Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31984R2365

Verordening (EEG) nr. 2365/84 van de Commissie van 3 augustus 1984 houdende bepalingen ter uitvoering van de bijzondere maatregelen voor erwten, tuin- en veldbonen en niet-bittere lupinen

PB L 222 van 20/08/1984, p. 26–43 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/08/1986; opgeheven door 31985R3540 en 31996R0658

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1984/2365/oj

31984R2365

Verordening (EEG) nr. 2365/84 van de Commissie van 3 augustus 1984 houdende bepalingen ter uitvoering van de bijzondere maatregelen voor erwten, tuin- en veldbonen en niet-bittere lupinen

Publicatieblad Nr. L 222 van 20/08/1984 blz. 0026
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 32 blz. 0030
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 32 blz. 0030


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 2365/84 VAN DE COMMISSIE

van 3 augustus 1984

houdende bepalingen ter uitvoering van de bijzondere maatregelen voor erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1431/82 van de Raad van 18 mei 1982 houdende bijzondere maatregelen voor erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1032/84 ( 2 ) , en met name op artikel 3 , lid 7 ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 1734/84 van de Raad van 18 juni 1984 houdende wijziging van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 tot vaststelling van de algemene voorschriften inzake de bijzondere maatregelen voor erwten , tuin - en veldbonen ( 3 ) , en met name op artikel 2 ,

Overwegende dat bij Verordening ( EEG ) nr . 1032/84 de toepassing van de bijzondere maatregelen voor erwten , tuin - en veldbonen is uitgebreid tot niet-bittere lupinen ; dat Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 ( 4 ) tot vaststelling van de algemene voorschriften inzake de bijzondere maatregelen voor de betrokken produkten dienovereenkomstig is aangepast , waarbij tevens werd voorzien in een rationalisatie van de controle ; dat de uitvoeringsbepalingen dienovereenkomstig moeten worden aangepast , waarbij bepaalde overgangsmaatregelen dienen te worden vastgesteld ;

Overwegende dat de in deze verordening vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité van beheer voor gedroogde voedergewassen ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . Voor iedere levering erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen die hij van de producenten ontvangt , dient de eerste koper de in artikel 4 van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 bedoelde leverantieverklaring in bij de door de Lid-Staat waar het produkt is geoogst , aangewezen instantie .

2 . Indien evenwel een producent in een bepaald verkoopseizoen verschillende leveranties verricht aan dezelfde eerste koper , kan deze voor alle of voor een deel van deze leveranties één enkele verklaring indienen , gespecificeerd per leverantie .

3 . In de leverantieverklaring moeten ten minste worden vermeld :

- de namen , voornamen , adressen en handtekeningen van de producent , of de handtekening van zijn vertegenwoordiger , en van de eerste koper ,

- het oogstseizoen van het geleverde produkt ,

- de werkelijk door de producent geleverde hoeveelheid en de leveringsdatum ,

- het vochtgehalte en het gehalte aan onzuiverheden van de geleverde produkten ,

- een verklaring dat het geleverde produkt niet in aanmerking is gekomen voor toepassing van Verordening ( EEG ) nr . 2358/71 van de Raad ( 5 ) ,

- de per eenheid produkt te betalen prijs , die is opgenomen in het in artikel 3 van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 bedoelde contract , alsmede de aanpassingen van de in artikel 2 bedoelde basisprijs , in het bijzonder de toeslagen en kortingen .

4 . Onverminderd het bepaalde in artikel 3 , lid 2 , moet voor niet-bittere lupinen de leverantieverklaring vergezeld gaan van een afschrift van de inkoopfactuur van het zaaizaad , onder vermelding van het ras en de hoeveelheid . Wanneer het ras niet op de factuur vermeld wordt , kan het in de leverantieverklaring worden aangegeven .

5 . Behalve in geval van overmacht moet de leverantieverklaring worden ingediend voor het einde van de vierde maand na die van de levering of , in geval van toepassing van lid 2 , bij de laatste levering .

Artikel 2

1 . De in artikel 1 bedoelde prijs geldt voor een produkt van gezonde handelskwaliteit als bedoeld in artikel 11 van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 , af-boerderij en geladen op het voertuig van de koper .

2 . Op de verkoopprijs wordt een toeslag of een korting toegepast voor elk punt of fractie daarvan beneden of boven het vochtgehalte of het gehalte aan onzuiverheden van de in lid 1 bedoelde kwaliteit .

Deze in de leverantieverklaring gepreciseerde toeslagen en kortingen worden door de contractanten overeengekomen .

3 . In de zin van onderhavig artikel wordt onder onzuiverheid verstaan , elke organische of anorganische vreemde stof , anders dan de bedoelde soorten .

Artikel 3

1 . In de zin van artikel 11 , lid 4 , van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 verstaat men onder :

a ) minimumkwaliteit van zaaizaad van niet-bittere lupinen : zaaizaad dat minder dan 3 % bittere korrels bevat . De bepaling van het aantal bittere korrels vindt plaats met behulp van de in bijlage IV opgenomen test ;

b ) erkende rassen niet-bittere lupinen : rassen die voor het betrokken produktieland zijn opgenomen in de lijst van bijlage V .

2 . Voor het verkoopseizoen 1984/1985 kan iedere Lid-Staat het in artikel 6 bedoelde certificaat evenwel afgeven voor andere soorten dan bittere lupinen , die afkomstig zijn uit zaaizaad dat in die Lid-Staat in de handel mag worden gebracht overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 66/401/EEG van de Raad ( 1 ) .

3 . Wanneer het voor de verkoopseizoenen 1984/1985 en 1985/1986 in een Lid-Staat evenwel niet mogelijk is de naleving van de in lid 1 , sub a ) , bedoelde verplichting te verzekeren , geven de Lid-Staten het in artikel 6 bedoelde certificaat af voor de geleverde partijen lupinen die minder dan 5 % bittere korrels bevatten . De bepaling van het aantal bittere korrels vindt plaats met behulp van de in bijlage IV opgenomen test .

Artikel 4

Voor controledoeleinden moet elke eerste koper :

a ) de met de producenten van erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen gesloten contracten ter beschikking houden van de bevoegde instantie ;

b ) een voorraadboekhouding bijhouden , gescheiden naar in de Gemeenschap geoogste produkten en ingevoerde produkten . Hierin moet ten minste het volgende worden vermeld :

- voorraden per soort produkt ,

- hoeveelheid overgenomen en iedere dag verkochte produkten met , wat de produkten uit de Gemeenschap betreft , opgave van het vochtgehalte en het gehalte aan onzuiverheden ,

- voor iedere overgenomen partij , de referentie van de inkoopfactuur of de naam van de leverancier of , voor communautaire produkten , de referentie van de leverantieverklaring ,

- voor iedere verkochte partij , de referentie van de verkoopfactuur of de naam van de afnemer ;

c ) zich ertoe verbinden zijn gewone boekhouding ter beschikking van de bevoegde instantie te houden ;

d ) zich ertoe verbinden alle andere nodige bewijsstukken te verstrekken .

