Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31985R2526

    Verordening (EEG) nr. 2526/85 van de Commissie van 5 augustus 1985 tot wijziging van Verordening nr. 27 ten aanzien van het formulier voor verzoeken en aanmeldingen uit hoofde van Verordening nr. 17 van de Raad

    PB L 240 van 07/09/1985, p. 1–16 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/03/1995

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1985/2526/oj

    31985R2526

    Verordening (EEG) nr. 2526/85 van de Commissie van 5 augustus 1985 tot wijziging van Verordening nr. 27 ten aanzien van het formulier voor verzoeken en aanmeldingen uit hoofde van Verordening nr. 17 van de Raad

    Publicatieblad Nr. L 240 van 07/09/1985 blz. 0001 - 0016
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 8 Deel 1 blz. 0069
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 08 Deel 3 blz. 0009
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 8 Deel 1 blz. 0069
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 08 Deel 3 blz. 0009


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 2526/85 VAN DE COMMISSIE

    van 5 augustus 1985

    tot wijziging van Verordening nr. 27 ten aanzien van het formulier voor verzoeken en aanmeldingen uit hoofde van Verordening nr. 17 van de Raad

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE

    GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

    Gelet op Verordening nr. 17 van de Raad van 6 februari 1962 - Eerste verordening over de toepassing van de artikelen 85 en 86 van het Verdrag (1), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Griekenland, en met name op artikel 24,

    Overwegende dat in Verordening nr. 27 van de Commissie van 3 mei 1962 (2), laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Griekenland, met name in artikel 4, leden 1 en 2, is bepaald dat voor verzoeken als bedoeld in artikel 2 van Verordening nr. 17 met betrekking tot de toepasselijkheid van artikel 85, lid 1, van het Verdrag en voor aanmeldingen op grond van artikel 4 of artikel 5, lid 2, van Verordening nr. 17, formulier A/B moet worden gebruikt;

    Overwegende dat het aanbeveling verdient de vorm van formulier A/B in het licht van de opgedane ervaring aan te passen en met name gezien het feit dat het tot nu toe gebruikte formulier de aanvragers niet verplichtte alle gegevens te verstrekken die voor een beschikking vereist zijn;

    Overwegende dat het noodzakelijk is formulier A/B aan te passen aan de vereisten van de oppositieprocedure waarin is voorzien door een aantal verordeningen inzake de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen overeenkomsten;

    Overwegende dat het aanbeveling verdient ondernemingen die verzoeken indienen op grond van artikel 2 van Verordening nr. 17 met betrekking tot de toepasselijkheid van artikel 86 van het Verdrag, toe te staan van formulier A/B gebruik te maken,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening nr. 27 wordt gewijzigd als volgt:

    1. In artikel 2, lid 1, worden de woorden »alsmede de bijlagen" geschrapt.

    2. Artikel 4 wordt als volgt gelezen:

    »Artikel 4

    Inhoud van de verzoeken en aanmeldingen

    1. Voor verzoeken als bedoeld in artikel 2 van Verordening nr. 17 met betrekking tot de toepasselijkheid van artikel 85, lid 1, van het Verdrag, en voor aanmeldingen als bedoeld in artikel 4 of artikel 5, lid 2, van Verordening nr. 17, moet gebruik worden gemaakt van formulier A/B, op de wijze als in het formulier en de toelichting voorgeschreven; formulier A/B en de toelichting zijn in de bijlage van deze verordening afgedrukt.

    2. Verzoeken en aanmeldingen moeten de in formulier A/B en de toelichting verlangde gegevens bevatten.

    3. Verschillende betrokken ondernemingen kunnen voor de indiening van het verzoek of de aanmelding gebruik maken van één formulier.

    4. Bij verzoeken als bedoeld in artikel 2 van Verordening nr. 17 met betrekking tot de toepasselijkheid van artikel 86 van het Verdrag, dient een volledige omschrijving van de feiten te worden gegeven; met name moet worden vermeld om welke feitelijke gedraging het gaat en welke de betekenis van de betrokken onderneming of ondernemingen is op de gemeenschappelijke markt of op een wezenlijk deel daarvan voor de goederen of diensten waarop de feitelijke gedraging betrekking heeft. Formulier A/B kan worden gebruikt.".

    3. De bijlage wordt vervangen door het formulier A/B en de toelichting die in de bijlage bij deze verordening zijn opgenomen.

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1986.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Brussel, 5 augustus 1985.

    Voor de Commissie

    Peter SUTHERLAND

    Lid van de Commissie

    (1) PB nr. 13 van 21. 2. 1962, blz. 204/62.

    (2) PB nr. 35 van 10. 5. 1962, blz. 1118/62.

    BIJLAGE

    1.2.3 // // // // // Dit formulier moet vergezeld gaan van een bijlage met de gegevens die zijn omschreven in bijgaande »Toelichting". // // // Het formulier en de bijlage moeten in dertienvoud worden ingediend (één exemplaar voor de Commissie en één voor elke Lid-Staat); de betrokken overeenkomsten moeten in drievoud worden ingediend; van andere documenten ter adstructie moet slechts één exemplaar worden overgelegd. // FORMULIER A/B // // Gelieve niet te vergeten de bijgevoegde ontvangstbevestiging in te vullen. // // // Indien er naast de vragen niet voldoende ruimte is, gelieve men extra bladen te gebruiken waarop nauwkeurig wordt verwezen naar het punt van het formulier waarop de bladen betrekking hebben. // // // //

    AAN DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN

    Directoraat-generaal van de Concurrentie,

    Wetstraat 200,

    B-1049 Brussel.

    A. Verzoek om een negatieve verklaring als bedoeld in artikel 2 van Verordening nr. 17 van de Raad van 6 februari 1962 met betrekking tot de toepassing van artikel 85, lid 1, of artikel 86 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap.

    B. Aanmelding van een overeenkomst, besluit of onderling afgestemde feitelijke gedraging volgens artikel 4 (of 5) van Verordening nr. 17 van de Raad van 6 februari 1962 ter verkrijging van een ontheffing van het kartelverbod krachtens artikel 85, lid 3, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inclusief aanmeldingen met het oog op een oppositieprocedure.

