This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 31985R2329
Commission Regulation (EEC) No 2329/85 of 12 August 1985 laying down detailed rules for the application of the special measures for soya beans
Verordening (EEG) nr. 2329/85 van de Commissie van 12 augustus 1985 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de bijzondere maatregelen voor sojabonen
Verordening (EEG) nr. 2329/85 van de Commissie van 12 augustus 1985 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de bijzondere maatregelen voor sojabonen
PB L 218 van 15/08/1985, p. 16–22
(DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(ES, PT)
No longer in force, Date of end of validity: 01/09/1989; opgeheven door 31989R2537
Verordening (EEG) nr. 2329/85 van de Commissie van 12 augustus 1985 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de bijzondere maatregelen voor sojabonen
Publicatieblad Nr. L 218 van 15/08/1985 blz. 0016 - 0022
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 37 blz. 0020
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 37 blz. 0020
***** VERORDENING (EEG) Nr. 2329/85 VAN DE COMMISSIE van 12 augustus 1985 houdende uitvoeringsbepalingen met betrekking tot de bijzondere maatregelen voor sojabonen DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, Gelet op Verordening (EEG) nr. 1491/85 van de Raad van 23 mei 1985 tot vaststelling van bijzondere maatregelen voor sojabonen (1), inzonderheid op artikel 2, lid 8, en artikel 3, tweede alinea, Gelet op Verordening (EEG) nr. 2194/85 van de Raad van 2 augustus 1985 tot vaststelling van de algemene voorschriften inzake de bijzondere maatregelen voor sojabonen (2), inzonderheid op artikel 9, Overwegende dat in artikel 1 van Verordening (EEG) nr. 2194/85 de criteria voor de bepaling van de wereldmarktprijs voor sojabonen zijn vastgesteld; Overwegende dat, in verband met de prijsschommelingen die gewoonlijk voorkomen op de wereldmarkt, de wereldmarktprijs voor sojabonen tweemaal per maand moet worden bepaald; Overwegende dat moet worden bepaald dat aanbiedingen en noteringen kunnen worden aangepast in verband met eventuele verschillen inzake de kwaliteit, de voorwaarden en de plaats van levering ten opzichte van het produkt waarvoor de wereldmarktprijs moet worden vastgesteld; Overwegende dat in artikel 2, sub a), van Verordening (EEG) nr. 2194/85 is bepaald dat de eerste koper een voorraadboekhouding moet voeren; dat, om het mogelijk te maken in de Gemeenschap geoogste sojabonen van ingevoerde sojabonen te onderscheiden, moet worden bepaald dat afzonderlijke voorraadboekhoudingen voor de twee categorieën bonen moet worden gevoerd en dat zij niet in dezelfde ruimten mogen worden opgeslagen; Overwegende dat volgens artikel 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2194/85 een eerste koper van sojabonen die niet de verwerker is, door de bevoegde instantie erkend moet zijn; dat de voorwaarden voor deze erkenning moeten worden vastgesteld; Overwegende dat eenvormige voorschriften moeten worden vastgesteld waaraan de tussen de producenten en de eerste kopers gesloten contracten, alsook de leveringsaangiften moeten voldoen; dat evenwel met het oog op de inachtneming van de minimumprijs dient te worden bepaald dat in de contracten de verkoopprijs moet worden uitgedrukt per gewichtseenheid van het produkt van de standaardkwaliteit en dat ook de toeslagen en kortingen op de verkoopprijs moeten worden vermeld; Overwegende dat in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2194/85 is bepaald dat de steun aan de eerste koper wordt uitgekeerd na verificatie dat de sojabonen zijn verwerkt of aan een verwerker verkocht of geleverd zijn; dat een voorschot op de steun kan worden uitbetaald tegen overlegging van een leveringsaangifte en op voorwaarde dat een zekerheid wordt gesteld; Overwegende