Artikel 5

1 . De producerende Lid-Staten controleren :

a ) of de leverantieverklaring voldoet aan de in artikel 1 bedoelde voorwaarden en of de aangeduide prijs ten minste gelijk is aan de minimumprijs ;

b ) in het geval van lupinen , het ras en of er overeenstemming bestaat tussen de werkelijk geleverde hoeveelheid en de hoeveelheid aangekocht zaaizaad ;

c ) in het geval van toepassing van artikel 3 , leden 2 en 3 , de naleving van het inzake het gehalte aan bittere korrels bepaalde .

2 . Bij de controle op de inachtneming van de aan de producent te betalen minimumprijs maken de Lid-Staten gebruik van de in Ecu uitgedrukte minimumprijs welke geldt op de eerste dag van het verkoopseizoen waarin het produkt aan de eerste koper wordt geleverd ; daarop passen zij voor de omrekening de op dezelfde dag geldende representatieve koers toe .

Voor het verkoopseizoen 1984/1985 is in Duitsland en Nederland voor de vanaf 1 januari 1985 geleverde hoeveelheden de toe te passen omrekeningskoers evenwel de op 1 januari 1985 geldende representatieve koers .

3 . De Lid-Staten gaan de juistheid van de leverantieverklaringen na door een steekproefsgewijze controle waarbij ten minste 5 % van de verklaringen wordt geverifieerd . Deze controle kan voor en na de aankoop door de eerste koper plaatsvinden .

Artikel 6

1 . Op verzoek van de eerste koper geeft de bevoegde instantie van de Lid-Staat waar de erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen zijn geoogst , het in artikel 4 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 bedoelde certificaat af .

2 . Het certificaat wordt afgegeven voor een in het kader van één of meer leverantieverklaringen geleverde hoeveelheid .

3 . In het certificaat moet een referentie worden vermeld aan de hand waarvan kan worden uitgemaakt op welke leverantieverklaringen het certificaat betrekking heeft . Ook moet op het certificaat de hoeveelheid worden aangegeven , berekend overeenkomstig de methode in bijlage I van de in elke desbetreffende leverantieverklaring genoemde produkten .

4 . In het in artikel 1 , lid 2 , bedoelde geval kunnen de Lid-Staten , mits door de gegadigde een voldoende waarborg wordt gegeven , het certificaat afgeven voor de indiening van de recapitulatieve leverantieverklaring , voor een hoeveelheid van ten hoogste 80 % van de hoeveelheid produkten die op het ogenblik van de aanvraag van het certificaat door de producenten is geleverd .

Bovendien kunnen de Lid-Staten wanneer de leverantieverklaring niet kon worden ingediend , uitsluitend om redenen van het tijdelijk niet beschikbaar zijn van de in artikel 1 , lid 3 , vierde streepje , bedoelde gegevens , het certificaat afgeven voor een hoeveelheid van ten hoogste 80 % van de werkelijk geleverde hoeveelheid .

Het certificaat voor de resterende hoeveelheid wordt afgegeven wanneer de in de artikelen 1 en 5 genoemde voorwaarden zijn vervuld .

Wanneer de Lid-Staten constateren dat zij ter uitvoering van dit lid certificaten hebben afgegeven voor een grotere hoeveelheid dan daarvoor in aanmerking kwam , vorderen zij de certificaten terug voor de hoeveelheden waarvoor deze niet mochten worden afgegeven of eisen zij anders van de eerste koper de betaling van een bedrag dat gelijk is aan het hoogste op de datum van afgifte van het certificaat geldende steunbedrag vermenigvuldigd met de hoeveelheid waarvoor geen recht op het certificaat bestond ,

Artikel 7

1 . Het communautaire certificaat wordt opgesteld op formulieren volgens de modellen die in bijlage II zijn opgenomen , welke formulieren met inachtneming van de daarop vermelde aanwijzingen en de bepalingen van deze verordening moeten worden ingevuld .

2 . De formulieren voor de certificaten bestaan uit een voor de aanvrager bestemd origineel en een voor de instantie van afgifte bestemde kopie .

3 . De formulieren worden gedrukt op houtvrij wit papier dat zodanig is gelijmd dat het goed te beschrijven is en dat 40 à 65 gram per m2 weegt . Hun formaat is 210 maal 297 mm ; de indeling van de formulieren moet strikt in acht worden genomen .

4 . Aan de Lid-Staat wordt de zorg voor het drukken van de formulieren overgelaten . Elk formulier is voorzien van de naam en het adres van de drukker of een kenteken aan de hand waarvan kan worden vastgesteld wie de formulieren heeft gedrukt .

Het certificaat wordt bij de afgifte door de instantie van afgifte voorzien van een nummer .

Dit nummer wordt voorafgegaan door de volgende letter(s ) , al naar het land van afgifte van het document : B voor België , D voor Duitsland , DK voor Denemarken , E voor Griekenland , F voor Frankrijk , I voor Italië , IR voor Ierland , L voor Luxemburg , NL voor Nederland en UK voor het Verenigd Koninkrijk .

Vanaf de inwerkingtreding van deze verordening en tot 1 november 1984 kunnen de Lid-Staten evenwel " en niet-bittere lupinen " aan de titel van het bestaande certificaat toevoegen . Zij laten voor 1 november 1984 nieuwe formulieren drukken .

5 . De formulieren worden met de schrijfmachine ingevuld . Zij worden gedrukt en ingevuld in een officiële taal van de Gemeenschap , aangewezen door de bevoegde instanties van de Lid-Staat waar de aanvraag van het certificaat wordt ingediend .

6 . Voor het stempelen maken de met de afgifte en de afschrijving belaste instanties gebruik van een metalen , bij voorkeur stalen stempel .

7 . De Lid-Staten delen aan de Commissie de lijst en de adressen mede van de instanties die belast zijn met de afgifte van de certificaten .

De Lid-Staten geven aan de Commissie eveneens kennis van de afdrukken van de officiële stempels en eventueel de droogstempels van de optredende instanties . De Commissie stelt de andere Lid-Staten onmiddellijk daarvan in kennis .

Artikel 8

1 . Het certificaat is geldig in de gehele Gemeenschap .

2 . Elke Lid-Staat deponeert bij de Commissie het stempel en eventueel de handtekening van de gemachtigde(n ) die op elk certificaat wordt aangebracht .

De Commissie geeft deze door aan de overige Lid-Staten .

Artikel 9

Bij twijfel aan de authenticiteit van het certificaat of de daarop voorkomende vermeldingen en visa , zenden de bevoegde nationale diensten het betwiste document of een fotokopie daarvan voor controle naar de instantie van afgifte .

Artikel 10

1 . Op verzoek van elke houder van een certificaat dat is afgegeven overeenkomstig artikel 6 of het onderhavige artikel en na indiening van dit certificaat door de houder geeft iedere instantie van afgifte , ter vervanging van het ingediende certificaat en voor een totale hoeveelheid produkten die gelijk is aan de in het ingediende certificaat vermelde hoeveelheid , certificaten af voor kleinere hoeveelheden dan de in het ingediende certificaat vermelde hoeveelheid .

