Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023D2825

    Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2023/2825 van de Commissie van 12 december 2023 tot vaststelling van de regelingen voor het beheer en de uitvoering van de lenings- en schuldbeheertransacties van de Unie in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie en de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen

    C/2023/8010

    PB L, 2023/2825, 18.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/2825/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/2825/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    Serie L


    2023/2825

    18.12.2023

    UITVOERINGSBESLUIT (EU, Euratom) 2023/2825 VAN DE COMMISSIE

    van 12 december 2023

    tot vaststelling van de regelingen voor het beheer en de uitvoering van de lenings- en schuldbeheertransacties van de Unie in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie en de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,

    Gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (1), en met name artikel 220 bis,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EU, Euratom) 2022/2434 van het Europees Parlement en de Raad (2) heeft Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 (“het Financieel Reglement”) gewijzigd door de gediversifieerde financieringsstrategie vast te stellen als één financieringsmethode voor het uitvoeren van door de Commissie uitgevoerde lenings- en schuldbeheertransacties. Artikel 220 bis van het Financieel Reglement is van toepassing op programma’s voor financiële bijstand waarvoor de basishandelingen op of na 9 november 2022 in werking treden. De gediversifieerde financieringsstrategie is niet van toepassing op bestaande programma’s, in het kader waarvan transacties tot het opnemen en verstrekken van leningen verder moeten worden uitgevoerd volgens de traditionele back-to-backmethode, overeenkomstig artikel 220 van het Financieel Reglement. De back-to-backmethode kan bij wijze van uitzondering ook van toepassing zijn op nieuwe programma’s voor financiële bijstand en is van toepassing op alle Euratom-programma’s.

    (2)

    Overeenkomstig artikel 220 bis van het Financieel Reglement stelt de Commissie de nodige regelingen vast voor de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie. Deze regelingen moeten een governanceraamwerk, risicobeheerprocedures en een methode voor kostenallocatie omvatten, die ervoor moeten zorgen dat alle door de Unie in verband met financiële bijstand gemaakte kosten ten laste komen van het begunstigde land. Daarom moeten de regelingen worden vastgesteld die van toepassing zijn op door de Commissie in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie uitgevoerde lenings- en schuldbeheertransacties en op de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen.

    (3)

    De Commissie heeft voor het eerst de gediversifieerde financieringsstrategie toegepast op transacties tot het opnemen van leningen in het kader van NextGenerationEU, het tijdelijke instrument van de Unie om het economisch herstel na de COVID-19-crisis te ondersteunen. Een en ander heeft het mogelijk gemaakt middelen vrij te maken voor niet-terugbetaalbare steun en leningen in het kader van Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement (3) en andere in artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad (4) bedoelde Unieprogramma’s.

    (4)

    Het governancemodel en de processen die nodig zijn voor de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie in het kader van NextGenerationEU, zijn vastgesteld in overeenstemming met Uitvoeringsbesluit C(2021) 2502 van de Commissie (5). Deze regelingen omvatten onder meer een governanceraamwerk, risicobeheer en complianceprocedures. In Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2022/2545 van de Commissie (6) is een methode voor kostenallocatie ontwikkeld. Het is passend de regelingen voor de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie overeenkomstig artikel 220 bis van het Financieel Reglement te baseren op het governancemodel voor NextGenerationEU.

    (5)

    Hoewel dit besluit voornamelijk van toepassing moet zijn op transacties die in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie worden uitgevoerd, is het passend een aantal van de daarin vervatte regelingen uit te breiden tot transacties die volgens de back-to-backmethode worden uitgevoerd. Deze aanpak zou, voor zover van toepassing, zorgen voor consistentie tussen de verschillende programma’s. Ook zou deze garanderen dat alle transacties aan de hoogste normen voldoen, overeenkomstig het beginsel van goed financieel beheer. Dit moet het geval zijn voor regelingen met betrekking tot risicobeheer en complianceprocedures.

    (6)

    Een jaarlijks besluit tot het opnemen van leningen moet de elementen van de geplande lenings- en schuldbeheertransacties uiteenzetten en moet voorzien in een machtiging voor liquiditeitsbeheertransacties over een periode van één jaar. Het besluit moet met name bepalen wat de omvang is van de lenings- en schuldbeheertransacties die moeten worden uitgevoerd om de totale blootstelling van de begroting van de Unie en van de begunstigden van leningen te bepalen. Daartoe moet het besluit een bandbreedte vaststellen voor de maximale uitgiftebedragen van langetermijnfinanciering voor alle doeleinden, een maximaal uitstaand bedrag aan kortetermijnfinanciering, de maximale gemiddelde looptijd van de langetermijnfinanciering van de Unie, een limiet voor het definitieve uitstaande bedrag per uitgifte en, indien van toepassing, het maximumbedrag van de uitgiften van de Commissie die voor eigen rekening kunnen worden aangehouden en kunnen worden gebruikt als aanvullende financieringsbron of ter ondersteuning van de secundaire markt. Het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen dient ook te voorzien in een machtiging om het bedrag aan kasmiddelen dat hoger is dan hetgeen nodig is om uitbetalingen te doen, te beleggen in geldmarktinstrumenten.

    (7)

    Om ervoor te zorgen dat de nodige middelen beschikbaar zijn om aan de verplichtingen in het kader van de desbetreffende programma’s voor financiële bijstand te voldoen wanneer deze opeisbaar worden voor betalingen, moeten lenings- en schuldbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie worden uitgevoerd op basis van halfjaarlijkse financieringsplannen. De financieringsplannen zouden deze transacties tijdens deze periode afbakenen aan de hand van de betalingen die moeten worden gedaan om de desbetreffende programma’s in het volgende halfjaar en in volgende perioden uit te voeren. De vaststelling van het financieringsplan moet dus voor een verband zorgen met de verwachte betalingsbehoeften op meerjarenbasis, zodat financieringstransacties soepel kunnen worden gepland en georganiseerd. Leningopbrengsten die bedoeld zijn om te voldoen aan betalingsbehoeften die in verdere perioden worden verwacht, kunnen worden beheerd via transacties voor liquiditeitsbeheer. Het financieringsplan moet worden opgesteld op basis van de limieten en machtigingen die in het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen zijn vastgesteld. Het financieringsplan vormt de basis om marktdeelnemers te informeren over de indicatieve financieringsplannen in de komende periode.

    (8)

    Door een indicatief maximumbedrag aan leningen vast te stellen dat in de regel een periode van zes maanden bestrijkt, en door bepaalde andere belangrijke parameters van de geplande transacties vast te stellen, zou het financieringsplan ook zorgen voor een grotere voorspelbaarheid van de uitgiften, waarbij flexibiliteit behouden blijft en transparantie op de markten wordt geboden. De beoogde beleggersbasis heeft behoefte aan informatie over toekomstige uitgiften en een indicatie van het tijdschema om hun eigen beleggingsplanning te kunnen voorbereiden. De capaciteit om de leningstructuur tijdens de uitvoering van financieringsplannen via geldmarkttransacties en schuldbeheeroperaties te optimaliseren, stelt de Commissie in staat om gunstigere uitkomsten te behalen en het risico op liquiditeitstekorten te verminderen.

    (9)

    Het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen en het financieringsplan moeten dienen als basis voor de informatieverstrekking door de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad overeenkomstig artikel 220 bis, lid 2, van het Financieel Reglement, alsmede voor communicatie met de markten en het publiek. Voorts moet de Commissie overeenkomstig artikel 220 bis, lid 2, van het Financieel Reglement regelmatig en uitgebreid verslag doen aan het Europees Parlement en de Raad over alle aspecten van haar strategie voor het opnemen van leningen en het schuldbeheer.

