Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008R0345

    Verordening (EG) nr. 345/2008 van de Commissie van 17 april 2008 tot vaststelling van nadere bepalingen inzake de regeling voor de invoer uit derde landen, als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (Herschikking) (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 108 van 18/04/2008, p. 8–17 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 18/12/2008; opgeheven door 32008R1235

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/345/oj

    18.4.2008   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 108/8


    VERORDENING (EG) Nr. 345/2008 VAN DE COMMISSIE

    van 17 april 2008

    tot vaststelling van nadere bepalingen inzake de regeling voor de invoer uit derde landen, als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen

    (Herschikking)

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad van 24 juni 1991 inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name op artikel 11, lid 4,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Verordening (EEG) nr. 94/92 van de Commissie van 14 januari 1992 tot vaststelling van nadere bepalingen inzake de regeling voor de invoer uit derde landen, als bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2092/91 van de Raad inzake de biologische productiemethode en aanduidingen dienaangaande op landbouwproducten en levensmiddelen (2) is herhaaldelijk en ingrijpend gewijzigd (3). Aangezien nieuwe wijzigingen nodig zijn, dient ter wille van de duidelijkheid tot herschikking van deze richtlijn te worden overgegaan.

    (2)

    Op grond van Verordening (EEG) nr. 2092/91 mogen de betrokken, uit een derde land ingevoerde producten in de handel worden gebracht indien zij van oorsprong zijn uit een derde land dat productieregels en controlemaatregelen toepast die gelijkwaardig zijn aan die van de Gemeenschap en dat in een door de Commissie op te stellen lijst is opgenomen.

    (3)

    Bedoelde lijst dient te worden opgesteld. Voorts moet de procedure voor het onderzoek van door derde landen ingediende verzoeken om opneming in de lijst worden vastgesteld.

    (4)

    Voor de tenuitvoerlegging van de regeling moet worden vastgesteld welke instanties in elk derde land belast zijn met de afgifte van het in artikel 11, lid 3, onder d), van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde controlecertificaat.

    (5)

    De in de onderhavige verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het in artikel 14, lid 1, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde comité,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De in artikel 11, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde lijst van derde landen is in bijlage I bij de onderhavige verordening opgenomen.

    Voor elk derde land bevat de lijst de nodige gegevens voor de identificatie van de producten die onder de in artikel 11, leden 3 en 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde regeling vallen, en met name:

    a)

    de instantie of de organisatie, respectievelijk organisaties, die in het betrokken derde land met de afgifte van de certificaten met het oog op invoer in de Gemeenschap is, respectievelijk zijn, belast;

    b)

    de controle-instantie, respectievelijk controle-instanties, in het derde land en/of de door dat land voor de controle op de marktdeelnemers erkende particuliere organisaties.

    Indien nodig kunnen in de lijst bovendien worden opgenomen:

    de bereidingseenheden waarop en de exporteurs op wie de controleregeling van toepassing is;

    de door de regeling bestreken producten.

    Artikel 2

    1.   De Commissie opent het onderzoek voor de opneming van een derde land in de lijst in bijlage I na ontvangst van een daartoe strekkend verzoek van de vertegenwoordiging van het betrokken derde land.

    2.   Binnen zes maanden na de ontvangst moet het verzoek om opneming worden vervolledigd door toezending van een technisch dossier dat in een van de officiële talen van de Gemeenschappen is opgesteld en dat de gegevens bevat aan de hand waarvan de Commissie zich ervan kan vergewissen dat de voorwaarden van artikel 11, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 voor de voor uitvoer naar de Gemeenschap bestemde producten zijn vervuld.

    Het dossier bevat in het bijzonder de volgende gegevens:

    a)

    de soorten en, zo mogelijk, een schatting van de hoeveelheden landbouwproducten en levensmiddelen die zijn bestemd om onder de regeling van artikel 11, leden 3 en 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 naar de Gemeenschap te worden uitgevoerd;

    b)

    de in het derde land toegepaste productieregels, en met name:

    i)

    de basisprincipes als bedoeld in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2092/91;

    ii)

    de producten die tijdens de teelt als bestrijdingsmiddel, detergens, meststof of grondverbeteringsmiddel mogen worden gebruikt;

    iii)

    de ingrediënten van niet-agrarische oorsprong die in bereide producten mogen voorkomen en de procedés en behandelingsproducten die bij de bereiding mogen worden toegepast, respectievelijk gebruikt;