De certificaten die ter vervanging van een ingediend certificaat worden afgegeven hebben , voor de hoeveelheid waarvoor zij zijn afgegeven , hetzelfde effect als de oorspronkelijke certificaten .

2 . Elk certificaat dat ter vervanging van een ingediend certificaat wordt afgegeven , wordt voorzien van de referenties die op dit laatste certificaat voorkomen , alsmede van een bijkomend volgnummer .

Artikel 11

1 . Om de in artikel 8 van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 bedoelde erkenning te verkrijgen , moet een organisatie :

a ) ten minste 40 producenten van erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen tellen , die over een veebestand beschikken dat de geproduceerde hoeveelheden kan verbruiken en die zich ertoe verbinden de betrokken produkten alleen voor vervoedering aan dat bestand of het bestand van andere leden van de organisatie te gebruiken ;

b ) zich ertoe verbinden ten minste 150 ton erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen per jaar te verwerken ;

c ) een voorraadboekhouding en een gewone boekhouding voeren ;

d ) zich aan alle nodige controles onderwerpen ;

e ) zich ertoe verbinden de steun integraal aan de producenten te doen toekomen ;

f ) zich ertoe verbinden om voor het geval van overdracht van een deel van de produktie van een van haar leden aan een ander lid , een overdrachtsprijs te laten aanhouden waarbij de minimumprijs wordt nageleefd . In de zin van deze verordening wordt de verkrijger niet als eerste koper aangemerkt en er wordt geen certificaat afgegeven .

2 . Indien een organisatie daarom verzoekt , wordt zij door de bevoegde instantie van de Lid-Staat erkend , nadat deze heeft nagegaan of de in lid 1 genoemde voorwaarden zijn vervuld .

Artikel 12

De producerende Lid-Staten voeren een controlesysteem in om erop toe te zien dat de producenten de produkten aan hun erkende organisatie leveren en dat deze produkten worden verwerkt .

Artikel 13

In artikel 7 van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 wordt onder verwerking bij een erkende organisatie verstaan elke behandeling bij genoemde organisatie waardoor de aard van de voor diervoeding bestemde produkten wordt gewijzigd :

- door malen of een soortgelijke bewerking ,

- of , voor het verkoopseizoen 1984/1985 , door behandeling ter identificatie volgens één van de in bijlage III opgenomen methoden .

Artikel 14

Als werkelijk gebruikt in de zin van artikel 5 , lid 2 , sub a ) , b ) , c ) en d ) , van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 worden beschouwd produkten die , naar gelang van het geval :

a ) met een of meer andere produkten zijn verwerkt in diervoeding , nadat zij zijn verbrijzeld of gemalen of eventueel geroosterd of tot vlokken verwerkt ;

b ) - beschikbaar zijn voor de verkoop , nadat zij in nieuwe verpakkingen met een inhoud van 12,5 kg of minder zijn gedaan , op voorwaarde dat zij niet meer dan 0,50 % onzuiverheden en niet meer dan 3 % gebroken of beschadigde zaden van dezelfde soort bevatten ;

- beschikbaar zijn voor de verkoop , nadat zij met ten minste drie andere soorten zaden zijn vermengd en in nieuwe verpakkingen met een inhoud van 25 kg of minder zijn gedaan , op voorwaarde dat zij niet meer dan 0,50 % anorganische stoffen en niet meer dan 3 % gebroken of beschadigde erwten , tuin - en veldbonen bevatten ;

c ) de voorgeschreven verwerking met het oog op de produktie van eiwitconcentraat hebben ondergaan ;

d ) de volgende bewerkingen hebben ondergaan :

- verwijderen van de zaadhuid en eventueel scheiding van de zaadlobben ,

- verwijderen van de zaadhuid en malen met het oog op de produktie van meel voor menselijke consumptie ,

- weken in water en verpakking met het vocht in een hermetisch gesloten verpakking ,

- voorkoken of koken en eventueel malen en drogen met het oog op de bereiding van soep of andere levensmiddelen .

Artikel 15

1 . In deze verordening wordt onder bedrijf verstaan elke ruimte of andere plaats in de gebouwen of op het terrein van de inrichting waar de produkten werkelijk worden gebruikt .

2 . Wanneer de produkten niet kunnen worden opgeslagen op het in lid 1 bedoelde terrein , wordt eveneens onder bedrijf verstaan elke daarbuiten op het grondgebied van de Lid-Staat , waar het produktiebedrijf is gevestigd , gelegen ruimte die voldoende waarborgen biedt met betrekking tot de controle op de opgeslagen produkten en die vooraf door de met de controle belaste instantie erkend is .

Artikel 16

1 . Met het oog op de in artikel 5 van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 bedoelde erkenning moet elke gebruiker zich ertoe verbinden :

a ) vanaf de datum van zijn aanvraag om erkenning een voorraadboekhouding bij te houden volgens de voorschriften van lid 2 ;

b ) zijn gewone boekhouding ter beschikking van de bevoegde instantie te houden ;

c ) de controleurs van de bevoegde instantie toegang tot zijn bedrijf te verschaffen ;

d ) de uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen na te komen ;

e ) de controle te vergemakkelijken .

2 . De voorraadboekhouding heeft betrekking op alle produkten die het bedrijf zijn binnengekomen , welke - soms - verwerkt worden met de in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 1431/82 genoemde produkten . In overleg met de controle-instantie kunnen hiervan slechts de produkten worden uitgesloten , die geheel afzonderlijk worden verwerkt .

Deze boekhouding bevat voor de in vorenbedoelde verordening genoemde produkten ten minste de volgende gegevens :

a ) per produkt , de dagelijks binnengekomen hoeveelheden met voor elke partij , de hoeveelheid , de kwaliteit en de referentie van de inkoopfactuur of van het afleveringsbewijs . Bij de kwaliteit moet opgave worden gedaan van het vochtgehalte en het gehalte aan onzuiverheden , zoals deze zijn vastgesteld door middel van een analyse , die verplicht is voor communautaire produkten , of , bij gebreke hiervan , aan de hand van handelsnormen . De referentie van het certificaat wordt genoteerd wanneer deze bekend is ;

b ) per wijze van gebruik , de dagelijks van ieder produkt gebruikte hoeveelheden ;

c ) per produkt , de dagelijks vertrokken hoeveelheden met voor elke vertrokken partij , de hoeveelheid en de kwaliteit van het produkt en de referentie van de facturering aan de afnemer of van het uitslagbewijs ;

d ) de stand van de voorraden , per produkt , en volgens de verpakking .

3 . Wanneer de erkende gebruiker ook de eerste koper is , moet in de voorraadboekhouding met betrekking tot de communautaire produkten voor de in lid 2 , sub a ) , bedoelde binnengekomen hoeveelheden de referentie van de leverantieverklaring worden opgenomen .

In dit geval kan de Lid-Staat besluiten geen certificaat af te geven .

4 . De bevoegde instantie kent iedere erkende gebruiker , die beantwoordt aan de voorwaarden van lid 1 , een identificatienummer toe .