    (10)

    De vaststelling van nauwkeurige en zinvolle financieringsplannen in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie hangt af van de regelmatige en tijdige mededeling van informatie door de ordonnateurs die belast zijn met de uitvoering van de programma’s voor financiële bijstand binnen de termijnen en bedragen voor verwachte betalingsgoedkeuringen. Deze informatie moet via het instrument voor financiële prognoses van de Commissie worden meegedeeld aan directoraat-generaal Begroting, als de dienst die belast is met de vaststelling en uitvoering van de financieringsplannen.

    (11)

    De gediversifieerde financieringsstrategie moet gericht zijn op het verkrijgen van de gunstigste financiële voorwaarden voor de Unie, door middel van een deugdelijke planning en een vlotte uitvoering van transacties tegen de onder de heersende marktomstandigheden best mogelijke voorwaarden. Gezien de noodzaak financiering aan te trekken om uitbetalingen aan de respectieve programma’s mogelijk te maken, beschikt de Commissie over een beperkte discretionaire bevoegdheid met betrekking tot de timing van markttransacties. Door de gediversifieerde financieringsstrategie wordt de Commissie toegerust met een breder scala aan financieringstechnieken, met inbegrip van kortetermijnfinanciering, waardoor zij het marktuitvoeringsrisico kan verminderen wanneer dat nodig is om in ongunstigere marktomstandigheden middelen aan te trekken.

    (12)

    Financieringsinstrumenten in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie moeten onder meer een verscheidenheid aan benchmarkobligaties en EU-Bills omvatten. Transacties tot het opnemen van leningen in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie moeten worden georganiseerd in de vorm van veilingen, gesyndiceerde transacties of onderhandse plaatsingen, naargelang wat het meest geschikt is gezien de omvang en de aard van de transacties.

    (13)

    De gediversifieerde financieringsstrategie moet ook de mogelijkheid omvatten om instrumenten op korte termijn uit te geven en een liquiditeitsbuffer aan te houden, zodat de Commissie mismatches in de timing tussen leningen en uitbetalingen kan opvangen en aan een uitbetalingsverzoek kan voldoen in geval van ongunstige financieringsvoorwaarden. Kortlopende leningstransacties via EU-Bills moeten worden uitgevoerd door middel van regelmatige veilingen om flexibiliteit en efficiëntie te bieden. Die veilingen moeten zodanig worden georganiseerd dat een transparante en voorspelbare status van de Unie als uitgevende instelling en een gelijke behandeling van deelnemers worden gewaarborgd.

    (14)

    Dankzij schuldbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie kunnen renterisico en andere financiële risico’s beter worden beheerd. Daarom is het passend het gebruik van derivaten zoals swaps toe te staan om renterisico of andere financiële risico’s in verband met leningen aan de begunstigde landen te beheren, steeds met inachtneming van het beginsel van begrotingsevenwicht, of om gedekte of ongedekte geldmarkttransacties aan te gaan met de agentschappen voor schuldbeheer van lidstaten, supranationale instellingen, nationale overheidsinstanties, centrale banken, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen met een passende kredietwaardigheid of centrale tegenpartijen. In dit verband moet de Commissie ook worden gemachtigd om haar eigen obligaties terug te kopen en/of aan te houden ten behoeve van het liquiditeitsbeheer en de ondersteuning van de liquiditeit op de markt voor Unieobligaties.

    (15)

    Dankzij transacties voor liquiditeitsbeheer kan de Commissie gunstigere voorwaarden verkrijgen voor bedragen aan kasmiddelen die hoger zijn dan hetgeen nodig is om de geprognosticeerde uitbetalingen te doen. Daartoe is het passend om toe te staan dat overschotten aan kasmiddelen, waar opportuun, worden belegd via geldmarktinstrumenten. Dergelijke gelegenheden kunnen zich voordoen in een situatie waarbij uitbetalingen onverwacht lager liggen dan de prognoses, leiden tot een accumulatie van onvoorziene saldi aan kasmiddelen. Subsidiair kan de Commissie, in afwachting van perioden van grote uitstromen aan uitbetalingen, vooraf middelen aantrekken om een hoge concentratie aan transacties binnen een beperkte tijdspanne, met alle risico’s vandien voor de uitvoering en beprijzing van die transacties, te voorkomen. Het is passend de Chief Risk Officer (CRO) en de rekenplichtige te raadplegen bij het opstellen of aanpassen van de strategie voor liquiditeitsbeheer.

    (16)

    Transacties tot het verstrekken van leningen moeten worden uitgevoerd overeenkomstig de desbetreffende basishandeling en de desbetreffende leningsovereenkomsten. Het is passend minimumvoorwaarden vast te stellen waaronder leningen worden uitbetaald. Ook moet ervoor worden gezorgd dat begunstigde landen alle kosten in verband met de lening dragen die de Unie heeft gemaakt volgens een door de Commissie in een afzonderlijk besluit vastgestelde methode, aangevuld met gedetailleerde richtsnoeren voor de berekening van die kosten.

    (17)

    Begunstigde landen moeten de mogelijkheid krijgen om de Commissie te verzoeken leningen te verstrekken tegen een vaste afdekking van de rente. Dit zou voor de Commissie het gebruik van financiële instrumenten zoals renteswaps vergen om leningen tegen vaste rente aan te bieden. De kosten voor het beheer van met derivaten gemoeide risico’s moeten ten laste komen van het begunstigde land.

    (18)

    Transacties tot het opnemen van leningen in het kader van bestaande programma’s voor financiële bijstand worden uitgevoerd in het kader van het “EU-Euratom-programma voor de schulduitgifte”, dat in 2019 is vastgesteld en in 2021 is bijgewerkt (het “schulduitgifteprogramma”). Dit omvat onder meer een prospectus met alle vereiste informatie voor de markten overeenkomstig de toepasselijke wetgeving, en operationele en contractuele regelingen met tegenpartijen die een belangrijke rol spelen bij het opnemen van leningen. Transacties tot het opnemen van leningen in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie moeten worden uitgevoerd in het kader van het schulduitgifteprogramma, na de invoering van de nodige wijzigingen in de bestaande documentatie.

    (19)

    Met het oog op de uitvoering van lenings-, schuldbeheer- en liquiditeitsbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie moet worden voorzien in passende operationele capaciteit, met inbegrip van capaciteit voor de afwikkeling van transacties, een veilingplatform en de mogelijkheid een beroep te doen op retrocessietransacties en swaps.

