Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014R0179

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 179/2014 van de Commissie van 6 november 2013 houdende aanvulling van Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het register van marktdeelnemers, het steunbedrag voor de afzet van producten buiten het productiegebied, het logo, de vrijstelling van invoerrechten voor bepaalde runderen en de financiering van bepaalde maatregelen in samenhang met specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie

PB L 63 van 04/03/2014, p. 3–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2014/179/oj

4.3.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 63/3


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. 179/2014 VAN DE COMMISSIE

van 6 november 2013

houdende aanvulling van Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het register van marktdeelnemers, het steunbedrag voor de afzet van producten buiten het productiegebied, het logo, de vrijstelling van invoerrechten voor bepaalde runderen en de financiering van bepaalde maatregelen in samenhang met specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 13 maart 2013 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (1), en met name artikel 12, lid 2, tweede alinea, artikel 19, lid 4, derde alinea, artikel 21, lid 3, artikel 27, lid 2, tweede alinea, en artikel 30, lid 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad (2) is ingetrokken en vervangen door Verordening (EU) nr. 228/2013. Verordening (EU) nr. 228/2013 kent de Commissie de bevoegdheid toe om gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Om een vlotte functionering van de regeling binnen het nieuwe juridische kader te garanderen, moeten middels dergelijke handelingen bepaalde regels worden vastgesteld. Deze nieuwe regels dienen de uitvoeringsbepalingen ex Verordening (EG) nr. 793/2006 van de Commissie (3) te vervangen.

(2)

Om ervoor te zorgen dat marktdeelnemers hun recht om deel te nemen aan de specifieke voorzieningsregelingen ten volle kunnen doen gelden, moeten de voorwaarden voor hun inschrijving in het register van marktdeelnemers worden bepaald. Geregistreerde marktdeelnemers hebben recht op de voordelen van die regelingen, mits zij de bij de uniale en nationale regelgeving opgelegde verplichtingen nakomen. Aanvragers moeten van rechtswege worden geregistreerd indien zij voldoen aan een aantal objectieve voorwaarden die erop gericht zijn het beheer van de regeling te vergemakkelijken.

(3)

Om de afzet van producten buiten het productiegebied te ondersteunen, moeten de voorwaarden voor de vaststelling van het steunbedrag dat voor de afzet wordt toegekend, alsmede, in voorkomend geval, de voorwaarden voor de vaststelling van de producthoeveelheden waarvoor deze steun wordt verleend, worden vastgesteld. Bijgevolg moeten aanvullende regels inzake de ondersteuning van de afzet van bepaalde lokale producten worden vastgesteld, waarbij de voorwaarden worden bepaald voor de vaststelling van het maximale steunbedrag dat wordt toegekend en de maximale producthoeveelheden waarvoor die steun kan worden verleend.

(4)

Om voor de ultraperifere gebieden van de Unie specifieke, al dan niet verwerkte kwaliteitsproducten van de landbouw een ruimere bekendheid te geven en het verbruik van deze producten te bevorderen, moeten de brancheorganisaties van de ultraperifere gebieden voorstellen inzake de voorwaarden voor het gebruik van het logo formuleren, met name middels de opstelling van een lijst van al dan niet verwerkte landbouwproducten die dit logo mogen dragen en de omschrijving van de kwaliteitskenmerken en methoden van productie, verpakking en, wat verwerkte producten betreft, fabricage. Die voorwaarden moeten worden gepreciseerd door een verwijzing naar in de EU-regelgeving bestaande normen of, bij ontstentenis daarvan, internationale normen, dan wel door een verwijzing naar traditionele teelt- of fabricagemethoden.

(5)

Om volop voordeel te trekken van het logo dat ter beschikking wordt gesteld van de producenten en fabrikanten van voor de ultraperifere gebieden specifieke kwaliteitsproducten, en om het beheer en de controle te vereenvoudigen en doeltreffender te maken, dient het recht om het logo te gebruiken te worden toegekend aan in deze regio's gevestigde marktdeelnemers die rechtstreeks voor de productie, de verpakking, de afzet en de fabricage van die producten verantwoordelijk zijn en zich ertoe verbinden bepaalde voorschriften na te leven.

(6)

Teneinde de marktdeelnemers in staat te stellen te profiteren van de vrijstelling van invoerrechten voor jonge mannelijke runderen van oorsprong uit derde landen die bestemd zijn om in de Franse overzeese departementen of Madeira te worden gemest en verbruikt, als bedoeld in artikel 27, lid 1, van Verordening (EU) nr. 228/2013, moeten bepaalde voorwaarden voor die vrijstelling worden vastgesteld. Die vrijstelling dient te worden beperkt tot jonge mannelijke runderen die bestemd zijn om gedurende ten minste 120 dagen in het betrokken ultraperifere gebied te worden gemest, en zij dient afhankelijk te zijn van het stellen van een zekerheid.

