnen worden aangesloten. |
3. De eisen in bijlage II, delen 2 en 3, en deel 6, punten 1), a) en 1), b), zijn niet van toepassing op huishoudelijke droogtrommels met een nominale capaciteit voor het ecoprogramma van 3 kg of minder.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1) |
“huishoudelijke droogtrommel”: een machine waarin wasgoed gedroogd wordt in een ronddraaiende trommel waar warme lucht door geblazen wordt, en waarvan de fabrikant in de verklaring van overeenstemming opgeeft dat deze voldoet aan Richtlijn 2014/35/EU (12) of aan Richtlijn 2014/53/EU (13); |
2) |
“netspanning”: de elektriciteitsvoorziening van het elektriciteitsnet van 230 (± 10 %) volt wisselstroom bij 50 Hz; |
3) |
“gasverwarmde droogtrommel”: een huishoudelijke droogtrommel die gas gebruikt om de lucht daarin te verwarmen; |
4) |
“huishoudelijke inbouwdroogtrommel”: een huishoudelijke droogtrommel die uitsluitend wordt ontworpen, getest en op de markt gebracht om:
|
5) |
“huishoudelijke was-droogcombinatie”: een apparaat als gedefinieerd in artikel 2, punt 4), van Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie (14); |
6) |
“huishoudelijke centrifuge”: een apparaat waarin water uit het wasgoed wordt verwijderd door het te centrifugeren in een ronddraaiende trommel, en wordt afgevoerd door een automatische pomp of door de zwaartekracht, en dat hoofdzakelijk is ontworpen voor niet-professionele doeleinden; |
7) |
“huishoudelijke droogtrommel met meerdere trommels”: een huishoudelijke droogtrommel die is uitgerust met meer dan één trommel, in aparte eenheden dan wel in dezelfde behuizing; |
8) |
“equivalent model”: een model dat dezelfde voor de te verstrekken technische informatie relevante technische eigenschappen heeft, maar door dezelfde fabrikant, importeur, of gemachtigde vertegenwoordiger in de handel wordt gebracht of in gebruik wordt gesteld als een ander model met een andere typeaanduiding; |
9) |
“programma”: een reeks vooraf bepaalde verrichtingen die door de fabrikant, importeur of gemachtigde vertegenwoordiger geschikt zijn verklaard voor het drogen van bepaalde soorten textiel; |
10) |
“typeaanduiding”: de doorgaans alfanumerieke code waarmee een specifiek model van een product wordt onderscheiden van andere modellen met hetzelfde handelsmerk of dezelfde naam van de fabrikant, de importeur of de gemachtigde vertegenwoordiger; |
11) |
“opgegeven waarden”: de door de fabrikant, de importeur of de gemachtigde vertegenwoordiger verstrekte waarden voor de opgegeven, berekende of gemeten technische parameters overeenkomstig artikel 4 voor de controle op de naleving door de autoriteiten van de lidstaat; |
12) |
“productendatabank”: een databank als gedefinieerd in artikel 2, punt 25), van Verordening (EU) 2017/1369 van de Commissie; |
13) |
“nominale capaciteit”: het maximumgewicht in kilogram zoals vermeld door de fabrikant, importeur of gemachtigde vertegenwoordiger, met intervallen van 0,5 kg droog wasgoed van een bepaald type, dat door een huishoudelijke droogtrommel in één droogcyclus met het geselecteerde programma kan worden verwerkt, voor zover de machine overeenkomstig de instructies van de fabrikant is geladen; |
14) |
“ecoprogramma”: een programma waarbij een lading katoenen wasgoed met een initieel vochtgehalte van 60 % kan worden gedroogd tot het uiteindelijke vochtgehalte 0 % bedraagt; |
15) |
“initieel vochtgehalte”: de hoeveelheid vocht die de lading bevat aan het begin van de droogcyclus; |
16) |
“uiteindelijk vochtgehalte”: de hoeveelheid vocht die de lading bevat aan het einde van de droogcyclus; |
17) |
“droogcyclus”: een volledig droogproces zoals gedefinieerd voor het vereiste programma, bestaande uit een reeks verschillende verrichtingen, waaronder verwarmen en ronddraaien. |
Voor de toepassing van de bijlagen II tot en met V gelden de definities die in bijlage I zijn vermeld.
Artikel 3
Eisen inzake ecologisch ontwerp
1. Huishoudelijke droogtrommels voldoen aan de in bijlage II vermelde eisen inzake ecologisch ontwerp.
2. Voor het meten en berekenen van de naleving van de eisen inzake ecologisch ontwerp worden de methoden van bijlage III gebruikt.
Artikel 4
Conformiteitsbeoordeling
1. De in artikel 8 van Richtlijn 2009/125/EG vastgestelde overeenstemmingsbeoordelingsprocedure bestaat uit het in bijlage IV bij die richtlijn beschreven interne ontwerpcontrolesysteem of het in bijlage V bij die richtlijn beschreven beheersysteem.
2. Met het oog op de overeenstemmingsbeoordeling overeenkomstig artikel 8 van Richtlijn 2009/125/EG bevat de technische documentatie de opgegeven waarden van de in de delen 2, 3 en 4 van bijlage II bij deze verordening vermelde parameters en de details en resultaten van de berekeningen overeenkomstig bijlage III bij deze verordening.