    Identiteit van de partijen

    1. Identiteit van de verzoeker / aanmelder

    Volledige naam en adres, telefoon-, telex- en telefax-nummers en een korte beschrijving (1) van de onderneming(en) of ondernemersvereniging(en) die het verzoek indient (indienen) of de aanmelding verricht (verrichten).

    Gelieve bij deelgenootschappen, individuele handelaren of andere lichamen zonder rechtspersoonlijkheid die onder een handelsnaam opereren ook de naam, voornamen en het adres van de eigenaar/eigenaren of partners op te geven.

    Indien een aanvrage wordt ingediend of een aanmelding verricht namens een derde (of door meer dan één persoon wordt ingediend of verricht), moeten naam, adres en hoedanigheid van de vertegenwoordiger (of gemeenschappelijke vertegenwoordiger) worden opgegeven, met stukken waaruit zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid blijkt. Indien een verzoek of een aanmelding wordt ingediend door of namens meer dan één persoon, moeten dezen een gemeenschappelijke vertegenwoordiger aanwijzen (Verordening nr. 27 van de Commissie, artikel 1, leden 2 en 3).

    (1) Bij voorbeeld »automobielfabrikant", »computer servicebureau", »conglomeraat". 2. Gegevens over andere partijen

    Volledige naam, respectievelijk handelsnaam, adres en korte beschrijving van andere partijen bij de overeenkomst, het besluit of de onderling afgestemde feitelijke gedraging (hierna te noemen »de regelingen").

    Gelieve te vermelden op welke wijze deze andere partijen van dit verzoek of deze aanmelding in kennis zijn gesteld.

    (Deze inlichtingen zijn niet nodig ten aanzien van standaardovereenkomsten welke de onderneming die het verzoek doet of de aanmelding verricht heeft gesloten, of wil sluiten, met een aantal partijen (bij voorbeeld een overeenkomst waarbij dealers worden benoemd).

    1.2 // Doel van dit verzoek/aanmelding (zie Toelichting) // (Gelieve elke vraag met ja of nee te beantwoorden)

    Verzoekt u alleen om een negatieve verklaring? (Zie voor de gevolgen van zulk een verzoek Toelichting - afdeling IV, eind eerste alinea)

    Verzoekt u om een negatieve verklaring en meldt u tevens de regelingen aan ter verkrijging van een ontheffing van het kartelverbod in geval de Commissie geen negatieve verklaring verleent?

    Meldt u de regelingen alleen aan om een ontheffing te verkrijgen?

    Bent u van mening dat dit verzoek in aanmerking komt voor een oppositieprocedure? (Zie Toelichting - afdelingen III, IV, VI en VII en bijlage 2) Is het antwoord »ja", dan gelieve u aan te geven op grond van welke verordening en welk artikel.

    Zoudt u zich tevreden stellen met een administratieve brief? (Zie Toelichting - eind van afdeling VII).

    De ondergetekenden verklaren dat de hierboven en in de hierbij gevoegde . . . bijlagen verstrekte gegevens in overeenstemming met de waarheid zijn, dat alle ramingen die als zodanig zijn omschreven de beste ramingen inzake de betrokken feiten zijn en dat alle meningen in oprechtheid zijn gegeven. Zij hebben kennis genomen van de bepalingen van artikel 15, lid 1, sub a), van Verordening nr. 17 (zie bijgevoegde Toelichting).

    Plaats en datum:

    1.2.3 // // Handtekeningen: //

    Deze ruimte niet beschrijven

    1.2.3 // COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Directoraat-generaal van de Concurrentie // // Brussel,

    Aan

    ONTVANGSTBEVESTIGING

    (Dit formulier zal aan het bovenvermelde adres worden teruggezonden, indien het bovenste gedeelte in enkelvoud door de verzoeker of aanmelder is ingevuld)

    Uw verzoek om een negatieve verklaring van

    Uw aanmelding van

    betreffende:

    Uw referentie:

    Bij de overeenkomst betrokken partijen:

    1.2 // 1. // // 2. // en anderen

    (De overige partijen behoeven niet te worden vermeld)

    (In te vullen door de Commissie)

    is ontvangen op

    en geregistreerd onder nr. IV/

    Verzoeke in alle correspondentie het bovenstaande nummmer te vermelden.

    1.2.3.4 // Voorlopig adres: Wetstraat 200 B-1049 Brussel // Telefoon: Directe lijn: 235 . . . . Centrale: 235 11 11 // Telex: COMEU B 21877 // Telegramadres: COMEUR Brussel

    TOELICHTING

    INHOUD

    1.2 // I. // Doel van de communautaire mededingingsregels // II. // Negatieve verklaring // III. // Ontheffing krachtens artikel 85, lid 3 // IV. // Doel van het formulier // V. // Aard van het formulier // VI. // De noodzaak van volledige en juiste informatie // VII. // Verdere procedure // VIII. // Geheimhouding // IX. // Verdere inlichtingen en opschriften die in de bijlage bij formulier A/B moeten worden gebruikt

    Bijlage 1: Tekst van de artikelen 85 en 86 van het EEG-Verdrag

    Bijlage 2: Lijst van toepasselijke teksten

    Bijlage 3: Lijst van de Lid-Staten en de informatiekantoren van de Commissie in de Gemeenschap

    Toevoegingen aan of wijzigingen van de in deze bijlagen gegeven informatie kunnen van tijd tot tijd door de Commissie worden bekendgemaakt.

    Nota bene: Ondernemingen die in twijfel verkeren hoe een aanmelding moet worden verricht, of nadere uitleg verlangen, kunnen contact opnemen met het Directoraat-generaal van de Concurrentie (DG IV) te Brussel. Ook de informatiekantoren van de Commissie (die binnen de Gemeenschap zijn vermeld in bijlage 3) kunnen van advies dienen of de naam opgeven van een ambtenaar in Brussel die de gewenste taal van de Gemeenschap spreekt.