    c)

    de bepalingen van de controleregeling en de wijze waarop in het derde land deze controle wordt uitgevoerd:

    i)

    de naam van de controle-instantie, respectievelijk controle-instanties en/of van de particuliere organisaties die in het derde land de controle op de marktdeelnemers uitvoeren;

    ii)

    de gedetailleerde regels inzake de controle op de landbouwbedrijven en op de bereidingseenheden en de sancties die worden toegepast indien inbreuken worden geconstateerd;

    iii)

    de naam en het adres van de instantie, respectievelijk instanties, of van de organisatie, respectievelijk organisaties, die in het derde land met de afgifte van de certificaten voor invoer in de Gemeenschap is, respectievelijk zijn, belast;

    iv)

    de nodige informatie over de wijze waarop de controle op de inachtneming van de productieregels en de toepassing van de controleregeling, waaronder tevens begrepen de afgifte van de certificaten, is georganiseerd; de naam en de referenties van de met het toezicht belaste instantie;

    v)

    de lijst van de bereidingseenheden en van degenen die naar de Gemeenschap exporteren, het aantal telers en het beteelde areaal;

    d)

    indien beschikbaar, de door onafhankelijke deskundigen opgestelde verslagen over ter plaatse uitgevoerde onderzoeken inzake de daadwerkelijke uitvoering van de onder b) en c) bedoelde productieregels en controlebepalingen.

    3.   In het kader van de behandeling van de verzoeken om opneming kan de Commissie alle bijkomende informatie verlangen die nodig is om na te gaan of de in het derde land toegepaste productie- en controleregels gelijkwaardig zijn aan die bedoeld in Verordening (EEG) nr. 2092/91, en tevens indiening van door deskundigen, die zij als onafhankelijk heeft erkend, opgestelde verslagen over ter plaatse uitgevoerde onderzoeken. Bovendien kan de Commissie, indien nodig, door haar aangewezen deskundigen ter plaatse een onderzoek laten uitvoeren.

    4.   Aan de opneming van een derde land in de lijst van bijlage I kan de voorwaarde worden verbonden dat regelmatig door onafhankelijke deskundigen opgestelde verslagen worden ingediend over onderzoeken inzake de daadwerkelijke uitvoering van de productie- en controlevoorschriften in het betrokken derde land. Indien nodig kan de Commissie bovendien te allen tijde door haar aangewezen deskundigen een onderzoek ter plaatse laten uitvoeren.

    5.   Indien in een in de lijst van bijlage I opgenomen derde land naderhand andere maatregelen worden toegepast of indien er een verandering komt in de wijze van toepassing van de aldaar geldende maatregelen, is het derde land ertoe gehouden de Commissie daarvan in kennis te stellen. In het licht van de medegedeelde gegevens kan worden besloten om de voorwaarden voor de opneming van dat derde land in de genoemde lijst te wijzigen of om dat land uit die lijst te schrappen, een en ander volgens de in artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde procedure; daartoe kan eveneens worden besloten wanneer het derde land niet de inlichtingen heeft verstrekt waartoe het krachtens de onderhavige bepaling gehouden is.

    6.   Indien de Commissie na de opneming van een derde land in de lijst in bijlage I kennis krijgt van gegevens die over de daadwerkelijke uitvoering van de medegedeelde maatregelen twijfel doen ontstaan, kan zij van het betrokken derde land alle nodige gegevens verlangen, waaronder de indiening van door onafhankelijke deskundigen opgestelde verslagen over ter plaatse uitgevoerde onderzoeken, of kan zij door haar aangewezen deskundigen ter plaatse een onderzoek laten uitvoeren. In het licht van die gegevens en/of verslagen kan volgens de in artikel 14, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 bedoelde procedure tot schrapping uit de lijst worden besloten; daartoe kan eveneens worden besloten als het derde land de gevraagde gegevens niet binnen de in het verzoek van de Commissie gestelde termijn heeft verstrekt of indien het niet aanvaardt dat door de Commissie aangewezen deskundigen ter plaatse nagaan of aan de voorwaarden voor de opneming in de lijst daadwerkelijk wordt voldaan.

    Artikel 3

    Verordening (EEG) nr. 94/92 wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 17 april 2008.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    José Manuel BARROSO


    (1)  PB L 198 van 22.7.1991, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 123/2008 van de Commissie (PB L 38 van 12.2.2008, blz. 3).