3. Indien de informatie in de technische documentatie voor een bepaald model op een van de volgende wijzen is verkregen, bevat de technische documentatie de details van de berekening, de beoordeling door de fabrikant om de nauwkeurigheid van de berekening te verifiëren en, in voorkomend geval, de verklaring van identiteit tussen de modellen van verschillende fabrikanten:
a) |
op basis van een model met dezelfde technische kenmerken die relevant zijn voor de te verstrekken technische informatie, maar dat door een andere fabrikant wordt geproduceerd, of |
b) |
door berekeningen op basis van het ontwerp of door extrapolatie van een ander model van dezelfde of een andere fabrikant, of beide. |
4. De technische documentatie omvat een lijst van alle equivalente modellen, met inbegrip van de typeaanduidingen.
5. De technische documentatie omvat de informatie in de volgorde van en als vermeld in bijlage VI bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2534. Ten behoeve van het markttoezicht mogen fabrikanten, importeurs of gemachtigde vertegenwoordigers, onverminderd punt 2, g), van bijlage IV bij Richtlijn 2009/125/EG, refereren aan de technische documentatie die is geüpload naar de productendatabank die dezelfde informatie bevat als bedoeld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2534.
Artikel 5
Controleprocedure voor markttoezicht
Bij het uitvoeren van de in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2009/125/EG bedoelde markttoezichtcontroles gebruiken de lidstaten de in bijlage IV bij deze verordening vastgestelde controleprocedure.
Artikel 6
Omzeiling
1. Fabrikanten, importeurs of gemachtigde vertegenwoordigers mogen geen producten in de handel brengen of in gebruik stellen die zijn ontworpen om als zij worden getest hun gedrag of eigenschappen te wijzigen om zo een gunstiger resultaat te bereiken voor de opgegeven waarde van de in deze verordening gereguleerde parameters. Dit heeft betrekking op, maar is niet beperkt tot, producten die zijn ontworpen om te herkennen dat zij worden getest, door herkenning van de testomstandigheden of de testcyclus, en hun gedrag of eigenschappen als reactie daarop automatisch aan te passen, en producten die vooraf zijn ingesteld om hun gedrag of eigenschappen ten tijde van een test aan te passen.
2. Fabrikanten, importeurs of gemachtigde vertegenwoordigers mogen geen specifieke testinstructies voorschrijven die het gedrag of de eigenschappen van producten wijzigen om een gunstiger resultaat te bereiken voor de opgegeven waarde van de in deze verordening geregelde parameters. Dit heeft betrekking op, maar is niet beperkt tot, het voorschrijven van een handmatige wijziging van een product ter voorbereiding van de test die het gedrag of de eigenschappen van het product wijzigt in vergelijking met het normale gebruik ervan door de eindgebruiker.
3. Fabrikanten, importeurs of gemachtigde vertegenwoordigers mogen geen producten in de handel brengen of in gebruik stellen die zijn ontworpen om als zij worden getest hun gedrag of eigenschappen wijzigen kort nadat zij in gebruik zijn gesteld op een manier die een verslechtering inhoudt van de opgegeven waarde van de in deze verordening gereguleerde parameters.
Artikel 7
Software-updates
1. Software- of firmware-updates mogen de opgegeven waarde voor de parameters van een huishoudelijke droogtrommel niet verslechteren wanneer deze worden gemeten met behulp van de testmethode die van toepassing is op het moment dat de huishoudelijke droogtrommel in de handel wordt gebracht of in gebruik wordt gesteld.
2. De opgegeven waarde voor de parameters van een huishoudelijke droogtrommel, gemeten volgens de testmethode die van toepassing was op het moment dat de huishoudelijke droogtrommel in de handel wordt gebracht of in gebruik wordt gesteld, mag niet worden gewijzigd als gevolg van de afwijzing van de update.
Artikel 8
Indicatieve benchmarks
De benchmarks voor de best presterende huishoudelijke droogtrommels die op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening beschikbaar zijn op de markt, zijn gespecificeerd in bijlage V.
Artikel 9
Evaluatie
Uiterlijk op 12 december 2029 evalueert de Commissie deze verordening in het licht van de technologische vooruitgang en legt zij de bevindingen van deze evaluatie en, in voorkomend geval, een ontwerp van herzieningsvoorstel voor aan het overlegforum.
