Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32012R0259

Verordening (EU) nr. 259/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 648/2004 wat het gebruik van fosfaten en andere fosforverbindingen in consumentenwasmiddelen en consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines betreft Voor de EER relevante tekst

PB L 94 van 30/03/2012, p. 16–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2012/259/oj

30.3.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 94/16


VERORDENING (EU) Nr. 259/2012 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 14 maart 2012

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 648/2004 wat het gebruik van fosfaten en andere fosforverbindingen in consumentenwasmiddelen en consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines betreft

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In haar verslag van 4 mei 2007 aan de Raad en het Europees Parlement heeft de Commissie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 648/2004 van het Europees Parlement en de Raad (3) het gebruik van fosfaten in detergentia geëvalueerd. Na een diepgaande analyse is geconcludeerd dat het gebruik van fosfaten in consumentenwasmiddelen en consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines dient te worden beperkt om ervoor te zorgen dat de bijdrage die fosfaten in detergentia tot het risico van eutrofiëring leveren, wordt verminderd en dat de kosten voor de fosfaatverwijdering in waterzuiveringsinstallaties kunnen worden teruggedrongen. Deze kostenbesparingen wegen ruimschoots op tegen de extra kosten die zijn gemoeid met de productie van consumentenwasmiddelen volgens nieuwe formules waarbij gebruik wordt gemaakt van alternatieven voor fosfaten.

(2)

Voor de vervaardiging van doeltreffende alternatieven voor fosfaathoudende consumentenwasmiddelen is het gebruik van fosforverbindingen, met name fosfonaten, in kleine hoeveelheden onontbeerlijk, maar een toenemend gebruik van dergelijke stoffen zou problemen kunnen opleveren voor het milieu. Hoewel het belangrijk is het gebruik van alternatieve stoffen met een gunstiger milieuprofiel dan fosfaten en fosforverbindingen bij de productie van consumentenwasmiddelen en consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines te bevorderen, zouden dergelijke stoffen onder normale gebruiksomstandigheden geen risico of een lager risico voor de mens en/of het milieu moeten vormen. Het REACH (4)-systeem moet derhalve daar waar van toepassing gebruikt worden om dergelijke stoffen te evalueren.

(3)

Gezien de wisselwerking tussen fosfaten en andere fosforverbindingen moet zorgvuldigheid worden betracht bij de vaststelling van de reikwijdte en het niveau van de beperking van het gebruik van fosfaten in consumentenwasmiddelen en consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines. Deze beperking moet niet alleen van toepassing zijn op fosfaten maar eveneens op alle fosforverbindingen, teneinde uit te sluiten dat fosfaten eenvoudigweg door andere fosforverbindingen worden vervangen. De grenswaarde voor het fosforgehalte moet laag genoeg zijn om het in de handel brengen van fosfaathoudende consumentenwasmiddelen op doeltreffende wijze te voorkomen, maar hoog genoeg om geen beletsel te vormen voor de toepassing van een minimumhoeveelheid fosfonaten die vereist is voor alternatieve formules.

(4)

Het is op dit moment niet wenselijk om beperkingen op het gebruik van fosfaten en andere fosforverbindingen in consumentenwasmiddelen en consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines uit te breiden tot detergentia voor industrieel en institutioneel gebruik op het niveau van de Unie, aangezien nog geen geschikte technisch en economisch haalbare alternatieven voor het gebruik van fosfaten in dergelijke detergentia beschikbaar zijn. Wat consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines betreft, is het waarschijnlijk dat er in de nabije toekomst op grotere schaal alternatieven beschikbaar zullen zijn. Het is derhalve passend te voorzien in een beperking op het gebruik van fosfaten in deze detergentia. Een dergelijke beperking moet gelden vanaf het moment waarop alternatieven voor fosfaten naar verwachting op grote schaal beschikbaar zijn, teneinde de ontwikkeling van nieuwe producten te stimuleren. Het is daarnaast passend op basis van feitenmateriaal, waaronder bestaande nationale beperkingen voor het gebruik van fosfor in consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines, een maximaal toelaatbaar gehalte aan fosfor vast te stellen. Daarnaast is het ook noodzakelijk te bepalen dat de Commissie, voordat deze beperking in de hele Unie van kracht wordt, de grenswaarde aan een gedegen beoordeling onderwerpt op grond van de recentste beschikbare gegevens en, indien dit gerechtvaardigd is, een wetgevingsvoorstel indient. Bij die beoordeling moet aandacht worden besteed aan de invloed op het milieu, de industrie en de consument van consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines met fosforniveaus boven en onder de grenswaarde vastgelegd in bijlage VI bis, en alternatieven, met inachtneming van onder andere de kosten, beschikbaarheid, reinigingsefficiëntie en de invloed op afvalwaterbehandeling.