    (20)

    Om lenings-, schuldbeheer- en liquiditeitsbeheerbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie en de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen uit te voeren, moet de Commissie uitsluitend voor deze transacties specifieke rekeningen openen. Voor deze rekeningen moeten dezelfde overwegingen gelden als voor de rekeningen voor NextGenerationEU-transacties. Met name om het liquiditeitsrisico dat uit deze transacties voortvloeit, tegen te gaan, moet worden voorzien in veilige en speciaal daartoe bestemde liquiditeitsbuffers voor betalingen. Het vereiste een speciaal daartoe bestemde liquiditeitsbuffer aan te houden, vormt een integraal en onmisbaar onderdeel van de risicobeheerbenadering voor een gediversifieerde financieringsstrategie. Om te vermijden dat deze essentiële kasmiddelen onderhevig zijn aan tegenpartijrisico dat voortvloeit uit het falen van de instelling waarbij deze reserves worden aangehouden, is het absoluut noodzakelijk dat deze liquiditeitsbuffers bij een centrale bank worden aangehouden. Die kasmiddelen moeten worden aangehouden op een speciale rekening bij de Europese Centrale Bank (“ECB”) en moeten beperkt blijven tot het laagste niveau dat nodig is om te voldoen aan komende betalingen gedurende een korte periode, maar kunnen qua bedrag variëren naargelang van het uitgifte- en uitbetalingsschema. Met de ECB moet een overeenkomst inzake dienstverlening als fiscaal agent worden gesloten waarmee de daarmee gepaard gaande kosten kunnen worden gedekt. Andere bedragen die de liquiditeitsbuffer overschrijden, kunnen worden belegd via geldmarktinstrumenten of worden aangehouden op specifieke rekeningen bij daartoe gemachtigde tegenpartijen.

    (21)

    Voorts moet een risicobeheer- en complianceraamwerk voor transacties ten behoeve van het opnemen van leningen, het schuldbeheer, het liquiditeitsbeheer en het verstrekken van leningen zorgen voor de bescherming van de financiële belangen van de Unie en garanderen dat alle activiteiten worden uitgevoerd op een wijze die strookt met de hoogste normen inzake integriteit, betrouwbaarheid en goed financieel en risicobeheer. In dat verband moet de rol van de Chief Risk Officer die eerder bij Uitvoeringsbesluit C(2021) 2502 van de Commissie is ingesteld, worden uitgebreid tot alle transacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie uit hoofde van Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2022/2544 van de Commissie (7). De Chief Risk Officer moet bij de uitvoering van zijn taken worden ondersteund door het Risk and Compliance-comité (RCC). Om ervoor te zorgen dat de samenstelling van het Risk and Compliance-comité geschikt is om de Chief Risk Officer passende ondersteuning te bieden, om de samenstelling van het Risk and Compliance-comité af te stemmen op goede praktijken en om rekening te houden met de verruimde omvang van de taken van de Chief Risk Officer, zijn bepaalde aanpassingen vereist. Bij die aanpassingen gaat het om: de toevoeging van de directeur van het met de uitgifte van schuld voor het financieren van Unieprogramma’s belaste directoraat als permanent waarnemer bij het Risk and Compliance-comité, zodat inzichten kunnen worden gedeeld bij het toezien op de transacties; de mogelijkheid om tot drie onafhankelijke deskundigen aan te wijzen, en de vaststelling van duidelijkere vereisten voor het aanwijzen van leden van het Risk and Compliance-comité.

    (22)

    De Chief Risk Officer moet, in overeenstemming met goede praktijken en erkende internationale normen, een risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen (High Level Risk and Compliance Policy — HLRCP) opstellen dat risico- en compliancerichtsnoeren bevat voor de uitvoering van de transacties in volledige onafhankelijkheid. De geleidelijke uitrol van schuldbeheer- en liquiditeitsbeheertransacties brengt aanvullende risico’s met zich, zoals tegenpartijkredietrisico. Deze transacties vereisen aanvullende monitoring door de Chief Risk Officer zodat deze binnen het raamwerk voor risicobeheer blijven dat in het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen wordt uiteengezet. In die zin moet de Chief Risk Officer, parallel met de geleidelijke uitrol van deze transacties, nieuwe risicolimieten en oplossingen voor risicomonitoring vaststellen.

    (23)

    Met name moet de Chief Risk Officer ervoor zorgen dat de transacties in overeenstemming zijn met het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen en dat de aan deze transacties verbonden risico’s worden geïdentificeerd, begrepen, beheerd en gerapporteerd aan de Chief Risk Officer. Bij de uitvoering van die taken moet de Chief Risk Officer worden ondersteund door een Compliance Officer, die rechtstreeks rapporteert aan de Chief Risk Officer over aangelegenheden in verband met de naleving van de regels, procedures en het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering.

    (24)

    Het governancemodel en de processen die nodig zijn voor de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie in het kader van NextGenerationEU, zijn vastgesteld in overeenstemming met Uitvoeringsbesluit C(2021) 2502, ingetrokken door Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2022/2544 dat de regelingen heeft vastgesteld die van toepassing zijn op door de Commissie in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie uitgevoerde lenings- en schuldbeheertransacties en op de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen. Dit besluit bouwt voort op de beginselen welke door die uitvoeringsbesluiten zijn vastgelegd. Om ervoor te zorgen dat de regelingen die van toepassing zijn op alle transacties die via de gediversifieerde financieringsstrategie worden uitgevoerd, eenvormig zijn, is het passend Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2022/2544 in te trekken.

    (25)

    Om ervoor te zorgen dat het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen wordt vastgesteld in overeenstemming en parallel met dit besluit, en om tijdig de uitvoering mogelijk te maken van het uitgifteprogramma voor obligaties dat onmiddellijk in 2024 moet beginnen, moet dit besluit met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    HOOFDSTUK 1

    ONDERWERP EN DEFINITIES

    Artikel 1

    Onderwerp en toepassingsgebied

    1.   Dit besluit stelt de regelingen vast voor de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie voor lenings-, schuldbeheer- en liquiditeitsbeheertransacties binnen het toepassingsgebied van artikel 220 bis van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 (“het Financieel Reglement”), alsmede voor de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen.

    2.   Hoofdstuk 4 is ook van toepassing op volgens de back-to-backmethode uitgevoerde transacties tot het opnemen en verstrekken van leningen.

    Artikel 2

    Definities

    Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

    1)

    “transacties tot het opnemen van leningen”: markttransacties, en met name schulduitgiften om te lenen, met inbegrip van doorrolleningen;

    2)

    “schuldbeheertransacties”: markttransacties met betrekking tot de schuld die uit de transacties tot het opnemen van leningen voortvloeit, om de structuur van de uitstaande schuld te optimaliseren, om renterisico te beperken en om transacties ter ondersteuning van de liquiditeit op de secundaire markt of andere financiële risico’s te mitigeren;

    3)

    “liquiditeitsbeheertransacties”: transacties om de in- en uitstroom van opbrengsten van lenings- en schuldbeheertransacties te beheren, zodat die bedragen kostenefficiënt kunnen worden beheerd;

    4)

    “transacties tot het verstrekken van leningen”: transacties in verband met de uitvoering van leningen en kredietlijnen voor financiële bijstand uit hoofde van artikel 220 van het Financieel Reglement;

    5)

    “uitbetaling”: de overdracht van opbrengsten uit lenings- en schuldbeheertransacties ter financiering van terugbetaalbare of niet-terugbetaalbare steun aan een begunstigde;

    6)

    “programmaordonnateur”: de ordonnateur die overeenkomstig bijlage I bij de bij Besluit C(2018) 5120 van de Commissie (8) vastgestelde interne voorschriften verantwoordelijk is voor de uitvoering van de begrotingsonderdelen van een programma voor financiële bijstand en een programma dat wordt gefinancierd uit hoofde van artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) 2020/2094, voor zover dit programma de in artikel 1, lid 2, van die verordening bedoelde maatregelen ten uitvoer legt;

    7)

    “liquiditeitsbuffer”: het bedrag aan kasmiddelen dat op de kasrekening bij de ECB moet worden aangehouden, in afwachting van komende betalingen voor een bepaalde periode;

    8)

    “swap”: swap zoals gedefinieerd in afdeling 1, punt 10, van bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie (9);

    9)