Bij deze evaluatie worden met name de volgende elementen beoordeeld:
a) |
het potentieel voor verbetering met betrekking tot de energie- en milieuprestaties van huishoudelijke droogtrommels; |
b) |
ontwikkelingen in het consumentengedrag en de haalbaarheid van een verplicht feedbackmechanisme voor het inladen van het toestel, het energieverbruik en de duur van het geselecteerde programma; |
c) |
de doeltreffendheid van de bestaande eisen inzake efficiënt hulpbronnengebruik; |
d) |
de noodzaak om aanvullende eisen op het gebied van hulpbronnenefficiëntie voor producten vast te stellen in overeenstemming met de doelstellingen van de circulaire economie, met inbegrip van de beschikbaarheid van aanvullende reserveonderdelen en informatie over kritieke grondstoffen en andere ecologisch relevante materialen; |
e) |
de noodzaak om eisen inzake ecologisch ontwerp voor droogkasten vast te stellen; |
f) |
de noodzaak om eisen vast te stellen om de verspreiding van microplastics tegen te gaan. |
Artikel 10
Wijziging van Verordening (EU) 2023/826
1. In bijlage II, punt 1, van Verordening (EU) 2023/826:
a) |
wordt de vermelding “droogtrommels en andere wasdrogers” vervangen door “droogtrommels, maar met uitzondering van huishoudelijke droogtrommels die onder Verordening (EU) 2023/2533 (*1) van de Commissie vallen |
b) |
wordt de vermelding “andere toestellen voor het koken en anderszins verwerken van levensmiddelen, het bereiden van dranken, het reinigen en onderhouden van kleding, met uitzondering van huishoudelijke vaatwassers die onder Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie vallen, en huishoudelijke wasmachines en was-droogcombinaties die onder Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie vallen;” vervangen door: “andere toestellen voor het koken en anderszins verwerken van levensmiddelen, het bereiden van dranken, het reinigen en onderhouden van kleding, met uitzondering van huishoudelijke vaatwassers die onder Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie (*2) vallen, huishoudelijke wasmachines en huishoudelijke droogtrommels die onder Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie (*3) vallen en huishoudelijke droogtrommels die onder Verordening (EU) 2023/2533 van de Commissie vallen; (*2) Verordening (EU) 2019/2022 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke afwasmachines overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1275/2008 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1016/2010 van de Commissie (PB L 315 van 5.12.2019, blz. 267)." (*3) Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke wasmachines en huishoudelijke was-droogcombinaties overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1275/2008 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1015/2010 van de Commissie (PB L 315 van 5.12.2019, blz. 285)”." |
2. In bijlage III, punt 1, b), van Verordening (EU) 2023/826:
|
wordt de alinea “Het elektriciteitsverbruik van apparatuur in een stand die uitsluitend een informatie- of statusweergave biedt, of die slechts een combinatie van een reactiveringsfunctie en informatie- of statusweergave biedt, of die alleen een reactiveringsfunctie en een indicatie van de ingeschakelde reactiveringsfunctie en informatie- of statusweergave biedt, mag niet meer dan 0,80 W bedragen, behalve voor huishoudelijke droogtrommels die onder Verordening (EU) nr. 932/2012 van de Commissie vallen en waarvoor deze waarde 1,00 W bedraagt.” vervangen door: “Het elektriciteitsverbruik van apparatuur in een stand die uitsluitend een informatie- of statusweergave biedt, of die slechts een combinatie van een reactiveringsfunctie en informatie- of statusweergave biedt, of die alleen een reactiveringsfunctie en een indicatie van de ingeschakelde reactiveringsfunctie en informatie- of statusweergave biedt, mag niet meer dan 0,80 W bedragen.”. |
Artikel 11
Intrekking
Verordening (EU) nr. 932/2012 wordt ingetrokken.
Artikel 12
Overgangsmaatregelen
1. In afwijking van de eis in bijlage I, punt 1.1, bij Verordening (EU) nr. 932/2012 is het tot 30 juni 2025 niet nodig om de aanduiding “standaardprogramma voor katoen” weer te geven op het programmaselectiepaneel of het display van huishoudelijke droogtrommels, indien wordt voldaan aan beide volgende voorwaarden:
a) |
het standaardprogramma voor katoen is duidelijk herkenbaar vermeld in de in punt 1.2 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 932/2012 bedoelde gebruiksaanwijzing en in de in artikel 4, lid 2, van die verordening bedoelde technische documentatie; |
b) |
het ecoprogramma wordt duidelijk weergegeven op het programmaselectiepaneel of het display van huishoudelijke droogtrommels overeenkomstig deel 1, punt b), van bijlage II. |
2. Indien vóór 1 maart 2025 geen exemplaar van hetzelfde model of equivalente modellen in de handel is gebracht, worden de exemplaren van modellen die tussen 1 maart 2025 en 30 juni 2025 in de handel zijn gebracht en die aan de bepalingen van deze verordening voldoen, geacht in overeenstemming te zijn met de eisen van Verordening (EU) nr. 932/2012.
Artikel 13
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2025. Artikel 6 is evenwel van toepassing met ingang van 12 december 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 november 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 285 van 31.10.2009, blz. 10.
(2) Mededeling van de Commissie — Werkplan inzake ecologisch ontwerp 2016-2019 (COM(2016) 773 final van 30.11.2016).
(3) Mededeling van de Commissie Werkplan inzake ecologisch ontwerp en energie-etikettering 2022-2024 2022/C 182/01 (PB C 182 van 4.5.2022, blz. 1).
(4) Verordening (EU) nr. 932/2012 van de Commissie van 3 oktober 2012 houdende uitvoering van Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke droogtrommels (PB L 278 van 12.10.2012, blz. 1).
(5) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: Maak de cirkel rond — Een EU-actieplan voor de circulaire economie (COM(2015) 614 final van 2.12.2015).
(6) Verordening (EU) 2023/826 van de Commissie van 17 april 2023 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor het energieverbruik van elektrische en elektronische huishoud- en kantoorapparaten in de uitstand, de standby-stand en de netwerkgebonden standby-stand overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1275/2008 van de Commissie en Verordening (EG) nr. 107/2009 van de Commissie (PB L 103 van 18.4.2023, blz. 29).
