This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31992L0075
Council Directive 92/75/EEC of 22 September 1992 on the indication by labelling and standard product information of the consumption of energy and other resources by household appliances
Richtlijn 92/75/EEG van de Raad van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-produktinformatie van huishoudelijke apparaten
Richtlijn 92/75/EEG van de Raad van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-produktinformatie van huishoudelijke apparaten
PB L 297 van 13/10/1992, p. 16–19
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)
No longer in force, Date of end of validity: 18/06/2010; opgeheven door 32010L0030
Richtlijn 92/75/EEG van de Raad van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-produktinformatie van huishoudelijke apparaten
Publicatieblad Nr. L 297 van 13/10/1992 blz. 0016 - 0019
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 23 blz. 0195
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 23 blz. 0195
RICHTLIJN 92/75/EEG VAN DE RAAD van 22 september 1992 betreffende de vermelding van het energieverbruik en het verbruik van andere hulpbronnen op de etikettering en in de standaard-produktinformatie van huishoudelijke apparaten DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100 A, Gezien het voorstel van de Commissie (1), In samenwerking met het Europese Parlement (2), Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité (3), Overwegende dat er maatregelen dienen te worden vastgesteld om in de periode tot en met 31 december 1992 geleidelijk de interne markt tot stand te brengen; Overwegende dat bepaalde Lid-Staten reeds hun eigen systemen voor energie-etikettering en de verstrekking van andere informatie over het energieverbruik voor huishoudelijke apparaten op vrijwillige basis hebben ingevoerd; dat één Lid-Staat officieel heeft voorgesteld zijn eigen verplichte etiketteringssysteem in te voeren en andere Lid-Staten overwegen dergelijke systemen in te voeren; dat het bestaan van een aantal verplichte nationale systemen belemmeringen voor het handelsverkeer in de Gemeenschap zou veroorzaken; Overwegende dat natuurlijke hulpbronnen volgens artikel 130 R van het Verdrag behoedzaam en rationeel moeten worden gebruikt; dat het rationele gebruik van energie één van de belangrijkste middelen is om deze doelstelling te verwezenlijken en de milieuverontreiniging terug te dringen; Overwegende dat de verstrekking van nauwkeurige, zinnige en vergelijkbare informatie over het specifieke energieverbruik van huishoudelijke apparaten het publiek ertoe kan aanzetten te kiezen voor apparaten die minder energie verbruiken, zodat fabrikanten ertoe worden gebracht maatregelen te nemen om het energieverbruik van de apparaten die zij vervaardigen, te verminderen; dat hierdoor indirect ook een efficiënt gebruik van deze apparaten wordt gestimuleerd; dat de werking van de markt alleen, zonder deze informatie, het rationele gebruik van energie voor deze apparaten niet afdoende kan bevorderen; Overwegende dat informatie een sleutelrol speelt bij de werking van de markt en dat het derhalve nodig is voor alle apparaten van hetzelfde type een uniform etiket in te voeren, potentiële klanten gestandaardiseerde aanvullende informatie te verschaffen over de kosten aan energie en het verbruik van andere hulpbronnen van deze apparaten en maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat ook potentiële kopers die het apparaat niet uitgestald zien en dus geen gelegenheid hebben het etiket te bekijken, deze informatie krijgen; Overwegende dat hiertoe informatie over het energieverbruik en andere informatie over elk betrokken soort apparaat moet worden verkregen door metingen volgens geharmoniseerde normen en methoden en dat in de verkoopfase moet worden nagegaan of deze normen en methoden zijn toegepast; Overwegende dat is getracht met Richtlijn 79/530/EEG (4) deze doelstellingen voor huishoudelijke apparaten te verwezenlijken; dat echter slechts één uitvoeringsrichtlijn, voor elektrische ovens, is vastgesteld en slechts weinig Lid-Staten dit etiket hebben ingevoerd; dat derhalve van de opgedane ervaring moet worden geleerd en de bepalingen van die richtlijn moeten worden aangescherpt; dat Richtlijn 79/530/EEG derhalve moet worden vervangen en Richtlijn 79/531/EEG (5) houdende toepassing op elektrische ovens van Richtlijn 79/530/EEG moet worden herzien en vervolgens in het onderhavige systeem moet worden geïntegreerd; Overwegende dat een systeem op een louter vrijwillige basis ertoe zou leiden dat slechts sommige apparaten