dat het, om de eenvormige toepassing van de steunregeling te waarborgen, dienstig is nadere bepalingen voor het uitkeren van deze steun vast te leggen; dat het ook nodig is de voorwaarden voor de betaling van het voorschot op de steun vast te stellen, alsook de omstandigheden waaronder de zekerheid wordt verbeurd te bepalen; Overwegende dat moet worden bepaald hoe vaak de steun moet worden vastgesteld; dat het voldoende lijkt de steun tweemaal per maand vast te stellen; Overwegende dat de Lid-Staten de nodige controlemaatregelen moeten treffen om te garanderen dat de steun alleen wordt uitbetaald voor produkten die daarvoor in aanmerking komen; dat deze controle het mogelijk moet maken de inachtneming van de in artikel 2, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1491/85 bedoelde minimumprijs te verifiëren; Overwegende dat op grond van artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2194/85 overgangsmaatregelen kunnen worden vastgesteld om een vlotte overgang van de bestaande steunregeling naar de in deze verordening vervatte regeling te vergemakkelijken; Overwegende dat tot de invoering van een communautaire controleregeling, doch uiterlijk tot 31 december 1985, de producerende Lid-Staten de steun slechts mogen uitbetalen voor op hun eigen grondgebied verwerkte sojabonen; Overwegende dat in artikel 2, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 1491/85 bepaald is dat wat de Franse overzeese departementen betreft, de steun aan de producent wordt verleend voor een produktie die wordt bepaald door op de oppervlakten waarop sojabonen zijn ingezaaid en geoogst een representatief rendement toe te passen; dat uitvoeringsbepalingen voor de toepassing van deze nieuwe regeling moeten worden vastgesteld; Overwegende dat, om een doeltreffend beheer van de steunregeling in de betrokken departementen te bevorderen, Frankrijk de Commissie bepaalde gegevens inzake de steun dient mee te delen; Overwegende dat het derhalve nodig is Verordening (EEG) nr. 1978/80 van de Commissie (1), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2784/84 (2), te wijzigen; dat het echter ter wille van de duidelijkheid dienstig is genoemde verordening te vervangen; Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor oliën en vetten, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 De wereldmarktprijs voor sojabonen wordt tweemaal per maand vastgesteld. Deze prijs wordt vastgesteld per 100 kg en berekend op basis van de meest gunstige aanbiedingen en noteringen die betrekking hebben op leveranties welke moeten plaatsvinden binnen 30 dagen na de datum waarop die aanbiedingen en noteringen zijn geconstateerd. Artikel 2 1. In geval de in aanmerking genomen aanbiedingen en noteringen betrekking hebben op: a) een andere kwaliteit dan de standaardkwaliteit waarvoor de streefprijs is vastgesteld, wordt het bedrag aangepast aan de hand van de gelijkwaardigheidscoëfficiënten in bijlage A; b) produkten die cif worden geleverd voor een andere plaats van grensoverschrijding dan Rotterdam, wordt het bedrag aangepast met inachtneming van het verschil van de vervoer- en verzekeringskosten in vergelijking met die voor een produkt geleverd cif Rotterdam; c) produkten geleverd cif Rotterdam, wordt het bedrag verhoogd om rekening te houden met uitladingskosten en kosten van verder vervoer. 