    (2)  PB L 11 van 17.1.1992, blz. 14. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 956/2006 (PB L 175 van 29.6.2006, blz. 41).

    (3)  Zie bijlage II.


    BIJLAGE I

    LIJST VAN DERDE LANDEN EN BETROKKEN GEGEVENS

    ARGENTINIË

    1.   Productcategorieën:

    a)

    onverwerkte plantaardige landbouwproducten en dieren en niet-verwerkte dierlijke producten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91, met uitzondering van:

    dieren en dierlijke producten die zijn voorzien of bestemd zijn om te worden voorzien van aanduidingen aangaande omschakeling;

    b)

    verwerkte plantaardige landbouwproducten en verwerkte dierlijke producten bestemd voor menselijke consumptie in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2092/91, met uitzondering van:

    dierlijke producten die zijn voorzien of bestemd zijn om te worden voorzien van aanduidingen aangaande omschakeling.

    2.   Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en de biologisch geproduceerde ingrediënten in de producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie die zijn geproduceerd in Argentinië.

    3.   Controleorganisaties:

    Instituto Argentino para la Certificación y Promoción de Productos Agropecuarios Orgánicos SRL (Argencert)

    Organización Internacional Agropecuaria (OIA)

    Letis SA

    Food Safety SA.

    4.   Organisaties die het certificaat afgeven: zie punt 3.

    5.   Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2013.

    AUSTRALIË

    1.   Productcategorieën:

    a)

    onverwerkte plantaardige producten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91;

    b)

    producten bestemd voor menselijke voeding die hoofdzakelijk bestaan uit een of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong, in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van bovengenoemde verordening.

    2.   Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en de biologisch geteelde ingrediënten in de producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie die zijn geteeld in Australië.

    3.   Controleorganisaties:

    Australian Quarantine and Inspection Service (AQIS) (Department of Agriculture, Fisheries and Forestry)

    Bio-dynamic Research Institute (BDRI)

    Organic Food Chain Pty Ltd (OFC)

    National Association of Sustainable Agriculture, Australia (NASAA)

    Australian Certified Organic Pty. Ltd

    4.   Organisaties die het certificaat afgeven: idem als in punt 3.

    5.   Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2013.

    COSTA RICA

    1.   Productcategorieën:

    a)

    Onverwerkte plantaardige landbouwproducten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91.

    b)

    Verwerkte plantaardige landbouwproducten bestemd voor menselijke consumptie in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2092/91.

    2.   Oorsprong: De producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en de biologisch geteelde ingrediënten in producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie die zijn geteeld in Costa Rica.

    3.   Controleorganisatie: Eco-LOGICA en BCS Oko-Garantie.

    4.   Organisatie die het certificaat afgeeft: Ministerio de Agricultura y Ganadería.

    5.   Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2011.

    INDIA

    1.   Productcategorieën:

    a)

    onverwerkte plantaardige landbouwproducten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91;

    b)

    producten bestemd voor menselijke voeding die hoofdzakelijk bestaan uit één of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong, in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2092/91.

    2.   Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a) genoemde categorie en de biologisch geproduceerde ingrediënten in de producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie die zijn geproduceerd in India.

    3.   Controleorganisaties:

    Bureau Veritas Certification India Pvt. Ltd

    Ecocert SA (India Branch Office)

    IMO Control Private Limited

    Indian Organic Certification Agency (INDOCERT)

    Lacon Quality Certification Pvt. Ltd

    Natural Organic Certification Association

    OneCert Asia Agri Certification private Limited

    SGS India Pvt. Ltd

    Control Union Certifications

    Uttaranchal State Organic Certification Agency (USOCA)

    APOF Organic Certification Agency (AOCA)

    Rajasthan Organic Certification Agency (ROCA).

    4.   Organisaties die het certificaat afgeven: zie punt 3.

    5.   Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2009.

    ISRAËL

    1.   Productcategorieën:

    a)

    verwerkte plantaardige landbouwproducten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91;

    b)

    producten bestemd voor menselijke voeding die hoofdzakelijk bestaan uit een of meer ingrediënten van plantaardige oorsprong, in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van bovengenoemde verordening.