(7) Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).
(8) Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2534 van de Commissie van 13 juli 2023 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke droogtrommels en tot intrekking van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 392/2012 van de Commissie (PB L, 2023/2534, 22.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2534/oj).
(9) Verordening (EU) 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017 tot vaststelling van een kader voor energie-etikettering en tot intrekking van Richtlijn 2010/30/EU (PB L 198 van 28.7.2017, blz. 1).
(10) Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/807 van de Commissie van 15 december 2022 over de herziening van de primaire-energiefactor voor elektriciteit overeenkomstig Richtlijn 2012/27/EU van het Europees Parlement en de Raad (PB L 101 van 14.4.2023, blz. 16).
(11) Richtlijn 2006/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 mei 2006 betreffende machines en tot wijziging van Richtlijn 95/16/EG (PB L 157 van 9.6.2006, blz. 24).
(12) Richtlijn 2014/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van elektrisch materiaal bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 357).
(13) Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake het op de markt aanbieden van radioapparatuur en tot intrekking van Richtlijn 1999/5/EG (PB L 153 van 22.5.2014, blz. 62).
(14) Verordening (EU) 2019/2023 van de Commissie van 1 oktober 2019 tot vaststelling van eisen inzake ecologisch ontwerp voor huishoudelijke wasmachines en huishoudelijke was-droogcombinaties overeenkomstig Richtlijn 2009/125/EG van het Europees Parlement en de Raad, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1275/2008 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1015/2010 van de Commissie (PB L 315 van 5.12.2019, blz. 285).
BIJLAGE I
DEFINITIES
Ten behoeve van de bijlagen II tot en met V zijn de volgende definities van toepassing:
1) |
“luchtafvoerdroogtrommel”: een droogtrommel die verse lucht inneemt en over het wasgoed voert en de resulterende vochtige lucht afvoert in de kamer of naar buiten; |
2) |
“condensdroogtrommel”: een droogtrommel die een systeem bevat dat gebruik maakt van condensatie, dan wel van een ander methode voor de verwijdering van het vocht uit de lucht die voor het droogproces wordt gebruikt; |
3) |
“droogtrommel met verwarmingselement”: een huishoudelijke droogtrommel waarvan het enige of belangrijkste middel om de lucht binnen te verwarmen een elektrische weerstand is; |
4) |
“warmtepompdroogtrommel”: een huishoudelijke droogtrommel waarvan het enige of belangrijkste middel om de lucht binnen te verwarmen een warmtepompsysteem is; |
5) |
“energie-efficiëntie-index” of “EEI”: de verhouding tussen het gewogen energieverbruik en het energieverbruik van de standaarddroogcyclus van een specifiek model huishoudelijke droogtrommel; |
6) |
“programmaduur”: de tijd tussen het moment waarop het geselecteerde programma start, zonder enige vertraging door de gebruiker, en het moment waarop een indicator wordt geactiveerd die aangeeft dat het programma ten einde is en de gebruiker toegang heeft tot de lading; |
7) |
“volledige lading”: de nominale capaciteit van een huishoudelijke droogtrommel voor een bepaald programma; |
8) |
“gedeeltelijke lading”: de helft van de nominale capaciteit van een huishoudelijke droogtrommel voor een bepaald programma; |
9) |
“condensatie-efficiëntie”: de verhouding tussen de massa van het vocht dat door een condensdroogtrommel wordt gecondenseerd en de massa van het vocht dat uit de lading is verwijderd aan het einde van de droogcyclus; |
10) |
“uitstand”: een toestand waarin de huishoudelijke droogtrommel op het elektriciteitsnet is aangesloten en geen enkele functie vervult, met inbegrip van de volgende omstandigheden:
|
11) |
“stand-bystand”: een toestand waarin de huishoudelijke droogtrommel is aangesloten op netspanning en gedurende onbepaalde tijd uitsluitend de volgende of een deel van de volgende functies uitvoert:
|
12) |
“netwerk”: een communicatie-infrastructuur met een topologie van verbindingen, een architectuur, inclusief de fysieke componenten daarvan, organisatiebeginselen, communicatieprocedures en formaten (protocols); |
13) |
“antikreukfunctie”: een verrichting van de huishoudelijke droogtrommel na voltooiing van een programma om overmatige kreukvorming van het wasgoed te voorkomen; |
14) |
“startvertraging”: een toestand waarbij de gebruiker heeft gekozen voor een bepaald uitstel van de start of het einde van de droogcyclus van het geselecteerde programma; |
15) |
“reserveonderdeel”: een afzonderlijk onderdeel dat een onderdeel met dezelfde of een soortgelijke functie in een product kan vervangen; |
16) |
“professionele reparateur”: een exploitant of onderneming die professionele reparatie- en onderhoudsdiensten voor huishoudelijke droogtrommels aanbiedt; |
17) |
“garantie”: elke verbintenis van de handelaar of producent aan de consument om de betaalde prijs terug te betalen of de huishoudelijke droogtrommel op enigerlei wijze te vervangen, te repareren of te hanteren, indien deze niet voldoet aan de specificaties in de garantieverklaring of in de desbetreffende reclame; |
18) |
“omrekeningscoëfficiënt” of “CC”: de standaardcoëfficiënt voor de primaire energie per kWh elektriciteit waarnaar verwezen wordt in Richtlijn 2012/27/EU; de waarde van de omrekeningscoëfficiënt is CC = 1,9. |
(1) Richtlijn 2014/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit (PB L 96 van 29.3.2014, blz. 79).