    I. Doel van de communautaire mededingingsregels

    Deze regels hebben ten doel, de vervalsing van de mededinging op de gemeenschappelijke markt door monopolies of concurrentiebeperkende praktijken te voorkomen; zij zijn van toepassing op alle ondernemingen die rechtstreeks of indirect op de gemeenschappelijke markt handel drijven, ongeacht waar zij zijn gevestigd. Artikel 85, lid 1, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (de tekst van de artikelen 85 en 86 is afgedrukt in bijlage 1 bij deze Toelichting) verbiedt concurrentiebeperkende overeenkomsten of onderling afgestemde gedragingen die de handel tussen Lid-Staten ongunstig kunnen beïnvloeden en artikel 85, lid 2, verklaart overeenkomsten of anderszins rechtens bindende regelingen die dergelijke beperkingen bevatten, nietig (hoewel het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen heeft uitgesproken dat indien concurrentiebeperkende clausules uit overeenkomsten kunnen worden losgemaakt, alleen deze clausules nietig zijn); artikel 85, lid 3, geeft de Commissie echter de bevoegdheid, voor gedragingen die heilzame gevolgen hebben ontheffing van het kartelverbod te verlenen. Artikel 86 verbiedt het misbruik van een machtspositie. De oorspronkelijke procedures waarbij deze artikelen worden toegepast betreffende een »negatieve verklaring" en ontheffing van het kartelverbod krachtens artikel 85, lid 3, staan in Verordening nr. 17 van de Raad (nadere gegevens inzake die verordening en de andere voorschriften die in deze Toelichting zijn vermeld of van belang zijn voor verzoeken op formulier A/B zijn in bijlage 2 opgenomen).

    II. Negatieve verklaring

    De procedure inzake de afgifte van een negatieve verklaring heeft ten doel economische subjecten (»ondernemingen") in staat te stellen na te gaan of de Commissie al dan niet van mening is dat één van hun regelingen of gedragingen verboden is uit hoofde van artikel 85, lid 1, of artikel 86 van het Verdrag. (De verklaring is geregeld in artikel 2 van Verordening nr. 17 van de Raad). Zij wordt gegeven in de vorm van een beschikking van de Commissie waarbij wordt vastgesteld dat er op grond van de haar bekende gegevens geen reden is om uit hoofde van artikel 85, lid 1, of artikel 86 van het Verdrag tegen de regelingen of de gedraging op te treden. Alle partijen kunnen een negatieve verklaring aanvragen, zelfs zonder toestemming (maar niet zonder medeweten) van andere partijen bij de regelingen. De aanvrage heeft echter weinig zin, indien de regelingen of de gedraging klaarblijkelijk niet vallen onder artikel 85, lid 1, of artikel 86. (In dit verband wordt uw aandacht gevestigd op de laatste alinea van afdeling IV en op bijlage 2). De Commissie is niet verplicht, een negatieve verklaring af te geven - artikel 2 van Verordening nr. 17 luidt » . . . de Commissie kan vaststellen . . .". De Commissie geeft gewoonlijk geen beschikkingen houdende negatieve verklaring in gevallen die naar haar oordeel zo duidelijk buiten het verbod van artikel 85, lid 1, vallen, dat er geen redelijke twijfel kan bestaan die door een dergelijke beschikking zou moeten worden weggenomen.

    III. Ontheffing krachtens artikel 85, lid 3

    De procedure tot ontheffing van het kartelverbod krachtens artikel 85, lid 3, heeft ten doel, de ondernemingen de gelegenheid te geven regelingen aan te gaan die in feite economische voordelen opleveren, maar zonder ontheffing krachtens artikel 85, lid 1, verboden zouden zijn. De ontheffing is geregeld in de artikelen 4, 6 en 8 en, voor nieuwe Lid-Staten, in de artikelen 5, 7 en 25 van Verordening nr. 17. Zij vindt plaats in de vorm van een beschikking waarbij de Commissie artikel 85, lid 1, buiten toepassing verklaart voor de in de beschikking beschreven afspraken. Volgens artikel 8 is de Commissie verplicht de geldigheidsduur van de beschikking vast te stellen, kan zij daaraan voorwaarden en verplichtingen verbinden en kunnen beschikkingen onder bepaalde voorwaarden worden gewijzigd of ingetrokken, dan wel kan aan partijen het verbod worden opgelegd bepaalde handelingen te verrichten, met name wanneer de beschikkingen gegrond zijn op onjuiste gegevens of indien de feitelijke omstandigheden op een wezenlijk punt zijn gewijzigd.

    Ieder van de partijen kan regelingen aanmelden, zelfs zonder toestemming (maar niet zonder medeweten) van andere partijen.

    De Commissie heeft een reeks groepsvrijstellingsverordeningen vastgesteld. Enkele daarvan (zie de lijst in bijlage 2) houden in dat bepaalde overeenkomsten voor zulk een vrijstelling alleen in aanmerking komen wanneer zij bij de Commissie uit hoofde van artikel 4 (of 5) van Verordening nr. 17 zijn aangemeld met het oog op ontheffing van het kartelverbod krachtens artikel 85, lid 3, van het Verdrag, en wanneer in de aanmelding een beroep wordt gedaan op de toepassing van een oppositieprocedure.

    Een beschikking waarbij ontheffing overeenkomstig artikel 85, lid 3, wordt verleend, kan met terugwerkende kracht worden gegeven maar kan, afgezien van enkele uitzonderingen, niet eerder ingaan dan op het tijdstip van aanmelding (artikel 6 van Verordening nr. 17). Indien de Commissie vaststelt dat de aangemelde regelingen inderdaad onder het verbod van artikel 85, lid 1, vallen en niet krachtens artikel 85, lid 3, kunnen worden vrijgesteld en dus een verbodsbeschikking geeft, zijn partijen niettemin vanaf de datum van aanmelding beschermd tegen de oplegging van geldboeten wegens in de aanmelding beschreven inbreuken (artikel 3 en artikel 15, lid 5 en lid 6).

    IV. Doel van het formulier

    Formulier A/B heeft ten doel, ondernemingen of ondernemersverenigingen, waar zij ook gevestigd zijn, in staat te stellen, de Commissie om een negatieve verklaring te verzoeken voor regelingen of gedragingen, of zulke regelingen aan te melden en om een ontheffing van het verbod van artikel 85, lid 1, van het Verdrag krachtens artikel 85, lid 3, te verzoeken. Het formulier geeft tevens de ondernemingen die om een negatieve verklaring verzoeken de mogelijkheid terzelfder tijd een aanmelding te verrichten met het oog op een ontheffing. Dit is nodig om immuniteit te verkrijgen tegen de oplegging van geldboeten (artikel 15, lid 5).