zouden worden geëtiketteerd of van standaard-produktinformatie zouden worden voorzien, met het risico dat dit sommige consumenten in verwarring brengt; dat de huidige maatregelen er derhalve toe moeten leiden dat bij alle betrokken apparaten het energieverbruik door middel van etikettering is aangegeven en standaard-produktinformatie wordt verstrekt; Overwegende dat huishoudelijke apparaten een grote verscheidenheid van energievormen gebruiken, waarbij elektriciteit en gas de belangrijkste zijn; dat deze richtlijn derhalve in principe van toepassing moet zijn op alle apparaten, ongeacht de vorm van energie die zij gebruiken; Overwegende dat in Richtlijn 86/594/EEG van de Raad van 1 december 1986 betreffende het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid (6) wordt bepaald dat het voortgebrachte luchtgeluid op het energie-etiket, indien van toepassing, dient te worden vermeld; dat het derhalve mogelijk moet worden gemaakt dat andere onder communautaire systemen vallende informatie en etikettering wordt opgenomen; Overwegende dat in de richtlijn alleen soorten apparaten waarvan het totale energieverbruik aanzienlijk is en die voldoende mogelijkheden bieden voor een hogere efficiëntie, dienen te worden opgenomen, ÈHEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 1. Het doel van deze richtlijn is de harmonisatie mogelijk te maken van nationale voorschriften met betrekking tot de bekendmaking, met name door middel van etikettering en verstrekking van produktinformatie, van informatie over het energieverbruik en het verbruik van andere belangrijke hulpbronnen, alsmede aanvullende informatie op dat gebied voor bepaalde soorten huishoudelijke apparaten, zodat de consument kan kiezen voor op energiegebied efficiëntere apparaten. Deze richtlijn is van toepassing op de volgende soorten huishoudelijke apparaten, ook als deze niet voor huishoudelijke doeleinden worden verkocht: - koelkasten, diepvriezers en combinaties daarvan, - wasmachines, droogtrommels en combinaties daarvan, - vaatwasmachines, - ovens, - warmwaterapparatuur en -opslagapparaten, - verlichtingsbronnen, - klimaatregelingsapparaten. 2. Andere soorten huishoudelijke apparaten kunnen overeenkomstig artikel 9, onder b), aan deze lijst worden toegevoegd. 3. Deze richtlijn is niet van toepassing op het plaatje waarop het vermogen is vermeld of het equivalent daarvan, dat met het oog op de veiligheid op deze apparaten wordt aangebracht. 4. In deze richtlijn wordt verstaan onder: - "handelaar": een detailhandelaar of andere persoon die huishoudelijke apparaten aan eindgebruikers verkoopt, verhuurt, in huurkoop aanbiedt of voor hen uitstalt; - "leverancier": de fabrikant of zijn officiële vertegenwoordiger in de Gemeenschap, of de persoon die het produkt in de Gemeenschap in de handel brengt; - "kaart": een gestandaardiseerde lijst van informatie over het apparaat in kwestie; - "andere belangrijke hulpbronnen": water, chemische stoffen en alles wat een apparaat bij normaal gebruik voorts verbruikt; - "aanvullende informatie": andere informatie over de prestaties van een apparaat, die verband houdt met het energieverbruik van het apparaat of het verbruik van andere belangrijke hulpbronnen, of die nuttig is om zulks te evalueren. 5. Er is geen verplichting tot etikettering of tot het verstrekken van kaarten voor modellen van apparaten die niet meer worden geproduceerd voordat de relevante uitvoeringsrichtlijn van kracht wordt, en evenmin voor tweedehandse apparaten. Artikel 2 1. De informatie over het verbruik van elektrische energie, van andere vormen van energie en van andere belangrijke hulpbronnen, alsmede de aanvullende informatie worden onder de aandacht van de consumenten gebracht door middel van een kaart en een etiket dat betrekking heeft op huishoudelijke apparaten die aan eindgebruikers te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden, dan wel voor hen worden uitgestald. 2. In richtlijnen die overeenkomstig artikel 9 voor elk soort apparaten ter uitvoering van deze richtlijn worden vastgesteld, worden de bijzonderheden met betrekking tot het etiket en de kaart omschreven. 3. Er wordt technische documentatie samengesteld, die toereikend moet zijn om te controleren of de informatie op het etiket en de kaart juist is. Deze dient ten minste te bevatten: - een algemene beschrijving van het produkt; - indien zinvol, de resultaten van uitgevoerde ontwerpberekeningen; - testrapporten, indien beschikbaar, met inbegrip van die welke door de desbetreffende aangemelde instanties - zoals gedefinieerd in andere communautaire wetgeving - zijn opgesteld; - dezelfde informatie voor soortgelijke modellen, indien waarden zijn afgeleid van de voor die modellen verkregen waarden. 