(7)

Om een redelijke en evenredige toewijzing van de middelen ter financiering van studies, demonstratieprojecten, opleiding en maatregelen voor technische bijstand te garanderen, dienen de voorwaarden voor de bepaling van het jaarlijkse maximumbedrag dat voor die maatregelen kan worden toegewezen, te worden vastgesteld.

(8)

Ter wille van de duidelijkheid en de rechtszekerheid moet Verordening (EG) nr. 793/2006 worden ingetrokken,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Register van marktdeelnemers

1.   Invoer-, vrijstellings- en steuncertificaten worden uitsluitend afgegeven aan marktdeelnemers die zijn ingeschreven in een door de bevoegde autoriteiten bijgehouden register van marktdeelnemers die een economische activiteit uitoefenen in het kader van de specifieke voorzieningsregelingen (hierna „het register” genoemd).

2.   Elke in de Unie gevestigde marktdeelnemer kan om inschrijving in het register verzoeken.

Voor inschrijving in het register gelden de volgende voorwaarden:

(a)

de marktdeelnemer moet beschikken over de middelen, structuren en wettelijke vergunningen die nodig zijn om zijn activiteiten uit te oefenen, en moet met name voldoen aan de verplichtingen die hem op het gebied van bedrijfsboekhouding en belastingregeling zijn opgelegd;

(b)

de marktdeelnemer moet kunnen aantonen dat zijn activiteiten in het (de) betrokken ultraperifere gebied(en) worden uitgeoefend;

(c)

de marktdeelnemer die een activiteit in het kader van een voorzieningsregeling ontplooit, blijft verantwoordelijk voor de naleving van alle aangegane verplichtingen totdat de verkoop aan de eindgebruiker heeft plaatsgevonden.

Artikel 2

Steunbedrag voor afzet buiten het productiegebied

1.   De steun die krachtens hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 228/2013 wordt toegekend voor de afzet van producten uit de ultraperifere gebieden in de rest van de Unie mag niet meer bedragen dan 10 % van de overeenkomstig lid 2 bepaalde waarde van de afgezette productie, franco gebied van bestemming.

Het in de eerste alinea genoemde maximumpercentage bedraagt evenwel 13 % van de waarde van de afgezette productie als de contractant aan producentenzijde een producentenvereniging, -unie of -organisatie is.

Voor per vliegtuig vervoerde producten mogen de in de eerste en de tweede alinea genoemde maximumpercentages worden verhoogd tot respectievelijk 17 % en 20 % van de waarde van de afgezette productie.

2.   Voor de bepaling van het steunbedrag wordt de waarde van de afgezette productie, franco gebied van bestemming, geraamd op basis van het seizoencontract (in voorkomend geval), de vervoerdocumenten en alle andere tot staving van de steunaanvraag overgelegde bewijsstukken.

De in aanmerking te nemen waarde van de afgezette productie is de waarde franco eerste haven of eerste luchthaven van lossing.

De bevoegde autoriteiten kunnen alle voor het berekenen van het steunbedrag dienstige aanvullende informatie of bewijsstukken opvragen.

3.   De voorwaarden voor de toekenning van de steun, alsook de betrokken producten en hoeveelheden, worden vastgesteld in de in hoofdstuk II van Verordening (EU) nr. 228/2013 bedoelde Posei-programma’s.

Artikel 3

Steun voor de afzet van tomaten

Voor tomaten van GN-code 0702 00 00 uit de Canarische Eilanden bedraagt de krachtens hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 228/2013 toegekende steun ten hoogste 3,6 EUR per 100 kg, tot een maximum van 250 000 ton per jaar.

Artikel 4

Steun voor de afzet van rijst

De maximumhoeveelheid in Frans-Guyana geoogste rijst waarvoor krachtens hoofdstuk IV van Verordening (EU) nr. 228/2013 steun kan worden verleend voor de afzet op Guadeloupe en Martinique en in de rest van de Unie bedraagt 12 000 ton witterijstequivalent per jaar.

Voor de afzet in de rest van de Unie, buiten Guadeloupe en Martinique, bedraagt deze maximumhoeveelheid 4 000 ton per jaar.

Artikel 5

Gebruik van het logo

1.   Het op grond van artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) nr. 228/2013 ingevoerde logo wordt slechts gebruikt om ruimere bekendheid te geven aan en het verbruik te bevorderen van voor de ultraperifere gebieden specifieke, al dan niet verwerkte landbouwproducten die voldoen aan de voorwaarden welke door de bevoegde nationale autoriteit op initiatief van de representatieve brancheorganisaties van marktdeelnemers in die gebieden zijn vastgesteld.