BIJLAGE II
EISEN INZAKE ECOLOGISCH ONTWERP
1. Programma-eisen
Huishoudelijke droogtrommels moeten voldoen aan de volgende eisen:
a) |
huishoudelijke droogtrommels moeten beschikken over een ecoprogramma. De opgegeven nominale capaciteit mag bij het ecoprogramma niet lager zijn dan de hoogste opgegeven nominale capaciteit van de huishoudelijke droogtrommel bij alle katoenprogramma’s; |
b) |
het ecoprogramma wordt aangeduid als “eco” en is duidelijk herkenbaar op het programmaselectiepaneel en het beeldscherm en via de netwerkverbinding, afhankelijk van de functies die door de huishoudelijke droogtrommel worden geboden; |
c) |
de naam “eco” mag uitsluitend worden gebruikt voor het ecoprogramma en mag alleen worden aangevuld met de term “katoen”. Er geldt geen beperking voor de opmaak van de term “eco” wat betreft lettertype, lettergrootte, hoofdlettergevoeligheid of kleur. De term “eco” mag niet in de naam van andere programma’s worden gebruikt; |
d) |
het ecoprogramma is het standaardprogramma bij automatische programmaselectie of bij een functie die ervoor zorgt dat een programma geselecteerd blijft; of kan, indien er geen automatische programmaselectie is, rechtstreeks worden gekozen zonder dat daarbij enige andere selectie, zoals een specifieke temperatuur of belasting, is vereist; |
e) |
de aanduidingen “normaal”, “dagelijks”, “regelmatig” en “standaard”, alsook hun vertalingen in alle officiële talen van de EU, worden niet gebruikt in de namen van de programma’s van de huishoudelijke droogtrommel, noch afzonderlijk, noch in combinatie met andere informatie. |
2. Eisen inzake energie-efficiëntie
De EEI van huishoudelijke droogtrommels mag niet hoger zijn dan 85.
De EEI wordt berekend overeenkomstig bijlage III.
3. Eisen inzake condensatie-efficiëntie
De condensatie-efficiëntie van condensdroogtrommels mag niet lager zijn dan 80 %. De condensatie-efficiëntieklasse wordt berekend overeenkomstig bijlage III.
4. Spaarstanden
Huishoudelijke droogtrommels moeten voldoen aan de volgende eisen:
a) |
zij hebben een uitstand, een stand-bystand of beide. Het elektriciteitsverbruik in de uitstand mag niet hoger zijn dan 0,50 W en het elektriciteitsverbruik in de stand-bystand mag niet hoger zijn dan 0,50 W; vanaf 9 mei 2027 mag het elektriciteitsverbruik in de uitstand niet hoger zijn dan 0,3 W; |
b) |
indien in de stand-bystand ook informatie of statusgegevens worden weergegeven, mag het elektriciteitsverbruik van deze stand niet hoger zijn dan 1,00 W; |
c) |
indien de stand-bystand voorziet in netwerkconnectiviteit en in netwerkgebonden stand-by zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 10), van Verordening (EU) 2023/826 van de Commissie, mag het elektriciteitsverbruik van deze stand niet hoger zijn dan 2,00 W; |
d) |
15 minuten nadat de huishoudelijke droogtrommel is ingeschakeld of nadat elk programma en de daarmee verband houdende activiteiten zijn afgelopen of nadat de antikreukfunctie is onderbroken of nadat er enige andere interactie met de huishoudelijke droogtrommel is geweest, en er geen andere stand wordt geactiveerd, met inbegrip van noodmaatregelen, moet de huishoudelijke droogtrommel automatisch overschakelen op de uitstand of de stand-bystand; |
e) |
indien de huishoudelijke droogtrommel over startvertraging beschikt, mag het energieverbruik in deze toestand, ook in stand-bystand, niet hoger zijn dan 4,00 W. De gebruiker mag geen startvertraging van langer dan 24 uur kunnen instellen; |
f) |
elke huishoudelijke droogtrommel die met een netwerk kan worden verbonden, moet de mogelijkheid bieden om de netwerkverbinding te activeren en te deactiveren. De netwerkverbinding(en) is (zijn) standaard gedeactiveerd. |
5. Eisen inzake efficiënt gebruik van hulpbronnen
1) |
Beschikbaarheid van reserveonderdelen:
|
2) |
Maximale levertijd van reserveonderdelen:
gedurende de periode waarin reserveonderdelen beschikbaar moeten zijn, zorgt de fabrikant, de importeur of de gemachtigde vertegenwoordiger ervoor dat de reserveonderdelen binnen 15 werkdagen na ontvangst van de bestelling worden geleverd. |
3) |
Toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie:
|
4) |
Fabrikanten, importeurs of gemachtigde vertegenwoordigers van huishoudelijke droogtrommels stellen gedurende ten minste 10 jaar na het in de handel brengen van het laatste exemplaar van een model kosteloos software- en firmware-updates ter beschikking. |
5) |
Eisen inzake informatie over koelgassen:
Onverminderd Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 12 inzake etikettering en product- en apparatuurinformatie, wordt de chemische naam of de aanvaarde industriële benaming van het in warmtepompdroogtrommels gebruikte koelgas permanent aangebracht op de externe delen van het apparaat die zichtbaar zijn en gemakkelijk door de eindgebruiker kunnen worden herkend, bijvoorbeeld op het achterpaneel. |
6) |
Ontmantelingseisen met het oog op materiaalterugwinning en recycling en voorkoming van verontreiniging:
|
6. Informatie-eisen
De instructies voor gebruikers en installateurs worden verstrekt in de vorm van een handleiding op een vrij toegankelijke website van de fabrikant, importeur of gemachtigde vertegenwoordiger en hierin wordt vermeld:
1) |
de volgende algemene gegevens:
|
2) |
waarden voor de volgende parameters:
De waarden voor de in a) tot en met e) genoemde parameters worden verstrekt voor het ecoprogramma bij volledige lading en, met uitzondering van de in e) vermelde parameter, bij gedeeltelijke lading en voor de volgende programma’s, indien beschikbaar:
|
3) |
instructies voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden, met inbegrip van ten minste de volgende handelingen:
|
De instructies moeten ook informatie bevatten over de gevolgen van zelfreparatie of niet-professionele reparatie voor de veiligheid van de gebruiker en voor de garantie en over de minimumperiode waarin de reserveonderdelen beschikbaar zijn.