2. Voor de toepassing van lid 1 worden slechts de laagste kosten van inlading, vervoer en verzekering in aanmerking genomen. Artikel 3 Onder verwerking voor ander gebruik in menselijke of diervoeding als bedoeld in artikel 3 van Verordening (EEG) nr. 2194/85 wordt verstaan: ieder procédé waarbij sojabonen worden verwerkt tot een produkt dat niet meer als zodanig herkenbaar is en dat bestemd is voor verbruik door mens of dier. Artikel 4 De eerste koper voert voor in de Gemeenschap geoogste sojabonen en voor ingevoerde sojabonen afzonderlijke voorraadboekhoudingen waarin ten minste worden vermeld: - de binnengekomen hoeveelheden, met opgave van het nettogewicht van het produkt als zodanig en, voor in de Gemeenschap geoogste produkten, van het vochtgehalte en het gehalte aan onzuiverheden; - de verplaatsingen van produkten van een opslagruimte van de onderneming naar een andere; - wanneer de eerste koper tevens de verwerker is, de hoeveelheden verwerkte sojabonen, de aard en de hoeveelheden van de verkregen produkten; - de hoeveelheden sojabonen of verwerkte produkten die het bedrijf verlaten alsmede de bestemming daarvan; - de regelmatige voorraadinventaris; - verwijzingen naar contracten, leveringsaangiften, rekeningen of gelijkwaardige documenten, zowel voor de gekochte als voor de verkochte produkten, en wanneer de eerste koper niet de verwerker is eveneens verwijzingen naar de documenten die betrekking hebben op de leveringen aan de verwerker. Voorts verbindt de eerste koper zich ertoe: - de ambtenaren van de bevoegde dienst toegang tot zijn bedrijf te verlenen; - de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen na te komen; - de controles te vergemakkelijken; - alle stukken betreffende de uitgevoerde transacties, met inbegrip van de financiële boekhouding, ter beschikking te houden van de door de Lid-Staten aangewezen instantie. Artikel 5 1. Om voor de in artikel 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2194/85 bedoelde erkenning in aanmerking te komen, moet de eerste koper niet alleen de uit artikel 4 voortvloeiende verplichtingen in acht nemen, maar ook: a) een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn met als hoofdactiviteit de handel in granen en oliehoudende zaden; b) financieel de nodige waarborgen bieden om de uit deze regeling voortvloeiende verplichtingen te kunnen nakomen; c) over de nodige opslagruimte beschikken, met behoorlijke installaties voor het wegen en apparatuur voor een analyse van de sojabonen om hun kwaliteit ten opzichte van de standaardkwaliteit te kunnen bepalen; d) de voorraadboekhouding en de andere gegevens als bedoeld in artikel 4 en in dit lid, die zijn opgemaakt vanaf de datum van de aanvraag om erkenning, gedurende een door de betrokken Lid-Staat vastgestelde periode bewaren. 2. De bevoegde instantie verleent aan alle eerste kopers die aan de voorwaarden van lid 1 voldoen en die worden erkend, een erkenningsnummer. 3. In het verkoopseizoen 1985/1986 kan de bevoegde instantie de eerste koper een voorlopige erkenning verlenen zodra hij een aanvraag indient. Aan elke voorlopig erkende eerste koper wordt een erkenningsnummer toegekend. Wanneer wordt vastgesteld dat niet wordt voldaan aan één van de in lid 1 genoemde voorwaarden en met name wanneer daaruit voor de bevoegde instantie van de Lid-Staat moeilijkheden ontstaan om uit te maken of recht op steun bestaat, wordt de voorlopige erkenning ingetrokken. Deze intrekking heeft terugwerkende kracht tot de datum van de voorlopige erkenning; de sedert die datum uitbetaalde steun wordt teruggevorderd. De voorlopige erkenning wordt definitief, zodra de betrokken Lid-Staat heeft vastgesteld dat aan de in lid 1 genoemde erkenningsvoorwaarden is voldaan. Artikel 6 Wanneer wordt vastgesteld dat één van de in de artikelen 4 en 5 genoemde voorwaarden niet wordt nagekomen, en met name wanneer daaruit voor de Lid-Staat moeilijkheden ontstaan om uit te maken of recht op steun bestaat, wordt de erkenning dadelijk voor ten minste twaalf maanden ingetrokken. Artikel 7 1. De in artikel 2, sub b), van Verordening (EEG) nr. 2194/85 bedoelde contracten worden schriftelijk gesloten. Zij worden vóór een door iedere Lid-Staat vast te stellen datum, welke niet later mag zijn dan 15 augustus voorafgaand aan ieder verkoopseizoen, ingediend bij de bevoegde instantie van de Lid-Staat waar de sojabonen zullen worden geoogst. Voor het verkoopseizoen 1985/1986 moeten zij evenwel vóór een door iedere Lid-Staat te bepalen datum, doch uiterlijk vóór 1 september 1985 worden ingediend. 