5 . In geval van toepassing van het bepaalde van artikel 5 bis , lid 4 , van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 beveelt de Lid-Staat de voorlopige intrekking van de erkenning voor een duur die in verhouding staat tot de ernst van de geconstateerde overtreding .

6 . Gedurende het verkoopseizoen 1984/1985 kan de bevoegde instantie de gegadigde gebruiker een voorlopige erkenning verlenen , zodra hij een aanvraag om erkenning heeft ingediend .

De voorlopig erkende gebruiker ontvangt een identificatienummer . Wanneer wordt geconstateerd dat niet wordt voldaan aan een van de in lid 1 bedoelde voorwaarden en dat hieruit moeilijkheden voortvloeien voor de controle-instantie met het oog op de vaststelling van het recht op steun , wordt de voorlopige erkenning ingetrokken . Deze intrekking geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 september 1984 ; de vanaf die datum gevraagde en toegekende steun wordt teruggevorderd .

De voorlopige erkenning wordt definitief zodra de betrokken Lid-Staat heeft geconstateerd dat aan de in lid 1 bedoelde voorwaarden voor erkenning wordt voldaan .

Artikel 17

1 . Bij het binnenkomen van de erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen in het bedrijf wordt het gewicht bepaald en worden monsters getrokken als bedoeld in artikel 11 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 .

Met het oog op de controle kan de Lid-Staat de erkende gebruiker verzoeken hem uiterlijk een dag van tevoren op de hoogte te brengen van het feit dat de betrokken produkten het bedrijf zullen binnenkomen .

2 . Het trekken van de monsters , het reduceren van de laboratoriummonsters tot analysemonsters en de bepaling van het vochtgehalte en het gehalte aan onzuiverheden geschieden volgens een methode die uniform is voor de gehele Gemeenschap . In afwachting van deze communautaire methode passen de Lid-Staten echter een methode van eigen keuze toe .

3 . Het bedrijf dient regelmatig bij de bevoegde instantie van de Lid-Staat waar het bedoelde bedrijf is gevestigd een opgave in van de binnengekomen hoeveelheden voor een periode die een kalendermaand niet mag overschrijden .

Deze opgave moet ten minste per produkt de in de periode waarop de opgave betrekking heeft dagelijks binnengekomen hoeveelheden , uitgedrukt in brutogewicht , met opgave van het vochtgehalte en het gehalte aan onzuiverheden , bevatten , en :

a ) wanneer de binnengekomen produkten bestemd zijn om in het bedrijf te worden gebruikt voor een in artikel 14 bedoelde verwerking : in dit geval moet de opgave voor elke partij of groep partijen de referentie van het certificaat - wanneer dit beschikbaar is - , de referentie van de eventueel overeenkomstig artikel 21 ingediende steunaanvraag en de bestemming van de betrokken hoeveelheden bevatten ;

b ) wanneer de binnengekomen produkten niet bestemd zijn om geheel in het bedrijf te worden gebruikt , moet de gegadigde binnen drie maanden na het binnenkomen van de produkten , in een bijzondere opgave vermelden welke hoeveelheid van de binnengekomen produkten hij in het bedrijf zal gebruiken en welke hoeveelheid het bedrijf zal verlaten . In dit geval wordt de steun slechts uitgekeerd voor de werkelijk gebruikte hoeveelheid en worden de in het bedrijf binnengekomen hoeveelheden als bedoeld in artikel 18 , artikel 19 , lid 2 , artikel 20 , lid 1 , artikel 22 , artikel 27 , lid 2 , en artikel 28 , lid 1 , geacht voor gebruik in het bedrijf bestemd te zijn , zoals vermeld in de genoemde bijzondere opgave .

4 . Behoudens overmacht , mogen , met uitzondering van de in artikel 14 en de in dit artikel , lid 3 , sub b ) , bedoelde produkten , de binnengekomen produkten het bedrijf niet meer in ongewijzigde staat verlaten .

Op verzoek van de belanghebbende kan daartoe echter wel toestemming worden verleend voor produkten die bestemd zijn voor verwerking in diervoeder , opdat deze buiten het bedrijf kunnen worden gemalen , tot vlokken worden verwerkt of worden geroosterd , of voor produkten die bestemd zijn voor de bereiding van soep of andere levensmiddelen , opdat het koken of voorkoken buiten het bedrijf kan plaatsvinden .

De in lid 3 , sub b ) , bedoelde binnengekomen hoeveelheden moeten gescheiden worden opgeslagen van die welke bestemd zijn om geheel in het bedrijf te worden gebruikt , zolang nog geen besluit ten aanzien van de bestemming ervan is genomen .

Artikel 18

1 . De daartoe aangewezen instantie van de Lid-Staat waar de produkten werkelijk worden gebruikt gaat na of de hoeveelheid vermeld op het in artikel 6 bedoelde certificaat , die het bedrijf is binnengekomen is opgenomen in de in artikel 17 bedoelde opgave . De binnengekomen hoeveelheid is de hoeveelheid die wordt uitgedrukt in het volgens bijlage I aangepaste gewicht .

2 . Onverminderd het bepaalde in artikel 19 :

a ) verleent de bevoegde instantie , wanneer de binnengekomen hoeveelheid niet meer bedraagt dan 102 % van de op het certificaat vermelde hoeveelheid , steun voor de totale binnengekomen hoeveelheid .

b ) verleent de bevoegde instantie , wanneer de binnengekomen hoeveelheid meer bedraagt dan 102 % van de op het certificaat vermelde hoeveelheid , slechts steun voor een hoeveelheid gelijk aan 102 % van de op het certificaat vermelde hoeveelheid .

Artikel 19

1 . Behoudens overmacht brengt de in artikel 17 bedoelde opgave de verplichting mee de produkten werkelijk te gebruiken in de zin van artikel 14 binnen 7 maanden na de laatste dag van de maand volgende op de datum waarop de produkten het bedrijf zijn binnengekomen .

Wanneer de erkende gebruiker evenwel ook de eerste koper van de produkten is wordt de termijn vastgesteld op 9 maanden na de lopende maand .

Voor produkten die voor 1 oktober 1984 onder controle zijn geplaatst is de termijn evenwel 270 dagen na de datum van de indiening van de aanvraag om de goederen onder controle te plaatsen .

2 . Aan deze verplichting wordt geacht te zijn voldaan wanneer de werkelijk gebruikte hoeveelheid , berekend volgens de in bijlage I omschreven methode , niet meer dan 2 % kleiner is dan de binnengekomen hoeveelheid .

Indien de werkelijk gebruikte hoeveelheid ten minste 90 % maar minder dan 98 % bedraagt van de binnengekomen hoeveelheid , wordt geacht dat aan de verplichting is voldaan naar rata van de werkelijk gebruikte hoeveelheid .

Indien de werkelijk gebruikte hoeveelheid minder bedraagt dan 90 % van de binnengekomen hoeveelheid wordt , behoudens in geval van overmacht , geacht dat niet aan de verplichting is voldaan .

