EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32021D0031

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/31 van de Commissie van 13 januari 2021 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad inzake de minimumnormen voor gegevenskwaliteit en de technische specificaties voor het invoeren van foto’s, DNA-profielen en dactyloscopische gegevens in het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1345 van de Commissie (Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 9228)

C/2020/9228

PB L 15 van 18/01/2021, p. 1–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2021/31/oj

18.1.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 15/1


UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/31 VAN DE COMMISSIE

van 13 januari 2021

tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad inzake de minimumnormen voor gegevenskwaliteit en de technische specificaties voor het invoeren van foto’s, DNA-profielen en dactyloscopische gegevens in het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, en tot intrekking van Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1345 van de Commissie

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2020) 9228)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2018/1862 van het Europees Parlement en de Raad van 28 november 2018 betreffende de instelling, de werking en het gebruik van het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken, tot wijziging en intrekking van Besluit 2007/533/JBZ van de Raad en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1986/2006 van het Europees Parlement en de Raad en Besluit 2010/261/EU van de Commissie (1), en met name artikel 42, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het Schengeninformatiesysteem (SIS) op het gebied van politiële samenwerking en justitiële samenwerking in strafzaken bevat signaleringen van personen en voorwerpen die door de nationale bevoegde autoriteiten worden gezocht met als doel een hoog niveau van veiligheid in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht te garanderen.

(2)

Overeenkomstig artikel 20, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1862 omvatten de gegevenscategorieën die in een signalering van een persoon in het SIS kunnen worden opgenomen, foto’s, gezichtsopnamen, DNA-profielen en dactyloscopische gegevens (met inbegrip van vingerafdrukken en handpalmafdrukken). Overeenkomstig artikel 22, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1862 moeten dergelijke gegevens in het SIS worden opgenomen als ze beschikbaar zijn.

(3)

In artikel 42, leden 1 en 3, van Verordening (EU) 2018/1862 is bepaald dat foto’s, gezichtsopnamen, DNA-profielen en dactyloscopische gegevens die in een signalering in het SIS worden opgenomen, aan een kwaliteitscontrole worden onderworpen om vast te stellen of zij aan de minimumnormen inzake gegevenskwaliteit en aan de technische specificaties voldoen.

(4)

Er moeten uitvoeringsmaatregelen worden vastgesteld waarin de minimumnormen inzake gegevenskwaliteit en de technische specificaties voor het invoeren en opslaan van dergelijke gegevens in het SIS worden gespecificeerd.

(5)

Overeenkomstig artikel 43, lid 3, van Verordening (EU) 2018/1862 moet het doorzoeken van in het SIS opgeslagen dactyloscopische gegevens aan de hand van volledige of onvolledige reeksen vingerafdrukken of handpalmafdrukken die zijn aangetroffen op de plaats delict van ernstige strafbare feiten of terroristische misdrijven, worden toegestaan, mits met een hoge mate van waarschijnlijkheid kan worden vastgesteld dat die afdrukken van een dader van het strafbare of terroristisch misdrijf zijn en op voorwaarde dat de doorzoeking tegelijkertijd in de relevante nationale vingerafdrukdatabanken van de lidstaten wordt uitgevoerd. Bovendien kunnen de lidstaten op grond van artikel 40 van Verordening (EU) 2018/1862 in het SIS signaleringen invoeren van onbekende gezochte personen die enkel dactyloscopische gegevens bevatten die zijn aangetroffen op de plaats delict van een ernstig strafbaar feit of terroristisch misdrijf. Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de vaststelling van kwaliteitsnormen voor het doorgeven van dergelijke dactyloscopische gegevens naar het SIS.