2. In het contract worden ten minste vermeld: a) naam, voornaam, adres en handtekening van de contracterende partijen; b) de datum van sluiting; c) de oppervlakte, aangegeven in hectare en are, waarvan de sojabonen waarop het contract betrekking heeft, zullen worden geoogst; d) de aan de producent te betalen prijs per gewichtseenheid; e) de gegevens die nodig zijn voor identificatie van de betrokken oppervlakte; f) de verplichting voor de producent, respectievelijk voor de eerste koper, om de totale hoeveelheid van de bovenbedoelde oppervlakte te oogsten bonen van gezonde handelskwaliteit te leveren, respectievelijk af te nemen. Artikel 8 1. De aan de producent te betalen prijs moet ten minste gelijk zijn aan de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1491/85 bedoelde minimumprijs en geldt voor produkten van de standaardkwaliteit. 2. Op de verkoopprijs wordt een toeslag of een korting toegepast voor elk punt beneden of boven het vochtgehalte en het gehalte aan onzuiverheden van de standaardkwaliteit. Over deze toeslagen of kortingen, die in het contract nader worden gepreciseerd beslissen partijen onderling. 3. Wanneer evenwel de toeslagen en kortingen niet nader worden gepreciseerd in de contracten, geldt: - een toeslag van 0,75 % van de verkoopprijs voor elk punt beneden het vochtgehalte van de standaardkwaliteit; - een korting van 1,5 % van de verkoopprijs voor elk punt boven het vochtgehalte van de standaardkwaliteit. Wanneer het vochtgehalte evenwel hoger is dan 17 %, wordt voor elk punt boven 17 % een korting van 2,3 % toegepast; - een toeslag of korting van 1 % van de verkoopprijs voor ieder punt beneden of boven het gehalte aan onzuiverheden van de standaardkwaliteit. Artikel 9 1. De in artikel 2, sub b), van Verordening (EEG) nr. 2194/85 bedoelde leveringsaangifte wordt schriftelijk opgesteld en moet vóór de laatste werkdag van het verkoopseizoen bij de bevoegde instantie worden ingediend. De aangifte moet ten minste de volgende inlichtingen bevatten: a) naam, voornaam, adres en handtekening van beide betrokken partijen; b) de datum van de ondertekening en die van de levering; c) de verwijzing naar de tevoren door de twee bij de levering betrokken partijen gesloten contracten; d) het gewicht van de geleverde hoeveelheid, alsmede het vochtgehalte en het gehalte aan onzuiverheden, zoals bepaald bij de in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 2194/85 bedoelde analyse. 2. De in artikel 2, tweede alinea, van Verordening (EEG) nr. 2194/85 bedoelde aangifte van de aan de verwerker verkochte of geleverde hoeveelheid, wordt eveneens schriftelijk opgemaakt en moet ten minste de volgende inlichtingen bevatten: a) naam, voornaam, adres en handtekening van beide betrokken partijen; b) de datum van de ondertekening; c) de verkochte of geleverde hoeveelheid; d) de verkoop- of leveringsdatum; e) de werkelijk geleverde hoeveelheid, met opgave van het vochtgehalte en het gehalte aan onzuiverheden; f) de verklaring van de verwerker dat de sojabonen in de Gemeenschap zullen worden verwerkt met vermelding van het voorgenomen type verwerking. Artikel 10 1. Na alle nodige in artikel 13 genoemde controles te hebben verricht, betaalt de bevoegde instantie van de producerende Lid-Staat de steun. 