Indien wegens overmacht de binnengekomen hoeveelheid in de in lid 1 bedoelde periode slechts gedeeltelijk wordt gebruikt , wordt geacht dat aan de verplichting is voldaan naar rata van de werkelijk gebruikte hoeveelheid .

3 . Met het oog op de controle dient het bedrijf minstens eenmaal per maand bij de bevoegde instantie van de Lid-Staat waar de verwerking heeft plaatsgevonden een verwerkingsverklaring in voor de hoeveelheden die in de voorgaande maand of in de afgelopen periode zijn verwerkt en die ten minste bevat , per produkt en per wijze van verwerking , de hoeveelheid waarvoor de verwerking heeft plaatsgevonden , uitgedrukt in brutogewicht en eventueel in een volgens de methode van bijlage I aangepast gewicht .

Artikel 20

1 . De bevoegde instantie van de Lid-Staat waar de produkten werkelijk worden gebruikt gaat na of de op het bedrijf binnengekomen hoeveelheden erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen , die voorkomen in de in artikel 17 bedoelde opgave , overeenkomen met de overeenkomstig artikel 14 gebruikte hoeveelheden van dezelfde produkten die zijn opgenomen in de in artikel 19 bedoelde verwerkingsverklaring .

2 . De bevoegde instantie controleert periodiek de erkende gebruikers .

Artikel 21

1 . De in artikel 5 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 bedoelde steunaanvraag wordt door de belanghebbende ingediend in de Lid-Staat waar de produkten werkelijk zullen worden gebruikt . Wanneer deze steunaanvraag - uiterlijk een dag - voordat de produkten het bedrijf zullen binnenkomen , wordt ingediend , wordt zij vergezeld van een waarborg van 3,5 Ecu per 100 kg produkt .

De waarborg wordt gesteld in de vorm van een garantie van een instelling die voldoet aan de criteria die zijn vastgesteld door de Lid-Staat waar de aanvraag wordt ingediend .

2 . Onder dag van indiening van de steunaanvraag wordt verstaan de dag waarop deze indiening werkelijk plaatsvindt , op voorwaarde dat het een werkdag betreft en dat de aanvraag uiterlijk om 16.00 uur , Belgische tijd , wordt ingediend .

Aanvragen die worden ingediend hetzij op een dag die geen werkdag is , hetzij wel op een werkdag maar na 16.00 uur , worden geacht de daaropvolgende werkdag te zijn ingediend .

3 . In de steunaanvraag moeten ten minste worden vermeld :

- de namen , de voornamen en het adres van de aanvrager ,

- de hoeveelheid erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen waarvoor steun wordt aangevraagd ,

- of de in artikel 3 , lid 1 , dan wel de in artikel 3 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 1431/82 bedoelde steun wordt aangevraagd ,

- de referentie van de waarborg .

De aanvraag kan per brief , telegram of telexbericht worden ingediend .

4 . Wanneer de steunaanvraag evenwel niet binnen de in lid 1 genoemde termijn werd ingediend , wordt zij beschouwd te zijn ingediend op de dag van het binnenkomen van het produkt . In dit geval wordt de recapitulatieve opgave van de binnengekomen hoeveelheden , of naar gelang van het geval , de bijzondere opgave bedoeld in artikel 17 , beschouwd als steunaanvraag voor de betrokken hoeveelheden .

Artikel 22

1 . Behoudens overmacht brengt de steunaanvraag de verplichting mee de in de aanvraag aangegeven hoeveelheid in ontvangst te nemen uiterlijk aan het eind van de zesde maand na die waarin de steunaanvraag is ingediend .

Voor de steunaanvragen die voor 1 oktober 1984 voor andere produkten dan niet-bittere lupinen zijn ingediend , verstrijken de termijnen voor het in ontvangst nemen evenwel uiterlijk aan het eind van de zesde respectievelijk de negende maand na die indiening , afhankelijk van of de aanvraag betrekking heeft op de in artikel 3 , lid 2 , dan wel op de in artikel 3 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 1431/82 bedoelde steun .

2 . Aan de in lid 1 bedoelde verplichting wordt geacht te zijn voldaan wanneer de hoeveelheid die voor het verstrijken van de betrokken termijn het bedrijf is binnengekomen tussen 93 % en 107 % van de in de aanvraag aangegeven hoeveelheid bedraagt .

3 . De waarborg wordt integraal verbeurd indien de binnengekomen hoeveelheid kleiner is dan 7 % van de in de aanvraag aangegeven hoeveelheid .

4 . Indien de binnengekomen hoeveelheid groter is dan 7 % maar kleiner dan 93 % van de in de aanvraag aangegeven hoeveelheid , wordt de waarborg verbeurd voor een hoeveelheid gelijk aan het verschil tussen 93 % van de in de aanvraag aangegeven hoeveelheid en de werkelijk binnengekomen hoeveelheid .

Artikel 23

Overeenkomstig artikel 6 van Verordening ( EEG ) nr . 1134/68 van de Raad ( 7 ) , wordt het feit waardoor het recht op de steun voor erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen ontstaat , geacht plaats te vinden op de dag waarop het produkt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 17 en 26 het bedrijf binnengekomen is .

Artikel 24

De erkende organisatie bedoeld in artikel 7 van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 dient eenmaal per maand , bij de bevoegde instantie van de Lid-Staat waar de verwerking heeft plaatsgevonden , een verwerkingsaangifte omtrent de in de voorafgaande maand verwerkte hoeveelheden in . In de aangifte worden ten minste vermeld :

- de namen , de voornamen en het adres van de producenten van wie de produkten zijn verwerkt ,

- per producent en per wijze van verwerking bedoeld in artikel 13 , de overeenkomstig de methode van bijlage I aangepaste hoeveelheid produkten , die zijn verwerkt .

Artikel 25

1 . Behoudens in de gevallen bedoeld in artikel 3 , leden 2 en 3 , verifieert de bevoegde instantie van de Lid-Staat waar de produkten door een erkende organisatie zijn verwerkt , of de in de verwerkingsaangifte vermelde hoeveelheid overeenkomt met de werkelijk verwerkte hoeveelheid en in het geval van lupinen , de overeenstemming tussen de aangekochte hoeveelheden zaaizaad en de afgeleverde hoeveelheden , alsmede het ras .

2 . Met het oog op deze controle moet de erkende organisatie overeenkomstig artikel 13 een voorraadboekhouding voeren , waarin ten minste worden vermeld :

- de hoeveelheden produkt die in ongewijzigde staat zijn binnengekomen met het oog op hun verwerking in het bedrijf van de erkende organisatie , alsmede het gehalte aan vocht en onzuiverheden van de produkten ,

- de verplaatsingen van de produkten binnen het bedrijf van de erkende organisatie ,

- de hoeveelheden produkt die zijn verwerkt en zijn teruggegaan naar de producent , aangepast volgens de methode van bijlage I en onderverdeeld naar wijze van verwerking bedoeld in artikel 13 ,

- de door het ene lid aan een ander lid overgedragen hoeveelheden .