    Om geldig te zijn moeten volgens artikel 4 van Verordening nr. 27 van de Commissie verzoeken om een negatieve verklaring ten aanzien van artikel 85, aanmeldingen met het oog op een ontheffing van het kartelverbod en aanmeldingen met het verzoek om toepassing van de oppositieprocedure worden ingediend op formulier A/B. Ondernemingen die voor hun gedraging in het licht van een eventuele machtspositie in de zin van artikel 86 een negatieve verklaring aanvragen behoeven geen gebruik te maken van formulier A/B (zie artikel 4, lid 4, van Verordening nr. 27). Hun wordt echter dringend aangeraden alle in afdeling IX genoemde gegevens te verstrekken ten einde te waarborgen dat het verzoek een volledige weergave van de feiten bevat. Alvorens u het formulier invult, dient u te letten op de verordeningen inzake verlening van groepsvrijstellingen en de bekendmakingen die in bijlage 2 zijn genoemd. Deze zijn gepubliceerd om de ondernemingen in een groot aantal gevallen in staat te stellen zelf te beoordelen of hun regelingen tot twijfel aanleiding kunnen geven. De betrokkenen kunnen zichzelf en de Commissie in gevallen waarin klaarblijkelijk geen twijfel bestaat, de niet onaanzienlijke last en kosten besparen die met het indienen en het onderzoek van een verzoek of een aanmelding verbonden zijn.

    V. Aard van het formulier

    Het formulier bestaat uit één blad waarop de gegevens van de verzoeker(s) of aanmelder(s) en van alle eventuele andere partijen moeten worden ingevuld. Deze gegevens moeten worden aangevuld met verdere informatie onder de hoofden en verwijzingen die hieronder zijn aangegeven (zie afdeling IX). Bij voorkeur dient DIN A4-papier (21 × 29,7 cm - hetzelfde formaat als het formulier) te worden gebruikt, maar het dient niet groter te zijn. U gelieve een kantlijn van ten minste 25 mm of één inch aan de linkerzijde van het blad en, indien U beide zijden benut, aan de rechterkant van de ommezijde open te laten.

    VI. De noodzaak van volledige en juiste informatie

    Het is van belang dat de verzoeker alle essentiële feiten vermeldt. Hoewel de Commissie het recht heeft, aan de verzoekers of derden verdere inlichtingen te vragen en verplicht is, een samenvatting van het verzoek te publiceren alvorens een negatieve verklaring of een ontheffing krachtens artikel 85, lid 3, te geven, zal zij haar beschikking gewoonlijk gronden op de inlichtingen die door de verzoeker zijn verstrekt. Een beschikking op grond van onvolledige inlichtingen zou nietig kunnen zijn in het geval van een negatieve verklaring of in het geval van een ontheffing kunnen worden ingetrokken. Om dezelfde redenen is het ook van belang dat de Commissie in kennis wordt gesteld van alle wijzigingen van betekenis die na het verzoek of de aanmelding in uw regelingen worden aangebracht.

    Volledige inlichtingen zijn van bijzonder belang indien u een generieke vrijstelling aanvraagt via een oppositieprocedure. Voor zulk een vrijstelling zijn inlichtingen nodig die » . . . volledig zijn en in overeenstemming met de feiten". Voert de Commissie geen oppositie tegen de vrijstelling in het kader van deze procedure op grond van de in een aanmelding opgegeven feiten, en komen er vervolgens nieuwe of afwijkende feiten aan het licht die in de aanmelding hadden kunnen of moeten voorkomen, dan gaat de vrijstelling met terugwerkende kracht verloren. Het zou tevens weinig zin hebben een oppositieprocedure aan te vragen en inlichtingen te verstrekken die klaarblijkelijk onvolledig zijn; in dat geval moet de Commissie hetzij zulk een aanmelding afwijzen, hetzij oppositie voeren ten einde het verstrekken van volledige inlichtingen mogelijk te maken.

    Bovendien dient u te letten op het bepaalde in artikel 15, lid 1, sub a), van Verordening nr. 17, dat als volgt luidt:

    »De Commissie kan bij beschikking aan ondernemingen of ondernemersverenigingen geldboeten opleggen van ten minste 100 en ten hoogste 5 000 rekeneenheden (1) wanneer zij opzettelijk of uit onachtzaamheid bij een verzoek als bedoeld in artikel 2 of bij een aanmelding als bedoeld in artikel 4 en artikel 5 onjuiste of verdraaide gegevens verstrekken.".

    De begrippen waarom het in deze bepaling gaat zijn »onjuiste of verdraaide gegevens". Dikwijls zal slechts van geval tot geval kunnen worden beoordeeld in welke omvang gegevens van betekenis zijn. Ten einde de aanmelding te vergemakkelijken, aanvaardt de Commissie ramingen indien nauwkeurige gegevens niet zonder meer beschikbaar zijn. Tenslotte verlangt de Commissie niet slechts de opgave van feiten maar ook de mening daarover van partijen.

    De Commissie zal derhalve van haar bevoegdheid om geldboeten op te leggen alleen gebruik maken wanneer de verzoekers of aanmelders opzettelijk of uit onachtzaamheid onjuiste gegevens hebben verstrekt, grovelijk onjuiste ramingen hebben opgegeven, gemakkelijk toegankelijke gegevens of ramingen hebben achtergehouden dan wel met opzet valse meningen hebben weergegeven, ten einde een negatieve verklaring of een ontheffing te verkrijgen.

    VII. Verdere procedure

    Het verzoek of de aanmelding wordt geregistreerd bij de Griffie van het Directoraat-generaal van de Concurrentie (DG IV). De datum van ontvangst door de Commissie (of de datum van het poststempel, indien per aangetekende brief) is de feitelijke datum van indiening. De indiening kan als ongeldig worden beschouwd indien zij klaarblijkelijk onvolledig is of niet op het voorgeschreven formulier heeft plaatsgevonden.