2. De steun wordt verleend voor de in de leveringsaangifte vermelde hoeveelheid, na aanpassing van het gewicht overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 van Verordening (EEG) nr. 2194/85 en voor zover deze hoeveelheid: a) niet meer dan 2 % groter is dan de werkelijk verwerkte hoeveelheid, wanneer de eerste koper de verwerker is; b) niet meer dan 4 % groter is dan de werkelijk geleverde hoeveelheid, wanneer de eerste koper niet de verwerker is. 3. Wanneer de in de leveringsaangifte vermelde hoeveelheid de verwerkte of geleverde hoeveelheid met meer dan de in lid 2 genoemde percentages overschrijdt, wordt de hoeveelheid waarvoor de steun wordt verleend dienovereenkomstig verlaagd. 4. Iedere eerste koper die daartoe een aanvraag indient, ontvangt, zodra hij de in artikel 2, sub b), van Verordening (EEG) nr. 2194/85 bedoelde leveringsaangifte heeft overgelegd, een voorschot gelijk aan de steun voor de in die aangifte vermelde hoeveelheden, op voorwaarde dat zijn aanvraag vergezeld gaat van een zekerheid waarvan het bedrag gelijk is aan het bedrag van de steun. 5. De zekerheid wordt gesteld in de vorm van een borgtocht van een instelling die beantwoordt aan de criteria welke zijn vastgesteld door de Lid-Staat bij welke de steunaanvraag wordt ingediend. 6. De zekerheid wordt vrijgegeven zodra de bevoegde instantie van de Lid-Staat het recht op steun voor de in de aangifte vermelde hoeveelheden heeft erkend. Wanneer voor de in de aangifte vermelde hoeveelheid of een gedeelte ervan het recht op steun niet wordt erkend, wordt de zekerheid verbeurd in evenredigheid met de hoeveelheden waarvoor de steunverleningsvoorwaarden niet zijn vervuld. 7. De hoeveelheid sojabonen waarvoor recht op steun bestaat, wordt berekend volgens de in bijlage B omschreven methode. Artikel 11 1. De steun welke tijdens het verkoopseizoen geldt wordt tweemaal per maand zo vastgesteld dat hij van toepassing wordt op de eerste en de zestiende dag van elke maand. 2. De Commissie deelt aan de Lid-Staten het per 100 kg produkt toe te kennen steunbedrag mede, zodra dit is vastgesteld en in ieder geval vóór de datum waarop het van toepassing wordt. Artikel 12 1. Wanneer de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 2194/85 bedoelde aanvraag: a) de gehele op grond van één of meer contracten te leveren produktie betreft, moeten in deze aanvraag ten minste de volgende gegevens worden vermeld: - naam, voornaam en adres van de aanvrager; - oppervlakte waarvan de produktie aan de aanvrager wordt geleverd; - verwijzing naar het contract of de contracten; bij de indiening van de aanvraag moet een zekerheid van 0,6 Ecu/are worden gesteld. b) de reeds ontvangen hoeveelheid betreft waarvoor één of meer leveringsaangiften zijn ingediend, moeten in deze aanvraag ten minste de volgende gegevens worden vermeld: - naam, voornaam en adres van de aanvrager; - in de leveringsaangifte(n) vermelde hoeveelheid; - verwijzing naar de leveringsaangifte(n) en naar de desbetreffende contracten; bij de indiening van de aanvraag moet een zekerheid van 3 Ecu/100 kg worden gesteld. 2. De steunaanvraag brengt de verplichting mee om, behoudens overmacht, de in de aanvraag aangegeven produktie of hoeveelheid binnen zes maanden na de maand waarin de steunaanvraag is ingediend te verwerken, te verkopen of te leveren. Wanneer de steunaanvraag echter wordt ingediend door een eerste koper voor een andere aanwending van de bonen dan voor de produktie van olie, verlengt de Lid-Staat, op verzoek van de belanghebbende, de hierboven genoemde termijn tot het einde van het verkoopseizoen waarbinnen de steunaanvraag is gedaan. 3. Wanneer de aanvraag betrekking heeft op de in één of meer contracten vermelde oppervlakte, is de werkelijk te verwerken, te verkopen of te leveren hoeveelheid gelijk aan die welke is vermeld in de leveringsaangifte(n) die ter uitvoering van de betrokken contracten wordt (worden) ingediend. 