    2.   Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en de biologisch geproduceerde ingrediënten in de producten van de in punt 1 onder b) genoemde categorie, die in Israël zijn geproduceerd of in Israël zijn ingevoerd:

    hetzij uit de Gemeenschap,

    hetzij uit een derde land in het kader van een regeling die overeenkomstig artikel 11, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 als gelijkwaardig is erkend.

    3.   Controleorganisties:

    Skal Israel Inspection & Certification

    AGRIOR Ltd-Organic Inspection & Certification

    IQC Institute of Quality & Control

    Plant Protection and Inspection Services (PPIS) (Ministry of Agriculture and Rural Development).

    4.   Organisatie die het certificaat afgeeft: idem als in punt 3.

    5.   Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: 30 juni 2013.

    ZWITSERLAND

    1.   Productcategorieën:

    a)

    onverwerkte plantaardig landbouwproducten en dieren en niet-verwerkte dierlijke producten, in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91, met uitzondering van:

    gedurende de omschakelingsperiode geproduceerde producten als bedoeld in artikel 5, lid 5, van die verordening;

    b)

    verwerkte plantaardige landbouwproducten en verwerkte dierlijke producten bestemd voor menselijke consumptie, in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2092/91, met uitzondering van:

    producten als bedoeld in artikel 5, lid 5, van die verordening die een gedurende de omschakelingsperiode geproduceerd ingrediënt van agrarische oorsprong bevatten.

    2.   Oorsprong: de producten van de in punt 1, onder a) genoemde categorie en de biologisch geproduceerde ingrediënten in de producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie, die in Zwitserland zijn geproduceerd of in Zwitserland zijn ingevoerd:

    hetzij uit de Gemeenschap,

    hetzij uit een derde land in het kader van een regeling die overeenkomstig artikel 11, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 als gelijkwaardig is erkend,

    hetzij uit een derde land waarvoor een lidstaat overeenkomstig artikel 11, lid 6, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 heeft erkend dat het betrokken product in dat land is geproduceerd en gecontroleerd volgens dezelfde voorschriften als die welke door de lidstaat zijn aanvaard,

    hetzij uit een derde land waarvoor Zwitserland heeft erkend dat de productievoorschriften en de controleregeling gelijkwaardig zijn aan die welke zijn vastgesteld op grond van de Zwitserse wetgeving.

    3.   Controleorganisaties:

    Institut für Marktökologie (IMO)

    bio.inspecta AG

    Schweizerische Vereinigung für Qualitäts- und Management-Systeme (SQS)

    Bio Test Agro (BTA)

    ProCert Safety AG.

    4.   Organisaties die het certificaat afgeven: zie punt 3.

    5.   Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2013.

    NIEUW-ZEELAND

    1.   Productcategorieën:

    a)

    Onverwerkte plantaardige landbouwproducten, dieren en niet-verwerkte dierlijke producten in de zin van artikel 1, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2092/91, met uitzondering van:

    dieren en dierlijke producten waarop aanduidingen betreffende overschakeling op de biologische landbouw voorkomen of waarop het de bedoeling is dergelijke aanduidingen aan te brengen;

    aquacultuurproducten.

    b)

    Verwerkte plantaardige landbouwproducten en verwerkte dierlijke producten bestemd voor menselijke consumptie in de zin van artikel 1, lid 1, onder b), van Verordening (EEG) nr. 2092/91, met uitzondering van:

    dierlijke producten waarop aanduidingen betreffende overschakeling op de biologische landbouw voorkomen of waarop het de bedoeling is dergelijke aanduidingen aan te brengen;

    producten die aquacultuurproducten bevatten.

    2.   Oorsprong: Producten van de in punt 1, onder a), genoemde categorie en biologisch geproduceerde ingrediënten in producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie, die in Nieuw-Zeeland zijn geproduceerd of in Nieuw-Zeeland zijn ingevoerd:

    uit de Gemeenschap;

    uit een derde land in het kader van een regeling die overeenkomstig artikel 11, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2092/91 als gelijkwaardig is erkend, of

    uit een derde land waarvan de voorschriften voor de productie en de controle van landbouwproducten, op basis van de garanties en informatie die door de bevoegde autoriteit van dit land overeenkomstig de bepalingen van het MAF zijn verstrekt, gelijkwaardig worden geacht aan het Food Official Organic Assurance Programme; uitsluitend biologisch geproduceerde ingrediënten, bestemd voor verwerking in Nieuw-Zeeland in producten van de in punt 1, onder b), genoemde categorie, met een maximum van 5 % voor landbouwproducten, mogen worden ingevoerd.