(5)

Een van de doelstellingen van deze verordening is de bescherming van het milieu door het reduceren van eutrofiëring ten gevolg van de aanwezigheid van fosfaten in door consumenten gebruikte detergentia. Het is derhalve niet passend lidstaten die reeds beperkingen van het gebruik van fosfor in consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines hebben, te verplichten deze beperkingen aan te passen voordat de beperking voor de Unie van kracht wordt. Het is daarnaast wenselijk de lidstaten toe te staan de in deze verordening opgenomen beperkingen zo vroeg mogelijk geleidelijk in te voeren.

(6)

Ten behoeve van de leesbaarheid dient er in plaats van een referentie aan de desbetreffende ISO-norm een definitie van „reinigen” te worden opgenomen in Verordening (EG) nr. 648/2004, alsook definities van „consumentenwasmiddel” en „consumentenwasmiddel voor vaatwasmachines”. Daarnaast past het dat de definitie „in de handel brengen” wordt verduidelijkt en dat er een definitie van „op de markt aanbieden” wordt opgenomen.

(7)

Teneinde op de kortst mogelijke termijn accurate informatie te verstrekken, moet de wijze waarop de Commissie de lijsten van bevoegde autoriteiten en goedgekeurde laboratoria publiceert, worden gemoderniseerd.

(8)

Teneinde Verordening (EG) nr. 648/2004 aan te passen aan de vooruitgang op het gebied van wetenschap en techniek, bepalingen op te nemen betreffende detergentia die gebaseerd zijn op oplosmiddelen, en passende individuele, op risico gebaseerde maximale concentratiegehalten van allergene geurstoffen te introduceren, moet de bevoegdheid om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie handelingen vast te stellen om de bijlagen bij die verordening te wijzigen teneinde die doelstellingen te verwezenlijken, aan de Commissie worden gedelegeerd. Het is van bijzonder belang dat de Commissie tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passend overleg pleegt, ook op deskundigenniveau. Bij de voorbereiding en opstelling van gedelegeerde handelingen moet de Commissie ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten gelijktijdig, tijdig en op passende wijze bij het Europees Parlement en de Raad worden ingediend.

(9)

De lidstaten moeten regels voor sancties op overtredingen van Verordening (EG) nr. 648/2004 vaststellen en toezien op de toepassing van die regels. De sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn.

(10)

Om marktdeelnemers, en met name kleine en middelgrote ondernemingen, de mogelijkheid te geven de gebruikte formules van hun fosfaathoudende consumentenwasmiddelen en hun consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines tijdens de normale cyclus voor de ontwikkeling van nieuwe formules aan te passen aan het gebruik van alternatieve stoffen en zo de daarmee verbonden kosten tot een minimum te beperken, moet uitgestelde toepassing van de in deze verordening vastgestelde beperkingen mogelijk zijn.

(11)

Aangezien de doelstellingen van deze verordening, namelijk de vermindering van de bijdrage van fosfaten in detergentia aan het risico van eutrofiëring, het terugdringen van de kosten voor de fosfaatverwijdering in waterzuiveringsinstallaties en te zorgen voor een goed functionerende interne markt voor consumentenwasmiddelen en consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt omdat de kwaliteit van grensoverschrijdend water niet met behulp van nationale maatregelen met verschillende technische specificaties aanzienlijk kan worden verbeterd, en derhalve beter op het niveau van de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

(12)

Verordening (EG) nr. 648/2004 dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 648/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1, lid 2, worden het derde en vierde streepje door het volgende vervangen, en wordt een vijfde streepje toegevoegd:

„—

de aanvullende etikettering van detergentia, met inbegrip van allergene geurstoffen;

de gegevens die fabrikanten ter beschikking van de bevoegde autoriteiten en het medische personeel van de lidstaten moeten houden;

beperkingen op het gehalte aan fosfaten en andere fosforverbindingen in consumentenwasmiddelen en consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines.”.

2)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de volgende punten worden ingevoegd:

„1 bis.   „consumentenwasmiddel”: een detergens voor het wassen van wasgoed dat in de handel wordt gebracht voor gebruik door niet-beroepsuitoefenaren, waaronder in publieke wasserettes.