4. Wanneer de aanvraag wordt ingediend door een eerste koper die tevens de verwerker is: a) wordt de in lid 2 genoemde verplichting geacht te zijn nagekomen, wanneer de vóór het verstrijken van de betrokken periode verwerkte, verkochte of geleverde hoeveelheid groter is dan 98 % van de in de aanvraag vermelde hoeveelheid; b) wordt de zekerheid volledig verbeurd, wanneer de verwerkte, verkochte of geleverde hoeveelheid kleiner is dan 2 % van de in de aanvraag aangegeven hoeveelheid; c) wordt, wanneer de verwerkte, verkochte of geleverde hoeveelheid groter is dan 2 %, maar kleiner dan 98 % van de in de aanvraag aangegeven hoeveelheid, de zekerheid verbeurd voor een hoeveelheid die gelijk is aan het verschil tussen 98 % van de in de aanvraag aangegeven hoeveelheid en de werkelijk verwerkte, verkochte of geleverde hoeveelheid. 5. Wanneer de aanvraag wordt ingediend door een eerste koper die niet de verwerker is, geldt het bepaalde in lid 4, met dien verstande dat het percentage van 98 wordt verlaagd tot 96. 6. De in lid 1 bedoelde zekerheid wordt gesteld in de vorm van een borgtocht van een instelling die beantwoordt aan de criteria die zijn vastgesteld door de Lid-Staat waar de steunaanvraag wordt ingediend. Artikel 13 1. De bevoegde instantie van de producerende Lid-Staat controleert: a) voor het contract: - of de in artikel 7 bedoelde gegevens volledig zijn en verifieert steekproefsgewijs of de daarin aangegeven oppervlakten inderdaad met soja zijn ingezaaid. Wanneer uit deze controles blijkt dat de aangegeven oppervlakte onjuist is, brengt de Lid-Staat, onverminderd mogelijke strafmaatregelen, ambtshalve de nodige correcties in het contract aan; - of de aan de producent te betalen prijs, rekening houdende met het bepaalde in artikel 8, ten minste gelijk is aan de in artikel 2, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 1491/85 bedoelde minimumprijs. De omrekeningskoers die bij de controle op de inachtneming van de minimumprijs voor een in een bepaald verkoopseizoen geoogst produkt moet worden toegepast, is de representatieve koers die geldt op de begindatum van het betrokken verkoopseizoen; b) voor de leveringsaangifte: - of de in artikel 9 bedoelde gegevens volledig zijn en verifieert steekproefsgewijs of, rekening houdend met de in het betrokken gebied vastgestelde opbrengsten, de in de leveringsaangifte vermelde hoeveelheid op de in het contract aangegeven oppervlakte kon worden geproduceerd. Wanneer de Lid-Staat tot de conclusie komt dat de in de leveringsaangifte vermelde hoeveelheid niet op de in het contract aangegeven oppervlakte kon worden geproduceerd, verlangt de Lid-Staat, onverminderd mogelijke strafmaatregelen, de in de leveringsaangifte vermelde hoeveelheid ambtshalve aan de hand van het gemiddelde rendement in het gebied. 2. Om na te gaan of de sojabonen zijn verwerkt of verkocht of zijn geleverd aan een verwerker in de Gemeenschap, a) controleert de bevoegde instantie, aan de hand van de leveringsaangiften de in het bedrijf van de eerste koper binnengekomen hoeveelheden; b) controleert zij de voorraadboekhouding en eventueel de financiële boekhouding van de eerste koper om zich ervan te vergewissen of de sojabonen binnen de in artikel 12, lid 2, bepaalde termijnen zijn verwerkt, verkocht of geleverd; c) controleert zij, wanneer de eerste koper niet tevens de verwerker is en hij de steun heeft aangevraagd op grond van leveringen aan een verwerker, of de sojabonen voor zijn eigen rekening zijn verwerkt; d) controleert zij de voorraadboekhouding en eventueel de financiële boekhouding of andere documenten aan de hand waarvan kan worden nagegaan of de in het bedrijf van de eerste koper binnengekomen hoeveelheden sojabonen overeenstemmen met de hoeveelheden sojabonen of verwerkt produkt die het bedrijf verlaten. Artikel 14 Tot de invoering van de in artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 2194/85 bedoelde controle- en bijstandsregeling, doch uiterlijk tot en met 31 december 1985, verlenen de producerende Lid-Staten slechts steun voor op hun eigen grondgebied verwerkte sojabonen. Artikel 15 1. De steun voor sojabonen die in de Franse overzeese departementen zijn geoogst: - in de eerste helft van een jaar, is die welke geldt met ingang van 16 maart van dat jaar; - in de tweede helft van een jaar, is die welke geldt met ingang van 16 augustus van dat jaar. 2. Iedere producent van sojabonen in de Franse overzeese departementen doet voor elke oogst en vóór de door Frankrijk te bepalen data, bij de bevoegde instantie aangifte van de met sojabonen ingezaaide oppervlakte en van de geoogste hoeveelheid. 