(6)

In de specificaties mag alleen het kwaliteitsniveau worden vastgesteld dat vereist is voor het invoeren en opslaan van foto’s in het SIS om de identiteit van een persoon te bevestigen overeenkomstig artikel 43, lid 1, van die verordening. Het kwaliteitsniveau dat is vereist voor het invoeren en opslaan van foto’s en gezichtsopnamen in het SIS voor de identificatie van een persoon overeenkomstig artikel 43, lid 4, moet in een later stadium worden vastgesteld, wanneer aan de in dat artikel gestelde voorwaarden is voldaan. In overleg met de SIS II-adviesgroep moet eu-LISA de technische details van de in dit besluit, het interfacebesturingsdocument van het SIS en de gedetailleerde technische specificaties vastgestelde normen en specificaties uitwerken en documenteren. De lidstaten, het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving (“Europol”), het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (“Eurojust”) en het Europees Grens- en kustwachtagentschap moeten hun systemen ontwikkelen overeenkomstig de specificaties in deze documenten.

(7)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft Denemarken niet deelgenomen aan de vaststelling van Verordening (EU) 2018/1862 en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Omdat Verordening (EU) 2018/1862 echter voortbouwt op het Schengenacquis, heeft Denemarken overeenkomstig artikel 4 van dat protocol op vrijdag 26 april 2019 zijn besluit meegedeeld dat het Verordening (EU) 2018/1862 in zijn nationale wetgeving zal omzetten. Denemarken is daarom krachtens internationaal recht verplicht dit besluit uit te voeren.

(8)

Ierland neemt aan dit besluit deel overeenkomstig artikel 5, lid 1, van Protocol nr. 19 betreffende het Schengenacquis dat is opgenomen in het kader van de Europese Unie, gehecht aan het VEU en het VWEU, en artikel 6, lid 2, van Besluit 2002/192/EG van de Raad (2).

(9)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (3) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (4).

(10)

Wat Zwitserland betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/149/JBZ van de Raad (6).

(11)

Wat Liechtenstein betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punt G, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/349/EU van de Raad (8).

(12)

Wat Bulgarije en Roemenië betreft, vormt dit besluit een handeling die op het Schengenacquis voortbouwt of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005, en dient het te worden gelezen in samenhang met Besluiten 2010/365/EU (9) en (EU) 2018/934 (10) van de Raad.

(13)

Wat Kroatië betreft, vormt dit besluit een handeling die voortbouwt op het Schengenacquis of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2011 en dient het te worden gelezen in samenhang met Besluit (EU) 2017/733 van de Raad (11).

(14)

Wat Cyprus betreft, vormt dit besluit een handeling die voortbouwt op het Schengenacquis of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003.

(15)

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (12) en heeft op 26 augustus 2020 een advies uitgebracht.

(16)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het comité SIS-Sirene Politie,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De invoer en opslag van foto’s, DNA-profielen en dactyloscopische gegevens in het SIS als bedoeld in artikel 42 van Verordening (EU) 2018/1862, dient te voldoen aan de minimumnormen voor gegevenskwaliteit en de technische specificaties als vermeld in de bijlage bij dit besluit.

Artikel 2

Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1345 van de Commissie (13) wordt ingetrokken.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de lidstaten, het Agentschap van de Europese Unie voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving, het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken en het Europees Grens- en kustwachtagentschap.

Gedaan te Brussel, 13 januari 2021.

Voor de Commissie

Ylva JOHANSSON

Lid van de Commissie


(1)  PB L 312 van 7.12.2018, blz. 56.

(2)  Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).

(3)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(4)  Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).

(5)  PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.

(6)  Besluit 2008/149/JBZ van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 50).

(7)  PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.

(8)  Besluit 2011/349/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis, met name betreffende de justitiële samenwerking in strafzaken en de politiële samenwerking (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 1).

(9)  Besluit 2010/365/EU van de Raad van 29 juni 2010 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het Schengeninformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en Roemenië (PB L 166 van 1.7.2010, blz. 17).

(10)  Besluit (EU) 2018/934 van de Raad van 25 juni 2018 betreffende de inwerkingstelling van de resterende bepalingen van het Schengenacquis die betrekking hebben op het Schengeninformatiesysteem in de Republiek Bulgarije en in Roemenië (PB L 165 van 2.7.2018, blz. 37).