1 ter.   „consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines”: een detergens dat in de handel wordt gebracht voor gebruik in vaatwasmachines door niet-beroepsuitoefenaren.”;

b)

punt 3 wordt vervangen door:

„3.   „reinigen”: het proces waarbij een onwenselijke afzetting van een substraat of van binnen een substraat wordt afgescheiden en in opgeloste of colloïdale toestand wordt gebracht.”;

c)

punt 9 wordt vervangen door:

„9.   „in de handel brengen”: het voor het eerst op de Uniemarkt aanbieden, waaronder ook invoer in het douanegebied van de Unie wordt begrepen.

9 bis.   „op de markt aanbieden”: het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, verstrekken met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de Uniemarkt.”.

3)

Het volgende artikel wordt ingevoegd:

„Artikel 4 bis

Beperkingen op het gehalte aan fosfaten en andere fosforverbindingen in detergentia

De in bijlage VI bis genoemde detergentia die niet voldoen aan de in die bijlage vermelde beperkingen op het gehalte aan fosfaten en andere fosforverbindingen, mogen vanaf de daarin vastgestelde datums niet meer in de handel worden gebracht.”.

4)

In artikel 8 wordt lid 4 vervangen door:

„4.   De Commissie publiceert de lijst van in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteiten en de lijst van in lid 2 bedoelde laboratoria.”.

5)

In artikel 11 wordt lid 4 vervangen door:

„4.   Bovendien moet op de verpakking van consumentenwasmiddelen en consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines de in deel B van bijlage VII bedoelde informatie worden vermeld.”.

6)

In artikel 12 wordt lid 3 geschrapt.

7)

De artikelen 13 en 14 worden vervangen door:

„Artikel 13

Aanpassing van de bijlagen

1.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 13 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde de wijzigingen aan te brengen die noodzakelijk zijn om de bijlagen I tot en met IV, VII en VIII aan te passen aan de vooruitgang van wetenschap en techniek. De Commissie past waar mogelijk Europese normen toe.

2.   De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 13 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde wijzigingen van de bijlagen bij deze verordening aan te brengen met betrekking tot detergentia die gebaseerd zijn op oplosmiddelen.

3.   Wanneer het Wetenschappelijk Comité voor cosmetische producten en niet-voedingsproducten individuele op risicoanalyse gebaseerde concentratielimieten vaststelt voor allergene geurstoffen, stelt de Commissie gedelegeerde handelingen vast overeenkomstig artikel 13 bis teneinde de in deel A van bijlage VII genoemde limiet van 0,01 % dienovereenkomstig aan te passen.

Artikel 13 bis

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.   De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.   De in artikel 13 bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een termijn van vijf jaar met ingang van 19 april 2012. De Commissie stelt uiterlijk op 19 juli 2016 een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met nieuwe termijnen van vijf jaar verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden voor het einde van een periode tegen verlenging verzet.

3.   De in artikel 13 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan te allen tijde door het Europees Parlement of door de Raad worden ingetrokken. Een besluit tot intrekking maakt een einde aan de delegatie van de bevoegdheid die in dat besluit wordt vermeld. Het besluit wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van alle reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.   Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in kennis.

5.   Een overeenkomstig artikel 13 vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad binnen een termijn van twee maanden na de datum van kennisgeving van die handeling aan het Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad de Commissie voor het verstrijken van die termijn hebben meegedeeld dat zij geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd.

Artikel 14

Bepaling inzake vrij verkeer

1.   De lidstaten mogen het op de markt aanbieden van detergentia en/of oppervlakteactieve stoffen voor detergentia die aan de voorschriften van deze verordening voldoen, niet verbieden, beperken of belemmeren om redenen die in deze verordening aan de orde komen.

2.   Met name indien zulks nodig is ter bescherming van bijvoorbeeld de volksgezondheid of het milieu en indien technisch en economisch haalbare alternatieven beschikbaar zijn, mogen de lidstaten nationale regels handhaven of vaststellen betreffende beperkingen op het gehalte van fosfaten en andere fosforverbindingen in detergentia waarvoor in bijlage VI bis geen beperkingen met betrekking tot dit gehalte zijn vastgesteld.

3.   De lidstaten mogen nationale regels handhaven die op 19 maart 2012 van kracht waren betreffende beperkingen op het gehalte van fosfaten en andere fosforverbindingen in detergentia waarvoor de in bijlage VI bis bedoelde beperkingen nog niet van toepassing zijn. Dergelijke bestaande nationale maatregelen worden de Commissie ten laatste op 30 september 2012 meegedeeld en mogen van kracht blijven tot de datum waarop de in bijlage VI bis bedoelde beperkingen van toepassing worden.