3. Frankrijk stelt de Commissie jaarlijks vóór 15 mei en vóór 15 oktober in kennis van het in de verschillende overzeese departementen voor de verschillende toegepaste teeltmethoden geconstateerde rendement aan sojabonen. Artikel 16 1. De producerende Lid-Staten delen de Commissie de naam en het adres mee van de voor de toepassing van de bijzondere maatregelen voor sojabonen aangewezen instanties. 2. De producerende Lid-Staten verstrekken de Commissie de volgende mededelingen: a) jaarlijks uiterlijk op 31 oktober, het aantal ingediende contracten en de totale daarin vermelde oppervlakte; b) vóór het einde van iedere maand, de hoeveelheden waarvoor de steun is aangevraagd in de voorafgaande maand. Daarbij wordt tevens het totale aantal contracten of leveringsaangiften vermeld waarop de steunaanvragen betrekking hebben; wanneer de steunaanvraag betrekking heeft op de krachtens een of meer contracten te leveren produktie, mag in plaats van de hoeveelheid de oppervlakte worden vermeld waarop de aanvraag betrekking heeft. De werkelijk overeenkomstig dit contract of deze contracten geleverde hoeveelheid moet evenwel zo snel mogelijk worden medegedeeld; c) uiterlijk op 30 november na het verkoopseizoen, de hoeveelheden waarvoor steun is toegekend. 3. De Commissie verstrekt de Lid-Staten regelmatig een samenvattend overzicht van de overeenkomstig het bepaalde in de vorige leden verstrekte gegevens. 4. Frankrijk deelt de Commissie uiterlijk op 31 december en op 31 mei van ieder verkoopseizoen de totale oppervlakte mee waarvoor de sojaproducenten in de Franse overzeese departementen aangiften hebben ingediend. Artikel 17 Verordening (EEG) nr. 1978/80 wordt ingetrokken per 1 september 1985. Zij blijft evenwel van toepassing voor sojabonen die vóór 1 januari 1985 zijn geoogst. Artikel 18 Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat. Gedaan te Brussel, 12 augustus 1985. Voor de Commissie Nicolas MOSAR Lid van de Commissie (1) PB nr. L 151 van 10. 6. 1985, blz. 15. (2) PB nr. L 204 van 2. 8. 1985, blz. 1. (1) PB nr. L 192 van 26. 7. 1980, blz. 25. (2) PB nr. L 262 van 3. 10. 1984, blz. 7. BIJLAGE A Gelijkwaardigheidscoëfficiënten voor sojabonen (Ecu/100 kg) 1.2.3 // // // // // Bedrag dat op de prijs in mindering moet worden gebracht // Bedrag waarmee de prijs moet worden verhoogd // // // // Sojabonen uit de Verenigde Staten van Amerika // 0,800 // - // Sojabonen uit andere derde landen // 1,000 // - // // // BIJLAGE B Methode voor de berekening van het gewicht van sojabonen 1.2 // 100 - (i + h) 100 - (i1 + h1) // × q = X 1.2.3 // i // = // gehalte aan onzuiverheden van de bonen waarvan het gewicht moet worden bepaald; // h // = // vochtgehalte van de bonen waarvan het gewicht moet worden bepaald; // i1 // = // gehalte aan onzuiverheden van de kwaliteit waarvoor de steun wordt vastgesteld; // h1 // = // vochtgehalte van de kwaliteit waarvoor de steun wordt vastgesteld; // q // = // hoeveelheid van de produkten als zodanig, uitgedrukt in kg, waarvan het aangepaste gewicht moet worden bepaald; // X // = // aan te houden aangepast gewicht van de produkten, uitgedrukt in kg. Opmerking: Voor het vochtgehalte en het gehalte aan onzuiverheden worden slechts de eerste twee decimalen in aanmerking genomen.