4. De leverancier stelt de in lid 3 beschreven technische documentatie samen. Daartoe mag hij gebruik maken van reeds op grond van de desbetreffende communautaire wetgeving voorgeschreven documentatie. De leverancier houdt deze documentatie beschikbaar voor inspectiedoeleinden gedurende een periode van vijf jaar nadat het laatste produkt is vervaardigd. Artikel 3 1. Alle leveranciers die in een uitvoeringsrichtlijn gespecificeerde huishoudelijke apparaten in de handel brengen, verstrekken overeenkomstig deze richtlijn een etiket. De gebruikte etiketten dienen in alle opzichten te voldoen aan deze richtlijn en aan de uitvoeringsrichtlijnen. 2. Naast de etiketten verstrekken de leveranciers een kaart met produktinformatie. Deze kaart wordt opgenomen in alle brochures over het produkt. Indien door de leverancier geen brochures worden verstrekt, voegt hij kaarten bij andere schriftelijke informatie die met het apparaat wordt verstrekt. De gebruikte kaarten dienen in alle opzichten te voldoen aan deze richtlijn en aan de uitvoeringsrichtlijnen. 3. De leveranciers zijn verantwoordelijk voor de juistheid van de door hen verstrekte etiketten en kaarten. 4. De leverancier wordt geacht zijn toestemming te hebben gegeven voor de bekendmaking van de informatie op het etiket of de kaart. Artikel 4 Voor etikettering en produktinformatie gelden de volgende bepalingen: a) Wanneer een onder een uitvoeringsrichtlijn vallend apparaat wordt uitgestald, bevestigen de handelaren een passend etiket in de daarvoor in aanmerking komende taal op de in de desbetreffende uitvoeringsrichtlijn gespecificeerde, duidelijk zichtbare plaats. b) De leverancier verstrekt de onder a) hierboven bedoelde handelaren gratis de nodige etiketten. De leveranciers kunnen zelf bepalen volgens welk systeem zij de etiketten leveren. Indien een handelaar etiketten aanvraagt, moeten de leveranciers er echter voor zorgen dat de aangevraagde etiketten ten spoedigste worden geleverd. Artikel 5 Wanneer de desbetreffende apparaten te koop, te huur of in huurkoop worden aangeboden door postorderbedrijven, aan de hand van catalogi of op een andere wijze die inhoudt dat de potentiële klant het apparaat waarschijnlijk niet uitgestald ziet, wordt in de uitvoeringsrichtlijnen bepaald dat potentiële klanten de essentiële informatie krijgen die op het etiket of op de kaart wordt vermeld, alvorens zij een apparaat kopen. Artikel 6 In de uitvoeringsrichtlijnen wordt bepaald dat op het etiket of op de kaart informatie wordt verstrekt over het door het apparaat voortgebrachte luchtgeluid, indien deze informatie op grond van Richtlijn 86/594/EEG wordt verstrekt, alsmede andere voor het publiek bestemde informatie over het apparaat, die krachtens andere communautaire wetgeving wordt verstrekt. Artikel 7 Elke Lid-Staat neemt alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen: a) dat alle op hun grondgebied gevestigde leveranciers en handelaren aan hun verplichtingen krachtens deze richtlijn voldoen; b) dat, indien dit tot misleiding of verwarring kan leiden, het aanbrengen van andere etiketten, merktekens, symbolen of opschriften met betrekking tot het energieverbruik, die niet voldoen aan de eisen van deze richtlijn en van de desbetreffende uitvoeringsrichtlijnen, verboden wordt. Dit verbod is niet van toepassing op communautaire of nationale voorschriften inzake milieukeuren; c) dat de invoering van het systeem van etiketten en kaarten met betrekking tot het energieverbruik gepaard gaat met educatieve voorlichtingscampagnes en promotiecampagnes om een meer verantwoord energiegebruik door particuliere consumenten te stimuleren. Artikel 8 1. Indien wordt voldaan aan de bepalingen van deze richtlijn en van de uitvoeringsrichtlijnen, mogen de Lid-Staten het in de handel brengen van huishoudelijke apparaten die onder een uitvoeringsrichtlijn vallen, niet verbieden of aan beperkingen onderwerpen. 