    “derivaten”: derivaten zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5), van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad (10);

    10)

    “retrocessietransactie” of “omgekeerde repotransactie”: retrocessietransactie of omgekeerde repotransactie zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 9), van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad (11);

    11)

    “kooptransactie met wederverkoop” of “verkooptransactie met wederinkoop”: een kooptransactie met wederverkoop en een verkooptransactie met wederinkoop zoals gedefinieerd in artikel 3, punt 8), van Verordening (EU) 2015/2365;

    12)

    “geldmarktinstrumenten”: instrumenten zoals deposito’s, met inbegrip van depositocertificaten op termijn, kredietlijnen, geldmarktfondsen, beursverhandelde fondsen (ETF’s) die geldmarktindices tracken, commercial paper, schatkistpapier, obligaties die binnen één jaar vervallen, en effectenlenings- en retrocessieovereenkomsten, in overeenstemming met de definitie van “geldmarktinstrumenten” in artikel 4, lid 1, punt 17), van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (12);

    13)

    “gesyndiceerde transactie”: een transactie waarbij financiering door een groep kredietverstrekkers (een “syndicaat”) aan één enkele kredietnemer wordt aangeboden;

    14)

    “veiling”: het uitgifteproces van de schuldbewijzen van de Unie en Euratom op basis van concurrerende biedingen via een veilingplatform;

    15)

    “langetermijnfinanciering”: financiering door middel van transacties tot het opnemen van leningen voor een looptijd van meer dan één jaar, met uitzondering van de bedragen die voor eigen rekening worden aangehouden;

    16)

    “kortetermijnfinanciering”: financiering door middel van transacties tot het opnemen van leningen voor een looptijd van één jaar of korter en het gebruik van ongedekte geldmarkttransacties en gedekte geldmarkttransacties.

    HOOFDSTUK 2

    OPNEMEN VAN LENINGEN, SCHULDBEHEER EN VERSTREKKEN VAN LENINGEN

    AFDELING 1

    Financieringsstrategie

    Artikel 3

    Jaarlijks besluit inzake lenings-, schuldbeheer- en liquiditeitsbeheer

    1.   De Commissie stelt een besluit inzake lenings-, schuldbeheer- en liquiditeitsbeheer vast dat het raamwerk vastlegt met bepaalde maximumlimieten voor de lenings- en schuldbeheertransacties, en dat machtiging verleent voor liquiditeitsbeheertransacties die in de loop van het kalenderjaar kunnen worden aangegaan (“jaarlijks besluit tot het opnemen van leningen”).

    2.   Het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen bevat de volgende parameters:

    a)

    het maximale jaarlijkse bedrag aan langetermijnfinanciering op basis van de meerjarenplanning van verwachte uitbetalingen in het kader van de programma’s en van de herfinancieringsbehoeften;

    b)

    het maximaal uitstaande bedrag aan kortetermijnfinanciering, onder meer via de uitgifte van EU-Bills;

    c)

    het maximale definitieve uitstaande bedrag per uitgifte dat het concentratierisico op de vervaldag weergeeft;

    d)

    de maximale gemiddelde looptijd van langetermijnfinanciering;

    e)

    (in voorkomend geval) het maximale uitstaande bedrag aan eigen uitgiften die voor eigen rekening van de Commissie kunnen worden aangehouden en aan tegenpartijen beschikbaar kunnen worden gesteld via repotransacties, om de secundaire markt voor Unie-effecten te ondersteunen of kortetermijnfinanciering aan te trekken;

    f)

    machtiging van liquiditeitsbeheertransacties door middel van het gebruik van geldmarktinstrumenten als bedoeld in artikel 8.

    3.   Bij de voorbereiding van het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen wordt de volgende factoren in aanmerking genomen:

    a)

    de vereisten die voortvloeien uit de onderliggende basishandelingen, met name de in artikel 220, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde basishandelingen;

    b)

    de betalingsverplichtingen voor de schuldendienst van uitstaande schuld en de aflossing van de hoofdsom, overeenkomstig het jaarlijkse werkprogramma en rekening houdende met de financiële programmering;

    c)

    de verenigbaarheid met de limieten die zijn vastgesteld in Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad (13) en, in voorkomend geval, Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad (14), en met de in de onderliggende basishandeling vastgestelde limieten voor de maximale looptijd of maximale gemiddelde looptijd. Wat NextGenerationEU betreft, gaat het om de limieten die zijn vastgesteld in artikel 6 van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 voor het plafond voor aanvullende eigen middelen van 0,6 procentpunt van de bni’s van de lidstaten en, in het geval van geplande terugbetaling van leningen uit de begroting van de Unie, met het in artikel 5, lid 2, derde alinea, van dat besluit vastgestelde maximum;

    d)

    de looptijden van de leningen die zijn vastgesteld in de leningsovereenkomsten tussen de Commissie en het begunstigde land;

    e)

    de meerjarenplanning van uitbetalingen in het kader van de betrokken beleidsprogramma’s en herfinancieringsbehoeften, rekening houdende met ruimere vraag- en aanbodoverwegingen;

    f)

    andere factoren die relevant zijn voor het bepalen van de lenings- en schuldbeheertransacties.

    4.   Het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen wordt vastgesteld vóór de aanvang van de periode waarop het betrekking heeft.

    5.   Het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen kan met name worden gewijzigd in geval van een ernstig risico dat de maximale gemiddelde looptijd niet in acht kan worden genomen wegens onderbesteding van de uitgiften van de bedragen aan langetermijnfinanciering of in geval van wijziging van een of meer van de in lid 3 bedoelde factoren.

    6.   De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad in kennis van het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen.

    Artikel 4

    Financieringsplan

    1.   Het financieringsplan stelt een indicatief streefcijfer vast voor de middelen die moeten worden aangetrokken door middel van transacties tot het opnemen van leningen en die worden beheerd door middel van schuldbeheertransacties, die in de regel een termijn van zes maanden bestrijken.

    2.   Het financieringsplan vermeldt de in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie uit te voeren geplande transacties tot het opnemen van leningen en, in voorkomend geval, de schuldbeheer- en liquiditeitsbeheertransacties. Binnen het raamwerk dat in het jaarlijkse besluit tot het opnemen van leningen is vastgesteld en rekening houdende met de in artikel 3, lid 3, bedoelde factoren en de financiële voorwaarden op de primaire en secundaire markt, omvat het financieringsplan onder meer de volgende parameters:

    a)

    het maximale verwachte bedrag aan kortetermijn- en langetermijnfinanciering voor de periode;

    b)

    de gewogen maximale gemiddelde looptijd van op te nemen langetermijnfinanciering;

    c)

    (in voorkomend geval) het maximale uitstaande bedrag aan eigen uitgiften die voor eigen rekening van de Commissie kunnen worden aangehouden en aan tegenpartijen beschikbaar kunnen worden gesteld via repotransacties, om de secundaire markt voor Unie-effecten te ondersteunen of kortetermijnfinanciering aan te trekken;

    d)

    (in voorkomend geval) een indicatief bedrag of bandbreedte, die de financierings- en uitbetalingsplanning op het tijdstip van de vaststelling van het financieringsplan weergeven, te investeren via geldmarktinstrumenten gedurende het financieringssemester in overeenstemming met artikel 8.

    Bij het opstellen van het financieringsplan wordt terdege rekening gehouden met het in artikel 20, lid 2, punt a), bedoelde advies van de Chief Risk Officer.