3 . De erkende organisatie houdt bovendien een register bij , waarin ten minste worden vermeld :

- de namen , de voornamen en het adres van haar leden ,

- voor elk van haar leden de op 15 mei en 31 december van elk verkoopseizoen met erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen ingezaaide oppervlakten ,

- het veebestand van elk van haar leden op dezelfde data ,

- voor de leden die lupinen telen , een kopie van de inkoopfacturen van het zaaizaad met opgave van het ras en de hoeveelheid . Wanneer het ras niet op de factuur vermeld is , moet het in het register worden vermeld .

Artikel 26

1 . Bij de binnenkomst van de produkten in het bedrijf van de erkende organisatie wordt het gewicht bepaald en vindt de in artikel 11 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 bedoelde monsterneming plaats .

2 . Het nemen van de monsters , het reduceren van de laboratoriummonsters tot analysemonsters en de bepaling van het gehalte aan vocht en onzuiverheden geschieden volgens een voor de gehele Gemeenschap uniforme methode . In afwachting evenwel van de vaststelling van deze communautaire methode passen de Lid-Staten een methode van eigen keuze toe .

3 . Behalve in geval van overmacht mogen de produkten de installaties van de erkende organisatie niet meer in ongewijzigde staat verlaten .

Artikel 27

1 . De steun wordt slechts toegekend voor erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen van gezonde handelskwaliteit .

De steun wordt toegekend voor een produkt waarvan het gecontroleerde gewicht overeenkomstig de in bijlage I opgenomen methode wordt aangepast .

Tenzij zij zich bevinden in de situatie zoals bedoeld in artikel 13 , tweede streepje , wordt de steun niet toegekend voor partijen die produkten , of zelfs sporen daarvan , bevatten die een behandeling ter identificatie volgens één van de in bijlage III opgenomen methoden hebben ondergaan .

2 . Behoudens het in artikel 16 , lid 3 , bedoelde geval , wordt de steun toegekend aan de gebruiker die het in artikel 21 bedoelde verzoek heeft ingediend , op voorwaarde :

- dat hij het in artikel 6 bedoelde certificaat heeft ingediend bij de bevoegde instantie van de Lid-Staat , en

- dat de met de controle belaste instantie , overeenkomstig de artikelen 18 en 20 , heeft geverifieerd dat de binnengekomen hoeveelheid werkelijk is gebruikt binnen de in artikel 19 vastgestelde termijn ;

- dat het produkt in een verpakking is gedaan met de indicatie van de ondergane bewerking , wanneer van artikel 14 , sub d ) , derde streepje , gebruik gemaakt wordt .

3 . De steun wordt betaald aan de erkende organisatie die de in artikel 24 bedoelde aangifte heeft ingediend op voorwaarde dat de met de controle belaste instantie de in artikel 25 bedoelde verificatie heeft uitgevoerd en tot de bevinding is gekomen dat het produkt overeenkomstig de voorschriften van deze verordening wordt gebruikt .

Artikel 28

1 . De uitkering van het voorschot op de steun als bedoeld in artikel 10 van Verordening ( EEG ) nr . 2036/82 is afhankelijk van de indiening van de in artikel 17 , lid 3 , bedoelde recapitulatieve opgave en van het stellen van een waarborg waarvan het bedrag gelijk is aan het steunbedrag dat is aangegeven in het in artikel 5 van die verordening bedoelde verzoek , vermenigvuldigd met de hoeveelheid welke is vermeld in de genoemde opgave .

Voor de in artikel 17 , lid 3 , sub b ) , bedoelde produkten kan het voorschot pas na de indiening van de bijzondere opgave voor de daarin vermelde hoeveelheid worden uitgekeerd .

2 . De waarborg wordt gesteld in de vorm van een garantie gegeven door een instelling die beantwoordt aan de criteria welke zijn vastgesteld door de Lid-Staat waar het verzoek wordt ingediend .

3 . De waarborg wordt vrijgegeven zodra de bevoegde instantie van de Lid-Staat voor de in de aanvraag vermelde hoeveelheden het recht op steun heeft erkend . Wanneer het recht op steun niet is erkend voor alle of een deel van de in de aanvraag vermelde hoeveelheden , wordt de waarborg verbeurd naar rata van de hoeveelheden waarvoor de voorwaarden die recht geven op steun , niet zijn vervuld .

Artikel 29

1 . De steun voor de voor diervoeder gebruikte produkten wordt door de Commissie eenmaal per maand vastgesteld en wel zodanig dat het steunbedrag op de eerste dag van de maand die volgt op de datum van de vaststelling van toepassing wordt . In geval van belangrijke wijziging van de marktsituatie wordt de steun evenwel zo vaak als nodig gewijzigd . De Commissie deelt aan de Lid-Staten het bedrag mede van de per 100 kg produkt toe te kennen steun zodra dit bedrag is vastgesteld en in ieder geval voor het van toepassing wordt .

2 . De steun voor de produkten die voor menselijke voeding worden gebruikt , wordt overeenkomstig de in artikel 12 van Verordening ( EEG ) nr . 1117/78 bedoelde procedure vastgesteld voor het begin van elk verkoopseizoen en wordt toegepast vanaf de eerste dag van het betrokken verkoopseizoen .

De steun kan worden gewijzigd indien zich een belangrijke wijziging in de wereldmarktprijs voordoet .

Artikel 30

1 . Wanneer de douaneformaliteiten voor uitvoer naar derde landen worden vervuld voor de in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 1431/82 vermelde produkten waarvoor het in artikel 6 bedoelde certificaat is afgegeven , moet de exporteur het certificaat overleggen voor een hoeveelheid die overeenkomt met ten minste 98 % van het gewicht van de produkten , aangepast overeenkomstig de in bijlage I bedoelde methode .

Het certificaat , voorzien van het stempel van het douanekantoor en de vermelding van de bestemming van de produkten , wordt door dit douanekan toor toegezonden aan de bevoegde instantie van de Lid-Staat vanwaar de produkten worden uitgevoerd .

2 . Lid 1 is niet van toepassing op de in artikel 14 , sub b ) en d ) , eerste streepje , bedoelde produkten .

3 . Bij uitvoer van de in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 1431/82 vermelde produkten , andere dan bedoeld in lid 1 , moet de exporteur op de aangifte ten uitvoer de volgende vermelding aanbrengen :

" Voor deze produkten is geen certificaat afgegeven als bedoeld in artikel 6 van Verordening ( EEG ) nr . 2365/84 " .

Artikel 31

1 . De Lid-Staten stellen een regeling voor douanecontrole of voor administratieve controle met dezelfde waarborgen in , welke regeling wordt toegepast vanaf het tijdstip waarop de in artikel 1 van Verordening ( EEG ) nr . 1431/82 bedoelde produkten in het vrije verkeer in de Gemeenschap worden gebracht tot het tijdstip waarop deze produkten één van de volgende bestemmingen hebben bereikt :

- werkelijk zijn gebruikt voor één van de in artikel 14 bedoelde gebruiksdoeleinden , zonder steun ,

- opnieuw zijn uitgevoerd naar een derde land .