2. Tenzij het tegendeel wordt bewezen, gaan de Lid-Staten ervan uit dat met het etiket of de kaart in kwestie is voldaan aan de bepalingen van deze richtlijn en de uitvoeringsrichtlijnen. Zij mogen van leveranciers eisen dat deze bewijzen als bedoeld in artikel 2, lid 3, overleggen van de juistheid van de op hun etiketten of kaarten verstrekte informatie, indien er gegronde vermoedens bestaan dat deze informatie niet juist is. Artikel 9 De maatregelen in verband met de totstandkoming en het functioneren van het systeem worden volgens de in artikel 10 beschreven procedure vastgesteld en aan de technische vooruitgang aangepast. Het gaat hierbij om: a) de uitvoeringsrichtlijnen; b) toevoeging van andere huishoudelijke apparaten aan de in artikel 1, lid 1, opgenomen lijst indien kan worden verwacht dat dit tot belangrijke energiebesparingen kan leiden. Artikel 10 Bij het nemen van de in deze richtlijn en in het bijzonder in artikel 9 genoemde maatregelen wordt de Commissie bijgestaan door een comité bestaande uit vertegenwoordigers van de Lid-Staten en voorgezeten door een vertegenwoordiger van de Commissie. De vertegenwoordiger van de Commissie legt het comité een ontwerp voor van de te nemen maatregelen. Het comité brengt advies uit over dit ontwerp binnen een termijn die de voorzitter kan vaststellen al naar gelang van de urgentie van de materie. Het comité spreekt zich uit met de meerderheid van stemmen die in artikel 148, lid 2, van het Verdrag is voorgeschreven voor de aanneming van de besluiten die de Raad op voorstel van de Commissie dient te nemen. Bij de stemming in het comité worden de stemmen van de vertegenwoordigers van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig genoemd artikel. De voorzitter neemt niet aan de stemming deel. De Commissie stelt de beoogde maatregelen vast wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het comité. Wanneer de beoogde maatregelen niet in overeenstemming zijn met het advies van het comité of indien geen advies wordt uitgebracht, dient de Commissie onverwijld bij de Raad een voorstel in betreffende de te nemen maatregelen. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen. Indien de Raad, na verloop van een termijn die in elk door de Raad uit hoofde van deze paragraaf te nemen besluit zal worden vastgesteld, maar die in geen geval langer kan zijn dan drie maanden na de indiening van het voorstel bij de Raad, geen besluit heeft genomen, worden de voorgestelde maatregelen door de Commissie vastgesteld, behalve wanneer de Raad zich met gewone meerderheid van stemmen tegen genoemde maatregelen heeft uitgesproken. Artikel 11 Na verloop van drie jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn beoordeelt de Commissie de toepassing van de richtlijn en de verkregen resultaten. Deze beoordeling wordt opgenomen in een verslag dat aan het Europese Parlement en de Raad wordt toegezonden. Artikel 12 De uitvoeringsrichtlijnen bevatten: a) de exacte omschrijving van het betrokken soort apparaat; b) de meetnormen en -methoden die moeten worden gebruikt bij het verkrijgen van de in artikel 1, lid 1, bedoelde informatie; c) de bijzonderheden van de uit hoofde van artikel 2, lid 3, vereiste technische documentatie; d) de zo uniform mogelijke lay-out en inhoud van het in artikel 2 bedoelde etiket; e) de plaats waar het etiket op het apparaat moet worden aangebracht; zo nodig kan worden bepaald dat het etiket op de verpakking moet worden aangebracht of afgedrukt; f) de inhoud en, zo nodig, het formaat en andere bijzonderheden betreffende de kaart of nadere informatie als aangegeven in artikel 3, lid 2. De op het etiket gegeven informatie moet ook op de kaart staan; g) de informatie die moet worden verstrekt wanneer het apparaat op een van de onder artikel 5 vallende wijzen te koop wordt aangeboden, en de wijze waarop die informatie moet worden verstrekt. Artikel 13 Richtlijn 79/530/EEG wordt met ingang van 1 januari 1994 ingetrokken. Richtlijn 79/531/EEG wordt beschouwd als een uitvoeringsrichtlijn van deze richtlijn voor elektrische ovens; de Lid-Staten kunnen echter van de verplichte invoering ervan afzien tot een datum die wordt bepaald in een herziene uitvoeringsrichtlijn betreffende ovens, die overeenkomstig de procedure van artikel 10 wordt aangenomen. Artikel 14 1. De Lid-Staten stellen de bepalingen vast die nodig zijn om vóór 1 juli 1993 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis. Zij passen deze bepalingen toe vanaf uiterlijk 1 januari 1994. 2. Wanneer de Lid-Staten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de Lid-Staten. 3. De Lid-Staten delen de Commissie de tekst van de belangrijke bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied treffen. Artikel 15 Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten. Gedaan te Brussel, 22 september 1992. Voor de Raad De Voorzitter R. NEEDHAM (1) PB nr. C 235 van 10. 9. 1991, blz. 5.(2) PB nr. C 125 van 18. 5. 1992, blz. 172, en PB nr. C 241 van 21. 9. 1992.(3) PB nr. C 49 van 24. 2. 1992, blz. 32.(4) PB nr. L 145 van 13. 6. 1979, blz. 1.(5) PB nr. L 145 van 13. 6. 1979, blz. 7. (& {(};) PB nr. L 344 van 6. 12. 1986, blz. 24.