(11)  Besluit (EU) 2017/733 van de Raad van 25 april 2017 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het Schengeninformatiesysteem in de Republiek Kroatië (PB L 108 van 26.4.2017, blz. 31).

(12)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).

(13)  Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/1345 van de Commissie van 4 augustus 2016 betreffende minimumnormen voor de gegevenskwaliteit van vingerafdrukrecords in het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB L 213 van 6.8.2016, blz. 15).


BIJLAGE

Minimumnormen voor gegevenskwaliteit en technische specificaties voor het gebruik van foto’s, DNA-profielen en dactyloscopische gegevens in het SIS

1.   Dactyloscopische gegevens

1.1.    In het SIS gebruikte categorieën dactyloscopische gegevens

De volgende categorieën dactyloscopische gegevens mogen in het SIS worden gebruikt:

a)

platte vingerafdrukken, met inbegrip van platte slap-afdrukken van de duimen en platte slap-afdrukken van vier vingers;

b)

gerolde vingerafdrukken;

c)

handpalmafdrukken;

d)

vingerspoor: volledige of onvolledige reeks vingerafdrukken van onbekende oorsprong die is aangetroffen op de plaats van een terroristisch misdrijf of ander ernstig strafbaar feit dat wordt onderzocht;

e)

handpalmspoor: volledige of onvolledige reeks handpalmafdrukken van onbekende oorsprong die is aangetroffen op de plaats van een terroristisch misdrijf of ander ernstig strafbaar feit dat wordt onderzocht.

1.2.    Toegestane dactyloscopische gegevensformaten

De lidstaten kunnen aan het centrale SIS het volgende doorgeven:

a)

gegevens die op nationaal niveau zijn verkregen met behulp van live-scanapparatuur waarmee tot maximaal tien individuele vingerafdrukken genomen en gesegmenteerd kunnen worden; gerold, plat of beide;

b)

met behulp van inkt genomen vingerafdrukken en handpalmafdrukken; gerold, plat of beide, waarvan een digitale scan is verkregen met de relevante kwaliteit en resolutie.

Het geautomatiseerd vingerafdrukidentificatiesysteem van het centrale SIS (CS-SIS AFIS), zoals omschreven in artikel 43, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1862, moet compatibel en interoperabel zijn met de onder a) en b) genoemde dactyloscopische gegevensformaten.

1.3.    Minimumnormen voor gegevenskwaliteit en technische specificaties

1.3.1.   Bestands- en compressieformaat (“dactyloscopisch containerbestand”)

Het invoerformaat voor de transmissie van dactyloscopische gegevens (“dactyloscopisch containerbestand”) naar het SIS moet in overeenstemming zijn met de op het binaire formaat ANSI/NIST gebaseerde SIS-NIST-norm (1).

Op het niveau van de technisch ondersteunende functie van het centrale SIS (CS-SIS) wordt een “SIS-NIST-controle” ingevoerd om na te gaan of het doorgezonden dactyloscopisch containerbestand voldoet aan de vastgestelde SIS-NIST-norm.

Dactyloscopische containerbestanden die niet aan de vastgestelde SIS-NIST-norm voldoen, worden door het CS-SIS AFIS geweigerd en worden niet in het centrale SIS opgeslagen. Indien een niet-conform bestand door het CS-SIS AFIS wordt geweigerd, stuurt het CS-SIS een foutmelding naar de lidstaat die de gegevens heeft doorgegeven.

1.3.2.   Beeldformaat en resolutie

De in punt 1.1, onder a), b) en c), bedoelde beelden van vingerafdrukken en handpalmafdrukken moeten een nominale resolutie hebben van ofwel 1 000 ppi ofwel 500 ppi met 256 grijstinten, om door het CS-SIS te kunnen worden verwerkt. 500 ppi-beelden worden ingevoerd in WSQ-formaat en 1 000 ppi-beelden in JPEG2000 (JP2).