    3.   Controleorganisaties:

    AsureQuality Ltd

    BIO-GRO New-Zealand.

    4.   Organisatie die het certificaat afgeeft: Ministry of Agriculture and Forestry (MAF) — New Zealand Food Safety Authority (NZFSA).

    5.   Geldigheidsduur van de opneming in de lijst: tot en met 30 juni 2011.


    BIJLAGE II

    Ingetrokken verordening met overzicht van de achtereenvolgende wijzigingen ervan

    Verordening (EEG) nr. 94/92 van de Commissie

    (PB L 11 van 17.1.1992, blz. 14)

     

    Verordening (EG) nr. 522/96 van de Commissie

    (PB L 77 van 27.3.1996, blz. 10)

    uitsluitend artikel 1

    Verordening (EG) nr. 314/97 van de Commissie

    (PB L 51 van 21.2.1997, blz. 34)

     

    Verordening (EG) nr. 1367/98 van de Commissie

    (PB L 185 van 30.6.1998, blz. 11)

     

    Verordening (EG) nr. 548/2000 van de Commissie

    (PB L 67 van 15.3.2000, blz. 12)

     

    Verordening (EG) nr. 1566/2000 van de Commissie

    (PB L 180 van 19.7.2000, blz. 17)

     

    Verordening (EG) nr. 1616/2000 van de Commissie

    (PB L 185 van 25.7.2000, blz. 62)

     

    Verordening (EG) nr. 2426/2000 van de Commissie

    (PB L 279 van 1.11.2000, blz. 19)

     

    Verordening (EG) nr. 349/2001 van de Commissie

    (PB L 52 van 22.2.2001, blz. 14)

     

    Verordening (EG) nr. 2589/2001 van de Commissie

    (PB L 345 van 29.12.2001, blz. 18)

     

    Verordening (EG) nr. 1162/2002 van de Commissie

    (PB L 170 van 29.6.2002, blz. 44)

     

    Verordening (EG) nr. 2382/2002 van de Commissie

    (PB L 358 van 31.12.2002, blz. 120)

     

    Verordening (EG) nr. 545/2003 van de Commissie

    (PB L 81 van 28.3.2003, blz. 10)

     

    Verordening (EG) nr. 2144/2003 van de Commissie

    (PB L 322 van 9.12.2003, blz. 3)

     

    Verordening (EG) nr. 746/2004 van de Commissie

    (PB L 122 van 26.4.2004, blz. 10)

    uitsluitend artikel 2

    Verordening (EG) nr. 956/2006 van de Commissie

    (PB L 175 van 29.6.2006, blz. 41)

     


    BIJLAGE III

    Concordantietabel

    Verordening (EEG) nr. 94/92

    De onderhavige verordening

    Artikel 1, eerste alinea

    Artikel 1, eerste alinea

    Artikel 1, tweede alinea, aanhef

    Artikel 1, tweede alinea, aanhef

    Artikel 1, tweede alinea, eerste streepje

    Artikel 1, tweede alinea, onder a)

    Artikel 1, tweede alinea, tweede streepje

    Artikel 1, tweede alinea, onder b)

    Artikel 1, derde alinea

    Artikel 1, derde alinea

    Artikel 2, lid 1

    Artikel 2, lid 1

    Artikel 2, lid 2, eerste alinea

    Artikel 2, lid 2, eerste alinea

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, aanhef

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, aanhef

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder a)

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder a)

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), aanhef

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), aanhef

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), eerste streepje

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), punt i)

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), tweede streepje

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), punt ii)

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), derde streepje

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder b), punt iii)

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), aanhef

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), aanhef

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), eerste streepje

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), punt i)

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), tweede streepje

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), punt ii)

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), derde streepje

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), punt iii)

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), vierde streepje

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), punt iv)

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), vijfde streepje

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder c), punt v)

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder d)

    Artikel 2, lid 2, tweede alinea, onder d)

    Artikel 2, leden 3 tot en met 6

    Artikel 2, leden 3 tot en met 6

    Artikel 3

    Artikel 3

    Artikel 4

    Bijlage

    Bijlage I

    Bijlage II

    Bijlage III


    Top