    Verdere inlichtingen kunnen worden ingewonnen bij de verzoekers of bij derden (artikel 11 of 14 van Verordening nr. 17) en er kunnen voorstellen worden gedaan voor wijzigingen in de regelingen, waardoor zij aanvaardbaar zouden worden.

    De Commissie kan verzet doen tegen een aanmelding waarin om een oppositieprocedure wordt gevraagd omdat zij hetzij niet vindt dat de regelingen in aanmerking komen voor een generieke vrijstelling, hetzij om het inwinnen van meer inlichtingen mogelijk te maken. Voert de Commissie oppositie, dan wordt de betrokken aanmelding, indien de oppositie later niet wordt ingetrokken, behandeld als een verzoek om individuele vrijstelling.

    Indien de Commissie na onderzoek voornemens is het verzoek in te willigen, moet zij (krachtens artikel 19, lid 3, van Verordening nr. 17) een samenvatting publiceren en derden verzoeken hun opmerkingen kenbaar te maken. Vervolgens moet het Adviescomité voor mededingingsregelingen en economische machtsposities, dat is samengesteld uit deskundige ambtenaren op kartelgebied van de Lid-Staten (artikel 10 van Verordening nr. 17), een voorontwerp voor een beschikking worden voorgelegd en dient dit met dit Comité te worden besproken. De bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten hebben reeds een kopie van het verzoek of de aanmelding ontvangen. Eerst dan kan de Commissie, mits er niets is gebeurd om haar voornemen te wijzigen, een beschikking geven.

    Soms worden dossiers zonder formele beschikking gesloten, bij voorbeeld omdat is gebleken dat de regelingen reeds onder een generieke vrijstelling vallen, dan wel omdat de verzoekers zijn tevredengesteld door een minder formele brief van de diensten van de Commissie (soms »administratieve brief" genaamd), waarin wordt medegedeeld dat de regelingen, althans in de omstandigheden van het moment, geen optreden van de Commissie nodig maken. Een administratieve brief heeft niet de rechtsgevolgen van een beschikking. Hij vormt een aanwijzing wat de diensten van de Commissie in het licht van de gegevens waarover zij beschikken, vinden van de betrokken zaak en dat de Commissie zo nodig - bij voorbeeld indien zou moeten worden betoogd dat een overeenkomst van rechtswege nietig is op grond van artikel 85, lid 2, - in staat zou zijn een beschikking met die strekking te geven.

    VIII. Geheimhouding

    Krachtens artikel 214 van het Verdrag en de artikelen 20 en 21 van Verordening nr. 17 is de Commissie gehouden, inlichtingen die naar hun aard vallen onder de geheimhoudingsplicht, niet openbaar te maken. Anderzijds moet de Commissie krachtens artikel 19 van de verordening een samenvatting van uw verzoek bekendmaken, indien zij dit wil inwilligen, alvorens de betrokken beschikking te geven. In deze bekendmaking ». . . wordt rekening gehouden met het rechtmatige belang van de ondernemingen dat hun zakengeheimen niet aan de openbaarheid worden prijsgegeven" (artikel 19, lid 3). In dit verband gelieve u, indien u meent dat uw belangen zouden worden geschaad indien de inlichtingen welke u worden gevraagd zouden worden bekendgemaakt of anderszins aan anderen worden medegedeeld, al deze informatie in een tweede bijlage op te nemen, waarbij iedere bladzijde duidelijk met »zakengeheim" is gemerkt; in de voornaamst bijlage gelieve u onder de betrokken titel te vermelden »zie tweede bijlage" of »zie ook tweede bijlage"; in de tweede bijlage gelieve u de betrokken titel(s) en verwijzing(en) te herhalen en de inlichtingen te verstrekken welke u niet bekendgemaakt wenst te zien, met opgave van redenen. U gelieve niet te vergeten dat de Commissie wellicht een samenvatting van uw verzoek moet publiceren.

    Alvorens een bekendmaking op grond van artikel 19, lid 3, te publiceren, toont de Commissie gewoonlijk de betrokken ondernemingen een kopie van het concept.

    IX. Verdere inlichtingen en opschriften die in de bijlage bij formulier A/B moeten worden gebruikt

    De verdere informatie moet worden gegeven onder de volgende opschriften en referentienummers. Waar mogelijk gelieve u juiste informatie te verstrekken. Indien deze niet onmiddellijk beschikbaar is, gelieve u uw beste schattingen te geven en aan te duiden wat u als schatting opgeeft. Bent u van oordeel dat een opgevraagd detail niet beschikbaar of relevant is, gelieve u te verklaren waarom. Dit kan met name het geval zijn wanneer een partij alleen, zonder medewerking van haar contractpartners een aanmelding verricht. U gelieve niet te vergeten dat de ambtenaren van de Commissie bereid zijn over de relevantie van de details met u te spreken (zie de nota bene aan het begin van deze toelichting). Op verzoek wordt u een voorbeeld toegezonden dat u helpen kan. 1. Korte beschrijving

    Gelieve een korte beschrijving van de regelingen of gedraging (aard, doel, data en duur) te geven (bijzonderheden worden hieronder verlangd).

    2. Markt

    De aard van de produkten of diensten waarop de regelingen of de gedraging betrekking hebben (gelieve, indien bekend, ook de tariefposten van de Nomenclatuur van de Internationale Douaneraad (NID), het gemeenschappelijk douanetarief (GDT) of de NIMEXE-code op te geven en te verduidelijken om welke post of code het gaat). Een korte beschrijving van de marktstructuren voor de betrokken waren of diensten: bij voorbeeld wie er aanbiedt, wie er koopt, de geografische omvang, de omzet, de mate van concurrentie die er heerst, of het voor nieuwe leveranciers gemakkelijk is de markt binnen te komen, of er vervangingsartikelen zijn. Indien u een standaardovereenkomst aanmeldt (bij voorbeeld een contract met verkopers), gelieve u op te geven hoeveel individuele overeenkomsten u denkt te sluiten. Indien u marktstudies bekend zijn, gelieve u deze op te geven.