(1) Verordening (EU) nr. 517/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende gefluoreerde broeikasgassen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 842/2006 (PB L 150 van 20.5.2014, blz. 195).
(2) Richtlijn 2012/19/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) (PB L 197 van 24.7.2012, blz. 38).
(3) Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/2534 van de Commissie van 13 juli 2023 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/1369 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van huishoudelijke droogtrommels en tot intrekking van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 392/2012 van de Commissie (PB L, 2023/2534, 22.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2023/2534/oj).
BIJLAGE III
MEETMETHODEN EN BEREKINGEN
Met het oog op de naleving en de controle op de naleving van de eisen van deze verordening dienen metingen en berekeningen te worden verricht aan de hand van de geharmoniseerde normen waarvan de referentienummers voor dat doel zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, of aan de hand van andere betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare methoden die rekening houden met de algemeen erkende stand van de techniek, en die in overeenstemming zijn met de bepalingen in deze bijlage.
Wanneer overeenkomstig artikel 4 een parameter wordt opgegeven, wordt de opgegeven waarde daarvan gebruikt door de fabrikant, de importeur of de gemachtigde vertegenwoordiger voor de berekeningen in deze bijlage.
Voor de meting en berekening van de EEI, de condensatie-efficiëntie, de programmaduur, het uiteindelijke vochtgehalte en de emissie van akoestisch luchtgeluid wordt het ecoprogramma als normprogramma gehanteerd, zoals dat zichtbaar is op het beeldscherm en via de netwerkverbinding, afhankelijk van de functionaliteiten van de huishoudelijke droogtrommel en zonder verdere aanpassing van het definitieve vochtgehalte. Het energieverbruik, de condensatie-efficiëntie, de programmaduur en het uiteindelijke vochtgehalte worden tegelijkertijd gemeten.
Het gewogen energieverbruik, de gewogen programmaduur, het uiteindelijke vochtgehalte en de condensatie-efficiëntie worden berekend op basis van drie droogcycli bij volledige lading en vier droogcycli bij gedeeltelijke lading.
1. Energie-efficiëntie-index
Voor de berekening van de EEI van een bepaald model huishoudelijke droogtrommel wordt het gewogen energieverbruik per droogcyclus van het ecoprogramma bij volledige en gedeeltelijke lading vergeleken met het standaardenergieverbruik per droogcyclus.
a) |
De EEI wordt als volgt berekend en op één decimaal afgerond:
waarbij
|
b) |
SEC wordt als volgt berekend, in kWh en afgerond tot op twee decimalen:
|
c) |
EtC wordt al volgt berekend, in kWh en afgerond tot op twee decimalen:
waarbij
|
d) |
Voor gasverwarmde droogtrommels worden Edry en Edry1/2 als volgt berekend:
waarbij
|
e) |
Tt van het ecoprogramma wordt als volgt berekend in minuten, afgerond op de dichtstbijzijnde minuut:
waarbij
|
f) |
Het gemiddelde uiteindelijke vochtgehalte μt voor het ecoprogramma wordt als volgt berekend in procenten, afgerond tot op één decimaal:
waarbij
|
2. Condensatie-efficiëntie
De condensatie-efficiëntie van een programma (Ct) is de verhouding tussen de massa van het vocht dat wordt gecondenseerd en in het reservoir van de huishoudelijke condensdroogtrommel wordt verzameld en de massa van het vocht dat door het programma uit de lading is verwijderd, waarbij die laatste het verschil is tussen de massa van de vochtige testlading vóór het drogen en de massa van de testlading na het drogen.