4.   Vanaf 19 maart 2012 tot 31 december 2016 mogen de lidstaten, met name indien zulks nodig is ter bescherming van bijvoorbeeld de volksgezondheid of het milieu, en indien technisch en economisch haalbare alternatieven beschikbaar zijn, nationale regels vaststellen betreffende de toepassing van de in punt 2 van bijlage VI bis bedoelde beperkingen op het gehalte van fosfaten en andere fosforverbindingen. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de dergelijke maatregelen overeenkomstig Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (5).

5.   De Commissie publiceert de lijst van in de leden 3 en 4 bedoelde nationale maatregelen.

8)

In artikel 15 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   Indien een lidstaat gegronde redenen heeft om aan te nemen dat een specifiek detergens weliswaar aan de voorschriften van deze verordening voldoet, maar niettemin risico’s oplevert voor de veiligheid of de gezondheid van mens of dier of voor het milieu, kan hij alle passende voorlopige maatregelen nemen die nodig zijn, overeenkomstig de aard van het risico, om ervoor te zorgen dat de desbetreffende detergens geen risico meer vormt, binnen een redelijke termijn uit de handel wordt genomen of wordt teruggeroepen, of dat de beschikbaarheid ervan op een andere wijze wordt beperkt.

De lidstaat stelt de overige lidstaten en de Commissie hiervan onmiddellijk in kennis onder opgave van de redenen voor zijn beslissing.”.

9)

Artikel 16 wordt vervangen door:

„Artikel 16

Verslaglegging

1.   Uiterlijk op 31 december 2014 evalueert de Commissie, met inachtneming van informatie van de lidstaten over het fosforgehalte in consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines die op hun grondgebied in de handel zijn gebracht en in het licht van alle bestaande of nieuwe wetenschappelijke informatie waarover zij beschikt betreffende stoffen die worden gebruikt in fosfaathoudende en alternatieve formules, in de vorm van een grondige beoordeling, de noodzaak om de in punt 2 van bijlage VI bis bedoelde beperking te wijzigen. Die beoordeling omvat een analyse van de invloed op het milieu, de industrie en de consument van consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines met fosforniveaus boven en onder het gehalte vastgelegd in bijlage VI bis, met inachtneming van onder andere de kosten, beschikbaarheid, reinigingsefficiëntie en de invloed op afvalwaterbehandeling. De Commissie zendt deze grondige beoordeling naar het Europees Parlement en de Raad.

2.   Bovendien, indien de Commissie op basis van de in lid 1 bedoelde grondige beoordeling tot de conclusie komt dat de beperking van fosfaten en andere fosforverbindingen die in consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines worden gebruikt herziening behoeft, dient zij uiterlijk op 1 juli 2015 een passend wetgevingsvoorstel in. Dit wetgevingsvoorstel moet tot doel hebben de negatieve invloed van alle consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines op het milieu tot een minimum te beperken, met inachtneming van de in het kader van de grondige beoordeling in kaart gebrachte economische kosten. Tenzij het Europees Parlement en de Raad op basis van zo’n voorstel uiterlijk op 31 december 2016 anders besluiten, wordt de grenswaarde bedoeld in punt 2 van bijlage VI bis vanaf de in dat punt vastgestelde datum de beperking voor het fosforgehalte in consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines.”.

10)

Artikel 18 wordt vervangen door:

„Artikel 18

Sancties

De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van deze verordening, en nemen alle nodige maatregelen om te waarborgen dat zij worden toegepast. Hiertoe kunnen behoren passende maatregelen die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in staat stellen te voorkomen dat detergentia of oppervlakteactieve stoffen voor detergentia die niet aan het bepaalde in deze verordening voldoen, op de markt worden aangeboden. Deze sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie onverwijld van deze bepalingen en alle latere wijzigingen van die bepalingen in kennis.

Die regels omvatten eveneens maatregelen op grond waarvan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten partijen detergentia kunnen vasthouden die niet aan deze verordening voldoen.”.

11)

De tekst vastgelegd in de bijlage bij deze verordening wordt als bijlage VI bis bij Verordening (EG) nr. 648/2004 ingevoegd.