    3. Nadere bijzonderheden inzake de betrokkenen

    Gelieve op te geven:

    3.1. of één van partijen deel uitmaakt van een groep van vennootschappen; een groepsrelatie wordt aanwezig geacht wanneer een firma

    - méér dan de helft van het kapitaal of de activa bezit, of

    - de bevoegdheid heeft meer dan de helft van de stemrechten uit te oefenen, of

    - de bevoegdheid heeft meer dan de helft van de leden van de Raad van Toezicht, de Raad van Bestuur of lichamen die de ondernemingen in rechten vertegenwoordigen te benoemen, of

    - het recht heeft de zaken van een andere onderneming te beheren.

    Indien het antwoord »ja" luidt gelieve op te geven:

    - de naam en het adres van de hoogste moedervennootschap;

    - een korte beschrijving van de zaken van de groep (1) (en, zo mogelijk, een exemplaar van de laatste concernrekening);

    - naam en adres van alle andere vennootschappen in de groep die concurreren op een markt waarop de regelingen betrekking hebben of een daaraan verwante markt, dat wil zeggen iedere andere vennootschap die de deelnemers rechtstreeks of indirect concurrentie aandoet (betrokken verbonden vennootschappen);

    3.2. de laatst beschikbare totale omzet van elk van partijen en eventueel van de groepen waarvan zij deel uitmaken en van betrokken verbonden vennootschappen (het kan ook nuttig zijn indien u een exemplaar van de laatste jaarrekening kunt overleggen);

    3.3. de verkopen of het marktaandeel van elk van partijen in de produkten of diensten waarop de regelingen betrekking hebben, in de Gemeenschap en in de wereld. Indien de omzet in de Gemeenschap van betekenis is (marktaandeel boven 5 %), gelieve u ook de cijfers voor iedere Lid-Staat en de voorgaande boekjaren op te geven (2) (ten einde belangrijke tendensen aan te tonen), alsmede de verkoop- en omzetprognoses van elke deelnemer voor de toekomst. Dezelfde cijfers aangaande alle betrokken verbonden vennootschappen. (Vooral onder deze titel is wellicht uw beste schatting het enige dat u kunt leveren);

    3.4. voor elk van de verkoopcijfers of omzetten die volgens punt 3.3 worden verstrekt, het aandeel dat deze cijfers volgens schatting vertegenwoordigen op de markt(en) voor goederen of diensten beschreven in punt 2.

    3.5. Heeft u een omvangrijk belang in, maar niet de controle over een andere vennootschap die concurreert op een markt waarop de regelingen betrekking hebben (meer dan 25 %, maar minder dan 50 %), of heeft zulk een andere vennootschap een omvangrijk belang in uw vennootschap, dan gelieve u haar naam en adres en enkele bijzonderheden op te geven.

    4. Volledige gegevens over de regelingen

    4.1. Indien de inhoud van de regelingen geheel of gedeeltelijk op schrift is gesteld, gelieve u dit mede te delen en drie afschriften van de tekst bij te voegen (zij het dat de technische beschrijvingen die dikwijls in know-how-overeenkomsten voorkomen achterwege kunnen blijven; in dat geval gelieve u echter mede te delen welke delen achterwege zijn gelaten).

    Is de inhoud niet of slechts ten dele op schrift gesteld, dan gelieve u er een volledige beschrijving van te geven.

    4.2. Gelieve de beperkingen op te geven welke de regeling met zich brengt voor de partijen, bij voorbeeld betreffende:

    - de aan- of verkoopprijzen, de kortingen of andere handelsvoorwaarden,

    - de hoeveelheden te vervaardigen of te verkopen produkten of te verlenen diensten,

    - de investeringen of de technische ontwikkeling,

    - een verdeling of toewijzing van markten of aanvoerbronnen,

    - aankopen bij of verkopen aan derden,

    - de toepassing van gelijke leveringscondities voor gelijkwaardige goederen of diensten,

    - het gescheiden of gekoppeld aanbieden van onderscheiden produkten of diensten.

    Verzoekt u om een oppositieprocedure, dan gelieve u op deze lijst met name de concurrentiebeperkingen te vermelden die verder gaan dan die welke reeds in de betrokken verordening zijn vrijgesteld.

    4.3. Gelieve op te geven tussen welke Lid-Staten (1) het handelsverkeer door de regelingen ongunstig kan worden beïnvloed en of de handel tussen de Gemeenschap en één (of meer) derde landen ongunstig wordt beïnvloed.

    5. Gronden voor een negatieve verklaring

    Indien u een negatieve verklaring aanvraagt, gelieve u onder dit punt te vermelden:

    5.1. waarom u het verzoek indient, dat is te vermelden welke bepaling of gevolgen van de regelingen of de gedraging volgens u vragen inzake de verenigbaarheid met de communautaire concurrentieregels kunnen doen rijzen. Dit punt heeft ten doel, de Commissie een zo duidelijk mogelijk beeld te geven van de twijfel welke u aangaande uw regelingen of gedraging koestert en welke u bij een beschikking houdende negatieve verklaring wenst weggenomen te zien.

    Gelieve vervolgens onder de volgende twee punten een samenvatting te geven van de betrokken feiten en de redenen waarom u artikel 85, lid 1, of artikel 86 niet van toepassing acht, te weten:

    5.2. waarom de regelingen niet ten doel of ten gevolge hebben de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt in waarneembare omvang te verhinderen, te beperken of te vervalsen, of waarom uw onderneming geen machtspositie inneemt of bij haar gedrag geen misbruik van een machtspositie maakt en/of

    5.3. waarom de regelingen of het gedrag niet van dien aard zijn dat zij de handel tussen Lid-Staten in waarneembare omvang ongunstig kunnen beïnvloeden.

    6. Gronden voor ontheffing krachtens artikel 85, lid 3

    Indien u de regelingen, zij het voor alle zekerheid, aanmeldt ter verkrijging van een ontheffing krachtens artikel 85, lid 3, gelieve u uiteen te zetten hoe:

    6.1. de regelingen bijdragen tot verbetering van de produktie of de verdeling der produkten en/of de bevordering van de technische of economische vooruitgang;

    6.2. een billijk aandeel in de uit dergelijke verbeteringen of vooruitgang voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt;

    6.3. alle concurrentiebeperkende bepalingen in de regelingen onmisbaar zijn om de in punt 6.1 vermelde doelstellingen te bereiken (verzoekt u om een oppositieprocedure, dan is het van bijzonder belang dat u de concurrentiebeperkingen vermeldt en rechtvaardigt, die verder gaan dan die welke reeds in de betrokken verordening zijn vrijgesteld);

    6.4. de regelingen niet de mededinging voor een wezenlijk deel van de betrokken produkten uitschakelen.