2 . De in lid 1 bedoelde regeling geldt niet voor de produkten :

- die in onbewerkte vorm worden aangeboden in nieuwe verpakkingen met een inhoud van 12,5 kg of minder , zelfs indien gemengd met andere zaden ,

- waarvan de zaadhuid is verwijderd en waarvan de zaadlobben zijn gescheiden .

3 . In het intracommunautaire handelsverkeer van de produkten die aan de in dit artikel bedoelde controle onderworpen zijn , wordt het bewijs dat het produkt één van de in lid 1 bedoelde bestemmingen heeft bereikt , geleverd door overlegging van het controle-exemplaar T 5 dat wordt afgegeven en gebruikt overeenkomstig het bepaalde in Verordening ( EEG ) nr . 233/77 van de Raad ( 8 ) en in dit artikel . In het vak " Omschrijving der goederen " moet één van de volgende vermeldingen worden aangebracht :

- " Ingevoerde produkten " ,

- " Indfoerte produkter "

- " Eingefuehrte Erzeugnisse " ,

!***

- " Imported products " ,

- " Produits importés " ,

- " Prodotti importati " .

Voor het gedeelte " Bijzondere vermeldingen " van het controle-exemplaar geldt het volgende :

in vak 101 moet worden ingevuld : de post of onderverdeling van het gemeenschappelijk douanetarief waartoe de produkten behoren ;

in vak 103 moet voluit geschreven worden ingevuld : het nettogewicht van de produkten ;

in vak 104 moet bij het eerste streepje de vermeldingen " verlaten van het geografisch grondgebied van de Gemeenschap " worden doorgehaald en bij het tweede streepje één van de onderstaande vermeldingen worden aangebracht ;

" Bestemd om te worden geplaatst onder de controle bedoeld in Verordening ( EEG ) nr . 2365/84 " ,

" Bestemt til at anbringes under den i forordning ( EOEF ) nr . 2365/84 omhandlede kontrol " ,

" Dazu bestimmt , der Kontrolle nach der Verordnung ( EWG ) Nr . 2365/84 unterworfen zu werden " ,

!***

" Intended to be placed under the control provided for in Regulation ( EEC ) No 2365/84 " ,

" Destiné à être mis sous le contrôle prévu au règlement ( CEE ) n * 2365/84 " ,

" Destinato ad essere messo sotto il controllo previsto dal regolamento ( CEE ) n . 2365/84 " .

4 . Wanneer het in lid 3 bedoelde controle-exemplaar niet binnen 9 maanden na afgifte is terugontvangen bij het kantoor van vertrek of bij de centrale instantie , onderzoekt de Lid-Staat van vertrek dit geval en stelt de Commissie daarvan in kennis .

Artikel 32

Onverminderd het bepaalde in artikel 33 wordt Verordening ( EEG ) nr . 2192/82 met ingang van 1 oktober 1984 ingetrokken .

Bovengenoemde verordening blijft evenwel van toepassing op erwten , tuin - en veldbonen , waarvoor een steunaanvraag of een aanvraag om de goederen onder controle te plaatsen voor 1 oktober ingediend wordt door een gebruiker die na die datum niet wordt erkend overeenkomstig artikel 16 .

Artikel 33

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

Zij is van toepassing met ingang van 1 oktober 1984 , doch voor niet-bittere lupinen met ingang van 1 juli 1984 . Ook gelden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening de bepalingen van artikel 2 en die betreffende de erkende organisaties .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Brussel , 3 augustus 1984 .

Voor de Commissie

Poul DALSAGER

Lid van de Commissie

( 1 ) PB nr . L 162 van 12 . 6 . 1982 , blz . 28 .

( 2 ) PB nr . L 107 van 19 . 4 . 1984 , blz . 39 .

( 3 ) PB nr . L 164 van 22 . 6 . 1984 , blz . 3 .

( 4 ) PB nr . L 219 van 28 . 7 . 1982 , blz . 1 .

( 5 ) PB nr . L 246 van 5 . 11 . 1971 , blz . 1 .

( 6 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2298/66 .

( 7 ) PB nr . L 188 van 1 . 8 . 1968 , blz . 1 .

( 8 ) PB nr . L 38 van 9 . 2 . 1977 , blz . 20 .

BIJLAGE I

Methode voor de bepaling van het gewicht van erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen .

( 100 - ( i + h ) ) / ( 100 - ( i1 + h1 ) ) maal q = X

waarin :

i = gehalte aan onzuiverheden van de erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen waarvan het gewicht moet worden bepaald ;

h = vochtgehalte van de erwten , tuin - en veldbonen en niet-bittere lupinen waarvan het gewicht moet worden bepaald ;

i1 = gehalte aan onzuiverheden van de kwaliteit waarvoor de steun wordt vastgesteld ;

h1 = vochtgehalte van de kwaliteit waarvoor de steun wordt vastgesteld ;

q = hoeveelheid van de produkten als zodanig , uitgedrukt in kg , waarvan het gewicht moet worden bepaald ;

X = aan te houden gewicht van de produkten , uitgedrukt in kg .

Onder onzuiverheden wordt verstaan elke organische of anorganische stof , anders dan de zaden van de betrokken soorten .

Voor het vochtgehalte en het gehalte aan onzuiverheden wordt het getal slechts twee cijfers na de komma in aanmerking genomen .

BIJLAGE II

EUROPESE GEMEENSCHAP

CERTIFICAAT

Erwten , tuin - , veldbonen en niet-bittere lupinen

Nr . ... ( 1 )

ORIGINEEL

1 Droogstempel en perforatie van de instantie van afgifte ( 2 )

2 INSTANTIE VAN AFGIFTE ( naam en volledig adres )

3 Omschrijving van het produkt

4 Verkoopseizoen

5 Gewicht in kg van het produkt op basis van de standaardkwaliteit ...

6 Voorbehouden aan de instantie van afgifte ( 3 )

7 DE INSTANTIE VAN AFGIFTE BEVESTIGT HIERBIJ

dat aan de producent voor de in vak 5 aangegeven hoeveelheid ten minste de minimumprijs is betaald .

Plaats :

Datum :

... Dag ... Maand ... Jaar

Handtekening : ...

Stempel : ...

8 VISUM VAN DE INSTANTIE DIE BELAST IS MET DE CONTROLE OP DE STEUN OF VAN DE DOUANE

Dit certificaat is ingediend met het oog op ( 4 ) :

... het verkrijgen van steun

... de uitvoer van het produkt naar derde landen ( 5 )

Plaats :

Datum :

... Dag ... Maand ... Jaar

Handtekening : ...

Stempel : ...

( 1 ) Moet worden ingevuld wanneer het een vervangingscertificaat betreft .

( 2 ) Moet worden ingevuld indien in vak 7 de handtekening en de stempel niet zijn aangebracht .

( 3 ) Indien vak 6 niet volstaat , de keerzijde van het certificaat gebruiken .

( 4 ) Plaats een kruisje in het betreffende vakje .

( 5 ) In geval van uitvoer naar derde landen moet het certificaat worden overgelegd samen met de verklaring van uitvoer .