    3.   Het financieringsplan wordt vastgesteld vóór de aanvang van de periode waarop het betrekking heeft.

    4.   Het financieringsplan kan worden gewijzigd in geval van een ingrijpende verandering van een of meer van de in artikel 3, lid 3, genoemde factoren.

    5.   Op basis van het goedgekeurde financieringsplan brengt de Commissie het Europees Parlement en de Raad op de hoogte.

    Artikel 5

    Mededeling van de verwachte uitbetalingsbehoeften ten behoeve van de voorbereiding en uitvoering van het financieringsplan

    1.   Het financieringsplan wordt opgesteld op basis van door de programmaordonnateurs aan directoraat-generaal Begroting te verstrekken actuele informatie over het tijdschema van de verwachte betalingen, die uitbetalingsbehoeften over meerdere jaren kunnen omvatten. De verstrekte informatie is zo nauwkeurig en betrouwbaar mogelijk.

    2.   Eén maand vóór de vaststelling van het financieringsplan verstrekken de programmaordonnateurs een gedetailleerde prognose van de uitbetalingsbehoeften voor de respectieve programma’s.

    3.   De programmaordonnateurs verstrekken, voor zover mogelijk, regelmatige, nauwkeurige en betrouwbare actualiseringen van de informatie die is verstrekt met betrekking tot de geplande uitbetalingen, met inbegrip van wijzigingen in de termijnen voor het afwikkelen van de procedures voor de goedkeuring van betalingen.

    4.   De programmaordonnateurs maken, voor het mededelen van de krachtens de leden 1, 2 en 3 van dit artikel vereiste informatie, gebruik van het elektronische systeem voor het mededelen en actualiseren van informatie over verwachte uitbetalingsbehoeften om de informatie over betalingsramingen toe te zenden zoals bepaald in artikel 12, lid 2, punt i).

    Artikel 6

    Uitvoering van de lenings-, schuldbeheer- en liquiditeitsbeheertransacties

    1.   De afzonderlijke lenings-, schuldbeheer- en liquiditeitsbeheertransacties worden uitgevoerd in overeenstemming met de meest recente toepasselijke actualisering van het financieringsplan voor de betrokken periode.

    Op basis van de op grond van artikel 5, lid 3, verschafte actualiseringen geeft de directeur-generaal van directoraat-generaal Begroting regelmatig instructies over de bedragen die via de uitgifte van schuldpapier moeten worden opgehaald en via schuldbeheer- en liquiditeitsbeheertransacties moeten worden beheerd.

    2.   Bij de volgens die instructies op te halen bedragen wordt de in artikel 7 omschreven gediversifieerde financieringsstrategie toegepast, met inachtneming van de in artikel 4, lid 2, vastgestelde parameters van het financieringsplan.

    Bij de lenings-, schuldbeheer- en liquiditeitsbeheertransacties wordt het beginsel van goed financieel beheer in acht genomen, dat bestaat uit een passende scheiding van functies en verantwoordelijkheden, informatie- en rapportagestromen die gericht zijn op het waarborgen van onafhankelijk toezicht en verantwoordingsplicht, en de rechtmatigheid en regelmatigheid van alle transacties. Die transacties worden uitgevoerd overeenkomstig goede marktpraktijken en met inachtneming van de marktconventies.

    Artikel 7

    Gediversifieerde financieringsstrategie

    1.   Bij de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie passen de diensten van de Commissie in voorkomend geval de volgende beginselen toe, met volledige inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer, teneinde de vereiste financiële middelen te lenen om tijdig te voldoen aan de behoeften van de desbetreffende programma’s voor terugbetaalbare en niet-terugbetaalbare steun, en om de daaruit voortvloeiende schuld zo doelmatig en vlot mogelijk te beheren, waarbij wel wordt getracht de onder de heersende marktomstandigheden gunstigste financiële voorwaarden te verkrijgen voor de begroting van de Unie en de begunstigde landen en wordt gestreefd naar een regelmatige aanwezigheid op de kapitaalmarkt:

    a)

    transacties tot het opnemen van leningen en schuldbeheertransacties kunnen plaatsvinden op de primaire markt, op de secundaire markt en op geldmarkten;

    b)

    transacties tot het opnemen van leningen worden georganiseerd door middel van een reeks individuele leningen met verschillende looptijden, variërend van kortetermijn- tot langetermijnfinanciering;

    c)

    transacties tot het opnemen van leningen kunnen worden georganiseerd door middel van een mix van gesyndiceerde transacties en veilingen en onderhandse plaatsingen, waarbij in beide gevallen wordt gebruikgemaakt van de diensten van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen die lid zijn van het netwerk van primary dealers dat is opgericht bij Besluit (EU, Euratom) 2021/625 van de Commissie (15);

    d)

    de resulterende schuld kan worden doorgerold ten behoeve van looptijdbeheer;

    e)

    kasstroommismatches en liquiditeitsrisico worden beheerd door middel van schuldbeheertransacties en liquiditeitsbeheer;

    f)

    renterisico en andere financiële risico’s kunnen worden beheerd door middel van schuldbeheertransacties zoals beschreven in lid 2.

    2.   Indien zulks nodig is voor een beter beheer van renterisico en andere financiële risico’s die voortvloeien uit de uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie, kan de Commissie voor het beheer van renterisico of andere financiële risico’s gebruikmaken van schuldbeheertransacties die kunnen bestaan in het gebruik van derivaten zoals swaps. Daartoe kan de Commissie haar eigen obligaties terugkopen en aanhouden. Met name mogen swaps alleen worden gebruikt voor het afdekken van renterisico’s die worden gedragen door landen die leningen ontvangen. De kosten voor het beheer van risico’s verbonden aan derivaten komen ten laste van de begunstigde van de risicobeheertransactie.

    Artikel 8

    Strategie voor liquiditeitsbeheer

    1.   Liquiditeitssaldi die hoger uitvallen dan de in artikel 14, lid 2, bedoelde liquiditeitsbuffers, mogen worden beheerd door middel van geldmarktinstrumenten.

    2.   Geldmarktinstrumenten kunnen worden uitgevoerd met agentschappen voor het schuldbeheer van lidstaten, supranationale instellingen, nationale overheidsinstanties, centrale banken, kredietinstellingen en beleggingsondernemingen met een passende kredietwaardigheid, en centrale tegenpartijen.

    3.   De directeur-generaal van directoraat-generaal Begroting legt de strategie voor liquiditeitsbeheer vast door de essentiële parameters te bepalen voor het beheer van dit extra liquiditeitssaldo. De strategie bestaat uit:

    a)

    de beleggingsdoelstellingen;

    b)

    de toepasselijke benchmarks (voor zover relevant);

    c)

    de maximale looptijd van kasmiddelen en beleggingen;

    d)

    de criteria om in aanmerking te komen bij de selectie van tegenpartijen waarmee transacties kunnen worden aangegaan;

    e)

    de in aanmerking komende geldmarktinstrumenten;

    f)

    de vereisten voor activa om in aanmerking te komen om te worden aangekocht en/of als zekerheid te worden geaccepteerd.

    4.   Bij het opstellen of wijzigen van de strategie voor liquiditeitsbeheer wordt terdege rekening gehouden met het in artikel 20, lid 2, punt b), bedoelde advies van de Chief Risk Officer. Ook de rekenplichtige van de Commissie wordt geraadpleegd.