    7. Andere informatie

    7.1. Gelieve alle vroegere procedures of informele contacten met de Commissie waarvan u kennis draagt en alle vroegere procedures met autoriteiten of rechterlijke instanties van de Lid-Staten inzake deze of verwante regelingen te vermelden.

    7.2. Gelieve alle andere informatie te verstrekken die momenteel beschikbaar is en naar uw oordeel de Commissie kan helpen te beoordelen of er in de overeenkomst beperkingen aanwezig zijn en welke voordelen deze beperkingen eventueel kunnen rechtvaardigen.

    7.3. Gelieve op te geven of u voornemens bent, verdere feiten of argumenten aan te voeren die nog niet beschikbaar zijn en zo ja, op welke punten.

    7.4. Gelieve, met redenen omkleed, te verklaren hoe dringend uw verzoek of aanmelding is.

    (1) De waarde van de Ecu die de rekeneenheid heeft vervangen, wordt dagelijks in de C-uitgave van het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen bekendgemaakt.

    (1) Bij voorbeeld »automobielfabrikant", »computer servicebureau", »conglomeraat".

    (2) Zie de lijst in bijlage 3.

    (1) Zie de lijst in bijlage 3.

    Bijlage 1

    TEKST VAN DE ARTIKELEN 85 EN 86 VAN HET EEG-VERDRAG

    ARTIKEL 85

    1. Onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt en verboden zijn alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen Lid-Staten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst en met name die welke bestaan in:

    a) het rechtstreeks of zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen of van andere contractuele voorwaarden,

    b) het beperken of controleren van de produktie, de afzet, de technische ontwikkeling of de investeringen,

    c) het verdelen van de markten of van de voorzieningsbronnen,

    d) het ten opzichte van handelspartners toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging,

    e) het afhankelijk stellen van het sluiten van overeenkomsten van de aanvaarding door de handelspartners van bijkomende prestaties welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.

    2. De krachtens dit artikel verboden overeenkomsten of besluiten zijn van rechtswege nietig.

    3. De bepalingen van lid 1 van dit artikel kunnen echter buiten toepassing worden verklaard:

    - voor elke overeenkomst of groep van overeenkomsten tussen ondernemingen,

    - voor elk besluit of groep van besluiten van ondernemersverenigingen, en

    - voor elke onderling afgestemde feitelijke gedraging of groep van gedragingen

    die bijdragen tot verbetering van de produktie of van de verdeling der produkten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen

    a) beperkingen op te leggen welke voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn,

    b) de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken produkten de mededinging uit te schakelen.

    ARTIKEL 86

    Onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt en verboden, voor zover de handel tussen Lid-Staten daardoor ongunstig kan worden beïnvloed, is het, dat een of meer ondernemingen misbruik maken van een machtspositie op de gemeenschappelijke markt of op een wezenlijk deel daarvan.

    Dit misbruik kan met name bestaan in:

    a) het rechtstreeks of zijdelings opleggen van onbillijke aan- of verkoopprijzen of van andere onbillijke contractuele voorwaarden,

    b) het beperken van de produktie, de afzet of de technische ontwikkeling ten nadele van de verbruikers,

    c) het toepassen ten opzichte van handelspartners van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging,

    d) het feit dat het sluiten van overeenkomsten afhankelijk wordt gesteld van het aanvaarden door de handelspartners van bijkomende prestaties, welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.

    Bijlage 2

    LIJST VAN TOEPASSELIJKE TEKSTEN

    (op 5 augustus 1985)

    (Indien u van mening bent dat uw regelingen wellicht niet behoeven te worden aangemeld omdat zij onder een van de volgende verordeningen of bekendmakingen vallen, verdient het aanbeveling de betrokken teksten te raadplegen.)

    UITVOERINGSVERORDENINGEN

    Verordening nr. 17 van de Raad van 6 februari 1962 - Eerste verordening over de toepassing van de artikelen 85 en 86 van het Verdrag (PB nr. 13 van 21 februari 1962, blz. 204/62), zoals gewijzigd en aangevuld (PB nr. 58 van 10 juli 1962, blz. 1655/62; PB nr. 162 van 7 november 1963, blz. 2696/63; PB nr. L 285 van 29 december 1971, blz. 49; PB nr. L 73 van 27 maart 1972, blz. 92; PB nr. L 291 van 19 november 1979, blz. 93).

    Verordening nr. 27 van de Commissie van 3 mei 1962 tot toepassing van Verordening nr. 17 (PB nr. 35 van 10 mei 1962, blz. 1118/62), zoals gewijzigd (PB nr. L 189 van 1 augustus 1968, blz. 1; PB nr. L 172 van 3 juli 1975, blz. 11; PB nr. L 291 van 19 november 1979, blz. 94).

    VERORDENINGEN HOUDENDE GENERIEKE VRIJSTELLING VAN EEN REEKS REGELINGEN

    Verordening (EEG) nr. 1983/83 van de Commissie van 22 juni 1983 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen alleenverkoopovereenkomsten (PB nr. L 173 van 30 juni 1983, blz. 1).

    Verordening (EEG) nr. 1984/83 van de Commissie van 22 juni 1983 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen exclusieve afnameovereenkomsten (PB nr. L 173 van 30 juni 1983, blz. 5, gerectificeerd in PB nr. L 281 van 13 oktober 1983, blz. 24).

    Zie tevens de bekendmaking van de Commissie inzake de Verordeningen (EEG) nr. 1983/83 en (EEG) nr. 1984/83 van 22 juni 1983 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen alleenverkoopovereenkomsten en groepen exclusieve afnameovereenkomsten (PB nr. C 101 van 13 april 1984, blz. 2).