2.   De in de eerste alinea bedoelde voorwaarden hebben betrekking op kwaliteitsnormen of op de toepassing van bepaalde technieken voor de teelt, de productie of de fabricage, alsmede op de naleving van opmaak- en verpakkingsnormen.

De bevoegde nationale autoriteit omschrijft die voorwaarden onder verwijzing naar regelgeving van de Unie of, bij ontstentenis daarvan, naar internationale normen, of zij stelt in voorkomend geval, op voorstel van de representatieve brancheorganisaties, die voorwaarden specifiek vast voor producten van het betrokken ultraperifere gebied.

Artikel 6

Recht om het logo te gebruiken

1.   Het recht om het logo te gebruiken, wordt verleend door de bevoegde autoriteiten in de producerende lidstaat of door de door hen daartoe gemachtigde instanties.

2.   Voor elk product waarvoor de in artikel 5 bedoelde voorwaarden zijn vervuld, wordt het recht om het logo te gebruiken, afhankelijk van de aard van het product, verleend aan marktdeelnemers die behoren tot één van de volgende categorieën:

(a)

individuele producenten of producentengroeperingen of -organisaties;

(b)

handelaren die het product verpakken met het oog op de afzet;

(c)

fabrikanten van verwerkte producten die op het grondgebied van het betrokken ultraperifere gebied zijn gevestigd.

3.   Het recht om het logo te gebruiken, wordt toegekend door een erkenning voor één of meer verkoopseizoenen te verlenen.

4.   De in lid 3 bedoelde erkenning wordt op verzoek verleend aan de in lid 2 bedoelde marktdeelnemers die indien nodig beschikken over de technische installaties of uitrusting die vereist is om het betrokken product overeenkomstig de in artikel 5 bedoelde voorwaarden te produceren of te fabriceren, en die zich ertoe verbinden om:

(a)

naargelang van het geval, producten te produceren, te verpakken of te fabriceren die aan die voorwaarden voldoen;

(b)

een boekhouding te voeren aan de hand waarvan in het bijzonder de productie, de verpakking of de fabricage van het product waarvoor het logo mag worden gebruikt, kan worden gevolgd;

(c)

zich aan alle door de bevoegde autoriteiten verlangde controles en verificaties te onderwerpen.

5.   De erkenning wordt ingetrokken wanneer de bevoegde autoriteit constateert dat de erkende marktdeelnemer de voorwaarden met betrekking tot het product niet heeft nageleefd of niet heeft voldaan aan één van de verplichtingen die uit de in lid 4 bedoelde verbintenissen voortvloeien. Deze intrekking is voorlopig of definitief naargelang van de ernst van de geconstateerde tekortkomingen.

Artikel 7

Voorwaarden voor reproductie en gebruik

Het logo wordt gereproduceerd en gebruikt overeenkomstig bijlage I.

Artikel 8

Vrijstelling van invoerrechten voor jonge mannelijke runderen

1.   De vrijstelling van invoerrechten voor jonge mannelijke runderen van GN-code 0102 29 05, 0102 29 29 of 0102 29 49, van oorsprong uit derde landen, die bestemd zijn om in de Franse overzeese departementen of Madeira te worden gemest en verbruikt, geldt op voorwaarde dat de ingevoerde dieren gedurende ten minste 120 dagen worden gemest in het ultraperifere gebied dat het invoercertificaat heeft afgegeven.

2.   De vrijstelling van invoerrechten wordt slechts verleend mits bij de bevoegde autoriteit van de lidstaat een zekerheid wordt gesteld waarvan het bedrag voor elke in aanmerking komende GN-code is vastgesteld in bijlage II.

Het mesten van de ingevoerde dieren in de Franse overzeese departementen en op Madeira gedurende ten minste 120 dagen, te rekenen vanaf de dag waarop de aangifte voor het vrije verkeer wordt aanvaard, is een primaire eis in de zin van artikel 19, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2012 van de Commissie (4).

3.   Behoudens overmacht wordt de in lid 2 bedoelde zekerheid slechts vrijgegeven indien aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat het bewijs wordt geleverd dat de jonge mannelijke runderen op het (de) overeenkomstig artikel [35], lid 1, onder b), van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 180/2014 van de Commissie (5) vermelde bedrijf (bedrijven) zijn gemest, en

(a)

niet binnen 120 dagen na de dag van invoer zijn geslacht; of

(b)

binnen die periode om gezondheidsredenen zijn geslacht of als gevolg van een ziekte of een ongeval zijn gestorven.

Nadat dit bewijs is geleverd, wordt de zekerheid onmiddellijk vrijgegeven.