De in punt 1.1, onder d) en e), bedoelde beelden van vinger- en handpalmsporen moeten een resolutie hebben van 500 of 1 000 ppi om door het CS-SIS te kunnen worden verwerkt. 500 ppi-beelden worden ingevoerd in WSQ-formaat en 1 000 ppi-beelden in JPEG2000 (JP2). Voor beide beeldresoluties moet gebruik worden gemaakt van verliesloze JPEG-compressie.

1.3.3.   Kwaliteitsdrempels voor de opslag en het gebruik van beelden van vingerafdrukken en handpalmafdrukken in het CS-SIS AFIS

Dactyloscopische beelden moeten voldoen aan de kwaliteitsdrempels die zijn vastgesteld in het interfacebesturingsdocument van het SIS en de gedetailleerde technische specificaties om in het CS-SIS AFIS te kunnen worden opgeslagen en gebruikt.

De lidstaten wordt aanbevolen te controleren of de dactyloscopische beelden voldoen aan de kwaliteitsdrempels voordat zij naar het CS-SIS worden doorgegeven.

Conforme dactyloscopische containerbestanden die dactyloscopische beelden van vingerafdrukken of handpalmafdrukken bevatten die de kwaliteitsdrempels niet halen, worden niet opgeslagen in het CS-SIS AFIS en worden niet gebruikt voor biometrische zoekopdrachten. Dactyloscopische containerbestanden die dactyloscopische beelden bevatten die door het CS-SIS AFIS zijn geweigerd, mogen alleen worden gebruikt om de identiteit van een persoon te bevestigen overeenkomstig artikel 43, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1862. Het CS-SIS stuurt een foutmelding naar de lidstaat die de gegevens heeft doorgegeven wanneer een bestand door het CS-SIS AFIS is geweigerd vanwege de lage kwaliteit van de beelden.

1.3.4.   Kwaliteitsdrempels voor de opslag en het gebruik van beelden van vinger- en handpalmsporen in het CS-SIS AFIS

Dactyloscopische afbeeldingen van een vingerspoor en een handpalmspoor moeten voldoen aan de kwaliteitsdrempels die zijn vastgesteld in het interfacebesturingsdocument van het SIS en de technische specificaties om in het SIS AFIS te kunnen worden aanvaard.

Conforme dactyloscopische containerbestanden die dactyloscopische beelden van een vinger- of handpalmspoor bevatten welke de kwaliteitsdrempel niet halen, worden niet opgeslagen in het CS-SIS AFIS. Het CS-SIS stuurt een foutmelding naar de lidstaat die de gegevens heeft doorgegeven wanneer een bestand door het CS-SIS AFIS is geweigerd vanwege de lage kwaliteit van de beelden.

1.4.    Biometrische zoekopdrachten

Het CS-SIS AFIS zal een biometrische zoekfunctie bieden voor alle soorten dactyloscopische beelden die voldoen aan de kwaliteitseisen van de punten 1.3.3 en 1.3.4.

De prestatievereisten en biometrische nauwkeurigheid voor de verschillende categorieën biometrische zoekopdrachten in het CS-SIS AFIS zijn vastgelegd in het interfacebesturingsdocument van het SIS en de gedetailleerde technische specificaties.

2.   Foto’s

Bij het invoeren van foto’s in het SIS moet een minimumresolutie van 480 × 600 pixels met een kleurdiepte van 24 bits worden gebruikt.

3.   DNA-profielen

Het bestandstype dat wordt gebruikt om het DNA-profiel te beschrijven, moet de Extensible Markup Language (XML) in acht nemen. De structuur van het bestand moet de CODIS-norm (Combined DNA Index System) (2) in acht nemen voor de beschrijving van het DNA-profiel dat in het SIS moet worden opgeslagen.


(1)  American National Standard for Information Systems/National Institute of Standards and Technology.

(2)  https://www.fbi.gov/services/laboratory/biometric-analysis/codis


Top