    AFDELING 2

    Transacties tot het verstrekken van leningen

    Artikel 9

    Transacties tot het verstrekken van leningen

    De transacties tot het verstrekken van leningen worden uitgevoerd overeenkomstig de specifieke regels die zijn vastgesteld in de desbetreffende basishandeling, alsmede de voorwaarden die overeenkomstig de desbetreffende basishandeling in de leningsovereenkomsten tussen de Commissie en het begunstigde land zijn vastgelegd.

    Artikel 10

    Uitbetalingen en vervroegde beëindiging van de lening

    1.   De uitbetaling van leningtermijnen of -tranches vindt zo doelmatig en snel mogelijk plaats, afhankelijk van de beschikbaarheid van financiering. De leningsovereenkomsten bevatten een onvoorwaardelijke en onherroepelijke verbintenis van het begunstigde land om alle kosten in verband met de lening, met inbegrip van administratieve kosten, te dragen en de hoofdsom en de rente terug te betalen, en kunnen het gebruik van derivaten, en met name swaps, toestaan.

    2.   Leningsovereenkomsten in het kader van Verordening (EU) 2021/241 bevatten een clausule voor vervroegde beëindiging van de lening die de Commissie het recht geeft te verzoeken om vervroegde terugbetaling van de lening, onder meer overeenkomstig artikel 22, lid 5, en artikel 24, lid 9, van Verordening (EU) 2021/241, en om niet goedgekeurde voorfinanciering terug te vorderen.

    Artikel 11

    Kosten van de lening

    1.   Alle kosten, met inbegrip van de kosten in verband met het beheer van renterisico en andere financiële risico’s, die de Unie maakt in verband met het opnemen van middelen voor de leningen, komen ten laste van de begunstigde landen, overeenkomstig artikel 220 van het Financieel Reglement en de desbetreffende basishandelingen, en worden berekend volgens een methode die door de Commissie is vastgesteld in Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2022/2545, aangevuld met specifieke richtsnoeren, met volledige inachtneming van de beginselen van transparantie en gelijke behandeling.

    2.   Alle door de Unie voor derivaten gemaakte kosten komen ten laste van het begunstigde land.

    3.   De kosten worden op gezette tijden aan het begunstigde land gefactureerd.

    AFDELING 3

    Uitvoering en rapportage

    Artikel 12

    Opbouw van operationele capaciteit

    1.   De uitvoering van de lenings-, schuldbeheer- en liquiditeitsbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie en de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen omvatten de opbouw en het beheer van de operationele capaciteit die ervoor zorgt dat de opgezette systemen een gezond financieel beheer waarborgen en onderworpen zijn aan robuust risicobeheer en documentering van processen en besluiten.

    2.   Die operationele capaciteit omvat met name de volgende taken:

    a)

    onderhandelen over, evalueren en ondertekenen van voor het voltooien van de afwikkeling van transacties vereiste overeenkomsten met openbare of particuliere kredietinstellingen en nationale of internationale centrale effectenbewaarinstellingen;

    b)

    herzien, aanpassen, wijzigen, omwerken en afronden van de documentatie over het opnemen van leningen, met inbegrip van de documentatie in het kader van het schulduitgifteprogramma;

    c)

    vaststellen van regelingen en regels voor het organiseren van veilingen, met inbegrip van overeenkomsten met externe aanbieders van systemen en permanent toezicht op de uitvoering van veilingen;

    d)

    uitvoeren van individuele transacties tot het opnemen van leningen door middel van gesyndiceerde transacties, veilingen en onderhandse plaatsingen;

    e)

    berekenen van de kosten die zijn gemaakt volgens de door de Commissie in specifieke richtsnoeren vast te stellen methode en die in het kader van transacties tot het verstrekken van leningen ten laste van de begroting van de Unie en van de begunstigde landen moet worden gebracht;

    f)

    vaststellen van regelingen en onderhandelen over, evalueren en ondertekenen van overeenkomsten, met inbegrip van overeenkomsten met tegenpartijen en aanbieders van handelssystemen die vereist zijn voor het uitvoeren van de volgende transacties en instrumenten:

    i)

    retrocessietransacties of omgekeerde repotransacties, kooptransacties met wederverkoop of verkooptransacties met wederinkoop en andere transacties die verplichtingen doen ontstaan;

    ii)

    derivaten, zoals swaps, met als enige doel het beheren en afdekken van risico’s verbonden aan leningen;

    g)

    verrichten van transacties op de secundaire markt, ongedekte en gedekte geldmarkttransacties, met inbegrip van de in punt f), i) en ii), bedoelde transacties;

    h)

    opzetten van voor liquiditeitsbeheertransacties vereiste georganiseerde systemen of procedures;

    i)

    opzetten en beheren van het in artikel 5, lid 4, bedoelde elektronische systeem voor de mededeling en actualisering van informatie over verwachte uitbetalingsbehoeften.

    Artikel 13

    Rapportage over de uitvoering van transacties voor het opnemen, schuldbeheer, liquiditeitsbeheer en verstrekken van leningen

    De Commissie stelt tweemaal per jaar een verslag op over alle aspecten van haar strategie voor het opnemen van leningen, schuldbeheer en liquiditeitsbeheer, zoals rechtsgrondslag, uitstaande bedragen van obligaties en schuldpapier, looptijdprofiel, uitgekeerde subsidies en leningen, aflossingsschema van de uitbetaalde leningen, financieringskosten en het bedrag dat de Commissie voornemens is het komende halfjaar uit te geven. Dit verslag wordt bij het Europees Parlement en de Raad ingediend.

    HOOFDSTUK 3

    BOEKHOUDING EN REKENPLICHTIGE

    Artikel 14

    Rekening voor het beheer van de opbrengsten

    1.   De opbrengsten met betrekking tot het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen worden beheerd via een door de rekenplichtige van de Commissie geopende rekening. De rekenplichtige delegeert het beheer van deze rekening aan de bevoegde diensten bij directoraat-generaal Begroting, die de rekening beheren overeenkomstig de regels, beginselen en procedures van dit besluit.

    2.   De rekening wordt bij de ECB aangehouden op basis van een contract inzake fiscale agentschapsdiensten. Zij wordt gebruikt voor specifieke liquiditeitsbuffers die worden aangepast aan de bedragen van komende betalingen.

    3.   De directeur-generaal van directoraat-generaal Begroting stelt een methode vast voor het berekenen van de liquiditeitsbuffers voor een bepaalde periode.

    Artikel 15

    Rekeningen voor kasmiddelen en liquiditeitsbeheertransacties

    1.   De voor kasmiddelen en liquiditeitsbeheertransacties benodigde rekeningen worden geopend door de rekenplichtige van de Commissie. De rekenplichtige delegeert het beheer van deze rekening aan de bevoegde diensten bij directoraat-generaal Begroting, die de rekening beheren overeenkomstig de regels, beginselen en procedures van dit besluit. De rekenplichtige kan voorwaarden vaststellen voor het beheer van de rekeningen in overeenstemming met het Financieel Reglement.

    2.   Ten behoeve van het beheer van kasmiddelen die de liquiditeitsbuffers en de liquiditeitsbeheertransacties overschrijden, kunnen de rekeningen worden aangehouden bij de ECB of een andere daartoe gemachtigde tegenpartij.

    Artikel 16

    Boekhouding voor transacties voor het opnemen, schuldbeheer, liquiditeitsbeheer en verstrekken van leningen

    De rekenplichtige is verantwoordelijk voor een passende boekhouding van alle transacties voor het opnemen, schuldbeheer, liquiditeitsbeheer en verstrekken van leningen overeenkomstig de boekhoudregels van de Unie en titel XIII van het Financieel Reglement.