12)

Bijlage VII wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel A wordt de volgende tekst geschrapt:

„Indien het SCCNFP vervolgens individuele op risicoanalyse gebaseerde concentratielimieten vaststelt voor allergene geurstoffen, moet de Commissie de aanneming voorstellen van dergelijke limieten ter vervanging van bovengenoemde limiet van 0,01 %. Deze maatregelen, die niet-essentiële onderdelen van deze verordening beogen te wijzigen, worden vastgesteld volgens de in artikel 12, lid 3, bedoelde regelgevingsprocedure met toetsing.”;

b)

deel B wordt vervangen door:

„B.   Etikettering van doseringsinformatie

Zoals voorgeschreven in artikel 11, lid 4, van deze verordening, gelden de volgende etiketteringsvoorschriften voor de verpakking van detergentia die aan het grote publiek worden verkocht.

Consumentenwasmiddelen

Op de verpakking van detergentia die aan het publiek worden verkocht en bestemd zijn om als wasmiddel te worden gebruikt, moet de volgende informatie worden vermeld:

de aanbevolen hoeveelheden en/of doseringsvoorschriften, uitgedrukt in milliliter of gram, voor een standaardwasmachinelading, voor de waterhardheidscategorieën zacht, middelhard en hard, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen wasprocedés met één of twee cyclussen;

voor wasmiddelen voor witte was, het aantal standaardwasmachineladingen van „normaal bevuild” wasgoed, en voor wasmiddelen voor fijne was, het aantal standaardwasmachineladingen van „licht bevuild” wasgoed dat met de inhoud van de verpakking kan worden gewassen indien water van gemiddelde hardheid, overeenkomend met 2,5 millimol CaCO3/l, wordt gebruikt;

de capaciteit van meegeleverde maatbekers moet ook in milliliter of in gram worden vermeld, en er moeten onderverdelingen worden aangebracht die de hoeveelheid detergens aangeven die geschikt is voor een standaardwasmachinelading bij een lage, gemiddelde en hoge waterhardheid.

De standaardwasmachinelading bedraagt 4,5 kg droog wasgoed voor wasmiddelen voor witte was en 2,5 kg droog wasgoed voor wasmiddelen voor fijne was, overeenkomstig de definities van Beschikking 1999/476/EG van de Commissie van 10 juni 1999 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning van de communautaire milieukeur voor wasmiddelen (6). Een detergens wordt als wasmiddel voor witte was beschouwd tenzij de fabrikant voornamelijk wijst op de beschermende eigenschappen van het product, dat wil zeggen op het wassen bij lage temperatuur en van delicate weefsels en kleuren.

Consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines

Op de verpakking van detergentia die aan het publiek worden verkocht en bestemd zijn om als wasmiddel voor vaatwasmachines te worden gebruikt, moet de volgende informatie worden vermeld:

de standaarddosering uitgedrukt in gram of ml of aantal tabletten voor de hoofdwascyclus voor normaal bevuild servies en bestek in een volledig beladen vaatwasmachine voor twaalf couverts, waarbij indien van toepassing onderscheid wordt gemaakt tussen zacht, middelhard en hard water.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 14 maart 2012.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

N. WAMMEN


(1)  PB C 132 van 3.5.2011, blz. 71.

(2)  Standpunt van het Europees Parlement van 14 december 2011 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 10 februari 2012.

(3)  PB L 104 van 8.4.2004, blz. 1.

(4)  Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

(5)  PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.”.

(6)  PB L 187 van 20.7.1999, blz. 52.”.


BIJLAGE

„BIJLAGE VI bis

BEPERKINGEN OP HET GEHALTE AAN FOSFATEN EN ANDERE FOSFORVERBINDINGEN

Detergens

Beperkingen

Datum waarop de beperking van toepassing wordt

1.

Consumentenwasmiddelen

Mogen niet in de handel worden gebracht indien het totale fosforgehalte 0,5 g of meer bedraagt in de aanbevolen hoeveelheid detergens voor de hoofdwascyclus van het wasproces bij een standaardwasmachinebelading zoals bedoeld in deel B van bijlage VII voor de waterhardheidscategorie hard

voor „normaal bevuild” wasgoed voor wasmiddelen voor witte was;

voor „licht bevuild” wasgoed voor wasmiddelen voor fijne was.

30 juni 2013

2.

Consumentenwasmiddelen voor vaatwasmachines

Mogen niet in de handel worden gebracht indien het totale fosforgehalte 0,3 g of meer per standaarddosering bedraagt als gedefinieerd in deel B van bijlage VII

1 januari 2017”


Top