EUROPESE GEMEENSCHAP

CERTIFICAAT

Erwten , tuln - , veldbonen en niet-bittere lupinen

Nr . ... ( 1 )

KOPIE

1 Droogstempel en perforatie van de instantie van afgifte ( 2 )

2 INSTANTIE VAN AFGIFTE ( naam en volledig adres )

3 Omschrijving van het produkt

4 Verkoopseizoen

5 Gewicht in kg van het produkt op basis van de standaardkwaliteit ...

6 Voorbehouden aan de instantie van afgifte ( 3 )

7 DE INSTANTIE VAN AFGIFTE BEVESTIGT HIERBIJ

dat aan de producent voor de in vak 5 aangegeven hoveelheid ten minste de minimumprijs is betaald .

Plaats :

Datum :

... Dag ... Maand ... Jaar

Handtekening : ...

Stempel : ...

8 VISUM VAN DE INSTANTIE DIE BELAST IS MET DE CONTROLE OP DE STEUN OF VAN DE DOUANE

Dit certificaat is ingediend met het oog op ( 4 ) :

... het verkrijgen van steun

... de uitvoer van het produkt naar derde landen ( 5 )

Plaats :

Datum :

... Dag ... Maand ... Jaar

Handtekening : ...

Stempel : ...

( 1 ) Moet worden ingevuld wanneer het een vervangingscertificaat betreft .

( 2 ) Moet worden ingevuld indien in vak 7 de handtekening en de stempel niet zijn aangebracht .

( 3 ) Indien vak 6 niet volstaat , de keerzijde van het certificat gebruiken .

( 4 ) Plaats een kruisje in het betreffende vakje .

( 5 ) In geval van uitvoer naar derde landen moet het certificaat worden overgelegd samen met de verklaring van uitvoer .

BIJLAGE III

METHODEN VOOR DE BEHANDELING TER IDENTIFICATIE VAN ERWTEN , TUIN - EN VELDBONEN EN NIET-BITTERE LUPINEN

METHODE Nr . 1

Kleuring met Patent Blauw V

( alleen van toepassing voor erwten en niet-bittere lupinen )

1 . 4 gram kleurstof Patent Blauw V ( 1 ) geconcentreerd tot 80 % ( 2 ) oplossen in ten minste 1,6 liter water .

2 . De verkregen oplossing verstuiven op ten hoogste 1 000 kg van het te kleuren produkt , zodat op ten minste 50 % van de korrels , verdeeld over de gehele massa , kleursporen kunnen worden waargenomen .

METHODE Nr . 2

Toevoeging van visolie of visleverolie

a ) Visolie of visleverolie , gefilterd , niet van zijn geur ontdaan , niet ontkleurd , en zonder enig toevoegsel .

b ) Kenmerken :

Minimum-joodadditiegetal : 120

Kleurvermogend effect : 7-14 ( Gaertner ) of 5-19 ( F.A.C . )

Zuurgraad tussen : 3 en 4 %

Maximumstolpunt : 10 * C

c ) Minimum te gebruiken hoeveelheid per ton te behandelen produkt : 4 kg .

d ) Het voor de behandeling gebruikte toestel moet voortdurend een homogene verdeling van de olie over het produkt verzekeren .

e ) De temperatuur van de gebruikte olie moet zo hoog gehouden worden , dat deze homogene verdeling verzekerd is .

( 1 ) EEG-nummer E 131 , Schulznummer 826 .

De omschrijving van Patent Blauw V wordt gegeven in de richtlijn van de Raad betreffende de aanpassing van de wettelijke voorschriften van de Lid-Staten inzake kleurstoffen die kunnen worden gebruikt in voor menselijke voeding bestemde waren ( PB nr . 115 van 11 . 11 . 1962 , blz . 2645/62 ) .

Patent Blauw V geconcentreerd tot 50 % wordt in de Bondsrepubliek Duitsland verkocht onder de benaming Lebensmittelblau nr . 3 .

( 2 ) Of 6,4 gram kleurstof geconcentreerd tot 50 % .

BIJLAGE IV

TEST VOOR DE VASTSTELLING VAN HET BITTERSTOFGEHALTE VAN LUPINEN

De test wordt uitgevoerd op een monster van 200 korrels uit een hoeveelheid van 1 kg per partij van maximum 20 ton .

Het bitterstofgehalte wordt vastgesteld van het zaaizaad dat voor dit onderzoek ter beschikking wordt gesteld . De test beperkt zich tot het aantonen van de kwalitatieve aanwezigheid van bittere korrels in het monster . De homogeniteitstolerantie bedraagt 1 op 100 korrels . Als testmethode is op Lupinus albus , Lupinus angustifolius en Lupinus luteus de korrelsnijmethode volgens Sengbusch ( 1942 ) , Ivanov en Smirnova ( 1932 ) en Eggebrecht ( 1949 ) van toepassing . De droge of geweekte korrels worden overdwars doorgesneden . De gehalveerde korrels worden gedurende 10 seconden op een zeef in een jodiumoplossing gedompeld en vervolgens gedurende 5 seconden met water afgespoeld . De snijvlakken van de bittere korrels verkleuren tot bruin , maar die van de korrels die weinig alkaloïde bevatten blijven geel .

Voor de bereiding van de jodiumoplossing wordt 14 gram kaliumjodide in zo weinig mogelijk water opgelost , er wordt 10 gram jodium toegevoegd en met water aangevuld tot 100 cm3 . De oplossing moet één week worden bewaard , alvorens te kunnen worden gebruikt . De bewaring vindt plaats in bruine flessen . Voor gebruik wordt deze basisoplossing drie - tot vijfmaal verdund .

BILAG V - ANHANG V - !*** - ANNEX V - ANNEXE V - ALLEGATO V - BIJLAGE V

Liste over godkendte sorter af soedlupiner - Verzeichais der zugelassenen Suesslupinensorten - !*** - List of approved varieties of sweet lupin - Liste des variétés agréées de lupins doux - Elenco delle varietà riconosciute di lupini dolci - Lijst van de erkende rassen niet-bittere lupinen

1 . LUPINUS ALBUS L .

HVID LUPIN - WEISSE LUPINE - !*** - WHITE LUPIN - LUPIN BLANC - LUPINO BIANCO - WITTE LUPINE

2 . LUPINUS ANGUSTIFOLIUS L .

SMALBLADET LUPIN - BLAUE LUPINE - !*** - BLUE LUPIN - LUPIN BLEU - LUPINO AZZURRO - BLAUWE LUPINE

3 . LUPINUS LUTEUS L .

GUL LUPIN - GELBE LUPINE - !*** - YELLOW LUPIN - LUPIN JAUNE - LUPINO GIALLO - GELE LUPINE

1 * 2 * 3 *

Sort / Sorte / !*** / Variety / Variété / Varietà / Ras * Optagelsesland / Zulassungsland / !*** / Country of admission / Pays d'admission / Paese d'ammissione / Land van toelating * Bemaerkninger / Bemerkungen / !*** / Observations / Observations / Osservazioni / Opmerkingen *

* B * D * DK * F * GB * GR * I * IRL * L * NL *

Top