    Artikel 17

    Opstelling van financiële overzichten

    1.   De rekenplichtige wordt belast met het opstellen van de jaarlijkse financiële overzichten met betrekking tot de transacties voor het opnemen, schuldbeheer, liquiditeitsbeheer en verstrekken van leningen overeenkomstig de boekhoudregels van de Unie en op basis van de door de programmaordonnateurs verstrekte informatie.

    2.   Deze financiële overzichten maken deel uit van de geconsolideerde jaarrekening van de begroting van de Unie.

    HOOFDSTUK 4

    RISICOBEHEER EN COMPLIANCE

    Artikel 18

    Rol van de Chief Risk Officer voor transacties voor het opnemen, schuldbeheer, liquiditeitsbeheer en verstrekken van leningen

    1.   Voor transacties voor het opnemen, schuldbeheer, liquiditeitsbeheer en verstrekken van leningen wordt een Chief Risk Officer aangesteld, van wie de bevoegdheden en taken in dit besluit zijn vastgelegd.

    2.   De rol van de Chief Risk Officer bestaat erin ervoor te zorgen dat de systemen, methoden en processen die worden gebruikt voor het uitvoeren van transacties voor het opnemen, schuldbeheer, liquiditeitsbeheer en verstrekken van leningen zodanig worden vormgegeven en uitgevoerd dat de bescherming van de financiële belangen van de Unie en een goed financieel beheer van transacties voor het opnemen, schuldbeheer, liquiditeitsbeheer en verstrekken van leningen maximaal worden gewaarborgd.

    3.   De rol van Chief Risk Officer wordt vervuld onafhankelijk van de functies en taken wat betreft planning, implementatie, uitvoering en verantwoording van transacties. De Chief Risk Officer is autonoom bij de uitvoering van de in dit hoofdstuk beschreven taken en verantwoordelijkheden en krijgt de nodige middelen ter beschikking gesteld.

    4.   De Chief Risk Officer doet rechtstreeks aan het voor de begroting verantwoordelijke lid van het college verslag over de in dit hoofdstuk vastgestelde verantwoordelijkheden.

    5.   Een met de taak van Compliance Officer belast personeelslid doet rechtstreeks aan de Chief Risk Officer verslag over de in artikel 19, lid 4, genoemde aangelegenheden.

    Artikel 19

    Vaststelling van een risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen

    1.   De Chief Risk Officer stelt een risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen op, dat de voornaamste risico’s in kaart brengt die voor de financiële belangen van de Unie voortvloeien uit de uitvoering van transacties voor het opnemen, schuldbeheer, liquiditeitsbeheer en verstrekken van leningen. In dit verband houdt de Chief Risk Officer rekening met de beginselen voor risico-onderkenning en -beoordeling, volgens welke een doeltreffend intern controlesysteem de voornaamste risico’s identificeert en doorlopend beoordeelt.

    2.   Het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen stelt de strategische risicodoelstellingen vast en biedt het overkoepelende raamwerk voor de richtsnoeren voor risicobeheer die op transacties voor het opnemen, schuldbeheer, liquiditeitsbeheer en verstrekken van leningen van toepassing zijn.

    3.   Het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen brengt alle daaraan verbonden risico’s in kaart, waaronder liquiditeits-, markt-, financierings-, krediet-, tegenpartij- en operationele risico’s die voortvloeien uit de uitvoering van de transacties voor het opnemen, schuldbeheer, liquiditeitsbeheer en verstrekken van leningen. Het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen stelt voor elk risico de risicobereidheid in algemene zin vast, de algemene methoden om de risicoblootstelling te meten, de monitoring- en rapportagevereisten, alsmede het escalatiemechanisme dat moet worden toegepast in geval van inbreuken of niet-naleving. Hierbij wordt de deugdelijkheid geverifieerd van de procedures die nodig zijn om de betrouwbaarheid, integriteit en transparantie van die transacties te waarborgen, en worden financiële of operationele risico’s op passende wijze beperkt.

    4.   Het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen omvat de volgende regels en procedures:

    a)

    regels en procedures die moeten worden nageleefd door personen die belast zijn met de operationele uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie, en

    b)

    regels en procedures ter voorkoming van het witwassen van geld, de financiering van terrorisme, de uitvoering van transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen door entiteiten die zijn opgericht of gevestigd in jurisdicties die in het kader van het desbetreffende beleid op de lijst van niet-coöperatieve jurisdicties zijn geplaatst of die, overeenkomstig artikel 9, lid 2, van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad (16), als landen met een hoog risico zijn aangemerkt, of die in de praktijk niet voldoen aan de op Unieniveau of internationaal niveau overeengekomen fiscale normen inzake transparantie en informatie-uitwisseling, inbreuken op sanctieregelingen en andere relevante financiële onregelmatigheden.

    5.   Het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen wordt ten minste jaarlijks geëvalueerd en indien nodig herzien.

    6.   Het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen wordt door de Chief Risk Officer ter goedkeuring voorgelegd aan het voor de begroting verantwoordelijke lid van het college.

    Artikel 20

    Rol van de Chief Risk Officer

    1.   De Chief Risk Officer ziet erop toe dat het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen uitgebreid en consistent wordt uitgevoerd.

    2.   De Chief Risk Officer wordt met name belast met de volgende taken:

    a)

    een advies uitbrengen over het ontwerpfinancieringsplan;

    b)

    een advies uitbrengen over de ontwerpstrategie voor liquiditeitsbeheer;

    c)

    de interne voorschriften en handvatten van de directeur-generaal van directoraat-generaal Begroting voor de uitvoering van dit besluit beoordelen op hun samenhang met het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen, voorschriften en handvatten die deze kan verzoeken te wijzigen;

    d)

    zorgen voor en toezien op de voortdurende compliance met behulp van robuuste processen voor het identificeren, kwantificeren en monitoren van risico’s;

    e)

    vastleggen van passende risicolimieten zodat het kredietrisico, marktrisico en liquiditeitsrisico dat wordt aangegaan met de transactie tot het opnemen van leningen en de transacties voor schuldbeheer en liquiditeitsbeheer, compliant blijft met de risicodoelstellingen en de risicobereidheid. Bij de risicolimieten kan het gaan om individuele limieten die op tegenpartijniveau en/of instrumentniveau zijn bepaald, en risicolimieten die zijn bepaald op het niveau van de geaggregeerde blootstellingen die voortvloeien uit de schuldbeheer- en liquiditeitsbeheertransacties;

    f)

    mogelijke inbreuken op het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen of op risicorichtsnoeren, -beleidslijnen en -limieten in kaart brengen en mogelijke stappen aanbevelen die moeten worden gezet in geval van inbreuken of niet-naleving.

    Artikel 21

    Rapportage door de Chief Risk Officer

    1.   De Chief Risk Officer brengt regelmatig verslag uit over materiële risico’s en over de inachtneming van de overeenkomstig artikel 19, lid 4, vastgestelde regels en procedures aan het voor de begroting verantwoordelijke lid van het college, aan het Risk and Compliance-comité, aan de directeur-generaal van directoraat-generaal Begroting en aan de rekenplichtige. De Chief Risk Officer verstrekt ook op gezette tijden informatie over risico’s en limieten aan personen die belast zijn met de operationele uitvoering van de gediversifieerde financieringsstrategie.

    De directeur-generaal van directoraat-generaal Begroting neemt onverwijld de nodige maatregelen om aan deze bevindingen gevolg te geven en geeft de Chief Risk Officer toelichting bij de genomen maatregelen.