Ct wordt als percentage berekend en als volgt afgerond op het dichtstbijzijnde gehele percentage:
waarbij
Cdry |
= |
gemiddelde condensatie-efficiëntie van het ecoprogramma bij volledige lading; |
Cdry½ |
= |
gemiddelde condensatie-efficiëntie van het ecoprogramma bij gedeeltelijke lading. |
3. Spaarstanden
Het elektriciteitsverbruik van de uitstand (Po ), de stand-bystand (Psm ) en, indien van toepassing, de startvertraging (Pds ) worden gemeten. De gemeten waarden worden uitgedrukt in W en afgerond tot op twee decimalen.
Bij metingen van het opgenomen vermogen in spaarstanden worden de volgende functies gecontroleerd en geregistreerd:
a) |
of er al dan niet informatie wordt weergeven; |
b) |
of er al dan niet een netwerkverbinding wordt geactiveerd. |
Indien in de stand-bystand informatie of status wordt weergegeven, moet deze functie ook voorhanden zijn als de netwerkgebonden stand-by wordt gegeven.
Indien de huishoudelijke droogtrommel over een antikreukfunctie beschikt, moet deze functie worden onderbroken door de deur van de droogtrommel te openen of elke andere passende tussenkomst die 15 minuten vóór de meting van het opgenomen vermogen plaatsvindt.
4. Emissie van akoestisch luchtgeluid
De emissie van akoestisch luchtgeluid van de droogcyclus. van een huishoudelijke droogtrommel wordt voor het ecoprogramma bij volledige lading berekend, aan de hand van de geharmoniseerde normen waarvan de referentienummers voor dat doel zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, of aan de hand van andere betrouwbare, nauwkeurige en reproduceerbare methoden die rekening houden met de algemeen erkende stand van de techniek.
De emissie van akoestisch luchtgeluid wordt gemeten in dB(A) ten opzichte van 1 pW en wordt afgerond op het dichtstbijzijnde gehele getal.
BIJLAGE IV
CONTROLEPROCEDURE MET HET OOG OP MARKTTOEZICHT
1.
De in deze bijlage vastgestelde controletoleranties worden uitsluitend gebruikt voor de controle van de opgegeven waarden door de autoriteiten van de lidstaat; zij mogen door de fabrikant, de importeur of de gemachtigde vertegenwoordiger niet worden gebruikt als een toegestane tolerantie voor de vaststelling van de in de technische documentatie opgenomen waarden of om deze waarden te interpreteren om ervoor te zorgen dat naleving wordt bereikt of om op welke manier dan ook betere prestaties naar buiten te brengen.
2.
Indien een model niet in overeenstemming is met de eisen in artikel 6, worden het model en alle equivalente modellen geacht niet aan de eisen te voldoen.
3.
De lidstaten passen met het oog op de in deze bijlage vervatte eisen de volgende procedure toe, wanneer zij als onderdeel van de controle nagaan of een productmodel voldoet aan de in deze verordening vervatte eisen overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2009/125/EG:
a) |
de autoriteiten van de lidstaat controleren één exemplaar van het model; |
b) |
het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen indien het aan alle volgende voorwaarden voldoet:
|
4.
Als de in punt 3, b), i), ii), iii) of iv), bedoelde resultaten niet worden behaald, worden het model en alle equivalente modellen geacht niet aan deze verordening te voldoen;
5.
Als het in punt 3, b), v), bedoelde resultaat niet wordt behaald, selecteren de autoriteiten van de lidstaat drie extra te testen exemplaren van hetzelfde model. Als alternatief mogen de drie aanvullende geselecteerde exemplaren één of meer equivalente modellen zijn.
6.
Het model en alle equivalente modellen worden geacht niet aan deze verordening te voldoen zodra de vastgestelde waarde voor het gemiddelde uiteindelijke vochtgehalte voor het ecoprogramma niet voldoet aan de geldigheidscriteria van tabel 1 voor een van de drie extra exemplaren als bedoeld in punt 5. In dat geval hoeven de andere nog niet geteste exemplaren niet te worden getest. Het model wordt geacht te voldoen als de vastgestelde waarde voor het uiteindelijke vochtgehalte voldoet aan de geldigheidscriteria van tabel 1 voor elk van de drie extra exemplaren.
7.
Het model wordt geacht te voldoen aan de toepasselijke eisen als voor de drie in punt 5 bedoelde exemplaren het rekenkundig gemiddelde van de vastgestelde waarden aan de in tabel 1 vastgestelde respectieve controletoleranties voldoet.
8.
Als de in punt 7 bedoelde resultaten niet worden behaald, worden het model en alle equivalente modellen geacht niet aan deze verordening te voldoen;
9.
Zodra een besluit van niet-overeenstemming van het model op grond van punten 2, 4, 6 of 8 is genomen, verstrekken de autoriteiten van de lidstaat zo snel mogelijk alle relevante informatie aan de autoriteiten van de overige lidstaten en aan de Commissie.
10.
De autoriteiten van de lidstaten gebruiken de in bijlage III vastgestelde meetmethoden en berekeningen.
11.