    Verordening (EEG) nr. 2349/84 van de Commissie van 23 juli 1984 inzake de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen octrooi-licentie-overeenkomsten (PB nr. L 219 van 16 augustus 1984, blz. 15, gecorrigeerd in PB nr. L 113 van 26 april 1985, blz. 34). Artikel 4 van deze verordening voorziet in een oppositieprocedure.

    Verordening (EEG) nr. 123/85 van de Commissie van 12 december 1984 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen afzet- en klantenserviceovereenkomsten inzake motorvoertuigen (PB nr. L 15 van 18 januari 1985, blz. 16). Zie ook de mededeling van de Commissie betreffende deze verordening (PB nr. C 17 van 18 januari 1985, blz. 4).

    Verordening (EEG) nr. 417/85 van de Commissie van 19 december 1984 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen specialisatieovereenkomsten (PB nr. L 53 van 22 februari 1985, blz. 1). Artikel 4 van deze verordening voorziet in een oppositieprocedure.

    Verordening (EEG) nr. 418/85 van de Commissie van 19 december 1984 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen onderzoek- en ontwikkelingsovereenkomsten (PB nr. L 53 van 22 februari 1985, blz. 5). Artikel 7 van deze verordening voorziet in een oppositieprocedure. BEKENDMAKINGEN VAN DE COMMISSIE MET ALGEMEEN TOEPASSINGSBEREIK

    Bekendmaking van de Commissie met betrekking tot alleenverkoopovereenkomsten met handelsagenten en commissionairs (PB nr. 139 van 24 december 1962, blz. 2921/62). Hierin wordt verklaard dat de Commissie meent dat de meeste van dergelijke overeenkomsten niet vallen onder het verbod van artikel 85, lid 1.

    Bekendmaking van de Commissie inzake overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen betreffende samenwerking tussen ondernemingen (PB nr. C 75 van 29 juli 1968, blz. 3, gerectificeerd in PB nr. C 84 van 28 augustus 1968, blz. 14). Hierin worden omschreven de soorten van samenwerking inzake marktonderzoek, boekhouding, research en ontwikkeling, gemeenschappelijk gebruik van produktie-, opslag- of vervoerinstallaties, arbeidsgemeenschappen, verkoop- of klantenservice, reclame of kwaliteitsmerken, die naar het oordeel van de Commissie niet vallen onder het verbod van artikel 85, lid 1.

    Bekendmaking van de Commissie inzake overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen van geringe betekenis die niet onder artikel 85, lid 1, van het Verdrag vallen (PB nr. C 313 van 29 december 1977, blz. 3). In het algemeen die waarin partijen te zamen minder dan 5 % van de markt bezetten en een gezamenlijke jaaromzet van minder dan 50 miljoen Ecu realiseren.

    Bekendmaking van de Commissie betreffende de beoordeling van toeleveringsovereenkomsten in het licht van artikel 85, lid 1, van het Verdrag (PB nr. C 1 van 3 januari 1979, blz. 2).

    Een verzameling van deze teksten (bijgewerkt tot 30 juni 1981) is gepubliceerd door het Bureau voor officiële publikaties der Europese Gemeenschappen (ref. ISBN 92-825-2392-6, Catalogusnr. CB-30-80-576-NL-C). Deze is nu in enkele talen moeilijk verkrijgbaar en in andere uitverkocht. Een bijgewerkte verzameling bevindt zich in voorbereiding.

    Bijlage 3

    LIJST VAN LID-STATEN EN PERS- EN VOORLICHTINGSBUREAUS VAN DE COMMISSIE IN DE GEMEENSCHAP

    (op 1 januari 1986)

    Lid-Staten op bovenstaande datum zijn: België, Denemarken, Frankrijk, Italië, Bondsrepubliek Duitsland, Griekenland, Ierland, Luxemburg, Nederland, Portugal, Spanje en Verenigd Koninkrijk.

    De adressen van de pers- en voorlichtingsbureaus van de Commissie in de Gemeenschap zijn:

    BELGIË:

    Archimedesstraat 73

    B-1040 Brussel

    Tel. 235 11 11

    BONDSREPUBLIEK DUITSLAND:

    Zitelmannstrasse 22

    D-5300 Bonn

    Tel. 23 80 41

    Kurfuerstendamm 102

    D-1000 Berlin 31

    Tel. 892 40 28

    Erhardtstrasse 27

    D-8000 Muenchen

    Tel. 23 99 29 00

    DENEMARKEN:

    Hoejbrohus

    OEstergade 61

    Postbox 144

    DK-1004 Koebenhavn K

    Tel. 14 41 40

    FRANKRIJK:

    61, rue des Belles-Feuilles

    F-75782 Paris Cedex 16

    Tel. 501 58 85

    CMCI / Bureau 320

    2, rue Henri Barbusse

    F-13241 Marseille Cedex 01

    Tel. 08 62 02

    GRIEKENLAND:

    2 Vassilissis Sofias

    T.K. 1602

    GR-Athina 134

    Tel. 724 39 82, 724 39 83 en 724 39 84

    IERLAND:

    39 Molesworth Street

    IRL-Dublin 2

    Tel. 712 244

    ITALIË:

    Via Poli 29

    I-00187 Roma

    Tel. 678 97 22

    Corso Magenta 61

    I-20123 Milano

    Tel. 80 15 05 / 6 / 7 / 8

    LUXEMBURG:

    Bâtiment Jean Monnet

    Rue Alcide de Gasperi

    L-2920 Luxembourg

    Tel. 430 11

    NEDERLAND:

    Lange Voorhout 29

    NL-2514 EB Den Haag

    Tel. 46 93 26

    PORTUGAL:

    35, rua do Sacramento à Lapa

    P-1200 Lisboa

    Tel. 60 21 99

    SPANJE:

    Calle de Serrano 41

    5a Planta

    E-Madrid 1

    Tel. 435 17 00 / 435 15 28

    VERENIGD KONINKRIJK:

    8 Storey's Gate

    GB-London SW1P 3AT

    Tel. 222 81 22

    Windsor House

    9 / 15 Bedford Street

    UK-Belfast BT2 7EG

    Tel. 407 08

    4 Cathedral Road

    GB-Cardiff CF1 9SG

    Tel. 37 16 31

    7 Alva Street

    GB-Edinbrugh EH2 4PH

    Tel. 225 20 58

    Top