Artikel 9

Financiering van studies, demonstratieprojecten, opleiding en maatregelen voor technische bijstand

Het vereiste bedrag voor de financiering van studies, demonstratieprojecten, opleiding en maatregelen voor technische bijstand waarin ieder Posei-programma met het oog op de uitvoering van dat programma voorziet, bedraagt niet meer dan 1 % van het totale bedrag dat conform artikel 30, lid 2, van Verordening (EU) nr. 228/2013 voor de financiering van dat programma wordt uitgetrokken.

Artikel 10

Intrekking

Verordening (EG) nr. 793/2006 wordt ingetrokken.

Artikel 11

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 november 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 78 van 20.3.2013, blz. 23.

(2)  Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad van 30 januari 2006 houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 42 van 14.2.2006, blz. 1).

(3)  Verordening (EG) nr. 793/2006 van de Commissie van 12 april 2006 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 247/2006 van de Raad houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (PB L 145 van 31.5.2006, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 282/2012 van de Commissie van 28 maart 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke uitvoeringsbepalingen inzake de regeling voor het stellen van zekerheden voor landbouwproducten (PB L 92 van 30.3.2012, blz. 4).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 180/2014 van de Commissie van 20 februari 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 228/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende specifieke maatregelen op landbouwgebied ten behoeve van de ultraperifere gebieden van de Unie (Zie bladzijde 13 van dit Publicatieblad).


BIJLAGE I

LOGO

VERSIES VAN HET LOGO

De naam van elk ultraperifeer gebied wordt vermeld in de officiële taal van dat gebied.

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

 

 

TOELICHTING BIJ HET LOGO

Image

Bovenaan het logo staat een grote, gele zon die warmte en licht uitstraalt en alles doet groeien. Het groene vruchtbare land eronder verwijst naar landbouwproducten en de blauwe kleur onderaan naar de zee en haar voortbrengselen. De zon, het symbool voor tropische en subtropische gebieden, is het dominerende element. De groene en blauwe lijnen voor het land en de zee brengen beweging in het symbool en verwijzen naar het exotische.

De kleuren staan voor natuurlijkheid, authenticiteit en kwaliteit.

Onder het logo geeft de vlag van de Unie, gecombineerd met de naam van het gebied, duidelijk aan dat de ultraperifere gebieden deel uitmaken van de Unie.

TECHNISCHE BESCHRIJVING VAN HET LOGO

Het logo moet altijd worden gedrukt tegen een witte achtergrond en voor zover mogelijk in vierkleurendruk. Bij uitzondering mag het ook in zwart-wit worden weergegeven. Als het logo onderdeel is van een foto of wordt aangebracht op een achtergrond in kleur, moet het worden geplaatst binnen een witte rand.

Image

Referentiekleuren

Image

Geel quadrichrome: 00109000 – 10 % magenta, 90 % geel

Image

Vlag quadrichrome: XX800000 – 100 % cyaan, 80 % magenta

Image

Groen quadrichrome: XX008000 – 80 % cyaan, 80 % geel

Image

Sterren quadrichrome: 0000XX00 – 100 % geel

Image

Blauw quadrichrome: XX100000 – 100 % magenta, 10 %

De namen van de gebieden worden steeds in zwarte letters gezet.

Image

Referentieweergave in zwart-wit

Image

Geel = 30 % zwart

Image

Vlag = 100 % zwart

Image

Groen = 80 % zwart

Image

Wit

Image

Blauw = 60 % zwart

De namen van de gebieden worden steeds in zwarte letters gezet.

Image

Image

Minimale grootte

In vierkleurendruk mag het logo, in verband met de grootte van de sterren in de vlag van de Unie, niet met een hoogte van minder dan 25 mm worden afgedrukt. Bij weergave in zwart-wit is de minimumhoogte 30 mm.

Als het logo in een wit kader wordt geplaatst, moet de rand rond het logo een breedte hebben die gelijk is aan de hoogte van de vlag van de Unie.

TYPOGRAFIE

Het gebruikte lettertype is Linotype Univers Condensed, compressiefactor 65 %.

De afstand tussen de vlag en de eerste letter van de tekst is gelijk aan de helft van de hoogte van de vlag.

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

CAMERAKLAAR EXEMPLAAR

Image

Het links afgedrukte origineel mag worden gebruikt voor reproductie. Bij verkleining dient men zich te houden aan de aanwijzingen onder "Technische beschrijving van het logo".


BIJLAGE II

Bedrag van de in artikel 8, lid 2, bedoelde zekerheid

Jonge mannelijke mestrunderen

(GN-code)

Bedrag per dier (in EUR)

0102 29 05

28

0102 29 29

56

0102 29 49

105


Top