    Wanneer de Chief Risk Officer aan het voor de begroting verantwoordelijke lid van het college verslag doet, kan deze dat lid van het college in voorkomend geval ook in kennis stellen van de in de tweede alinea bedoelde bevindingen en van de beraadslagingen van het Risk and Compliance-comité.

    2.   De Chief Risk Officer brengt eenmaal per jaar verslag uit aan de Commissie over de uitvoering van het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen.

    Artikel 22

    Rol van het Risk and Compliance-comité

    1.   Een Risk and Compliance-comité wordt opgericht om de Chief Risk Officer bij de uitvoering van zijn taken te ondersteunen.

    2.   Het Risk and Compliance-comité:

    a)

    wordt door de Chief Risk Officer geraadpleegd over het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen;

    b)

    ondersteunt de Chief Risk Officer bij de in artikel 20, lid 2, punten a) tot en met d), bedoelde taken;

    c)

    is betrokken bij de evaluatie, monitoring en goedkeuring van praktijken met betrekking tot de uitvoering van het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen en met betrekking tot het risicobeheer van de transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen;

    d)

    ondersteunt de Chief Risk Officer bij het beoordelen van nieuwe risicoblootstellingen in verband met de transacties voor het opnemen, schuldbeheer en verstrekken van leningen, en wordt door de Chief Risk Officer geïnformeerd over de overschrijding van limieten die zijn vastgesteld om risico’s te beperken of om te voorkomen dat het risico- en compliancebeleid op hoofdlijnen en andere risicorichtsnoeren, -beleidslijnen en -limieten niet worden nageleefd.

    Artikel 23

    Leden en organisatie van het Risk and Compliance-comité

    1.   De leden van het Risk and Compliance-comité zijn de Chief Risk Officer, de rekenplichtige van de Commissie, de Compliance Officer, twee personeelsleden van directoraten-generaal waarvan de taken kennis van risicobeheer en toezicht op de financiële markten inhouden, twee personeelsleden van directoraat-generaal Begroting die worden aangewezen door de directeur-generaal van directoraat-generaal Begroting.

    2.   De directeur van het directoraat dat toeziet op de uitgifte van schuld voor het financieren van Unieprogramma’s, is een permanente waarnemer zonder stemrecht bij het Risk and Compliance-comité.

    3.   De directeuren-generaal van directoraten-generaal belast met het risicobeheer van en het toezicht op financiële markten en de directeur-generaal van directoraat-generaal Begroting wijzen de leden van het Risk and Compliance-comité aan. De aangewezen leden beschikken over afdoende kennis en bekwaamheden op gebieden die relevant zijn voor de werkzaamheden van het Risk and Compliance-comité, en met name wat betreft risicobeheer en toezicht op financiële markten.

    4.   De Chief Risk Officer wijst ten minste twee en maximaal drie externe deskundigen aan om deel te nemen aan de vergaderingen van het Risk and Compliance-comité. De externe deskundigen geven adviezen en nemen zonder stemrecht deel aan beraadslagingen over aangelegenheden die aan het comité worden voorgelegd.

    5.   Het Risk and Compliance-comité neemt, waar mogelijk, standpunten aan op basis van consensus of, wanneer geen consensus wordt bereikt, op basis van een gewone meerderheid van zijn leden. Bij staking van stemmen is de stem van de Chief Risk Officer doorslaggevend.

    6.   Het Risk and Compliance-comité stelt zijn reglement van orde vast.

    HOOFDSTUK 5

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 24

    Intrekking

    Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2022/2544 wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar het ingetrokken besluit gelden als verwijzingen naar het onderhavige besluit en worden gelezen volgens de concordantietabel in de bijlage.

    Artikel 25

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 12 december 2023.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)   PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2018/1046/oj.

    (2)  Verordening (EU, Euratom) 2022/2434 van het Europees Parlement en de Raad van 6 december 2022 tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 met betrekking tot de vaststelling van een gediversifieerde financieringsstrategie als algemene leenmethode (PB L 319 van 13.12.2022, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/2434/oj).

    (3)  Verordening (EU) 2021/241 van het Europees Parlement en de Raad van 12 februari 2021 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (PB L 57 van 18.2.2021, blz. 17, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2021/241/oj).

    (4)  Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 23, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2020/2094/oj).

    (5)  Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 14 april 2021 tot vaststelling van de noodzakelijke regelingen voor het beheer van de transacties tot het opnemen van leningen op grond van Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad en van de leningstransacties die verband houden met overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) 2021/241 verstrekte leningen.

    (6)  Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2022/2545 van de Commissie van 19 december 2022 tot vaststelling van het kader voor de toewijzing van de kosten in verband met de lenings- en schuldbeheertransacties in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie (PB L 328 van 22.12.2022, blz. 123, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2022/2545/oj).

    (7)  Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2022/2544 van de Commissie van 19 december 2022 tot vaststelling van de regelingen voor het beheer en de uitvoering van de lenings- en schuldbeheertransacties van de EU in het kader van de gediversifieerde financieringsstrategie en de daarmee verband houdende transacties tot het verstrekken van leningen (PB L 328 van 22.12.2022, blz. 109, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2022/2544/oj).

    (8)  Besluit C(2018) 5120 van de Commissie van 3 augustus 2018 inzake de interne regels betreffende de uitvoering van de algemene begroting van de Europese Unie (afdeling Europese Commissie) ter attentie van de diensten van de Commissie.

    (9)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/583 van de Commissie van 14 juli 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad betreffende markten in financiële instrumenten wat betreft technische reguleringsnormen inzake transparantievereisten voor handelsplatforms en beleggingsondernemingen ten aanzien van obligaties, gestructureerde financiële producten, emissierechten en derivaten (PB L 87 van 31.3.2017, blz. 229, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2017/583/oj).

    (10)  Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2012/648/oj).

    (11)  Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2015/2365/oj).

    (12)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2014/65/oj).

    (13)  Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2020/2053/oj).

    (14)  Verordening (EU, Euratom) 2020/2093 van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 11, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2020/2093/oj).

    (15)  Besluit (EU, Euratom) 2021/625 van de Commissie van 14 april 2021 inzake de oprichting van het netwerk van primary dealers en de vaststelling van criteria om in aanmerking te komen voor opdrachten als lead manager of co-lead manager voor gesyndiceerde transacties ten behoeve van de leningsactiviteiten van de Commissie namens de Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 131 van 16.4.2021, blz. 170, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/625/oj).

    (16)  Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2015/849/oj).


    BIJLAGE

    Concordantietabel

    Uitvoeringsbesluit (EU, Euratom) 2022/2544 van de Raad van 19 december 2022

    Dit besluit

    Artikel 1

    Artikel 1

    Artikel 2

    Artikel 2

    Artikel 3

    Artikel 3

    Artikel 4

    Artikel 4

    Artikel 5

    Artikel 5

    Artikel 6

    Artikel 6

    Artikel 7

    Artikel 7

    Artikel 8

    Artikel 9

    Artikel 9

    Artikel 10

    Artikel 10

    Artikel 11

    Artikel 11

    Artikel 12

    Artikel 12

    Artikel 13

    Artikel 13

    Artikel 14

    Artikel 14

    Artikel 16

    Artikel 15

    Artikel 17

    Artikel 16

    Artikel 18

    Artikel 17

    Artikel 19

    Artikel 18

    Artikel 20

    Artikel 19

    Artikel 21

    Artikel 20

    Artikel 22

    Artikel 21

    Artikel 23


    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2023/2825/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top