De autoriteiten van de lidstaten passen uitsluitend de geldigheidscriteria en controletoleranties toe die in tabel 1 zijn vastgesteld, en gebruiken uitsluitend de in de punten 3 tot en met 8 beschreven procedure voor de in deze bijlage bedoelde eisen. Voor de parameters van tabel 1 worden geen andere geldigheidscriteria of controletoleranties, zoals die welke zijn opgenomen in geharmoniseerde normen of in een andere meetmethode, toegepast.Tabel 1
Verificatietoleranties en geldigheidscriteria
Parameter |
Geldigheidscriteria |
Gemiddeld uiteindelijk vochtgehalte van het ecoprogramma μt |
De vastgestelde waarde wordt gemeten en berekend en moet minder dan 1,5 % bedragen. |
Parameter |
Controletoleranties |
Edry en Edry½ |
De vastgestelde waarde (*1) mag de opgegeven waarde van Edry en Edry½ met niet meer dan 6 % overschrijden. |
Egdry en Egdry½ |
De vastgestelde waarde (*1) mag de opgegeven waarde van Egdry en Egdry½ met niet meer dan 6 % overschrijden. |
Egdry,a en Egdry½,a |
De vastgestelde waarde (*1) mag de opgegeven waarde van Egdry,a en Egdry½,a met niet meer dan 6 % overschrijden. |
Ct |
De vastgestelde waarde (*1) mag niet meer dan 6 % lager zijn dan de opgegeven waarde van Ct. |
Tdry en Tdry½ |
De vastgestelde waarde (*1) mag de opgegeven waarde van Tdry en Tdry½ met niet meer dan 6 % overschrijden. |
Po |
De vastgestelde waarde (*1) van Po mag de opgegeven waarde met niet meer dan 0,10 W overschrijden. |
Psm |
De vastgestelde waarde (*1) van Psm mag de opgegeven waarde met niet meer dan 10 % overschrijden indien de opgegeven waarde hoger is dan 1,00 W, of met niet meer dan 0,10 W hoger indien de opgegeven waarde lager of gelijk is aan 1,00 W. |
Pds |
De vastgestelde waarde (*1) van ds mag de opgegeven waarde met niet meer dan 10 % overschrijden indien de opgegeven waarde hoger is dan 1,00 W, of met niet meer dan 0,10 W hoger indien de opgegeven waarde lager of gelijk is aan 1,00 W. |
Emissie van akoestisch luchtgeluid |
De vastgestelde waarde (*1) mag de opgegeven waarde met niet meer dan 2 dB re 1 pW overschrijden. |
(*1) Indien drie extra exemplaren worden getest overeenkomstig punt 5, is de vastgestelde waarde het rekenkundige gemiddelde van de waarden die zijn vastgesteld voor deze drie extra exemplaren.
BIJLAGE V
BENCHMARKS
Bij de inwerkingtreding van deze verordening is de beste beschikbare technologie op de markt voor huishoudelijke droogtrommels als volgt geïdentificeerd.
1) |
condensdroogtrommel met verwarmingselement met een nominale capaciteit van 7 kg:
|
2) |
warmtepompdroogtrommel met een nominale capaciteit van 7 kg:
|
3) |
luchtafvoerdroogtrommel met verwarmingselement met een nominale capaciteit van 7 kg:
|
(*) |
Berekend op basis van een gewogen gemiddelde tussen volledige en gedeeltelijke lading, waarbij volledige lading wordt vermenigvuldigd met 0,24 en gedeeltelijke lading met 0,76. |
BIJLAGE VI
HUISHOUDELIJKE DROOGTROMMELS MET MEERDERE TROMMELS
Voor huishoudelijke droogtrommels met meerdere trommels zijn de bepalingen van de punten 1 tot en met 4 van bijlage II van toepassing op elke trommel, op basis van de meetmethoden en berekeningen in bijlage III. De bepalingen van punt 5 van bijlage II zijn van toepassing op de huishoudelijke droogtrommels met meerdere trommels als geheel. De bepalingen van punt 6 van bijlage II zijn van toepassing op elke trommel of op de huishoudelijke droogtrommel met meerdere trommels als geheel, naargelang het geval. De bepalingen van de punten 1 tot en met 4 van bijlage II zijn van toepassing op elke afzonderlijke trommel, behalve wanneer de trommels in dezelfde behuizing zijn ingebouwd en in het ecoprogramma alleen gelijktijdig kunnen functioneren. In dat laatste geval zijn deze bepalingen van toepassing op de huishoudelijke droogtrommel met meerdere trommels als geheel als volgt:
a) |
de nominale capaciteit van de huishoudelijke droogtrommel met meerdere trommels als geheel is de som van de nominale capaciteit van elke trommel; |
b) |
het energieverbruik van de huishoudelijke droogtrommel met meerdere trommels is de som van het energieverbruik van elke trommel; |
c) |
de energie-efficiëntie-index wordt berekend aan de hand van de nominale capaciteit en het energieverbruik van de hele huishoudelijke droogtrommel met meerdere trommels; |
d) |
de programmaduur is de duur van het ecoprogramma van de trommel met de grootste nominale capaciteit; |
e) |
de eisen voor spaarstanden gelden voor de hele huishoudelijke droogtrommel met meerdere trommels; |
f) |
de emissie van akoestisch luchtgeluid is afkomstig van de hele huishoudelijke droogtrommel met meerdere trommels. |
De in bijlage IV vastgestelde controleprocedure is van toepassing op de gehele huishoudelijke droogtrommels met meerdere trommels, waarbij de controletoleranties gelden voor elke parameter die is vastgesteld uit hoofde van deze bijlage.
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2533/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)